Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-34 nr. 340 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-34 nr. 340 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media, de verslagen aan van twee informele ministeriële videoconferenties. De videoconferentie van onderwijsministers vond plaats op 18 mei jl., die van cultuur- en mediaministers op 19 mei jl.
De videoconferentie van onderwijsministers ging over de stappen rond het heropenen van scholen en universiteiten en de plannen rond de eindexamens en toelating van studenten tot hoger onderwijs, met specifieke aandacht voor internationale studenten. Tijdens de videoconferentie van cultuur- en mediaministers werd ingegaan op de strategieën van lidstaten om de culturele en creatieve sector te heropenen en welke lessen er zijn geleerd.
Verder informeer ik u over het vervolg van de Raadsconclusies waarover ik u eerder een Kamerbrief stuurde d.d. 8 mei 2020.1
Tot slot zal ik ingaan op de vrijheid van artistieke expressie in de EU, in reactie op de motie van de leden Van Ojik en Asscher.2
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Op 18 mei jl. vond de informele videoconferentie voor EU-onderwijsministers plaats. Tijdens de videoconferentie is gesproken over de maatregelen in het onderwijs als gevolg van de COVID-19-pandemie. De bijeenkomst was een vervolg op de videoconferenties van 12 maart jl. en 14 april jl. waar uw Kamer over is geïnformeerd.3
De ontwikkelingen rondom COVID-19 gaan snel. Het verslag geeft een weergave van onderwerpen besproken tijdens de videoconferentie. Een (groot) deel van de informatie in dit verslag is op moment van verzending aan uw Kamer reeds achterhaald. Nieuwe ontwikkelingen hebben geleid tot nieuwe stappen in de maatregelen op het gebied van onderwijs, waaronder in Nederland.
Het Kroatisch voorzitterschap opende de videoconferentie en vroeg om aan de hand van de discussievragen in te gaan op de plannen rond het heropenen van onderwijsinstellingen en de plannen rond de eindexamens en toelating van studenten tot hoger onderwijs. Meer specifiek was daarbij de vraag om in te gaan op samenwerking om leermobiliteit tussen EU-lidstaten te kunnen faciliteren. Het Voorzitterschap gaf daarnaast aan dat de Raadsconclusies over COVID-19 en onderwijs kunnen worden geüpdatet op basis van de discussie in de videoconferentie. Over de Raadsconclusies bent u eerder geïnformeerd.4
Eurocommissarissen Schinas en Gabriel blikten vooruit op de voorstellen voor de herziening van de EU Vaardighedenagenda, het Digitaal Onderwijs Actieplan en de Europese Onderwijsruimte. Deze voorstellen worden vlak voor of na het zomerreces verwacht. Verder riep Gabriel op om flexibel om te gaan met inschrijvingen voor het volgende academisch jaar en daarover in gesprek te gaan met de hogeronderwijsinstellingen, om te zorgen dat de negatieve impact van de crisis op studenten zo klein mogelijk is.
Nederland ging in de interventie in op de stappen rond heropening van de scholen in Nederland. Daarbij is benadrukt dat de gekozen stapsgewijze benadering alleen succesvol kan zijn als alle veiligheids- en gezondheidsvoorschriften worden nageleefd. Een uitdaging daarbij is hoe om te gaan met de beperkte publieke ruimte bij het versoepelen van de maatregelen, vooral in het openbaar vervoer. Daarnaast gaf Nederland aan dat alle leerlingen en studenten de mogelijkheid moeten hebben om naar de volgende fase van onderwijs over te gaan en zich in te schrijven voor een vervolgstudie. Dat geldt ook voor internationale studenten. Nederland heeft daarbij gepleit voor flexibiliteit, zoals rond het inschrijven voor studies in het hoger onderwijs. Tegelijkertijd onderstreepte Nederland het belang van hoge kwaliteit van onderwijs, ook in het geval van virtuele of blended mobiliteit.
De lidstaten gaven een korte toelichting op de stappen die worden genomen om de scholen te heropenen. De meeste lidstaten zijn begonnen met het stapsgewijs heropenen van de scholen. Prioriteit ligt in veel lidstaten bij eindexamenleerlingen, leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, en praktische elementen van onderwijs. Bij de heropening wordt gezocht naar een balans tussen veiligheid en gezondheid enerzijds en het beperken van al te grote onderbrekingen in het onderwijs anderzijds. Verder kwamen de volgende aspecten aan de orde: het belang van gelijke onderwijskansen; oproep extra aandacht te blijven besteden aan kwetsbare leerlingen; belang van sociale, emotionele en mentale gezondheid van leerlingen; kwaliteit van onderwijs mag niet in het gedrang komen. Verder werd benadrukt dat afstandsonderwijs niet volledig het fysieke onderwijs kan vervangen, al zal digitaal onderwijs in de toekomst wel een meer prominente rol gaan spelen.
