Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2020
Het Kroatisch voorzitterschap heeft besloten om een videoconferentie te organiseren
met de cultuurministers van de EU. Deze videoconferentie vindt plaats op woensdag
8 april aanstaande. Het voorzitterschap stelt voor van gedachten te wisselen over
de grote impact die de COVID-19 uitbraak heeft op de culturele, creatieve en mediasector
(hierna: brede culturele sector) en mogelijke mitigerende maatregelen om de impact
te beperken. Er zal een besloten informele discussie plaatsvinden met de cultuurministers
van de EU-lidstaten en de Europese Commissie.
In een discussiedocument licht het voorzitterschap toe dat door de COVID-19 pandemie
culturele instellingen en zalen gesloten zijn waardoor de meeste culturele evenementen
zijn afgelast. Vooral het MKB, zzp’ers en flexwerkers waarvan er veel in de culturele
sector werkzaam zijn, merken de gevolgen. Deze mensen bevinden zich nu in een kwetsbare
positie. Ook de media industrie lijdt onder de maatregelen vanwege teruglopende advertentie-inkomsten,
terwijl er juist in deze tijd behoefte is aan duidelijke informatievoorziening door
professionele media en journalisten.
Eerder kondigde de Europese Commissie al een steunpakket aan met diverse financiële
maatregelen, waaronder versoepeling van de staatssteunmogelijkheden. Volgens het voorzitterschap
zijn echter snel gerichte maatregelen nodig om freelancers en ondernemers in de brede
culturele sector te ondersteunen. Op langere termijn zou het goed zijn te kijken naar
duurzame oplossingen om de veerkracht van de culturele en creatieve sector te verbeteren,
met name op het gebied van werkgelegenheid, financiering en digitalisering. Een aspect
dat het voorzitterschap aanhaalt is een mogelijke crisisrespons binnen het Creative
Europe programma. Overigens zijn lidstaten gevraagd informatie over de situatie in
de diverse sectoren en voorstellen voor gewenste nationale crisismaatregelen te delen.
Ministers worden uitgenodigd te interveniëren op de volgende punten:
-
– Hoe zou de informatie die in kaart is gebracht van nationale maatregelen het best
gebruikt kunnen worden ten behoeve van de culturele en creatieve sector?
-
– Welk type maatregelen (zowel op nationaal als op EU-niveau) zouden duurzaam kunnen
bijdragen aan de veerkracht van de culturele en creatieve sector op korte en lange
termijn?
Nederland is het eens met de geschetste situatie door het voorzitterschap. Ook in
Nederland zien we dat de brede culturele sector hard geraakt wordt. Hierover stuurde
ik op 27 maart jl. een brief aan de Tweede Kamer. Ik zal mijn Europese collega’s informeren
over de generieke maatregelen die ook gelden voor de brede culturele sector, zoals
werktijdverkorting voor werknemers en werkgevers, extra ondersteuning van zzp’ers,
belastingmaatregelen en andere maatregelen gericht op ondernemers. Ook zal ik kort
ingaan op specifieke coulance maatregelen, zoals het verschuiven van deadlines, of
het niet afrekenen op prestaties die nu niet geleverd kunnen worden, terwijl wel subsidie
is verleend.
Ik ben blij dat de Europese Commissie voor het Creative Europe programma vergelijkbare
maatregelen heeft genomen. Wel zal ik erop aandringen dat deze duidelijk en toereikend
moeten zijn en dat het programmacomité hierbij betrokken dient te worden.
Ook zal ik aandacht vragen voor duurzame maatregelen in de EU voor de brede culturele
sector. Deze zouden volgens mij zoveel mogelijk kunnen aansluiten op generiek beleid.
Tenslotte zal ik nogmaals mijn waardering en respect uitspreken voor het culturele
en creatieve veld dat zelfs in zware tijden veerkracht laat zien.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven