21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 361 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Informele EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Jeugd op 30 november 2020. Op de agenda stond een Beleidsdebat over Jongerenmobiliteit en Covid-19. Ook werd kort stilgestaan bij de Raadsconclusies over Jongerenparticipatie en Democratie en de Raadsresolutie Europese Jongerenwerk Agenda. Daarnaast heeft het Portugees voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie haar jeugdprioriteiten aangekondigd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Verslag Informele Videoconferentie voor EU Jeugdministers – 30 november 2020

Tijdens de informele videoconferentie Europese Jeugdraad werd de impact van de Covid-19 crisis op jongerenmobiliteit besproken. Ook werd kort stil gestaan bij de Raadsconclusies over Jongerenparticipatie en Democratie en de Raadsresolutie Europese Jongerenwerk Agenda. Aankomend Portugees voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie heeft haar jeugdprioriteiten aangekondigd.

Beleidsdebat Jongerenmobiliteit en Covid-19

Voorzitterschap

Het Duits voorzitterschap informeerde de deelnemers over een online debat dat zij, voor aanvang van de Raad, met jongerenvertegenwoordigers heeft gevoerd over jongerenmobiliteit tijdens en na de covid-19 pandemie. De vertegenwoordigers hebben verwachtingen en onzekerheden toegelicht. Zij gaven onder meer aan dat digitale formats slechts een tijdelijke oplossing zijn in de Covid-19 context. Hierbij is het ook van belang dat jongeren over deze technische middelen beschikken. Er is ook gesproken over de uitdagingen voor jongerenwerk organisaties, zoals financiële problemen en moeilijkheden met uitwisselingen buiten de EU. EU-jongerenprogramma’s moeten daarom in het komende jaar flexibel vormgegeven worden.

Europese Commissie

Eurocommissaris Gabriel (Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd) merkte op dat de Covid-19 pandemie de manier waarop we leven, studeren en integreren heeft veranderd. Veel mensen zijn getroffen door de crisis, inclusief jongeren, vooral op het gebied van onderwijs en werkgelegenheid. Gabriel heeft daarom in juli 2020 het voorstel voor een versterkte EU Jeugdgarantie gedaan, welke in november 2020 is goedgekeurd door de Raad.

De Commissaris stelde ook dat de pandemie gevolgen heeft gehad voor fysieke ontmoetingsmogelijkheden en mobiliteit was door Covid-19 niet goed meer mogelijk. Waardoor ook EU-programma’s zoals Erasmus+ zijn getroffen. De Commissie heeft organisaties geholpen om activiteiten tijdelijk ook online te organiseren. Tevens merkte Gabriel op dat programma’s nog inclusiever moeten worden en bijdragen aan groene transities.

Nederland en de Lidstaten

Uitdagingen voor Jongeren en Jongerenorganisaties

Tijdens het debat stelden de lidstaten dat door Covid-19 jongeren en jongerenorganisaties voor grote uitdagingen zijn komen te staan. Covid-19 heeft grote gevolgen voor de mobiliteit onder jongeren en programma’s als Erasmus+ zijn zwaar getroffen. Veel programma’s vinden momenteel virtueel plaats. Nederland heeft hierbij opgemerkt dat virtuele mobiliteit fysieke mobiliteit niet geheel kan vervangen en dat daarom fysieke mobiliteit hersteld moet worden zodra dit weer mogelijk is. Deze wens werd gedeeld door meerdere lidstaten. Evenals de Nederlandse oproep om tijdens de Covid-19 pandemie hybride en/of virtuele vormen van mobiliteit te organiseren.

Digitale instrumenten brengen uitdagingen met zich mee. Diverse lidstaten benadrukten dat jongeren in een benadeelde positie minder toegang tot digitale instrumenten hebben. Enkele lidstaten merkten hierbij op dat het aanleren van digitale vaardigheden voor jongeren belangrijk is. Nederland gaf aan dat het van belang is dat alle jongeren kansen krijgen om te participeren.

De lidstaten benoemden ook andere problemen die jongeren momenteel ondervinden zoals onzekerheden en onduidelijkheden; mentale gezondheidsproblemen; het vinden van werk; en het opdoen van nieuwe contacten. Enkele lidstaten gaven aan dat jongeren daarom financiële en sociale hulp nodig hebben.

Voorgestelde acties op EU-niveau

De lidstaten hebben diverse ideeën gedeeld over mogelijke Europese acties en onderwerpen. Bestaande programma’s vanuit de EU zijn belangrijk voor het stimuleren van jongerenwerk en jongerenmobiliteit. Een aantal lidstaten pleit daarom voor het verruimen van programma’s als Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps. Een enkele lidstaat gaf aan dat er mogelijk vanuit het herstelfonds extra geld voor jongeren vrij gemaakt kan worden.

Meerdere lidstaten hebben geopperd dat jongerenwerkgelegenheid een belangrijk onderwerp is. Een aantal lidstaten suggereerden het bevorderen van financiële en logistieke ondersteuning voor jongerenorganisaties en jongeren en het ontwikkelen van gratis platforms om jongeren te ondersteunen. Een enkele lidstaat gaf aan dat de EU diepgaande uitwisseling van ervaringen en praktijken tussen lidstaten zou kunnen stimuleren.

Nationale voorbeelden van Jongerenmobiliteit tijdens Covid-19

De lidstaten hebben ook nationale voorbeelden van jongeren mobiliteit tijdens Covid-19 gedeeld. Nederland heeft aangegeven dat zeker ook ervaringen binnen de lidstaat, zoals via de Maatschappelijke Diensttijd, belangrijk zijn en bijdragen aan de ontwikkeling. Nederlandse jongeren sluiten zich ook veelal aan bij lokale initiatieven.

Voorbeelden van activiteiten zoals genoemd door andere lidstaten zijn: het oprichten van een online vrijwilligersplatform; het opzetten van centra die jongerenactiviteiten bevorderen (specifiek gericht op het leveren van een bijdrage aan het bestrijden van de gevolgen van de crisis); en het inzetten van een taskforce om alle jongeren aan een stage te helpen. Sommige lidstaten hebben gefocust op het opzetten van een steunpakket om jeugdwerkloosheid tegen te gaan of meer aandacht besteedt aan de opleiding van jongerenwerkers. Andere lidstaten boden ondersteuning voor jongeren op psychologisch en sociaal gebied.

Nederland merkte op dat er diverse grensoverschrijdende uitwisselingsprojecten en bijeenkomsten digitaal mogelijk zijn gemaakt. Ook zijn de nationale activiteiten rondom jongerenparticipatie vanuit Erasmus+ veelal doorgegaan in Nederland.

Raadsconclusies Jongerenparticipatie en Democratie

Na afronding in de Europese Raadswerkgroep Jeugd, zijn de Raadsconclusies Jongerenparticipatie en Democratie via een schriftelijke procedure in de COREPER van 20 november 2020 aangenomen.

De Raadsconclusies nodigen de lidstaten uit om deelname van jongeren aan het democratische leven (in Europa) aan te moedigen en jongeren te stimuleren om autonoom, kritisch en genuanceerd te denken, en actieve burgers te zijn. Hiervoor is het belangrijk om initiatieven op te zetten die begrip en waardering van jongeren voor democratie vergroten, onder meer door dit een plek te geven in onderwijs of via jongerenorganisaties en jongerenwerk. Ook de al bestaande EU-jongerenprogramma’s Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps kunnen hiervoor worden ingezet.

Nederland vindt jongerenparticipatie aan beslissingen over zaken die hen aangaan en het vergroten van de democratische betrokkenheid van jongeren van belang.

Raadsresolutie Europese Jongerenwerk Agenda

Na afronding in de Europese Raadswerkgroep Jeugd, is de Raadsresolutie Europese Jongerenwerk Agenda via een schriftelijke procedure in de COREPER van 20 november 2020 aangenomen.

De Raadsresolutie benadrukt – met in achtneming van de nationale verschillen en omstandigheden, specifieke behoeften en bevoegdheden – het belang van Europese afstemming middels een Europese jongerenwerk agenda. Dit ter ondersteuning van een goed functionerend jongerenwerk. Lidstaten en de Europese Commissie worden onder andere uitgenodigd bijdragen te leveren aan de derde Europese jongerenwerk conventie; het verankeren van de jongerenwerk agenda in de EU-jeugdstrategie; mogelijkheden te verkennen tot (financiële) ondersteuning via de al bestaande jongerenprogramma’s Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps; en in te zetten op het (verder) ontwikkelen van een digitaal platform.

Nederland is voor het delen van goede praktijken en informatie en positief over het versterken van de synergie en het verder ontwikkelen van het jongerenwerk via deze agenda. Nederland heeft er succesvol op aangedrongen dat de resolutie rekening houdt met het grote verschil in jongerenwerk tussen de lidstaten. Ook is gehoor gegeven aan de wens om jongeren en jongerenwerkers nauw bij de Europese jongerenwerk agenda te betrekken.

Werkprogramma van het Aankomend Portugees Voorzitterschap

Portugal gaf een presentatie waarin zij de belangrijkste prioriteiten van hun voorzitterschap aankondigden. In de Raadswerkgroep Jeugd zullen de prioriteiten «het betrekken van jongeren in besluitvorming op multi-level bestuur» en «de toegang tot jongerenrechten» worden besproken.

Naar boven