21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 662 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2017

Met dit schrijven informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, over de informele raad voor Transport die zal plaatsvinden van 20–21 september. Ik informeer u tevens en mede namens de Minister van Economische Zaken, over de gecombineerde informele raad voor Transport en Energie die zal plaatsvinden op 20 september. Mijn collega, de Minister van Economische Zaken, zal de Kamer informeren over de informele Energieraad van 20 september.

Tijdens de informele Transportraad zal gesproken worden over de mededeling luchtvaartconnectiviteit in Europa en de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T). Voor de ontwikkeling van dat netwerk wordt gebruik gemaakt van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, de Connecting Europe Facility (CEF). Dit fonds wordt ingezet voor Europese verbindingen van transport, telecom en energie. Voor investeringen in deze sectoren wordt ook gebruik gemaakt van het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Over de CEF en het EFSI zal gesproken worden tijdens de gezamenlijke informele raad van Ministers van transport en energie.

Luchtvaartconnectiviteit in Europe (Transportraad)

Inhoud

De Ministers zullen spreken over luchtvaartconnectiviteit binnen Europa. Daarbij gaat het niet alleen om de connectiviteit van individuele EU lidstaten, maar ook de connectiviteit van regio’s binnen een lidstaat, bijvoorbeeld ultraperifere gebieden of ontwikkelingsgebieden.

Dit onderwerp staat op de agenda, omdat de Commissie voor de zomer een mededeling1 heeft gepubliceerd waarin zij de aandacht vestigt op de verbetering van de luchtvaartconnectiviteit in Europa. Daarin doet de Commissie voorstellen met betrekking tot:

  • een nieuwe verordening om de concurrentie in het luchtvervoer te beschermen, ter vervanging van Verordening (EG) nr. 868/2004;

  • een verzoek om nieuwe mandaten voor het openen van onderhandelingen over uitgebreide EU-luchtvaartovereenkomsten en een aansporing om de uitgebreide EU-luchtvaartovereenkomst met Oekraïne te ondertekenen;

  • interpretatierichtsnoeren en een evaluatie met betrekking tot het eigendom en zeggenschap onderdeel van Verordening (EG) nr. 1008/2008;

  • interpretatierichtsnoeren en een evaluatie met betrekking tot het onderdeel over openbaredienstverplichtingen van Verordening (EG) nr. 1008/2008;

  • het verbeteren van de continuïteit van de dienstverlening op het gebied van het luchtverkeersbeheer.

Inzet Nederland

Een sterke positie van de Nederlandse luchtvaart biedt connectiviteit, banen, groei en een aantrekkelijk vestigingsklimaat. In de luchtvaart is het mondiale speelveld sterk in beweging en de Nederlandse en Europese luchtvaart staan daarbij voor grote uitdagingen om op innovatieve en duurzame wijze wereldwijd concurrerend te blijven. Het versterken van de concurrentiekracht van de Europese luchtvaartsector vraagt een gecoördineerde inzet vanuit de EU. Daarnaast moet de EU zich richten op het behoud van de regionale en mondiale connectiviteit. Regionale en mondiale connectiviteit is van essentieel belang voor de regionale en sociale samenhang van de Unie, fysieke contacten, toerisme en het bedrijfsleven.

krachtenveld

De inzet van andere lidstaten ten aanzien van luchtvaartconnectiviteit is niet bekend. In algemene zin kan worden gesteld dat er in de EU grote kansen liggen om de connectiviteit te verbeteren, in het bijzonder de connectiviteit van Oost-Europa. Wat betreft de connectiviteit van regio’s binnen een lidstaat is dit (onder meer) van belang voor Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Zweden en Finland.

Het trans-Europees vervoersnetwerk (Transportraad)

Inhoud

Sinds januari 2014 heeft de Europese Unie een nieuw transport-infrastructuurbeleid dat tot doel heeft de van oorsprong nationale infrastructuurnetwerken aaneen te sluiten, bottlenecks te verwijderen, technische barrières weg te nemen en een duurzaam vervoersnetwerk tot stand te brengen. In de TEN-T verordening is een aantal zaken vastgelegd zoals het Europese kern- en uitgebreide vervoersnetwerk, de corridoraanpak en de technische vereisten die aan het netwerk worden gesteld. Onder technische vereisten wordt onder andere verstaan de tijdige implementatie van nieuwe vervoerssystemen2, de beschikbaarheid van duurzame brandstoffen en de capaciteit en operabiliteit van het netwerk3.

