21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 594 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2016

Hierbij stuur ik uw Kamer de geannoteerde agenda van de Telecomraad die op 26 mei a.s. plaatsvindt in Brussel.

De Raad zal een algemene oriëntatie op het voorstel van de Europese Commissie voor het gebruik van de 700 MHz-band vaststellen. Het voorstel beoogt het vrijmaken van spectrum om in de groeiende vraag naar mobiele communicatie te voorzien. Ook zal tijdens de Raad een beleidsdebat plaatsvinden over de herziening van het regelgevend kader voor elektronische communicatiediensten en netwerken (hierna: herziening telecomkader). Het debat borduurt voort op de hoogambtelijke bijeenkomst van lidstaten en Europese Commissie, die op 20 april jl. plaatsvond onder het Nederlandse voorzitterschap. De herziening betreft één van de speerpunten van de Digitale Interne Markt Strategie.

Nederland informeert verder als voorzitter de Raad over het verloop van de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn toegankelijkheid overheidswebsites. Over deze richtlijn is op 3 mei jl. een politiek akkoord bereikt tussen lidstaten en het Europees Parlement. Tevens zal Nederland de Raad informeren over de formele afronding van de ontwerprichtlijn netwerk- en informatiebeveiliging, waarover eind 2015 een politiek akkoord werd bereikt.

Daarnaast zal de Commissie de Raad informeren over de internationale ontwikkelingen op het gebied van internet governance, en het inkomende Slowaakse voorzitterschap zal het werkprogramma voor de tweede helft van 2016 toelichten.

Tot slot zal de Commissie mogelijk de Raad informeren over de op 25 mei verwachte mededeling over online platforms.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

GEANNOTEERDE AGENDA TELECOMRAAD 26 MEI 2016

Wetgevende onderwerpen

Voorstel voor het vrijmaken van de 700 MHz band

Algemene oriëntatie

De Raad zal een algemene oriëntatie over het besluit over het gebruik van de 470 – 790 MHz spectrumband in de Unie vaststellen. Op 18 maart 2016 heeft de Europese Commissie een voorstel voor dit besluit ingediend.1 Uw Kamer is over de Nederlandse inzet geïnformeerd middels een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2077). De Raadspositie vormt het uitgangspunt voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Die kunnen van start gaan zodra het Europees Parlement in het najaar zijn positie heeft bepaald.

Doel van het voorstel van de Europese Commissie is om in de groeiende vraag naar mobiele communicatie te voorzien door het vrijmaken van frequenties voor breedbanddiensten. De 470–790 spectrumband wordt momenteel primair gebruikt voor aardse TV omroep, maar is bijzonder geschikt voor mobiele breedbanddiensten in landelijke gebieden en voor gebruik in huis. Lager spectrum kan relatief grote afstanden overbruggen en obstakels doordringen. De Europese Commissie stelt voor de 694 – 790 MHz band (hierna: «700 MHz-band») voor draadloze breedbanddiensten vrij te maken en de resterende 470 – 694 MHz-band (hierna: «sub-700 MHz-band») voorlopig voor aardse TV omroep beschikbaar te houden. Nederland steunt het vrijmaken van de 700 MHz band, aangezien aanvullend spectrum kan bijdragen aan een verdere verhoging van de dekkingsgraad in landelijk en stedelijk gebied.

Onder Nederlands voorzitterschap is de bespreking van het voorstel met de lidstaten gestart, waarbij veel voortgang is geboekt. De algemene oriëntatie wijzigt het voorstel van de Europese Commissie op drie onderdelen: (1) de uiterste datum van vergunningverlening, (2) de dekkingseisen en (3) de bescherming van de omroep in de sub-700 MHz band.

Volgens het voorstel van de Europese Commissie moet de vergunningverlening voor de 700 MHz band uiterlijk op 30 juni 2020 plaatsvinden. Nederland kan goed leven met deze datum. In Nederland lopen bestaande omroepvergunningen binnenkort af, wordt het spectrum vóór 2020 opnieuw uitgegeven en kunnen geïnteresseerde partijen rekening houden met de nieuwe situatie. De voorgestelde datum wordt door veel lidstaten echter als praktisch onhaalbaar beoordeeld. De overgang van analoge naar digitale omroep heeft in een aantal lidstaten vrij laat plaatsgevonden waardoor de investeringen nog niet zijn terugverdiend. De vergunningen voor omroep lopen door de late transitie soms door tot ver na 2020, waardoor bestaande rechten zouden moeten worden afgekocht. Vanwege deze bezwaren wordt in de algemene oriëntatie de voorgestelde datum gehandhaafd, echter met de optie van maximaal twee jaar uitstel.

Het Commissievoorstel verbindt dekkingseisen aan vergunningen voor het gebruik van de 700 MHz band. Het voorgestelde dekkingsniveau met snelheden van ten minste 30 Mb/s, zowel binnenshuis als buitenshuis, wordt door veel lidstaten echter als te zwaar, te duur en te lastig omschreven. Ook bestaat bezwaar tegen een juridisch dwingende bepaling omdat vergunningverlening een nationale bevoegdheid is. Nederland vindt ook dat vergunningverlening op het niveau van lidstaten moet plaatsvinden. Op die manier kan het beste bij nationale omstandigheden en behoeften worden aangesloten. In de algemene oriëntatie worden de lidstaten opgeroepen om, waar dat nodig is, de dekking in hun land te verbeteren bij de uitgifte van de 700 MHz band.

Tot slot stelt de Europese Commissie voor om de sub-700 MHz band voorlopig voor aardse TV omroep beschikbaar te houden, maar ook gebruik voor andere doeleinden toe te staan als dat de omroep niet stoort. Veel lidstaten beoordelen de voorgestelde bescherming van de omroep daarmee als onvoldoende, vooral omdat een concrete termijn van bescherming ontbreekt. In de algemene oriëntatie is daarom toegevoegd dat de sub-700 MHz band afhankelijk van de nationale behoefte ten minste tot 2030 beschikbaar moet zijn voor omroep. Nederland wil de sub-700 MHz band opnieuw tot 2030 uitgeven aan omroep. Flexibiliteit wordt behouden voor lidstaten die de sub-700 MHz band, geheel of gedeeltelijk, niet meer nodig hebben voor omroep mits geen storing op omroep in de buurlanden wordt veroorzaakt. Ook wordt het voorbarig geacht om nu al in een besluit vast te leggen dat in 2025 het gebruik van de sub-700 MHz band moet worden geëvalueerd en te bezien of ander gebruik van die band gewenst is. Deze bepaling in het voorstel wordt daarom door de Raad geschrapt.

Niet-wetgevende onderwerpen

Herziening van het telecom regelgevend kader

Beleidsdebat

Tijdens de Raad is een beleidsdebat voorzien over de aanstaande herziening van het telecomkader. Het debat borduurt voort op de hoogambtelijke bijeenkomst van lidstaten en Europese Commissie van 20 april jl. onder het Nederlands voorzitterschap. Tijdens deze bijeenkomst wisselden de lidstaten informeel van gedachten over belangrijke thema’s in het kader van de komende herziening van het telecomkader die de Europese Commissie in het najaar zal presenteren. Met als doel bovengenoemde discussie verder te brengen en politieke sturing te geven, wordt in de Telecomraad op ministerieel niveau de verwachte herziening nader besproken.

Het telecomkader stelt de voorwaarden voor het realiseren van connectiviteit in de digitale interne markt. Het kader moet inspelen op de groeiende vraag naar snelle en betrouwbare verbindingen en de introductie van nieuwe technieken, diensten en spelers. De belangrijkste thema’s van de herziening, waarover tijdens de hoogambtelijke bijeenkomst is gediscussieerd, zijn regulering van toegang tot vaste telecomnetwerken, harmonisatie van het beheer van spectrum voor mobiele netwerken en modernisering van regels voor communicatiediensten.2

Tijdens de Telecomraad zal Nederland als voorzitter de lidstaten vragen of de huidige toegangsregulering, gebaseerd op vaststelling van aanmerkelijke marktmacht, voldoende aansluit bij de uiteenlopende omstandigheden in Europa. Doel van de regulering van toegang tot vaste netwerken is het bieden van prikkels voor investeringen en het waarborgen van de mededinging. Nederland heeft aandacht gevraagd voor de noodzaak om de regels voor toegang tot vaste netwerken geschikt te maken voor verschillende gebieden in de Europese Unie, waaronder gebieden zonder snel netwerk of gebieden met twee snelle vaste netwerken zoals Nederland (koper- en kabelnetwerk). De huidige verplichting voor spelers met aanmerkelijke marktmacht om toegang tot hun netwerken te bieden aan andere spelers richt zich vooral op de traditionele telecomspeler. Dit maakt haar minder geschikt voor regulering van gebieden met twee netwerken die technologisch verschillend zijn, zoals in Nederland. Om dit te ondervangen heeft Nederland in zijn reactie op de publieke consultatie van de Europese Commissie onder meer voorgesteld om meer flexibiliteit te bieden bij het invullen van de toegangsregulering.3 Dat geeft de toezichthouder de ruimte om bij gezamenlijke dominantie op de retailmarkt, technologisch verschillende netwerken te reguleren.

