21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 194 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2012

Mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, stuur ik u hierbij het verslag van de Informele EU Onderwijs Raad van 4 en 5 oktober jl.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De volgende twee onderwerpen stonden op de agenda van de Informele Onderwijs Raad:

Succesvolle strategie om uit de crisis te komen: de rol van onderwijs bij de implementatie van de Europa 2020 strategie.

Alfabetisering voor iedereen: de sleutel naar meer gelijk onderwijs.

De Informele Raad heeft geen bevoegdheden voor het nemen van besluiten. Het doel van deze Raad was het uitwisselen van gedachten over bovengenoemde onderwerpen.

Succesvolle strategie om uit de crisis te komen: de rol van onderwijs bij de implementatie van de Europa 2020 strategie

De discussie werd ingeleid door professor Pissarides (Nobelprijswinnaar Economie 2010). In zijn bijdrage werd het belang van onderwijs onderstreept voor beter opgeleide arbeidskrachten en voor groei op de lange termijn. Op publieke uitgaven aan onderwijs moet in tijden van bezuinigingen niet gekort worden, omdat daarmee het risico kan ontstaan van een verloren generatie. Ook in tijden van crisis, moet de kwaliteit van onderwijs overeind worden gehouden. Daarbij is het vooral belangrijk om goed gemotiveerde leraren voor de klas te hebben staan.

Tenslotte benadrukte professor Pissarides dat vaak juist de minder opgeleiden geconfronteerd worden met nadelige gevolgen in een periode van crisis. Zij hebben ook het meest baat om tijdens de recessie van onderwijs gebruik te kunnen maken.

Nederland benadrukte dat goed beroepsonderwijs – naast de bijdrage die onderwijs levert aan de algemene vorming van deelnemers – een belangrijke bijdrage kan leveren aan groei en banen. Dreigende tekorten op de arbeidsmarkt verdienen dringend aandacht. Een hoogopgeleide samenleving zonder voldoende goede vaklieden is gebouwd op drijfzand. Niet alleen een kwalitatief goed aanbod van middelbaar beroepsonderwijs, maar ook uitdrukkelijke waardering daarvoor is van groot belang. Secundair beroepsonderwijs en algemeen vormend onderwijs moeten daarom als gelijkwaardig worden beschouwd om recht te kunnen doen aan de diverse talenten van onze leerlingen, en aan de behoeften van de arbeidsmarkt en de maatschappij. Nederland gaf aan dat ook in tijden van crisis in Nederland het budget voor onderwijs in stand is gehouden met gerichte prioriteiten voor basale geletterdheid en meer ruimte voor excellentie. Om dit te bewerkstelligen moeten kwaliteit en resultaten omhoog. Meer ambitie wordt gevraagd van scholen, leraren, leerlingen, studenten en ouders. Dat beleid gericht op cultuurverandering verdient voortzetting. Tenslotte onderstreepte Nederland het belang van sterk leiderschap op scholen als voorwaarde voor sterke leraren.

Eurocommissaris Vassiliou leidde uit de discussie af dat er noodzaak is voor meer dialoog tussen de economische en onderwijs beleidsmakers, zowel nationaal als op Europees niveau. Onderwijs moet opleiden voor de juiste vaardigheden en het beroepsonderwijs heeft daar een zeer belangrijke rol.

Alfabetisering voor iedereen: de sleutel naar meer gelijk onderwijs.

Het Cypriotisch voorzitterschap benadrukte het belang van het thema geletterdheid. Het voorzitterschap heeft dit onderwerp prominent op de agenda gezet nu de uitkomsten van de «High-Level Expert Group on Literacy» – onder voorzitterschap van H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden – beschikbaar zijn. Het voorzitterschap is voornemens om tijdens de Onderwijs-, Jongeren, Cultuur- en Sport Raad van november Raadsconclusie over dit onderwerp te agenderen.

Eurocommissaris Vassiliou wees op het grote belang van geletterdheid om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Aan ongeletterdheid zijn ook grote kosten verbonden voor de sociale zekerheid en gezondheid. Er is dus sprake van een individueel en een maatschappelijk belang.

Professor Tsiakalos, lid van de «High-Level Expert Group on Literacy» lichtte het rapport van de High-Level Expert Group en de achtergronden toe. In zijn presentatie gaf hij aan dat geletterdheid veel verder gaat dan alfabetisering. De moderne burger moet om goed te kunnen functioneren feitelijk meervoudig geletterd zijn. Daarnaast is meervoudige geletterdheid ook goed voor de economische ontwikkeling. De aanpak van het probleem vergt nauwe samenwerking van alle betrokken individuen en instituten.

Nederland presenteerde de Nederlandse alomvattende aanpak voor geletterdheid. Om laaggeletterdheid effectief aan te kunnen pakken is de definitie bijgesteld en verbreed naar taal én rekenen met daaraan gekoppeld ICT-vaardigheden. In het onderwijs heeft Nederland de afgelopen jaren veel energie gestoken in het versterken van de taal- en rekenvaardigheden van jongeren. Om de leerprestaties voor taal en rekenen te verhogen, is een nauwkeurige beschrijving ingevoerd van wat leerlingen aan het einde van hun opleiding moeten kennen en kunnen. Deze leeropbrengsten zijn in alle onderwijssectoren aan elkaar gekoppeld (de doorlopende leerlijnen) en worden afgesloten met een nieuwe examinering. Deze vernieuwde aandacht voor rekenen en taal heeft effect. De eerste metingen wijzen uit dat de taalprestaties van onze jeugd beter zijn geworden. Om geletterdheid onder volwassenen te bevorderen heeft Nederland een aantal voorbeelden genoemd zoals het ontwikkelen van diagnostische toetsen om de voortgang van cursisten te meten; speciale cursussen voor de vrijwillige taaltrainers die geletterdheid bijbrengen om de kwaliteit versterken; binnen de volwasseneneducatie wordt prioriteit gegeven aan het bevorderen van geletterdheid en door te meten op welke wijze geletterdheid bijdraagt aan sociale inclusie. Hoe breder en actiever de aanpak, hoe groter de kans dat laaggeletterdheid afneemt.

Eurocommissaris Vassiliou zei in haar conclusie getroffen te zijn door twee aspecten. Geletterdheid is duidelijk een kwestie die speelt in heel Europa. Ook al tonen de statistieken aan dat er grote ongelijkheden binnen en tussen lidstaten zijn. Dit maakt dat samenwerking en het uitwisselen van ervaringen ook echte meerwaarde hebben. Er is breed bewustzijn dat de aanpak van laaggeletterdheid noodzakelijk is voor zowel de economie als de maatschappij in bredere zin. Vaststaat dat dit geen aangelegenheid is die alleen onderwijs aangaat, het gaat om een maatschappelijke kwestie waarbij alle belanghebbenden betrokken moeten worden.

Naar boven