Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 21563 nr. 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 21563 nr. 8 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 9 juli 1999
In aanvulling op de brieven van mijn ambtsvoorganger van 11 juli 1996 (Kamerstuk 1995–1996, 21 563, nr. 6, TK) en 16 december 1996 (Kamerstuk 1996–1997, 21 563, nr. 7, TK) deel ik u het volgende mee.
In de reeds lang lopende arbitrageprocedure tussen NAM en Brigitta (respectievelijk Nederlands en Duits concessionaris in het overloopgebied van de Eems-Dollard (de zgn. Common Area)) hebben de arbiters onlangs een einduitspraak gewezen. Deze uitspraak komt er op neer dat NAM een bedrag van 855 miljoen DM krijgt toegewezen bovenop de reeds ontvangen 2,328 miljard DM (exclusief rente). Het totaal door NAM te ontvangen bedrag inclusief rente zal ruim 5 miljard gulden bedragen
In de eerdergenoemde brief van 11 juli 1996 is – onder andere – beschreven dat het Groningengasveld is gelegen in het omstreden grensgebied in de Eemsmonding (de zgn. Common Area). Aan de Nederlandse kant van de grens is aan NAM de concessie «Groningen» verleend. Aan de Duitse kant is aan Brigitta de «Groothusen» concessie verleend. Beide concessies overlappen elkaar in het gebied «Common Area».
NAM en Brigitta hebben ieder recht op de hoeveelheid aardgas, die overeenkomt met de helft van de geschatte hoeveelheid aardgas, die in het Common Area-gebied oorspronkelijk aanwezig en winbaar was. NAM produceert en levert met gebruikmaking van de door NAM op het land geïnstalleerde productiefaciliteiten aan Brigitta het haar toekomende deel. NAM zou dit deel voor 1 januari 1992 aan Brigitta leveren en een definitieve schatting van de reserves moest voor 1989 worden gestart. In 1991 is overeenstemming tussen NAM en Brigitta bereikt over de finale raming van de reserves. Op grond van de finale raming is geconcludeerd dat NAM aan Brigitta 20 miljard m3 aardgas te veel heeft geleverd. De finale raming is goedgekeurd door de Nederlandse en Duitse overheid.
Over de compensatie voor de overbelevering is een geschil ontstaan tussen NAM en Brigitta. Pogingen om via overleg een oplossing te vinden zijn mislukt en in 1991 heeft NAM conform de geschillenregeling in de Bedrijfsvoeringsovereenkomst bij het ICC International Court of Arbitration in Parijs een arbitragerekest ingediend. Zürich was de plaats van arbitrage.
Na de tussenuitspraak in juli 1996 hebben NAM en Brigitta getracht een regeling in der minne te bereiken. In de eerdergenoemde brief van 16 december 1996 is u meegedeeld dat partijen hier niet in zijn geslaagd. De arbitrage is daarop eind 1996 voortgezet.
In het zogenaamde Second Amendment bij de eerdergenoemde Bedrijfsvoeringsovereenkomst is een compensatieregeling opgenomen, waarin, voor het geval er sprake is van overbelevering, is vastgelegd op welke wijze compensatie voor overbelevering van aardgas dient plaats te vinden. In deze overeenkomst is voorts opgenomen een zogenaamde Loyalty Clause, die ziet op wijziging of aanvulling van bestaande contracten in geval van omstandigheden, die niet voorzien zijn. In de tussenuitspraak van juli 1996 hebben arbiters onder andere bepaald dat de uiteindelijke compensatie niet aan de hand van de compensatieregeling, maar onder toepassing van de hiervoor genoemde Loyalty Clause dient te worden bepaald.
