21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 402 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2023

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de informele Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd, die op maandag 18 september plaatsvindt, onder het Spaans voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in Zaragoza.

In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht en treft u per onderwerp het doel van de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp en de inzet van Nederland aan.

Nederland zal tijdens de Raad op ambtelijk niveau worden vertegenwoordigd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD – JEUGD

Jeugd – Maandag 18 september

Voor de Jeugdraad staat het volgende onderwerp geagendeerd:

  • Gedachtewisseling over nader te bepalen thema m.b.t. «het verbinden van het beleid in Europa met jongeren».

Gedachtewisseling Verbinden van Europa met jongeren

Doel en Inhoud Raadsbehandeling

Op basis van een kort achtergronddocument van het Spaans voorzitterschap zien we dat de gedachtewisseling zal gaan over verbinden van het beleid in Europa met jongeren. De toelichting gaat in op het belang van inclusie en welzijn van jongeren en het belang om hen bij besluitvormingsprocessen te betrekken. Dit gelinkt aan de tijdsgeest met een opeenvolging van crises, zoals Corona en klimaat.

Er worden drie vragen meegegeven die het gesprek richting kunnen geven en die gaan over hoe gestructureerde en toegankelijke participatie van Europese jongeren kan bijdragen aan grotere legitimiteit en geloofwaardigheid van EU besluitvormingsprocessen, hoe de integratie van jongeren in het EU overheidsbeleid kan bijdragen aan hun welzijn en hoe Europese instellingen en lidstaten en jongerenvertegenwoordigers nauwer kunnen samenwerken.

Inzet Nederland

Nederland zal aangeven het belang van jongerenparticipatie en inclusie te ondersteunen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit – al eerder genoemde – nationale initiatieven zoals de recente wijziging van artikel 1 van de Grondwet waarmee handicap en seksuele gerichtheid toegevoegd zijn als discriminatiegronden en praktische voorbeelden als het jaarlijkse terugkerende Nationaal Jeugddebat en bijvoorbeeld een initiatief als de jongerenparticipatietool van de Jongerenmilieuraad.

De verschillende crises hebben impact op de mentale gezondheid van EU burgers, en daarmee zeker ook op die van kinderen en jongeren. We verwelkomen dan ook de oproep voor een integrale aanpak op het gebied van mentale gezondheid in Europa. We werken op dit moment constructief mee aan de onder Spaans voorzitterschap op te stellen (concept) raadsconclusies1 over de mentale gezondheid voor alle jongeren en benadrukken hierbij het belang van preventie. We zien ook Europese meerwaarde in het van elkaar leren en bundelen van goede voorbeelden en kennis op dit gebied. Dit kan bijdragen aan het versterken van staand nationaal beleid ter bevordering van de mentale gezondheid.

Daarnaast onderstreept Nederland het belang dat jongeren in staat worden gesteld op zinvolle wijze deel te nemen aan beslissingen over zaken die hen (op nationaal en EU niveau) aangaan.

  • Zo inventariseren we samen met de Nationale Jeugdraad de mogelijkheid van een nationale jeugdstrategie.

  • En onderstrepen we het belang van bijvoorbeeld de EU Jeugddialoog als link tussen nationale en Europese betrokkenheid van jongeren. Ook de EU mobiliteits- en activeringsprogramma’s, zoals Erasmus+ en het Europese Solidariteitskorps, dragen bij aan waardevolle (individuele) ervaringen en groei en kunnen daarnaast ook voor meer Europese samenhang en het bevorderen van de Europese gedachte zorgen.

  • Ook zullen we aangeven dat het kabinet zich inzet om de Nederlander bij de Europese Unie te betrekken door deze te informeren, actief te luisteren naar wat de burger van de Unie verwacht en draagvlak te creëren. Hiervoor wordt de komende twee jaar – onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken – een interdepartementale EU-informatiecampagne (inclusief burgerdialogen) opgezet2. De uitvoering van deze informatiecampagne zal gericht zijn op het bereiken en betrekken van moeilijk bereikbare doelgroepen, waaronder jongeren3.


X Noot
1

Deze raadsconclusies zullen later dit jaar nog aan de Kamer voorgelegd worden.

X Noot
3

Het doel van deze informatiecampagne is om 1) Nederlanders evenwichtig te informeren en te prikkelen over de EU en de rol en het belang van Nederland hierin, 2) het gesprek te voeren met Nederlanders over de EU en actief te bevragen naar meningen en ideeën over het Nederlandse EU-beleid, en 3) een communicatietraject te starten, om bekendheid te geven aan de burgerdialogen (waaronder de werving) en bij te dragen aan het vergroten van de kennis van Nederlanders over de EU en de rol van Nederland.

Uw Kamer wordt binnenkort via het Ministerie van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de uitgewerkte plannen.

Naar boven