21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 343 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie voor EU Sportministers op 2 juni jl. over de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector en de sportprioriteiten van het Duits voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Tevens is een annotatie toegevoegd over de Raadsconclusies Impact COVID-19 en het Herstel van de Sportsector, welke via een schriftelijke procedure in COREPER zijn aangenomen.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Verslag Informele VC voor EU Sportministers – 2 juni 2020

Tijdens de informele videoconferentie voor Europese Sportministers werd de tijdens de informele videoconferentie van 21 april jl. gevoerde discussie over de impact van de COVID-19 crisis op de sportsector voortgezet. Aansluitend kondigde het toen nog aankomend Duits voorzitterschap haar EU-sportbeleid prioriteiten aan. In de geannoteerde agenda van deze videoconferentie bent u reeds geïnformeerd over de Raadsconclusies Ondersteunen van coaches door het vergroten van de kansen tot het verkrijgen van kwaliteiten en competenties.1 Deze zijn vervolgens via een schriftelijke procedure in de COREPER van 4 juni 2020 aangenomen. Inmiddels zijn ook de op basis van de gevoerde beleidsdebatten opgestelde Raadsconclusies Impact COVID-19 en het herstel van de sportsector, via een schriftelijke procedure in de COREPER van 22 juni 2020 aangenomen. In dit verslag treft u derhalve een korte annotatie over deze Raadsconclusies.

Beleidsdebat: voorzetting bespreking van de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector

Voorzitterschap

Het Kroatisch voorzitterschap is positief over de vooruitzichten voor de sportsector, omdat in verschillende lidstaten, waaronder Kroatië, de COVID-19 maatregelen versoepeld zijn en omdat de Europese Commissie een Herstelplan en een bijgesteld Meerjarig Financieel Kader (MFK) heeft voorgesteld.

Gastspreker Danka Bartekova, voorzitter van de atletencommissie van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), merkt op dat de sport hard geraakt is door het uitstel van vele grote evenementen op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Bartekova meldt dat een survey gericht op Olympische atleten uitwijst dat gebrek aan trainingsmogelijkheden; financiële ondersteuning; en mentale problemen de grootste uitdagingen waren tijdens de COVID-19 crisis. De overgrote meerderheid van de Nationale Olympische Comités (NOC’s) in Europa bevestigen dit beeld. Tegelijkertijd hebben internationale federaties de sportsector waar nodig ondersteund. Volledig herstel gaat echter meer tijd kosten. Bartekova acht het van belang dat Europa en het IOC solidariteitsmechanismen bieden.

Europese Commissie

Commissaris Gabriel (Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd) wijst op de succesvolle campagne «Be active at home» en de inzet om de Europese week voor de sport in september te richten op aandacht voor herstel van grassroots sport. Partnerschap landen (Westelijke Balkan en oostelijke partners) zullen ook meedoen aan deze week.

Daarnaast kondigt Gabriel een studie COVID-19 impact op sport aan en een gezamenlijke bijeenkomst in het najaar met stakeholders gericht op lessons learned. Ze signaleert dat enkele lidstaten gebruik hebben gemaakt van de Europese instrumenten voor herstel van de sport en dat de oproep voor projecten in het kader van Erasmus+ met 1.200 aanvragen een groot succes is. Ook zijn er nog mogelijkheden via de pilotprojecten. Het virtuele platform voor uitwisseling van informatie over de aanpak van COVID-19 en sport is inmiddels in de lucht.

Gabriel meldt dat eind juni de evaluatie van het huidige EU-werkplan voor Sport gereed zal zijn en dat dit kan dienen als basis voor discussies over het nieuwe werkplan. Tot slot, geeft Gabriel aan te zoeken naar mogelijkheden om binnen het Horizon Europe programma, de kankermissie en Innovatieplannen aandacht te schenken aan de positieve rol van sport en bewegen.

Nederland en de Lidstaten

De lidstaten geven aan dat de mogelijkheden om weer te gaan sporten en bewegen verruimd zijn. Afhankelijk van richtsnoeren over de epidemiologische situatie en inzichten over veiligheid, worden (met name outdoor) faciliteiten weer geopend en kunnen topatleten weer trainen in speciale centra. Ook in Nederland zijn sinds 11 mei jl. buitensporten weer voor iedereen toegestaan met inachtneming van social distancing. Dit laatste vormt overal de leidraad voor beleid. Contactsporten zijn in sommige lidstaten nog uitgezonderd en evenementen met publiek zijn ook nauwelijks aan de orde. Wel zijn en worden diverse competities weer opgestart. Speciale aandacht is er in een aantal landen voor bepaalde doelgroepen zoals ouderen en kwetsbare groepen. Nederland geeft aan dat de sport de eerste sector in Nederland is die, nu de lockdown wordt afgebouwd, activiteiten voor jongeren opstart.

Nederland geeft tijdens het debat aan onder de indruk te zijn van de wijze waarop alle lidstaten de sportsector ondersteunen tijdens de crisis. Lidstaten rapporteren verschillende algemene en specifieke maatregelen. Nederland deelt dat zij, om de sector door de crisis te loodsen, sportorganisaties financiële steunmaatregelen biedt om werkgelegenheid te handhaven en huurkosten te compenseren. Met het oog op de herstelfase heeft Nederland onderzoek laten doen naar de effecten van COVID-19 op de sportsector om te bezien of en hoe aanvullende steun wenselijk is.2

Een aantal lidstaten melden gebruik te maken van de flexibiliteit die wordt geboden in de EU CORONA Response instrumenten. Een groot aantal zuidelijke en oost Europese lidstaten wijzen op het belang van de Europese fondsen op korte en langere termijn. Nederland bedankt Commissaris Gabriel voor het opnemen van sport in de Europese steunmaatregelen. De Europese Unie heeft hiermee een significante bijdrage geleverd aan het herstel van de sector. Nederland geeft aan dat er nog kansen liggen op het gebied van Erasmus+. Het programma streeft naar de uitwisseling van goede voorbeelden met de sport en is daardoor een krachtig instrument dat kan bijdragen aan een snel herstel van de sector.

Met het oog op een mogelijke tweede golf, heeft Nederland benadrukt dat de inzet van sport, als onderdeel van een gezonde levensstijl, gezondheidsrisico’s kan verminderen en de weerbaarheid van de maatschappij kan vergroten. Het is daarom zinvol om innovatie mogelijkheden te onderzoeken, zoals digitale middelen die mensen op afstand actief houden, en samen te werken met andere sectoren, waaronder de gezondheidssector. Als goed voorbeeld noemt Nederland de inzet van het Nederlandse Volvo Ocean Race Team. Zij maken gebruik van hartslagmetingen en lichamelijke tests om herstel te meten. Momenteel onderzoeken zij of dit kan worden gebruikt om het herstel van COVID-19 patiënten te meten. De nieuwe uitdagingen voor de sportsector, zoals herstart en herstel, bieden dus ook kansen, zoals innovaties die de sector weerbaarder kunnen maken.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, en de Commissie benadrukken het belang van de dialoog met sportfederaties op alle niveaus (vaststelling kalender, positie en rechten van atleten, hoe sociale distantie kan worden ingevoerd) en gezondheidsautoriteiten.

Diverse lidstaten delen het belang goede praktijkvoorbeelden uit te wisselen en elkaar te informeren over volgende exit strategie stappen. Regelmatige updates van het op de Commissie website geplaatste overzicht met door de lidstaten getroffen maatregelen, blijft gewenst. Enkele lidstaten doen een oproep om dopingcontroles weer snel in te voeren en danken het Kroatisch voorzitterschap om ook hiervoor aandacht te vragen in Raadsconclusies over de impact van COVID-19 en het herstel van de sportsector. Opgedane ervaringen met deze crisis zullen ook van invloed moeten zijn op toekomstige samenwerking op Europees niveau en de voorbereidingen voor het nieuwe EU-werkplan Sport.

Sportprioriteiten van het Aankomend Duits Voorzitterschap

Aankomend Duits voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie introduceert naast de algemene prioriteiten (o.a. post COVID-19 en het Meerjarig Financieel Kader), haar specifieke sportprioriteiten zoals:

  • lessons learned COVID-19 en sport

  • EU-werkplan Sport

  • sector overstijgende samenwerking sport

  • EU coördinatie World Anti-doping Agency (WADA) bijeenkomsten

Raadsconclusies: Impact COVID-19 en het herstel van de sportsector

Na afronding in de Europese Raadswerkgroep Sport, zijn de Raadsconclusies Impact COVID-19 en het herstel van de sportsector via een schriftelijke procedure in de COREPER van 22 juni 2020 aangenomen. De Raadsconclusies zijn opgesteld naar aanleiding van het beleidsdebat tijdens de Informele Videoconferentie voor Europese Sportministers op 21 april jl. De conclusies zijn gebaseerd op de uitkomsten van de discussies tijdens de videoconferenties op 21 april en 2 juni, en de door lidstaten geleverde input op de door het Kroatisch Voorzitterschap opgestelde vragenlijst.

Om de verdere verspreiding van het COVID-19 virus te voorkomen, is in de eerste fase van de crisis de mogelijkheid om te sporten in nagenoeg alle lidstaten beperkt. Dit heeft gevolgen gehad voor de sportsector, onder meer financieel en op het gebied van integriteit (geen dopingcontroles). De Raadsconclusies bieden zowel lidstaten als de Europese Commissie handvatten om de sport effectief te ondersteunen, zodat zij zo snel als mogelijk weer op volle kracht kan zijn. Daarnaast erkennen de Raadsconclusies de positieve effecten van sport op de gezondheid, het belang van innovatie, en het delen van informatie. Tevens is er aandacht voor de positie van topatleten. Lidstaten worden ook opgeroepen om het Europees Sportmodel te erkennen als voorbeeld van een op solidariteit gebaseerd systeem. Tot slot, wordt de Europese Commissie gevraagd om in samenwerking met de lidstaten de gevolgen van de COVID-19-crisis te onderzoeken en analyseren, en de resultaten mee te nemen in het nog op te stellen EU-werkplan Sport.

Nederland is positief over de Raadsconclusies en vindt het prijszenswaardig dat het Kroatisch Voorzitterschap dit zo snel op touw heeft gezet. Nederland is van mening dat er op EU-niveau meerwaarde ligt door fondsen als Erasmus+ direct beschikbaar te stellen voor het herstel van de sportsector. Tevens acht Nederland het gesprek met de internationale federaties over een level playing field van belang. De Raadsconclusies sluiten aan bij de manier waarop het Ministerie van VWS omgaat met het herstel van de sportsector.

De lidstaten onderstrepen het belang van samenwerking op EU-niveau en het uitwisselen van goede voorbeelden. Alle lidstaten kunnen dan ook instemmen met deze Raadsconclusies.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-34, nr. 337.

X Noot
2

Kamerstukken 30 234 en 25 295, nr. 253.

Naar boven