21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 338 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 juni 2020

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 11 mei 2020 over de Informele Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Jeugd (videoconferentie) van 19 mei 2020.

De vragen en opmerkingen zijn op 15 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 16 juni 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Krijger

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van het kabinet

2

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele Onderwijs, Jeugd, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Jeugd van 19 mei 2020. Genoemde leden ondersteunen de inzet van het kabinet dat de Raadsconclusies zich dienen te houden aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel. De verantwoordelijkheid voor het jeugdbeleid en de uitvoering van het jeugdbeleid liggen in Nederland bij de gemeenten. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie hebben, net als het kabinet, zorgen over het verergeren van huiselijk geweld en kindermishandeling nu gezinnen dicht op elkaar zitten en spanningen en zorgen soms toenemen. Nederland heeft daarvoor een nationale campagne huiselijk geweld en kindermishandeling in coronatijd opgezet. Genoemde leden vragen in hoeverre Nederland ook kijkt naar de maatregelen in andere lidstaten omtrent dit onderwerp. Zij vragen welke extra maatregelen andere lidstaten hebben genomen en in hoeverre Nederland daarvan kan leren. Kunnen de leden van de VVD-fractie aanvullende maatregelen op dit thema verwachten?

De leden van de VVD lezen in de brief dat jongeren zich inzetten voor de maatschappij in de COVID-19-crisis via maatschappelijke diensttijd-projecten, waarbij ze bijvoorbeeld hulp aanbieden bij het boodschappen doen, kaarten versturen en telefoonmaatjes zijn voor eenzame ouderen. Deze leden willen weten of het kabinet dit een goede besteding vindt van de € 100 miljoen die voor dit project beschikbaar is gesteld en in hoeverre dit werk voldoet aan de doelen van de maatschappelijke diensttijd, bijvoorbeeld het doel dat jongeren hun talenten ontdekken.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele videoconferentie OJCS-Raad voor het onderdeel Jeugd van 19 mei 2020. Deze leden hebben hier een enkele vraag bij.

De leden van de CDA-fractie vragen of er gewerkt wordt aan richtlijnen voor (scouting)kampen in het buitenland. Is dit ook een onderwerp voor deze OJCS-Raad? Zo niet, waarom niet?

II. Reactie van de Staatssecretaris

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele Onderwijs, Jeugd, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Jeugd van 19 mei 2020. Genoemde leden ondersteunen de inzet van het kabinet dat de Raadsconclusies zich dienen te houden aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel. De verantwoordelijkheid voor het jeugdbeleid en de uitvoering van het jeugdbeleid liggen in Nederland bij de gemeenten. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie hebben, net als het kabinet, zorgen over het verergeren van huiselijk geweld en kindermishandeling nu gezinnen dicht op elkaar zitten en spanningen en zorgen soms toenemen. Nederland heeft daarvoor een nationale campagne huiselijk geweld en kindermishandeling in coronatijd opgezet.

Genoemde leden vragen in hoeverre Nederland ook kijkt naar de maatregelen in andere lidstaten omtrent dit onderwerp. Zij vragen welke extra maatregelen andere lidstaten hebben genomen en in hoeverre Nederland daarvan kan leren. Kunnen de leden van de VVD-fractie aanvullende maatregelen op dit thema verwachten?

Er zijn nog geen gegevens die aantonen dat huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland daadwerkelijk verergert sinds de invoering van de maatregelen om het coronavirus te bestrijden. Er is geen toename van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Wel ziet Veilig Thuis dat er vaker door buren wordt gemeld. Ook hebben meer kinderen contact opgenomen met de Kindertelefoon over oplopende spanningen thuis. Over de gehele linie ziet de Kindertelefoon dat de onderwerpen waarover kinderen contact opnemen niet zozeer zijn veranderd, maar dat deze nu een «corona jasje» hebben gekregen. Ik deel dan ook de zorgen dat oplopende spanningen, minder bewegingsvrijheid en veel thuis zijn, problematiek kan verergeren of veroorzaken.

Daarom heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen. In de eerste plaats om te zorgen dat betrokkenen zelf ontlast worden en laagdrempelig hulp kunnen vragen. Zo is er maatwerk georganiseerd voor kinderen in een kwetsbare (gezins)situatie. Dit kan op allerlei manieren vorm krijgen zoals, noodopvang of begeleiding door school, kinderopvang, gastouderopvang of inzet van een jeugdprofessional. Leerplichtambtenaren, jeugd- en gezinscoaches, jeugdhulp en wijkteams worden ingezet voor deurbezoeken bij leerlingen waar zorgen over zijn, waarbij zij ook kijken welke (onderwijs)begeleiding- en eventueel – opvang nodig is voor leerlingen. Het contact zoeken met de leerling staat hierbij centraal.

Om makkelijk hulp te vragen over opvoeding of spanningen binnen relaties per app, chat of telefoon, is MIND Korrelatie beschikbaar. Daarnaast voert Veilig Thuis een landelijke chatfunctie in waardoor slachtoffers makkelijker en minder zichtbaar hulp kunnen vragen. In navolging van voorbeelden uit Frankrijk, Spanje en België is 1 mei jl. een codewoord ingevoerd voor het melden van huiselijk geweld bij apotheken. Slachtoffers van huiselijk geweld kunnen door het noemen van het codewoord «Masker 19» bij de apotheek op een laagdrempelige manier hulp vragen. De apotheker doet een melding bij Veilig Thuis.

