21 501-34
Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur

nr. 35
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2004

Hierbij bied ik u voor het Algemeen Overleg van 19 mei 2004 mijn annotaties aan bij de voorlopige agenda van de EU-Raad (Jeugd) van 28 mei 2004 te Brussel.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

ANNOTATIES BIJ DE VOORLOPIGE AGENDA VAN DE EU JEUGDRAAD VAN 28 MEI 2004 TE BRUSSEL

[...]

Agendapunt 10: Ontwerpresolutie over sociale integratie van jongeren

– Aanneming

doc. 9178/04 JEUN 33 EDUC 104 SOC 223

Toelichting

In het Witboek Jeugd is een van de pijlers de horizontale werking van het jeugdaspect. Dit houdt in dat op die beleidsterreinen waar jeugd van belang is, jeugd op de agenda moet worden gezet en dat daar waar mogelijk samenwerking tot stand moet worden gebracht tussen de beleidsterreinen.

Ter uitvoering van deze pijler van het Witboek Jeugd heeft de Raadswerkgroep Jeugd al een advies uitgebracht over informeel leren aan het Onderwijscomité en over jeugdwerkeloosheid en jeugdwerkgelegenheid aan het Werkgelegenheidscomité.

Deze resolutie vraagt aandacht voor de sociale integratie van jongeren. Opgeroepen wordt om op ieder niveau (Europees, nationaal, regionaal, lokaal) een grotere samenhang, coördinatie en samenwerking te hebben bij het uitwerken van sociale beleidsmaatregelen, vooral ten aanzien van de jeugdsector. Daarbij moeten kansarme jongeren speciale aandacht krijgen om ervoor te zorgen dat zij deelnemen aan het onderwijsstelsel en een goede overgang kunnen maken van school naar werk. Ook wordt aandacht gevraagd voor het belang van niet- en informeel leren als aanvulling op het onderwijs (het formele leren) en op het belang van deelname van jongeren aan vrijwilligersactiviteiten.

Karakterbespreking

Aanneming.

Inzet

Nederland hecht veel belang aan de sociale integratie van jongeren. De resolutie sluit aan bij het Nederlandse beleid en bij de EU-activiteiten op het terrein van armoede en sociale uitsluiting. Nederland kan dus instemmen met de tekst.

Agendapunt 11: Ontwerpverklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende racisme en onverdraagzaamheid met betrekking tot jongeren

– Aanneming

doc. 9180/04 JEUN 34 EDUC 105 SOC 224 RAXEN 4

Toelichting

Ook deze ontwerpverklaring is een nadere uitwerking van de pijler van het EU-Witboek Jeugd om het jeugdaspect op andere beleidsterreinen onder de aandacht te brengen (de horizontale werking van het jeugdaspect).

Deze verklaring vraagt de lidstaten en de Commissie om bijzondere aandacht te besteden aan de bestrijding van racisme en onverdraagzaamheid met betrekking tot jongeren. Dit vergt specifieke maatregelen die erop moeten zijn gericht om niet alleen racisme en onverdraagzaamheid onder jongeren te bestrijden maar ook jongeren zelf een bijdrage te laten leveren aan de bestrijding ervan. In het EU-programma Jeugd zal het thema een van de prioriteiten zijn in 2005. Ook zal de EU-brede bewustmakingscampagne betreffende diversiteit en antidiscriminatie, getiteld «Voor diversiteit – tegen discriminatie», zich in 2005 toespitsen op jongeren. Lidstaten wordt gevraagd om in voorkomend geval in programma's en activiteiten ter bestrijding van racisme en onverdraagzaamheid ook concrete maatregelen ten aanzien van jongeren op te nemen. Eind 2005 vindt een evaluatie plaats van alle activiteiten en maatregelen en de daarbij geboekte vorderingen.

Karakterbespreking

Aanneming.

Agendapunt 13: Mededeling van de Commissie: Naar een actief burgerschap: cultuur en verscheidenheid in Europa bevorderen door programma's voor jeugd, cultuur, de audiovisuele sector en participatie van de burger

– eerste discussie

docs. 7352/04 JEUN 17 CULT 20 AUDIO 10 SOC 126

9182/04 JEUN 35 EDUC 106 SOC 225

9183/04 JEUN 36 EDUC 108 SOC 226

Toelichting

Ten aanzien van het Jeugdprogramma: de commissie heeft de uitkomsten van alle consultaties en evaluaties op een goede wijze in het voorstel verwerkt. Het is een werkbaar en uitvoerbaar programma waar behoefte aan is vanuit het veld, met ruimte voor nieuwe instrumenten en waarbij de sterke punten van het huidige programma overeind zijn gebleven. Het nieuwe programma en de doelstellingen van het Witboek Jeugd sluiten goed bij elkaar aan.

Het voorstel gaat in op de belangrijkste uitkomsten van de evaluatie van het huidige jeugdprogramma in Nederland:

– verander niet te veel aan het programma, in principe is het goed opgezet

– zorg voor meer flexibiliteit

– breng het programma zo dicht mogelijk bij de gebruikers.

Voorts acht Nederland het van belang dat er tussen het Jeugdprogramma en de relevante onderwijsprogramma's een goede samenwerking mogelijk is, waar het deels dezelfde doelgroep betreft.

Naar boven