21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 948 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2022

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden op de vragen van het lid Van Raan (PvdD) (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3186) en van het lid Leijten (SP) (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3187) over het Energy Charter Verdrag.

Hierbij reageer ik tevens op uw brief van 14 juni jl. waarin u mij verzoekt de Kamer te informeren over de Nederlandse inzet bij de internationale conferentie over het Energy Charter Treaty (hierna: ECT) op 24 juni 2022.

De tekst die tijdens de ad-hoc bijeenkomst van de Energy Charter Conference op 24 juni zal worden besproken is de uitkomst van de lopende onderhandelingen over modernisering van het verdrag. Het is nadrukkelijk geen besluitvormende bijeenkomst, maar een vaststelling van de partijen dat dit het bereikte onderhandelingsresultaat is.

Na 24 juni zal de Europese Commissie dit resultaat voorleggen aan de Raad en start de reguliere besluitvormingsprocedure. Nederland zal dan de balans opmaken of het behaalde resultaat voldoende in lijn is met het EU-mandaat. Zoals aangegeven in Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1808 van 21 februari 2022 heeft Nederland zich op het standpunt gesteld dat, als blijkt dat het Energy Charter Treaty niet voldoende in lijn kan worden gebracht met het EU-mandaat, andere opties overwogen moeten worden, waaronder een mogelijke uittreding uit het ECT.

Op dit moment zijn de onderhandelingen nog niet afgerond. Ik zal tijdens het Commissiedebat Energieraad van woensdag 22 juni a.s. voor zover mogelijk de laatste stand van de onderhandelingen met Uw Kamer delen.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven