21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 341 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het verslag aan van de informele high-level videoconferentie voor EU Jeugdministers op 19 mei jl. over de gevolgen van COVID-19 voor jongeren en de jeugdsector en de jeugdprioriteiten van het aankomend Duits voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Tevens is een annotatie toegevoegd over de Raadsresolutie Resultaten van de 7e Cyclus EU-Jongerendialoog, welke via een schriftelijke procedure in COREPER zijn aangenomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Verslag Informele High-level Videoconferentie voor EU Jeugdministers – 19 mei 2020

Tijdens de informele high-level videoconferentie voor Europese Jeugdministers werd de impact van de COVID-19 crisis op jongeren in Europa besproken. Aansluitend kondigde het aankomend Duits voorzitterschap haar EU-jeugdbeleid prioriteiten aan. In dit verslag is tevens een annotatie opgenomen over de Raadsresolutie Resultaten van de 7e cyclus EU-Jongerendialoog, welke via een schriftelijke procedure in de COREPER van 17 juni 2020 zijn aangenomen.

Beleidsdebat: de gevolgen van COVID-19 voor jongeren en de jeugdsector

Voorzitterschap

Het Kroatisch voorzitterschap informeert de deelnemers over de invloed van COVID-19 op jongeren met betrekking tot hun mobiliteit, welzijn en bijdragen aan besluitvorming. Hierbij wordt specifieke aandacht gevraagd voor jongeren in afgelegen gebieden en gerefereerd aan de Raadsconclusies: kansen voor jongeren in landelijke en afgelegen gebieden, welke door een schriftelijke procedure in de COREPER van 25 mei 2020 zijn aangenomen. U bent in de Geannoteerde agenda voor de informele high-level videoconferentie voor EU Jeugdministers van 19 mei jl. geïnformeerd over het doel van de conclusies, de inzet van Nederland en het Europese krachtenveld.1

Voorzitterschap ondersteunt de inzet van de lidstaten en Europese Commissie m.b.t. COVID-19 en benadrukt het belang van een brede sector overschrijdende samenwerking. Voorzitterschap zegt toe de door lidstaten ingevulde informele vragenlijsten met COVID-19 maatregelen up-to-date te houden.

Een vertegenwoordiger van het European Youth Forum doet een oproep aan de Ministers om op te komen voor de positie van jongeren die door de COVID-19 crisis ernstig is verslechterd.

Europese Commissie

Eurocommissaris Gabriel (Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd) merkt op dat jongeren, en zeker kwetsbare jongeren, zich meer geraakt voelen dan andere groepen door de coronacrisis. Gabriel geeft aan dat de termijnen voor Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps (ESC), mede op verzoek van de lidstaten, zijn aangepast en dat er flexibel wordt gekeken naar de duur van activiteiten, annuleringen en (bijkomende) kosten. Bovengenoemde programma’s blijven ook jongeren met minder mogelijkheden (bijvoorbeeld in landelijke en afgelegen gebieden) ondersteunen. Daarnaast zal de Commissie jeugdwerk blijven steunen en investeren in vernieuwende en virtuele leermogelijkheden binnen Erasmus+ en ESC. Er zijn tevens meer in-country activiteiten mogelijk. Gabriel wijst ook op het gebruik van het Youth Strategy platform voor uitwisseling van informatie en best practices. Aangezien jongeren ook onderdeel zijn van de oplossing voor de crisissituatie, roept Gabriel op tot actieve betrokkenheid van jongeren (ook in relatie tot een «groene toekomst»). Gabriel geeft aan dat op het European Youth portal gerichte informatie over COVID-19 voor jongeren staat.

Nederland en de Lidstaten

Nederland onderkent tijdens het debat dat de impact van COVID-19 voor jongeren, net als voor andere groepen in de maatschappij, groot is. Nederland, ondersteund door diverse lidstaten, heeft aangegeven dat dit onder meer geldt voor kwetsbare jongeren zonder veilige thuissituaties. Nederland heeft daarom de nationale campagne tegen huiselijk geweld en kindermisbruik in de coronacrisis als voorbeeld gedeeld. Ook benoemden wij de samenwerking tussen Nederlandse gemeenten en scholen om opvang en activiteiten te bieden aan jongeren in kwetsbare situaties. Een aantal Oost-Europese lidstaten gaf aan hoezeer jongeren zonder toegang tot de digitale wereld en jongeren in landelijke en afgelegen gebieden worden geraakt door de pandemie. Nederland heeft aangegeven te zien dat veel jongeren zich zorgen maken over hun opleiding, werk en toekomst. Nederland biedt daarom ook mogelijkheden voor jongeren die financiële steun nodig hebben.

Lidstaten hebben verschillende initiatieven genomen om de crisissituatie op te vangen, onder andere door protocollen en richtlijnen voor jongeren in zomerkampen op te stellen, zodat deze zo mogelijk door kunnen gaan; #beyoungathome en #stayathome campagnes; het blijven ondersteunen van jeugdorganisaties op nationaal niveau; en uitstel van terugbetaling van studieleningen.

Diverse lidstaten bepleiten daarnaast dat Erasmus+ en het ESC rekening moeten houden met het middellange en lange termijneffect van de pandemie. Meerdere lidstaten benadrukken het belang van flexibele EU-programma’s; initiatieven zoals de EU Jeugdgarantie, en het EU Recovery Plan; en de inzet van extra fondsen.

