Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2022
Hierbij treft u, vooruitlopend op het verslag van de informele OJCS-raad van 7 en
8 maart 20221, een solidariteitsverklaring over Oekraïne aan die tijdens de informele OJCS-Raad
vastgesteld2. Deze verklaring is op het laatste moment opgesteld. Zowel in de geannoteerde agenda
als het schriftelijk overleg (Kamerstuk 21 501-34, nrs. 374 en 375) dat u eerder heeft ontvangen hebben we hier geen melding van gemaakt, omdat het
voornemen toen nog niet bekend was.
De hele wereld heeft geschokt gereageerd op de gebeurtenissen in Oekraïne. Ook in
het culturele veld in Nederland leven grote zorgen over de Russische militaire inval
in Oekraïne en de ongekende humanitaire crisis ten gevolge daarvan. Deze zorgen deel
ik. Daarbij zijn er vele vragen over hoe te handelen in deze extreme situatie, juist
in de wereld van kunst, cultuur en media. Cultuur gaat immers bij uitstek over geografische
grenzen heen. Deze zorgen en vragen spelen niet alleen in Nederland, maar ook in andere
landen in Europa. Ik onderhoud daarom nauwe contacten met mijn collega’s in de Europese
Unie en daarbuiten, om zo goed mogelijk gezamenlijk op te trekken.
In de verklaring die tijdens de informele OJCS-raad is vastgesteld, verwijzen we naar
de internationale regelgeving en waarden van democratie en vrijheid. Daarbij betuigen
wij gezamenlijk onze steun en solidariteit aan Oekraïense kunstenaars, journalisten
en cultuur- en mediaprofessionals, en spreken wij onze bereidheid uit om hen te helpen.
We spreken ook onze zorg uit over het erfgoed in Oekraïne en verwijzen daarbij naar
het Haags Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend
conflict (UNESCO-verdrag 1954) als onderdeel van het internationaal humanitair recht.
Advies aan de Nederlandse culturele en creatieve sector
De solidariteitsverklaring is in lijn met hoe we in Nederland de culturele en creatieve
sector adviseren om te gaan met culturele contacten in de Russische Federatie en Belarus.
Mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
roep ik de Nederlandse culturele en creatieve sector op om onafhankelijke, kritische
organisaties en individuele denkers en kunstenaars te blijven steunen. Tegelijkertijd
vragen we hen, gezien de aard van de gebeurtenissen en in lijn met het beleid van
vele andere Europese landen, om alle formele en institutionele samenwerkingen met
de overheid in de Russische Federatie en Belarus, evenals de aan hen gelieerde culturele
instellingen, op te schorten.
We blijven wel ruimte bieden aan individuele Russische en Belarussische kunstenaars
in Nederland, om de verbindende kracht van kunst en cultuur te kunnen blijven benutten.
Deze kracht bleek ook weer tijdens de landelijke actie «hArtforUkraine» die het culturele
veld het afgelopen weekend organiseerde.
Het is belangrijk om juist in deze tijd goede contacten met onafhankelijke journalisten
en kunstenaars in de Russische Federatie en Belarus te blijven onderhouden.
Velen vragen zich af hoe zij onafhankelijke journalisten en kunstenaars en journalisten
in Oekraïne kunnen helpen in deze uiterst moeilijke tijden. En ook hoe zij onafhankelijke
journalisten en kunstenaars in de Russische Federatie en in Belarus kunnen ondersteunen.
Samen met het Nederlandse culturele veld willen we bekijken hoe we dergelijke initiatieven
vorm kunnen geven.
Ook houden velen zich bezig met hoe we Oekraïense onafhankelijke journalisten en kunstenaars
die in Nederland hun heil hebben gezocht, kunnen opvangen en ondersteunen. We zullen
bezien hoe en op welke wijze de Nederlandse culturele en creatieve sector hieraan
een bijdrage kan leveren.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu