21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 687 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2017

Hierbij informeer ik graag uw Kamer over het kabinetsbesluit van 8 december jl. dat Nederland zal interveniëren aan Oostenrijkse zijde in het proces voor het Hof van Justitie tegen Duitsland. Tevens ga ik in op enkele toezeggingen uit het AO Transportraad op 24 mei 2017 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 649), waaronder het toesturen van de recent opgeleverde grenseffectentoets. Het rapport is als bijlage opgenomen.

Interventie aan Oostenrijkse zijde in een zaak tegen Duitsland bij het Hof van Justitie.

Besluit kabinet

Het kabinet heeft op 8 december 2017 besloten tot interventie aan Oostenrijke zijde, overeenkomstig de hieronder genoemde motie. Nederland erkent dat bij de invoering van een nieuw systeem, enige compensatie dan wel complementaire maatregelen normaal zijn, maar de 1-op-1 compensatie of meer dan dat in het Duitse systeem betekent dat feitelijk alleen kentekenhouders van voertuigen die niet in Duitsland zijn geregistreerd, de kosten van het vignet zullen voelen.

Het kabinet acht dit in strijd met het verbod op (indirecte) discriminatie als ook een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer op te leveren.

Nederland en Duitsland werken op veel dossiers goed samen, maar over het voorgenomen vignet is al enkele jaren discussie. Nederland hecht aan de goede relatie met Duitsland. Tegelijkertijd vindt het kabinet het belangrijk dat er een uitspraak van het Hof van Justitie komt over de Duitse tolplannen.

Procesmatig betekent het besluit tot interventie, dat Nederland binnen zes weken na aankondiging van het Oostenrijkse verzoekschrift in het EU-publicatieblad (27 november 2017), een verzoek tot interventie zal indienen bij het Hof van Justitie. Na toelating door het Hof van Justitie zal Nederland een standpunt in deze zaak, een zogenaamde memorie in interventie, indienen. Een uitspraak van het Hof wordt niet eerder dan in 2019 verwacht. Duitsland kan intussen doorgaan met (de voorbereidingen voor) de invoering van het vignet, de zaak voor het Hof van Justitie heeft geen opschortende werking.

Proces vooraf

De Europese Commissie (EC) is in 2015 een inbreukprocedure tegen Duitsland gestart, vanwege de in Duitsland vastgestelde wetgeving om een vignet voor personenvoertuigen, campers en gepantserde personenvoertuigen in te voeren, waarbij de in Duitsland geregistreerde voertuigen 1-op-1 gecompenseerd werden via een verlaging in de wegenbelasting. In december 2016 hebben de EC en Duitsland laten weten overeenstemming te hebben bereikt over benodigde aanpassingen in de Duitse wetgeving. Enerzijds zijn er, voor de vignetten van korte duur, zes in plaats van drie prijscategorieën gekomen. Dit om de relatieve prijs van kortdurende vignetten in verhouding tot een jaarvignet te verbeteren. Anderzijds is voor de schoonste Duitse voertuigen (euro VI), de wegenbelasting nog verder verlaagd dan de kosten van het vignet. De EC heeft de inbreukprocedure tegen Duitsland voorjaar 2017 beëindigd.

Uw Kamer heeft vervolgens op 6 juni 2017 met de motie van het lid Ronnes c.s.

de regering verzocht om alle mogelijke juridische procedures te starten om de Duitse tolheffing tegen te houden en hierbij samen op te trekken met Oostenrijk (Kamerstuk 21 501-33, nr. 641).

Oostenrijk heeft op 7 juli 2017 bij de EC een formele klacht tegen Duitsland ingediend, wegens niet nakoming door Duitsland van haar verplichtingen op basis van het EU recht. Op 12 oktober 2017 heeft Oostenrijk navolgend een zaak tegen Duitsland bij het Hof van Justitie ingediend (PbEU 27 november 2017, C402).

Toezegging informeren Tweede Kamer na overleg met Eurocommissaris Bulc en contact met andere transportministers.

Op het AO Transportraad van 24 mei 2017 is toegezegd dat de Minister de Kamer zal informeren, als zij overleg heeft gehad met Eurocommissaris Bulc en contact heeft gehad met haar buitenlandse collega's inzake de Duitse tolheffing. Hieronder wordt daarop ingegaan.