In dat kader hebben NAM en Brigitta vanaf begin 1997 gewerkt aan door arbiters gevraagde alternatieve scenario's. In deze scenario's moesten zij beschrijven wat zij vanaf 1978 (het jaar waarin de laatste reserveschatting vóór de start van de overbelevering plaatsvond) zouden hebben gedaan als zij in 1978, dus vóór de feitelijke overbelevering, gehoord zouden hebben dat Brigitta op 20 miljard m3 gas minder recht had. Doel van het opstellen van deze scenario's was het bepalen van de voor- en nadelen die Brigitta respectievelijk NAM hebben ondervonden van de overbelevering. Hierbij is de feitelijke situatie waarin zij in 1991 verkeerden vergeleken met hoe deze situatie had kunnen zijn als partijen in 1978 de definitieve reserves van Brigitta in de «Common Area» gekend hadden. Gezien het overeengekomen vertrouwelijke karakter kan ik geen nadere mededelingen doen over de inhoud van deze scenario's. Na uitwisseling van stukken, het horen van getuigen en pleidooien van de advocaten van partijen eind 1998, is de einduitspraak («final award») van arbiters 5 juli jongstleden aan partijen overhandigd.
Toelichting op het «final award»
Toegewezen is een bedrag groot DM 855 miljoen per 2 mei 1991, plus rente. Dit bedrag komt bij het in 1996 toegewezen bedrag groot DM 2,328 miljard plus rente.
Het toegewezen bedrag draagt rente vanaf 2 mei 1991. Die rente wordt niet samengesteld. Het nog te betalen bedrag inclusief rente wordt geschat op ca. f 1,5 miljard. Tezamen met de reeds ontvangen betaling van bijna f 3,7 miljard zal NAM derhalve ruim f 5 miljard ontvangen.
De uitspraak is een arbitrale uitspraak, waartegen geen beroep open staat. Wel kan een partij aan de Zwitserse rechter vernietiging van de uitspraak vragen, maar zulks slechts op zeer beperkte gronden. Partijen kunnen tot 3 september 1999 van deze mogelijkheid gebruik maken. Zekerheidshalve wacht ik af of dat gebeurt. Als op de voormelde datum blijkt dat er geen procedure is gestart, zal ik de uitspraak – net als in 1996 – strikt vertrouwelijk ter inzage geven aan uw Kamer.
Voor de goede orde zij opgemerkt, dat het voornoemde bedrag van ruim f 5 miljard geen betaling betreft aan de Staat. De omvang van het staatsaandeel in de compensatie is nog onderwerp van nader overleg. De Staat is van oordeel dat de zgn. Meeropbrengstenregeling (MOR) voor Groningengas ook van toepassing is op de Common Area-baten: de governmenttake wordt dan hoger dan de basisafdracht van 68,2%. NAM en haar aandeelhouders zijn van mening dat alleen de basisafdracht van toepassing is op Common Area-baten. Na het mislukken van de onderhandelingen op dit punt is in 1996 besloten een vervolg van het overleg uit te stellen tot er meer duidelijkheid zou bestaan over de uitkomst van de arbitrage of tot een moment waarop er zich naar het oordeel van de Staat omstandigheden zouden voordoen die een vervolg gewenst zouden maken. Na bestudering van de einduitspraak zal door mij bezien worden op welke wijze het overleg zal worden voortgezet. Ik zal u zodra daartoe aanleiding is uiteraard nader informeren.
De Staat heeft eind 1996 en begin 1997 de basisafdracht van in totaal circa 2,5 miljard gulden van NAM ontvangen en toegevoegd aan het Fonds Economische Structuurversterking (hierna: FES). Ook over het nu toegewezen bedrag zal de Staat tenminste 68,2% ontvangen, zijnde circa één miljard gulden. Anders dan in 1996 zal de opbrengst niet in het FES worden gestort, maar ten gunste van de staatsschuld worden gebracht. De voeding van het FES wordt structureel verhoogd met de daardoor vrijvallende rentelasten (regeerakkoord, 18 juli 1998, Noot 1, blz. 9).
Ik vraag er uw begrip voor dat ik mij in het belang van de zaak onthoud van verder commentaar of inschattingen, zolang de termijn voor een vernietigingsverzoek nog open staat. Zodra daartoe aanleiding is zal ik u uiteraard nader informeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21563-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.