Aangezien gezamenlijke dominantie van twee marktpartijen moeilijk kan worden aangetoond, bestaat met deze aanpassing echter nog steeds de kans dat toegangsregulering in de toekomst niet mogelijk is. Nederland vindt het noodzakelijk om ook dan een vorm van toegangsregulering te behouden, omdat dit bijdraagt aan investeringen en kwaliteitsverbetering. Toegang tot vaste netwerken is ook een voorwaarde voor mobiele spelers om te kunnen blijven concurreren in de markt voor complete (vaste en mobiele) dienstenpakketten. Nederland heeft in zijn reactie op de publieke consultatie daarom ook voorgesteld om een onderhandelingsverplichting in te voeren voor netwerkpartijen, naast het bestaande toegangsregime op basis van aanmerkelijke marktmacht.

Op de hoog-ambtelijke bijeenkomst benadrukten lidstaten dat het aan nationale toezichthouders is om te bepalen welke vorm van toegangsregulering nodig is in de nationale situatie. Het telecomkader moet hen daartoe de nodige instrumenten bieden. Enkele lidstaten brachten naar voren dat aanvullingen nodig zijn om te kunnen inspelen op een situatie met twee vaste netwerkspelers, of een situatie met verschillende lokale monopolies. In gebieden waar nog geen snel netwerk aanwezig is, speelt toegangsregulering volgens lidstaten eveneens een rol. De juiste vorm van toegangsregulering kan het aantrekkelijker maken om te investeren en moet in ieder geval ruimte bieden voor gezamenlijke investeringen door meerdere partijen. Uit de discussie bleek dat toegangsregulering echter niet de volledige oplossing vormt en moet worden bezien in combinatie met andere maatregelen zoals vraagbundeling of inzet van publieke middelen.

In de Raad zal Nederland tevens de lidstaten vragen in welke mate en op welke manier zij willen samenwerken om tot een efficiënt gebruik van het spectrum te komen. Tijdens de hoogambtelijke discussie over harmonisatie van het beheer van radiospectrum voor mobiele netwerken benadrukten lidstaten de wens om veilingontwerpen en licentievoorwaarden aan te passen aan nationale omstandigheden en voorkeuren en derhalve nationale competenties te behouden. Verschillende lidstaten steunden het synchroniseren van de allocatie van nieuw uit te geven spectrum, het uitwisselen van best practices ten aanzien van veilingontwerpen, het onderling beoordelen van veilingontwerpen, het opstellen van een toolbox van licentievoorwaarden waaruit lidstaten kunnen kiezen en het opstellen van een gemeenschappelijke lange-termijn strategie. Dit zijn elementen die ook door Nederland zijn voorgesteld in reactie op de publieke consultatie van de Europese Commissie.

De modernisering van regels voor communicatiediensten is onderdeel van de herziening als gevolg van de opkomst van nieuwe internetspelers die communicatiediensten aanbieden, maar niet onder het telecomkader vallen. Hierdoor is de vraag opgekomen of gebruikers van deze diensten voldoende beschermd zijn en of er sprake is van een gelijk speelveld met traditionele communicatiediensten. Nederland zal tijdens het beleidsdebat lidstaten vragen of zij zich kunnen vinden in een beoordeling per geval over de toepassing van het regelgevend kader.

Enkele lidstaten waren tijdens de hoogambtelijke bijeenkomst uitgesproken in hun wens om vergelijkbare communicatiediensten op gelijke wijze te reguleren. In lijn met de Nederlandse positie waarschuwden de meeste lidstaten en de Europese Commissie echter om regels voor traditionele telecommunicatiediensten niet automatisch toe te passen op communicatiediensten die over het internet worden aangeboden. Dit zou kunnen leiden tot overregulering en belemmering van innovatie. Nut en noodzaak van regulering zullen van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Lidstaten en de Europese Commissie waren het erover eens dat een gelijk speelveld tussen communicatiediensten bij voorkeur wordt bereikt door regels voor traditionele communicatiediensten te schrappen indien horizontale regels, die voor alle partijen gelden, afdoende bescherming bieden. Dit sluit aan op de nadruk die Nederland legt op het structureel borgen van toekomstbestendige regelgeving.