Tijdens de informele Transportraad zal het voorzitterschap stil willen staan bij de resultaten van de periode 2014–2017, dit uiteraard mede in samenhang met de investeringen die worden gepleegd vanuit het CEF. Sinds 2014 zijn er meerdere grote subsidie oproepen geweest en heeft de EC een bijdrage toegezegd aan 604 projecten. Hiermee draagt de EC bij aan het verwijderen van bottlenecks op het Europees infrastructuurnetwerk, de aanleg van laadpunten voor duurzame brandstoffen, het voorzien van spoor met ERTMS, de opwaardering van vaarwegen infrastructuur, de Motorways of the Seas en de implementatie van het gezamenlijke luchtverkeer managementsysteem (SESAR). Ook zal het voorzitterschap stil willen staan bij de investeringen die nodig zijn om het Europese kernnetwerk voor transport in 2030 gerealiseerd te hebben.

Inzet Nederland

Nederland ondersteunt het beleid om de van oorsprong 28 nationale netten te verknopen tot één grensoverschrijdend trans-Europees vervoersnetwerk. Het gaat daarbij niet alleen om de ontwikkeling en aansluiting van het eigen nationale netwerk. Het gaat daarbij ook om de netwerken in Europa, waar Nederlandse burgers en transportondernemingen gebruik van maken. Nederland heeft er bovendien baat bij dat ook andere lidstaten gebruik gaan maken van nieuwe innovatieve en duurzame vervoersconcepten.

Krachtenveld

Het door de EC ingezette TEN-T beleid kan op bredere steun rekenen van alle lidstaten. Er zijn geen discussies over de doelen van het beleid of het instrumentarium van de EC. In Tallinn zullen geen voorstellen worden geagendeerd om het TEN-T beleid te wijzigen.

Financiering en realisatie van de Europese netwerken van transport, telecom en energie (Gezamenlijke bijeenkomst van Ministers van transport en energie)

Het voorzitterschap organiseert een bijeenkomst over de financiering van de netwerken van transport, telecom en energie. Voor de ontwikkeling van dat netwerk wordt gebruik gemaakt van subsidies uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, de Connecting Europe Facility (CEF). En leningen en garantstellingen uit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI).

Inhoud

Voor de ontwikkeling van de Europese netwerken van transport, telecom en energie wordt gebruik gemaakt van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, de CEF. In dat fonds is een budget opgenomen van circa € 30 miljard voor de periode 2014–2020. Ruim € 11 miljard van het fonds komt uit het cohesiefonds en is ook enkel bestemd voor de lidstaten die in aanmerking komen voor het cohesiefonds. Het fonds wordt gebruikt om een subsidiebijdrage te leveren aan projecten ter realisatie van het trans-Europees netwerk van transport (€ 24,4 mld), telecommunicatie (€ 0,5 mld) en energie (€ 5,3 mld). Tijdens de onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) zullen afspraken gemaakt moeten worden over vervolg en budget van het CEF.

Het EFSI is een belangrijk EU instrument om extra private investeringen aan te jagen ten bate van groei en banen. De Europese Investeringsbank (EIB) beschikt vanuit de eigen reserves en vanuit de EU-begroting over € 21 miljard om de financiering van grote investeringen te vergemakkelijken door leningen en garantstellingen (dus geen bekostiging, en geen subsidies). Uit de meest recente gegevens van de EIB blijkt dat 34% van de financiering terecht komt in de energiesector, 14% in de transportsector en 7% in de telecommunicatiesector. Het overige deel komt terecht in o.a. het onderwijs en de zorg.

Inzet Nederland

Tijdens de informele gecombineerde raad zal het voorzitterschap vooral stil willen staan bij de toekomst van het CEF. Nederland wil niet vooruitlopen op discussies over de hoogte van het budget van programma’s binnen het volgende MFK. In de context van een kleinere (als gevolg van het Britse vertrek uit de EU) en moderne begroting, zou slimme en duurzame transportinfrastructuur wat Nederland betreft ook na 2020 een prioriteit moeten zijn. Daarnaast is het CEF een belangrijk instrument ter versterking van het energienetwerk, ter verdere bevordering van leveringszekerheid en marktintegratie binnen de EU. Tot slot, voor de realisatie van de Europese netwerken blijft een goede mix van subsidies en innovatieve financiële instrumenten van belang.

Krachtenveld

Waarschijnlijk zal het Estse voorzitterschap de Ministers van transport en energie uitnodigen om ook in de volgende begrotingsperiode ruimte te bieden voor CEF. Naar verwachting zal een overgrote meerderheid steun willen uitspreken voor het ingezette beleid zonder vooruit te willen lopen op de onderhandelingen in het kader van het MFK.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

COM(2017) 286 Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s Luchtvaart: een open en geconnecteerd Europa.

X Noot
2

Bijvoorbeeld: Intelligente transportsystemen voor de weg, veiligheidsysteem voor het spoor (ERTMS), systemen gezamenlijk luchtruim (SESAR) en River Information Services.

X Noot
3

Bijvoorbeeld: hoogte van bruggen, diepte van vaarwegen/vaarwegklassen, elektrificeren spoor, beladingklasse spoor.

Naar boven