21 501-34
Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur

nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2008

Uw Kamer heeft mij om een toelichting gevraagd naar aanleiding van publiciteit over hetgeen tijdens de OJC-raad van woensdag 21 mei jl. door mij zou zijn ingebracht over het onderwerp heffingen op thuiskopieën. Graag voldoe ik aan uw verzoek.

Tijdens de raadvergadering heb ik over het onderwerp heffingen op thuiskopieën geen inbreng gepleegd. De OJC-Raad heeft op dit punt ook geen conclusies getrokken. Zoals te doen gebruikelijk ontvangt u binnenkort mijn verslag van hetgeen tijdens de raad is besproken. Mijn bijdrage heb ik toegespitst op de problematiek van de grensoverschrijdende rechten en de gevolgen voor de diversiteit van het muziekaanbod. In een gesprek met journalisten en marge van de raad is door hen naar aanleiding van de geannoteerde agenda die ik eerder aan uw Kamer heb gezonden, gevraagd om een nadere toelichting op het onderdeel thuiskopieën.

Ik heb in reactie daarop mijn standpunt uiteengezet zoals ik dat ook tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor onderwijs en wetenschappen uit uw Kamer op 14 mei jl. heb verwoord.

Bij een van de aanwezige journalisten is kennelijk het misverstand ontstaan dat ik dit ook in de raad naar voren zou hebben gebracht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven