Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2011
In de brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2011D21627) van 26 april jl. verzoekt u de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een
positief standpunt in te nemen tijdens de Standing Committee on Copyright and Related Rights (SCCR) en te bevorderen dat Nederland
bijdraagt aan de totstandkoming van een bindend verdrag om internationaal verkeer van lectuur voor mensen met een leeshandicap
mogelijk te maken.
Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan ik u allereerst berichten dat ik uw verzoek kenbaar
heb gemaakt in de raadswerkgroep waarin de SCCR is voorbereid.
De Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en het Verdrag van de Wereldorganisatie voor Intellectuele
Eigendom inzake auteursrecht (World Copyright Treaty, WCT) voorzien thans al in de mogelijkheid voor landen die partij zijn
bij de conventie om in bijzondere gevallen bij wet beperkingen te stellen op het auteursrecht mits daardoor geen afbreuk wordt
gedaan aan de normale exploitatie van het werk en de wettige belangen van de auteur niet op ongerechtvaardigde wijze worden
geschaad. Het is dus niet noodzakelijk om een nieuw verdrag te sluiten om op nationaal niveau een beperking voor leesgehandicapten
in te voeren.
De mogelijkheden die de Berner Conventie en de WCT bieden voor het instellen van beperkingen zijn voor de Europese Unie nader
uitgewerkt in de richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige
rechten in de informatiemaatschappij. In de richtlijn is een uitputtende opsomming opgenomen van de mogelijke beperkingen
en restricties op het auteursrecht – waaronder een beperking voor het gebruik ten behoeve van mensen met een handicap (artikel
5 lid 3 onder b). Alle lidstaten van de Europese Unie hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt en in hun nationale wetgeving
een beperking op het auteursrecht opgenomen ten behoeve van (lees)gehandicapten. In Nederland is deze beperking terug te vinden
in artikel 15i Auteurswet.
Nu er sprake is van (gedeeltelijk) geharmoniseerd recht dient Nederland haar standpunt in internationaal verband af te stemmen
met de andere lidstaten van de Europese Unie en de Europese Commissie. In de Europese Unie bestaat een voorkeur voor een niet
bindend instrument in combinatie met praktische afspraken tussen de betrokken belanghebbenden om te komen tot een snelle en
efficiënte oplossing voor het probleem van de grensoverschrijdende uitwisseling van voor leesgehandicapten aangepaste werken.
Namens de Europese Unie en haar lidstaten is vorig jaar een voorstel bij de SCCR ingediend om te komen tot een gemeenschappelijke
aanbeveling inzake de verbeterde toegang tot auteursrechtelijke beschermde werken voor mensen met een leesbeperking. Parallel
hieraan is door private belanghebbende partijen in de Europese Unie een stakeholder-platform opgesteld dat mede tot doel heeft
er voor te zorgen dat werken via een netwerk van vertrouwde intermediairs in andere EU lidstaten snel beschikbaar zijn voor
leesgehandicapten. Naast het voorstel van de Europese Unie zijn er drie andere voorstellen ingediend die (mede) op dit onderwerp
zien. De onderhandelingen over de verschillende voorstellen zijn op dit moment gaande waarbij ook de mogelijkheid van samenvoeging
van de verschillende voorstellen zal worden onderzocht.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven