Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-33 nr. 842 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-33 nr. 842 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Telecomraad van 15 oktober jl. Tevens vindt u de beantwoording van de resterende vragen van het schriftelijk overleg van twee oktober jl. bijgevoegd.
Ik heb deelgenomen aan de informele Telecomraad. De Raad heeft informeel van gedachten gewisseld over Artificiële Intelligentie, de data economie, de Digital Services Act en het ex ante instrument voor poortwachtersplatforms. Daarnaast is een verklaring voor een Europees initiatief voor cloudfederatie door de lidstaten ondertekend.
Tevens informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de uitvoering van de motie van het lid Smeulders (Kamerstuk 35 353, nr. 35).
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Artificiële Intelligentie
Gedachtewisseling
De Europese Commissie benadrukte dat regulering op het gebied van Artificiële Intelligentie (AI) zal worden ontwikkeld daar waar nodig en op basis van risico analyses. Verder liet de Commissie weten met een investeringsplan te komen om de afhankelijkheid van derde landen te verminderen.
Veel lidstaten benadrukten, net als Nederland, het belang van betrouwbare en excellente Europese AI. Hierbij werd zowel de noodzaak voor voldoende investeringen in AI om wereldwijd concurrerend te blijven als waarborgen voor fundamentele rechten onderstreept. Een groot aantal lidstaten waarschuwde voor de risico’s van overregulering van AI en benadrukte dat regelgeving doelgericht moet zijn. In dat kader benoemden verschillende lidstaten dat een grondige analyse gedaan zou moeten worden om te bepalen of er tekorten zijn in de huidige wetgeving voor AI. Verder werd het belang van data voor de ontwikkeling van AI onderstreept en werd door een aantal lidstaten verzocht om het EU AI-kader te stroomlijnen met de EU data-strategie.
Data economie
Gedachtewisseling
De Commissie benadrukte het belang van een veilige en soevereine Europese data infrastructuur. De Commissie gaf aan in november een wetgevend voorstel over data governance te publiceren, een raamwerk voor datagebruik. In 2021 zal de Commissie vervolgens een Data Act publiceren.
Naast Nederland, benadrukten veel lidstaten het belang van Europese samenwerking op data, datagebruik volgens EU standaarden en de verbetering van interoperabiliteit. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten de noodzaak om datadelen en toegang tot data te verbeteren. Daarnaast werd het belang van een decentrale, grenzeloze, EU interne markt onderstreept. Ook werd er door diverse lidstaten op gewezen dat dataprotectie en grip op gegevens essentieel zijn. Enkele lidstaten uitten zorgen over bescherming van data bij internationale datastromen en onderstreepten het belang van voldoende waarborgen in data flows met derde landen.
Verklaring voor een Europees initiatief voor cloudfederatie
Aanname
De Commissie was opgetogen dat de lidstaten de verklaring voor een Europees initiatief voor cloudfederatie steunden en nodigde alle lidstaten uit om (industriële) partners te mobiliseren om te participeren.
Inmiddels hebben alle lidstaten, inclusief Nederland, de verklaring ondertekend. Met de aanname van de verklaring hebben de lidstaten zich gecommitteerd aan het gezamenlijk versterken van de Europese cloudinfrastructuur. Verschillende lidstaten gaven aan dat Europese cloudinitiatieven inclusief moeten zijn voor alle bedrijven en stakeholders, waaronder uit derde landen mits deze voldoen aan Europese regelgeving en standaarden.
Het Europees initiatief voor cloudfederatie werd door de Raad gezien als een belangrijke bron van ontwikkeling voor EU-standaarden, met uitgangspunten zoals databescherming, openheid en transparantie.
Digital Services Act
Gedachtewisseling
De Commissie gaf aan dat het Digital Services Act voorstel aan het einde van 2020 zou worden gepubliceerd.
De meeste lidstaten benadrukten tijdens de gedachtewisseling het belang van het voorkomen of verminderen van fragmentatie, het behoud van het land van oorsprongbeginsel en het behoud van beperkte aansprakelijkheid. Tegelijkertijd waren er ook nuances zichtbaar, met lidstaten die terughoudender waren om grote hervormingen op deze punten door te voeren en lidstaten die dat wel wilden. Zo waren er bijvoorbeeld veel lidstaten, inclusief Nederland, die pleiten voor meer verantwoordelijkheden voor platforms als het gaat om de bestrijding van illegale content en illegale goederen. Een enkele lidstaat steunde een uitbreiding van de scope in de DSA om naast illegale content ook schadelijke content te adresseren. Eveneens werd geopperd dat er een onderscheid in de grootte en impact van bedrijven zou moeten worden gemaakt in de DSA. Vrijwel alle lidstaten waren het eens dat de DSA het mkb en scale-ups moet ontzien.
Toeristische verhuur
Ter uitvoering van de motie van het lid Smeulders1, ingediend bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt uw Kamer hierbij geïnformeerd. Het kabinet vraagt onder andere in het kader van de komende onderhandelingen over de DSA aandacht voor de toeristische verhuur van woonruimte via platforms die digitale diensten aanbieden. Dit is namelijk een goed voorbeeld waarbij in de praktijk de noodzaak duidelijk wordt om de balans tussen enerzijds economische vrijheden van platforms en anderzijds publieke belangen te herstellen. Het kabinet pleit daarom voor een herziening van de rol en verantwoordelijkheden van platforms, bijvoorbeeld bij het tegengaan van onrechtmatige activiteiten (zoals het plaatsen van een illegale advertentie van woonruimte voor toeristische verhuur). Ook zet het kabinet in op betere toegang voor overheden tot data van platforms die nodig is voor de effectieve handhaving van (lokale) wet- en regelgeving. Tot slot is een verduidelijking van de uitzonderingsmogelijkheden van het land-van-oorsprongbeginsel noodzakelijk, zodat inzichtelijk wordt welk handelingsperspectief lidstaten hebben om regels te stellen aan diensten die op het eigen grondgebied worden geleverd, maar waar de aanbieder van de dienst niet is gevestigd. Daar waar een dergelijke verduidelijking in de praktijk niet toereikend blijkt te zijn, dient gezocht te worden naar een passende wijze om een oplossing te vinden.
Over de voortgang van de onderhandelingen zal de Kamer zoals gebruikelijk geïnformeerd worden via de Kamerbrieven gerelateerd aan de Raad waarin de DSA wordt behandeld.
Ex ante instrument voor poortwachtersplatforms
Gedachtewisseling
De Commissie gaf aan te komen met een Digital Markets Act, dat een ex ante instrument voor platforms met een poortwachtersfunctie bevat. De Commissie benadrukte het belang van dit instrument vanwege het feit dat het gedrag van poortwachtersplatforms niet in lijn is met de democratische waarden van de EU.
De meeste lidstaten, waaronder Nederland, steunden het idee van een ex ante instrument voor poortwachtersplatforms. Samen met Frankrijk heeft Nederland op de dag van de informele Telecomraad een non-paper gepubliceerd, met overwegingen hoe een poortwachtersinstrument eruit kan zien (zie Kamerstukken 27 879, nr. 71 en 35 134, nr. 13 voor de Nederlandse inzet). Sommige lidstaten verzochten de Commissie met een uitgebreidere analyse te komen. Voor onder meer Nederland zijn een combinatie van duidelijke gedragsmaatregelen en maatwerk bij de meer ingrijpende interventies nodig. Andere lidstaten benadrukten het belang van vooraf gedefinieerde gedragsmaatregelen. Veel lidstaten noemden het belang van het creëren van een gelijk speelveld met toegang voor het mkb. Verder kwam ook het belang van proportionaliteit van regelgeving ter sprake en de noodzaak om niet het hele internet te reguleren, maar echt alle de platforms die een poortwachtersfunctie hebben.
Beantwoording SO
De leden hebben kennisgenomen van het haalbaarheidsonderzoek naar de toekomst van missiekritische breedbandcommunicatie in Nederland en de begeleidende brief van de Minister JenV (Bijlage bij Kamerstuk 25 124, nr. 106). Zij lezen hierin dat «nu niet met zekerheid gesteld kan worden dat er in 2025 een commercieel aanbod is vanuit operators op basis van een standaard die voldoet aan de eisen van de Nederlandse overheid, zoals op het gebied van functionaliteit, bandbreedte en beveiliging», en dat dit een risico is. Wat houdt dit risico in, vragen de leden de Staatssecretaris?
Op dit moment worden de randvoorwaarden voor de toekomstige communicatievoorziening uitgewerkt. Aangezien het missiekritische communicatie betreft zullen de eisen naar verwachting hoger liggen dan de reguliere commerciële mobiele breedbanddiensten van de Nederlandse operators, met name op het gebied van specifieke functionaliteit, beschikbaarheid en beveiliging. Het risico bestaat dat de Nederlandse operators deze voorziening niet, of niet volledig, binnen de randvoorwaarden (tijd, geld en kwaliteit) kunnen realiseren. Om dit te voorkomen is in een marktverkenning gestart met de Nederlandse operators om bij hen te toetsen of de voorgestelde oplossingsrichting voor hen te realiseren is en met welke randvoorwaarden (tijd, geld en kwaliteit) rekening moet worden gehouden. De eerste gesprekken zijn voorzien voor het einde van 2020.
Voorts schetsen de onderzoekers drie scenario’s voor een toekomstige (missiekritische) communicatievoorziening. Zij concluderen dat het scenario «waarbij de overheid wel een eigen core-netwerk heeft en daarnaast gebruik maakt van de radionetwerken van één of meerdere Nederlandse operators haalbaar en het meest wenselijk is». Kan de Staatssecretaris aangeven wat het kabinet onder het core-netwerk verstaat en of de keuze voor dit scenario risico’s met zich meebrengt (indachtig het debat over de beveiliging van het 5G-netwerk)?
Mobiele communicatienetwerken bestaan op hoofdlijnen uit een radionetwerk, een transmissienetwerk en een core-netwerk. Het radionetwerk bestaat uit opstelpunten (masten met antennes) en vormt de eerste (deels draadloze) verbinding tussen de randapparaten in het veld. Het transmissienetwerk zorgt voor het transport van data tussen de antenne-opstelpunten en het core-netwerk. Het core-netwerk is het centrale netwerkdeel van een mobiel netwerk. Het zorgt voor de routering van gesprekken en datastromen, de (gebruikers)administratie, gebruikersrechten, samenstelling van mobiele diensten, beveiliging en eventueel facturatie (zie paragraaf 2.4.1 van het haalbaarheidsonderzoek). De risico’s voor de in het haalbaarheidsonderzoek onderzochte scenario’s zijn, inclusief mitigerende maatregelen, opgenomen in paragraaf 5.6 van het haalbaarheidsonderzoek. De randvoorwaarden voor de beveiliging van de communicatievoorziening worden opgesteld in goed overleg met en betrokkenheid van de hulpdiensten, AIVD, NCTV en de meest betrokken ministeries. Hierbij worden tevens de uitgangspunten gehanteerd zoals verwoord in de brief van 1 juli 2019 over de maatregelen ter bescherming van telecomnetwerken en 5G2.
De Minister Justitie en Veiligheid schrijft dat naar aanleiding van de brandstichting bij zendmasten in de zomer begonnen is met het extra beveiligen van C2000-masten, en dat naar verwachting eind oktober 2020 alle 526 masten beveiligd zijn. Worden andere masten ook extra beveiligd?
Voor wat betreft de overige zendmasten, cq. niet-C2000-zendmasten, is het van belang om te bekijken of het nemen van extra beveiligingsmaatregelen proportioneel is. Momenteel houd ik vinger aan de pols en bekijk ik welke zendmasten risico lopen. Afhankelijk daarvan, zal ik in overleg met de beheerders van de masten bezien welke beveiligingsmaatregelen nodig zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-33-842.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.