Nederland en een aantal andere lidstaten zien de crisis echter ook als een platform dat jongeren kansen biedt om zich meer in te zetten voor de samenleving. Zo zijn veel jongeren actief in vrijwilligerswerk. Nederland heeft aangegeven dat de jeugdsector zich ook heeft aangepast aan de nieuwe situatie, bijvoorbeeld door meer digitaal te gaan werken. Digitaal jeugdwerk heeft in alle lidstaten enorme sprongen gemaakt en is heel belangrijk, maar allen zijn het erover eens dat dit fysieke activiteiten niet geheel kan vervangen.

Nederland, en verschillende andere lidstaten, hebben verklaard dat er sprake is van enige versoepeling wat betreft de lockdown. Nederland heeft in het verlengde hiervan bepleit jongeren meer te betrekken bij het Covid-19 beleid en maatregelen die jongeren betreffen.

Nederland benadrukte tijdens haar interventie het belang heldere informatievoorziening en richtsnoeren te bieden. Alle beschikbare informatie voor zorgverleners, ouders en jongeren wordt gepubliceerd op de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), zoals richtlijnen voor opvang en activiteiten voor jongeren met een lichamelijke of mentale beperking. Lidstaten vroegen ook aandacht voor de toename van foutieve informatie; de focus op kritisch denken in het onderwijs en jeugdwerk is hierbij erg belangrijk.

Tot slot, heeft Nederland onderstreept dat het uitwisselen van ervaringen en innovatieve oplossingen tussen lidstaten van waarde is. Alle lidstaten zijn het er over eens dat een gezamenlijke aanpak voor mobiliteit in de toekomst nodig is, eerst deels virtueel en daarna fysiek.

Jeugdprioriteiten van het Aankomend Duits Voorzitterschap

Aankomend Duits voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie geeft aan dat door de COVID-19 uitbraak een definitief programma nog niet beschikbaar is. Ook is het programma met het trio voorzitterschap (Duitsland, Portugal en Slovenië) nog niet helemaal gereed.

Democratie en jongerenparticipatie zullen jeugdbeleid prioriteiten zijn tijdens het Duits voorzitterschap, met bijzondere aandacht voor het thema «Europe for YOUth & YOUth for Europe». De EU-jeugdconferentie, gepland voor juli 2020, in Berlijn gaat niet door; er wordt nog nagedacht over alternatieve formats voor de EU-jeugddialoog. De formele Jeugdraad in Brussel is voorzien op 30 november. Eind 2020 is er in Bonn een Europese Jeugdwerkconferentie voorzien in samenwerking met de Raad van Europa (RvE), wanneer Duitsland ook voorzitter is van de RvE.

Raadsresolutie Resultaten van de 7e Cyclus EU-Jongerendialoog

Na afronding in de Europese Raadswerkgroep Jeugd, is de Raadsresolutie Resultaten van de 7e cyclus EU-Jongerendialoog via een schriftelijke procedure in de COREPER van 17 juni 2020 aangenomen.

De 7e cyclus van de EU-Jongerendialoog getiteld «Kansen creëren voor jongeren», vond plaats tijdens het Trio-voorzitterschap van Roemenië, Finland en Kroatië. De Resolutie is gebaseerd op de bijdrage van meer dan 56.000 Europese jongeren en de resultaten die zijn opgehaald tijdens de drie voorzitterschappen op de thema’s kwalitatief werk voor iedereen (Roemenië)2, kwalitatief jongerenwerk voor iedereen (Finland)3, en kansen voor jongeren in landelijke gebieden (Kroatië)4. Over al deze thema’s zijn inmiddels raadsconclusies aangenomen welke eerder aan de Kamer zijn aangeboden.

De Resolutie nodigt de EU-lidstaten, met in acht neming van de subsidiariteit, en de Europese Commissie uit om de bevindingen uit de EU-Jongerendialoog in ogenschouw te nemen bij het ontwikkelen en implementeren van jongerenbeleid, en in het bijzonder bij bovengenoemde thema’s. De onderwerpen zijn in lijn met de Europese Jeugdstrategie 2019–2027 en de daarin opgenomen EU-Jeugddoelen, EU-Jongerendialoog en het EU werkplan jeugd.

De aanbevelingen in de Raadsresolutie vragen onder meer aandacht voor gelijke kansen en behandeling op de arbeidsmarkt en inzet op een goede werk-privé balans. Andere thema’s die worden genoemd zijn het vergroten van de toegang tot jongerenwerk en het stimuleren van samenwerking tussen o.a. gemeenten, scholen en jongerenwerkcentra. Daarnaast wordt het bevorderen van mobiliteit en jeugdparticipatie in landelijke gebieden benoemd.

Nederland vindt het stimuleren van gelijke kansen voor alle jongeren belangrijk. Daaronder valt ook aandacht voor het aanpakken van specifieke uitdagingen voor jongeren in landelijke en afgelegen gebieden, een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt en het ondersteunen van jongeren door (kwalitatief goed) jongerenwerk. Het is ook essentieel dat er samen met jongeren gewerkt wordt aan deze onderwerpen. Tot slot, is het voor Nederland van belang dat de richtsnoeren in deze Raadsresolutie geen verplichtend karakter hebben.

Alle lidstaten verwelkomen de aanbevelingen uit de Raadsresolutie.


X Noot
1

Kamerstukken 21 501-34 en 25 295, nr. 330.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-34, nr. 313.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-34, nr. 319.

X Noot
4

Kamerstukken 21 501-34 en 25 295, nr. 330.

Naar boven