21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 336 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie voor EU Sportministers op 21 april jl. over de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

Verslag Informele EU Sportraad 21-04-2020

Informele videoconferentie voor EU Sportministers – 21 april 2020

Beleidsdebat: de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector

Voorzitterschap

Tijdens de VC Informele Sportraad benadrukt het Kroatisch voorzitterschap dat de eerste prioriteit voorkoming van verdere verspreiding van het COVID-19 virus is. Daarom zijn er ook maatregelen in de sport nodig. Daarnaast is het van belang oog te hebben voor de gevolgen van de maatregelen voor de sportsector en het persoonlijk leven van atleten en EU-burgers.

Het voorzitterschap concludeert dat de door lidstaten getroffen algemene en sport specifieke beschermingsmaatregelen effect hebben gehad en de verdere verspreiding van het virus hebben beperkt. Bij het herstarten van sportactiviteiten is het dan ook van belang om te kijken naar social distancing normen.

Europese Commissie

Commissaris Gabriel (Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd) benadrukt dat de sport bij uitstek is geraakt door de pandemie, omdat het een ontmoetingsplaats is voor iedereen. De sector heeft steun nodig tijdens de crisis en herstelperiode. Het Corona Response Investment Initiative, SURE, het tijdelijk kader Staatssteun, en aanpassingen en flexibiliteit in het Erasmus+ programma kunnen daarbij helpen. Gabriel wijst daarnaast op de gestarte campagne «#BeActiveAtHome» en het streven om tijdens de Europese week voor de sport in september in te zetten op het herstel van grassroots sport. Ook kondigt zij een studie aan over de impact van COVID-19 op sport; een gezamenlijke bijeenkomst in het najaar met stakeholders gericht op lessons learned; en de Tartu Call for action gericht op het herpakken van een actieve gezonde leefstijl. Tot slot, geeft Gabriel aan dat herstel van de sportsector en duurzame innovatie aandacht in het toekomstige EU-werkplan sport verdienen.

Nederland en de Lidstaten

In nagenoeg alle lidstaten zijn georganiseerde en commerciële sportactiviteiten gestopt. Met uitzondering van lidstaten met een totale lock down, is sport beoefenen in de buitenlucht op individuele basis nog wel mogelijk. In verschillende lidstaten, waaronder Nederland, zijn campagnes gestart door de overheid of sportorganisaties gericht op sport en bewegen in thuissituaties, soms met inschakeling van topsporters en media. Ook is online coaching een nieuwe trend in veel lidstaten. Nederland heeft aangegeven dat ook tijdens de crisis sportactiviteiten van belang zijn om mensen gezond en fit te houden.

Grote sportevenementen zijn uitgesteld; in veel lidstaten tot na de zomer. Nederland heeft aan de Europese Commissie gevraagd de mogelijkheid te bezien om in gesprekken met de internationale sportsector het level playing field voor de sport te benoemen. De crisis kan landen op verschillende wijze en op diverse momenten treffen, dit heeft invloed op de trainingsmogelijkheden van de atleten in de verschillende landen. Dit punt werd ondersteund door een aantal lidstaten.

In sommige lidstaten zijn topatleten inmiddels weer in training onder specifieke voorwaarden, maar veel atleten doen dit nog thuis. In een enkele lidstaat is de mentale begeleiding van topsporters vanwege de lock down en het uitstellen van evenementen geïntensiveerd. Tevens zijn er lidstaten die een speciaal veiligheidsadvies geformuleerd hebben voor topatleten of hen testen op het virus.

Nederland hecht waarde aan het unieke karakter van de Nederlandse sportinfrastructuur en de sociale impact van sport en spreekt uit dat het van belang is om de sportsector te ondersteunen. Tijdens het debat heeft Nederland een aantal algemene steunmaatregelen uiteengezet waar de sport gebruik van kan maken. Zo zijn onder andere de financiële steun voor sportorganisaties om de geleden economische schade te compenseren en financiële ondersteuning voor het veiligstellen van salarissen voor atleten, coaches en medewerkers in de sportsector toegelicht. Nederland heeft ook aangegeven dat het Ministerie van VWS lokale overheden stimuleert om coulance te tonen naar de sportsector bij het innen van huren voor faciliteiten en om burgers aan te moedigen hun tickets voor afgelaste of uitgestelde sportevenementen te bewaren.

Alle andere lidstaten hebben ook algemene en specifieke maatregelen gepland om de sportsector te ondersteunen. Verschillende lidstaten roepen de Commissie op om CORONA Response instrumenten ook van toepassing te laten zijn voor sport. Specifieke aandacht in Erasmus+ en tijdens de Europese Sportweek zou gericht moeten zijn op het herstel van de sportsector. Dit geldt in het bijzonder voor vrijwilligersorganisaties die dreigen te verdwijnen door de crisis. Andere suggesties van lidstaten zijn dat de Europese Unie een informatie platform opzet (zoals in het onderwijs); de copyright richtlijn in heroverweging neemt voor sportevenementen; en richtsnoeren voor gezondheidsveiligheid en rechten van atleten opstelt.

In diverse lidstaten wordt nagedacht over een fasegewijze exit strategie startend met het buiten beoefenen van sport op individuele basis in parken en natuur; gevolgd door de opening van sportlocaties in de buitenlucht voor individuele sporters en atleten; de opening van binnensportfaciliteiten; het toelaten van teamsporten; het herstarten van sport-competities zonder publiek; en als laatste fase sportevenementen met publiek.

Nederland heeft tijdens de videoconferentie aangegeven dat het kabinet de sportsector onder meer heeft gevraagd om na te denken over en plannen op te stellen voor het veilig beoefenen van sport, met inachtneming van de beschermingsmaatregelen, zoals de 1.5 meter regel. Tevens heeft Nederland vermeld dat op dit moment in kaart wordt gebracht wat de effecten van de coronacrisis zijn voor de gehele Nederlandse sportsector. De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt om te bezien waar aanvullende steun nodig en opportuun is. Nederland heeft gesuggereerd dat een dergelijk onderzoek in EU-verband wellicht ook kan bijdragen aan een effectieve ondersteuning van de Europese sportsector en infrastructuur.

Alle lidstaten vinden het van belang om goede praktijkvoorbeelden uit te wisselen en elkaar te informeren over exit-strategie stappen. In dit kader is afgesproken om de uitwisseling van ervaringen en ideeën in EU-verband voor te zetten. Tevens wordt het overzicht met de door de lidstaten getroffen maatregelen, opgesteld op basis van de vragenlijst, op de website van de Commissie geplaatst.

Naar boven