Daarnaast gingen lidstaten in op de doorstroming naar vervolgonderwijs in het volgende school- en academisch jaar. Het ging daarbij vooral om maatregelen rond eindexamens, en toelatingstoetsen en inschrijvingen voor vervolgopleidingen, vooral in het hoger onderwijs. Verschillende lidstaten gaven aan dat inschrijfdeadlines voor vervolgonderwijs zijn uitgesteld of dat aanmeldingen op een andere manier plaatsvinden. Lidstaten benadrukten de autonomie van hoger onderwijsinstellingen en gaven daarbij aan dat een flexibele benadering rond grensoverschrijdende mobiliteit (fysiek, virtueel of blended) nodig is. Daarbij werd gevraagd om een overzicht van inschrijfdeadlines en maatregelen in het hoger onderwijs in de verschillende lidstaten.
Tot slot presenteerde het inkomende Duitse EU-voorzitterschap de prioriteiten van het komende voorzitterschap, dat in het teken zal staan van de reactie op Covid-19 en de toekomst van de EU. Duitsland wees op het belang van de groene en digitale transities en de belangrijke rol van onderwijs, onderzoek en innovatie voor een veerkrachtig Europa. Specifiek op het gebied van onderwijs zal Duitsland onder meer inzetten op digitaal onderwijs, beroepsonderwijs, de Europese universiteiten, afronding van de onderhandelingen over het toekomstige Erasmusprogramma (2021–2027), vervolgstappen voor de Europese Onderwijsruimte en het volgende strategisch kader na Onderwijs & Opleiding 2020.
De Europese cultuur- en mediaministers spraken elkaar op 19 mei voor de tweede keer via videoconferentie, sinds de start van de COVID-19-crisis. Tijdens de eerste vergadering van 8 april jl. wisselden ze vooral ervaringen uit over steunmaatregelen voor de culturele en creatieve sectoren. Deze keer werd met name gesproken over de exit-strategie en geleerde lessen.
Eurocommissaris Gabriel lichtte toe dat de Commissie sinds de vorige vergadering twee online platforms heeft opgezet; één voor de stakeholders in de culturele en creatieve sector en één voor de lidstaten. Daarnaast worden via het Creative Europe programma nieuwe of aangepaste calls uitgezet en is meer flexibiliteit bij de Garantiefaciliteit van de EU. Buiten het Creative Europe programma wordt extra budget via Music Moves Europe gereserveerd voor de muzieksector en wordt binnen Erasmus+ naar mogelijkheden gekeken voor een extra call waarbij onderwijs wordt gelinkt aan de culturele en creatieve sector. De Commissie wil, nog meer dan voorheen, combinaties zoeken met andere EU-programma’s. Bovendien pleitte Gabriel voor een hoger budget voor Creative Europe, in ieder geval een verdubbeling.
De lidstaten lichtten hun aanpak van de exit-strategie toe. Veelal wordt of is al begonnen met het openstellen van bibliotheken, boekhandels en archieven. Musea en galerieën volgen snel daarna, net als theaters en bioscopen. Alle culturele instellingen moeten daarbij wel voldoen aan specifieke eisen en regels. Grotere evenementen blijven veelal verboden tot 1 september.
Hoewel de online wereld een uitkomst is voor een aantal evenementen en makers, kunnen liveoptredens nooit helemaal worden vervangen, vonden veel lidstaten. Veel Ministers deden daarom een oproep de culturele en creatieve sector (extra) te ondersteunen door bijvoorbeeld een verdubbeling van het budget van het Creative Europe programma en/of mogelijkheden voor cultuur in het nieuwe EU Herstelfonds.5 Verschillende lidstaten reflecteerden op de rol van de media en het belang van mediawijsheid. Artistieke-, media- en persvrijheid werden daarbij genoemd. Een aantal landen benadrukten het belang van een gelijk speelveld binnen het Creative Europe programma zodat ook de lidstaten met een kleiner taalgebied of afzetmarkt voldoende mogelijkheden krijgen binnen het programma. Verschillende lidstaten noemden het belang van snelle implementatie van de aangepaste auteursrechtwetgeving. De problemen in de audiovisuele sector werden ook benoemd; projecten kunnen geen of moeilijk financiering ontvangen; enkele lidstaten pleitten voor een Europees garantiefonds.