Briefwisseling met Eurocommisaris Bulc

De toenmalige Minister van IenM heeft na het bekend worden van het (voornemen tot) beëindigen van de inbreukprocedure tegen Duitsland door de EC, meermalen brieven gestuurd aan Eurocommissaris Bulc met het verzoek om toelichting op de mening van de EC dat het Duitse tolplan met de gedane wijzigingen in overeenstemming met EU recht was. De EC heeft hier geen nadere toelichting op gegeven, deels met verwijzing naar de klacht van Oostenrijk.

Overleg met andere landen, in het bijzonder Oostenrijk

Op 7 juni 2017 is overleg geweest met de lidstaten die bezwaren hadden tegen de Duitse tol. Oostenrijk, Luxemburg, de Tsjechische republiek, België en Nederland waren hierbij aanwezig. Hierbij was sprake van een open uitwisseling van gedachten. Ook de Duitse Minister was aanwezig en heeft zijn plan toegelicht. De ministers van Oostenrijk, Luxemburg en Nederland hebben op 8 juni 2017 een gezamenlijke oproep aan de Eurocommissaris gedaan om te komen met een goede onderbouwing van het besluit tot beëindiging van de inbreukprocedure tegen Duitsland, in het bijzonder de juridische aspecten daaromtrent.

Oostenrijk heeft vervolgens op 7 juli 2017 een formele klacht ingediend bij de EC over de Duitse wetgeving tot invoering van een vignet voor personenvoertuigen en campers, waarbij de in Duitsland geregistreerde voertuigen via de Duitse wegenbelasting worden gecompenseerd door een 1-op-1 verlaging of in geval van schone voertuigen (euro VI) zelfs meer dan dat.

Na verloop van de daartoe gegeven drie maanden termijn, is Oostenrijk de zaak tegen Duitsland gestart bij het Hof van Justitie.

Toezegging grenseffectentoets

December 2016 is uw Kamer toegezegd dat een grenseffectentoets zal worden uitgevoerd na het definitief worden van de Duitse plannen. Tijdens het AO Transportraad op 24 mei 2017 is toegezegd dat deze toets voor het eind van het jaar aan uw Kamer wordt toegezonden. Bijgaand doe ik u het rapport van Ecorys toekomen, dat recent is opgeleverd1.

De prijs van het vignet is afhankelijk van de aandrijving, euronorm en motorinhoud (cm3). Een dieselvoertuig is beduidend duurder uit dan een benzinevoertuig. Hoe kleiner en schoner het voertuig is, hoe goedkoper het vignet. Het Nederlandse wagenpark bestaat voor 80% uit benzinevoertuigen. Gelet op de samenstelling hiervan, is een gemiddeld tarief voor een Nederlands voertuig € 8,80 voor een 10-dagen vignet; € 19,80 voor een 2-maanden vignet; en € 51,70 voor een jaarvignet. Voor een kleine en jonge benzineauto gelden lagere tarieven (€ 23 voor een jaarvignet); voor een grote en oudere dieselauto gelden hogere tarieven (maximaal € 130 voor een jaarvignet).

Op jaarbasis worden met de in Nederland geregistreerde voertuigen ca. 22 miljoen reizen naar Duitsland gemaakt. Daarvan is een groot deel gerelateerd aan de grensstreek. 47% van de reizen heeft een herkomst of bestemming in één van de Nederlandse grensgemeenten. 79% van het grensoverschrijdende verkeer heeft als herkomst of bestemming een grensprovincie (i.e. Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Limburg).

Belangrijkste uitkomsten zijn dat het vignet Nederlandse automobilisten 60–100 mln zal kosten. Deze kosten komen voor circa 40 procent voor rekening van inwoners en bedrijven in de Nederlandse grensgemeenten.

Uit het rapport blijkt dat de verwachting is dat het vignet marginale tot zeer beperkte effecten zal hebben op de grensoverschrijdende mobiliteit. Dit gelet op de prijs van het vignet in relatie tot de totale kosten van een reis. De druk op het onderliggend wegennet in de grensstreek kan wel licht toenemen. Gedragsaanpassingen kunnen er tevens toe leiden dat er op weekend- en vakantiedagen iets meer recreatief verkeer is op het Nederlandse wegennet.

Voor verdere informatie en onderbouwing verwijs ik u graag naar het rapport zelf.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven