21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 328 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de Informele EU Sportraad aan. De Raad vindt plaats op dinsdag 21 april via een Videoconferentie, onder het Kroatisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Tijdens deze Raad zullen de lidstaten van gedachten wisselen over de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector en mogelijke (te nemen) maatregelen in de huidige situatie en op termijn.

In de bijlage treft u een nadere toelichting van dit onderwerp, de inzet van Nederland en een indicatie van het krachtenveld. Nederland zal tijdens de Raad worden vertegenwoordigd door de Directeur Sport van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

GEANNOTEERDE AGENDA INGELASTE INFORMELE SPORTRAAD – Dinsdag 21 april 2020

De gevolgen van COVID-19 voor de sportsector

Doel en Inhoud Raadsbehandeling

Tijdens de Raad zal er een informele uitwisseling van ervaringen en ideeën plaatsvinden tussen de lidstaten en de Europese Commissie over de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector en de manier waarop hiermee wordt omgegaan.

Er zal onder meer gesproken worden over (voorziene) maatregelen die lidstaten nemen ter ondersteuning van de sportsector en welke aanvullende horizontale en sector overstijgende maatregelen op EU-niveau genomen kunnen worden. Ook is er aandacht voor atleten en burgers en de vraag hoe zij hun trainingsprogramma’s en fysieke activiteiten voort kunnen zetten met in achtneming van veiligheids- en preventieve maatregelen. Tot slot, zal worden gesproken over wat de belangrijkste te nemen stappen zijn om de sportsector, als de omstandigheden dit toelaten, te reactiveren en waarbij hier in EU-verband prioriteit aan moeten worden gegeven.

Achtergrond

De maatregelen die zijn getroffen om de COVID-19 uitbraak tegen te gaan, zoals het afgelasten of uitstellen van sportevenementen, hebben grote gevolgen voor de sportsector, zowel financieel als voor de voortzetting van het competitie systeem en de kwalificaties en voorbereidingen van atleten. Ook lokale clubs en organisaties hebben te kampen met inkomstenverlies en een onderbreking van de reguliere activiteiten.

Naast het bieden van steun aan de sportsector, speelt in lidstaten de vraag hoe fysieke activiteiten van burgers en atleten kunnen worden voortgezet zonder hierbij de getroffen COVID-19 maatregelen uit het oog te verliezen. Voor atleten geldt in het bijzonder de noodzaak hun fysieke fitheid op peil te houden om ook na de ergste piek van de pandemie hun carrières weer op te kunnen pakken.

Lidstaten en de Europese Commissie hebben reeds diverse ondersteunende maatregelen genomen. Zo faciliteert de Commissie een afwijking van de gebruikelijke staatssteunregels en biedt de mogelijkheid tot compensatie voor organisatoren van evenementen. Ook hanteert zij flexibiliteit aangaande de deadlines van Erasmus+ sport aanvragen. Tevens heeft de Commissie een campagne gelanceerd om burgers te motiveren thuis actief en gezond te blijven: #BeActiveAtHome, oftewel #BlijfBewegen.

Er zijn echter aanvullende maatregelen nodig op nationaal, regionaal en EU-niveau voor zowel de huidige als de lange termijn situatie. Het gaat hierbij om specifieke maatregelen voor de sportsector, de uitwisseling van ideeën en informatie, en horizontale en sector overstijgende maatregelen, waaronder financiële ondersteuning vanuit het EU Coronavirus Response Investment Initiative (CRII) bij werkloosheid.

In de periode van 24 maart tot 6 april heeft het Kroatisch Voorzitterschap de lidstaten door middel van een vragenlijst bevraagd naar hun ervaringen rondom sportbeleid en de sportsector in relatie tot COVID-19. De uitkomsten van deze vragenlijst dient als basis voor de discussie tussen de lidstaten tijdens de Raad.

Inzet Nederland

Nederland zal tijdens de Raad delen hoe er wordt omgegaan met COVID-19 in sportbeleid en in relatie tot de sportsector, de reeds genomen kabinetsmaatregelen delen en aangeven bereid te zijn lidstaten met de opgedane kennis te ondersteunen. Daarnaast bekijken VWS en de sportsector op dit moment wat de gevolgen zijn van de huidige COVID-19 maatregelen voor de sport en wat de sportsector nodig heeft om na het versoepelen of opheffen van deze maatregelen weer goed te kunnen functioneren.

Tevens zal Nederland de Raad informeren dat zowel de huidige maatregelen als de behoeften van de sportsector na de ergste piek van de pandemie nog worden bezien. Nederland bespreekt graag mogelijke maatregelen voor de lange termijn situatie met de andere lidstaten en hoort graag hoe zij met de huidige situatie omgaan.

Indicatie krachtenveld Raad

Voor alle lidstaten geldt dat zij sportevenementen, alle vormen van georganiseerde sport, en trainingsprogramma’s voor (grote groepen) atleten hebben afgelast. Het merendeel van de lidstaten heeft behoefte aan de uitwisseling van kennis en kunde tussen lidstaten en de Europese Commissie. Hierbij wordt ook sector overstijgende samenwerking gezocht. Sommige lidstaten achten EU-richtlijnen en «tools» over hoe om te gaan met de COVID-19 pandemie in de sportsector wenselijk. Het merendeel van de lidstaten heeft op nationaal niveau steunmaatregelen ingesteld die de sportsector financieel ontlasten, atleten mogelijkheden biedt om (virtueel) te blijven trainen, en burgers aanmoedigt te blijven sporten (o.a. via campagnes en/of apps).

Naar boven