Nederland heeft aangegeven dat er aanvullende steunpakketten voor de cultuur- en mediasector zijn gecreëerd. Ook zijn de plannen om de culturele sector in Nederland stap-voor-stap te heropenen toegelicht. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat deze situatie verre van ideaal is omdat beperkte openstelling onvoldoende opbrengt. Nederland heeft ook de hoop uitgesproken dat de crisis de landen dichter bij elkaar brengt en leidt tot meer samenwerking in de toekomst op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Verder heeft Nederland de Europese Commissie gevraagd om samen met de lidstaten de uitvoering van het Creative Europe programma waar mogelijk toe te snijden op de nieuwe omstandigheden.
Tot slot presenteerde het inkomend Duits voorzitterschap de prioriteiten, waaronder het afronden van de triloog over het Creative Europe programma en Raadsconclusies over pluriformiteit in de mediasector en gendergelijkheid in de culturele sector.
Raadsconclusies
Eerder informeerde ik u over de stand van zaken rondom een aantal Raadsconclusies op de onderdelen onderwijs en cultuur/AV. Inmiddels zijn de volgende Raadconclusies allen via schriftelijke procedure afgedaan door het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper):
• Raadsconclusies Europese leraren en opleiders voor de toekomst
• Raadsconclusies Pareren van de COVID-19-crisis binnen onderwijs en opleiding
• Raadsconclusies Risicomanagement Cultureel Erfgoed
• Raadsconclusies aanpassing Werkplan Cultuur 2019–2021
• Raadsconclusies Mediawijsheid in een steeds veranderende wereld
Motie vrijheid artistieke expressie
Tijdens de informele video conferentie kwamen persvrijheid en artistieke vrijheid in de Europese Unie ook aan de orde.
De leden Van Ojik/Asscher dienden op 10 december 2019 een motie in tijdens het debat over de Europese Raad, die luidde «De Tweede Kamer spreekt uit dat de vrijheid van artistieke expressie in de Europese Unie een groot goed is en vraagt het kabinet al het mogelijke te doen om deze vrijheid in de EU te helpen waarborgen.»6
Hieronder ga ik kort in op enkele overwegingen aangaande deze motie.
Het kabinet onderschrijft het belang van vrijheid van artistieke expressie in Nederland en in de Europese Unie, zoals vastgelegd in het Handvest van de Europese Unie (art. 13 HvEU). Vrijheid van meningsuiting is een grondwettelijk recht, een grote verworvenheid en ligt als een van de essentiële waarden ook ten grondslag aan het Nederlands cultuurbeleid.
In het Internationaal cultuurbeleid (ICB) van Nederland wordt aangestipt dat artistieke vrijheid in landen onder druk kan komen te staan. In het werk van Nederlandse ambassades in het kader van het ICB wordt hier waar mogelijk aandacht aan besteed. In het nieuwe Internationaal Cultuurbeleid 2021–2024, dat op 6 december 2019 aan uw Kamer is verzonden, is één van de uitgangspunten het recht op ruimte voor culturele expressie, als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting. Een waarde die internationaal erkenning en verdediging verdient. Daarenboven is in het ICB 2021–2024 Europa een aandachtsgebied en maken de volgende EU lidstaten onderdeel uit van de landenlijst: België, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Polen en Spanje.
Ook in de EU zet Nederland zich in voor de vrijheid van artistieke expressie. In het mede door Nederland vormgegeven EU Werkplan Cultuur 2019–20227 is artistieke vrijheid één van de prioriteiten. De Europese Commissie wordt in het Werkplan gevraagd in 2021 een workshop voor EU-lidstaten te organiseren waarin ontwikkelingen en bedreigingen ten aanzien van de artistieke vrijheid worden besproken.
In dit verband noem ik tot slot ook graag het verslag van de high level meeting van het Europees Bureau voor de grondrechten (Fundamental Rights Agency (FRA)) over kunst, artistieke expressie en mensenrechten die in oktober 2017 plaatsvond.8 Nederland bracht de interesse voor extra aandacht voor het waarborgen van de artistieke vrijheid binnen de EU onder de aandacht bij het FRA.
Zie Kamerbrief d.d. 9 juni 2020 voor de kabinetsappreciatie Commissievoorstellen Meerjarig Financieel Kader 2021–27 en herstelstrategie n.a.v. de COVID-19 uitbraak, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1543
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-34-340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.