In de tweede plaats heeft het kabinet maatregelen ingevoerd om te zorgen dat bestuurders, buren, omstanders en hulpverleners alert blijven op oplopende spanningen en op signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiervoor is onder andere een voorlichtingscampagne gestart die ook gericht is op slachtoffers zelf. Het is belangrijk dat professionals die zicht hebben op kinderen of spanningen tussen volwassenen extra alert zijn op huiselijk geweld en kindermishandeling en hierop handelen. Daarom hebben de organisaties van hulpverleners samen met het Ministerie van VWS richtlijnen en handvatten ontwikkeld voor hulpverleners, die door de kennisinstituten NJI en Movisie en de beroepsgroepen breed zijn gedeeld. Speciaal voor het onderwijs is de app meldcode onderwijs gelanceerd. Dit helpt onderwijsprofessionals juist in deze tijd bij het signaleren van problemen en maakt het makkelijker en laagdrempeliger om advies te vragen bij Veilig Thuis. Sociale wijkteams, Veilig Thuis, Centra voor Seksueel Geweld, Raad voor de Kinderbescherming, Gecertificeerde Instellingen, politie, OM en reclassering blijven zich tijdens deze coronamaatregelen onverminderd inzetten voor een veilig thuis voor kinderen, volwassen en ouderen.

Zoals de toepassing van het codewoord laat zien, kijken we ook naar voorbeelden in het buitenland. Eventuele extra maatregelen die in het buitenland genomen zijn, zijn niet systematisch in beeld gebracht. Wel vindt uitwisseling plaats zoals in de OCJS-Raad en onlangs heeft het Ministerie van VWS deelgenomen aan een Webinar georganiseerd door de Europese Commissie over de aanpak tegen huiselijk geweld tijdens COVID-19. Het kabinet acht de maatregelen die genomen zijn voldoende, en is vooralsnog niet voornemens nog extra maatregelen te nemen in relatie tot de coronacrisis.

De leden van de VVD lezen in de brief dat jongeren zich inzetten voor de maatschappij in de COVID-19-crisis via maatschappelijke diensttijd-projecten, waarbij ze bijvoorbeeld hulp aanbieden bij het boodschappen doen, kaarten versturen en telefoonmaatjes zijn voor eenzame ouderen.

Deze leden willen weten of het kabinet dit een goede besteding vindt van de € 100 miljoen die voor dit project beschikbaar is gesteld en in hoeverre dit werk voldoet aan de doelen van de maatschappelijke diensttijd, bijvoorbeeld het doel dat jongeren hun talenten ontdekken.

Het kabinet vindt dit een goede besteding vanuit de beschikbare middelen voor maatschappelijke diensttijd. Juist nu in deze crisis, is er op veel fronten hulp en ondersteuning nodig voor kwetsbare groepen in de samenleving. Meerdere, in het voorjaar gehonoreerde, maatschappelijke diensttijd-projecten zijn daarom op één of andere manier, binnen de richtlijnen van RIVM gestart.

Bij deze honorering is nadrukkelijk gekeken of een project voldoet aan de drie doelstellingen van de maatschappelijke diensttijd, waaronder de talentontwikkeling.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele videoconferentie OJCS-Raad voor het onderdeel Jeugd van 19 mei 2020. Deze leden hebben hier een enkele vraag bij.

De leden van de CDA-fractie vragen of er gewerkt wordt aan richtlijnen voor (scouting)kampen in het buitenland. Is dit ook een onderwerp voor deze OJCS-Raad? Zo niet, waarom niet?

Ook in het buitenland wordt gewerkt aan richtlijnen voor (scouting)kampen. Hierover vindt informele uitwisseling plaats tussen landen, zoals tijdens de OCJS-Raad en op bilateraal niveau.

Activiteiten zoals kampen en vakanties zijn belangrijk voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen en jongeren. De afgelopen weken hebben we gesproken met een groep aanbieders1 van kindervakanties en zomerkampen. Zij hebben het initiatief genomen om een protocol op te stellen om vakantiekampen te organiseren. Aansluitend hebben wij enkele vragen voorgelegd aan het OMT. Ik heb op 5 juni een OMT-advies ontvangen over het organiseren van zomerkampen in Nederland. Naar aanleiding van het OMT-advies is het protocol aangepast in lijn met de geldende coronamaatregelen. Ik heb me er inmiddels van vergewist, ook in overleg met RIVM, dat de protocollen voor het houden van zomerkampen voldoen aan alle gestelde coronamaatregelen en daarom zie ik geen belemmeringen voor het organiseren van zomerkampen voor jeugdigen tot en met 18 jaar. Dit betreft kindervakanties, dagactiviteitenkampen of zomerkampen georganiseerd door onder andere gemeenten, scoutingverenigingen, onderwijsinstellingen, sportverenigingen en (culturele of religieuze) jeugdverenigingen. Hiermee kunnen jeugdigen ook in coronatijd mee met kindervakanties en zomerkampen. Dit is extra belangrijk voor kinderen en jongeren in kwetsbare posities en kwetsbare jeugdigen met beperking.


X Noot
1

Steunpunt Kindervakanties, YMCA Nederland, Scouting Nederland, JongNL Limburg, Jantje Beton, NUSO, NJR en BVjong.

Naar boven