Diversen

Richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites

Informatie van de voorzitter

Nederland zal als voorzitter de Raad informeren over het, onder het voorzitterschap bereikte, politieke akkoord van 3 mei jl. over de ontwerprichtlijn toegankelijkheid overheidswebsites.

De richtlijn introduceert een geharmoniseerde Europese standaard voor de toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties van de publieke sector. De richtlijn kan de interne markt versterken door de toepassing van éénduidige regels en zal de toegankelijkheid van overheidswebsites voor mensen met een functionele of cognitieve beperking verbeteren. Momenteel verschilt het niveau van toegankelijkheid en de wijze van toepassing van de Europese standaard op dit gebied. Uw Kamer is over de Nederlandse inzet geïnformeerd middels een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1544).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is eerstverantwoordelijk en zal uw Kamer per brief voor het aankomende AO van 19 mei nader informeren.

Afronding Richtlijn Netwerk- en informatiebeveiliging

Informatie van de voorzitter

Nederland zal als voorzitter de Raad informeren over de richtlijn inzake netwerk- en informatiebeveiliging. Op 7 december 2015 is tijdens de triloogonderhandelingen met het Europees Parlement een politiek akkoord bereikt, waarna verder is gewerkt aan juridische en linguïstische kwesties. Op 17 mei 2016 volgt een formeel akkoord in de Landbouwraad en op 25 mei de plenaire stemming in het Europees Parlement.4 Naar verwachting stemt het Europees Parlement in met het voorstel.

Doel van de richtlijn is het waarborgen van een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging. Dit niveau verschilt momenteel per lidstaat, hetgeen leidt tot een wisselend niveau van paraatheid bij incidenten en een ongelijk niveau van bescherming van consumenten en bedrijven. Uw Kamer is geïnformeerd over de Nederlandse inzet middels een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1587), over de voortgang van de onderhandelingen, alsmede over het politieke akkoord (Kamerstuk 33 602, nr. 7).

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is eerstverantwoordelijk en zal beide Kamers per brief informeren over het eindresultaat van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging.

Online Platforms

Informatie van de Commissie

De Commissie zal de Raad mogelijk informeren over de op 25 mei verwachte mededeling over online platforms. De term online platform is een verzamelnaam voor diverse vormen van tussenpersonen die in de online wereld zijn ontstaan. In 2015 is de Commissie gestart met een onderzoek naar de rol van platforms en heeft ze een publieke consultatie over dit onderwerp uitgezet.5

Ontwikkelingen rondom internet governance

Presentatie van de Commissie

De Europese Commissie zal de Raad informeren over de internationale ontwikkelingen op gebied van internet governance. Het betreft de uitkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over de herziening van de afspraken van de World Summit on the Information Society (WSIS) en de beëindiging van het toezicht van de Amerikaanse overheid over mondiale internetfuncties.

De Algemene Vergadering van de VN nam eind vorig jaar een resolutie6 aan die de WSIS-afspraken van tien jaar geleden herziet met als doel het bereiken van nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. In de resolutie is ook het mandaat van het mondiale multistakeholder Internet Governance Forum verlengd met 10 jaar. Voor westerse landen was deze mandaatverlenging een belangrijk punt in de onderhandelingen. In de resolutie blijft, in lijn met de Nederlandse inzet, een gezamenlijke rol weggelegd voor bedrijfsleven, overheden, de technische gemeenschap, maatschappelijke organisaties en de academische wereld. Het akkoord voorziet, eveneens conform het Nederlandse standpunt, uiteindelijk niet in internationale verdragen over cybersecurity en cybercrime, waartoe sommige niet-westerse landen eerder hadden opgeroepen.

In maart 2016 is overeenstemming bereikt binnen de internetorganisatie ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) over een voorstel voor beëindiging van het unilaterale toezicht van de Amerikaanse overheid over mondiale internetfuncties die ICANN uitvoert. Het voorstel behelst een verzelfstandiging van ICANN met een betere verantwoordingsstructuur en een vangnetconstructie in het geval ICANN de internetfuncties niet naar behoren uitvoert. Dit is in lijn met de Nederlandse inzet. De Amerikaanse overheid zal het voorstel beoordelen met het oog op goedkeuring in het najaar van 2016.

Presentatie werkprogramma Slowaaks voorzitterschap

Informatie van de Slowaaks delegatie

Het inkomende Slowaaks voorzitterschap zal haar werkprogramma voor de tweede helft van 2016 presenteren. In het verslag van de Telecomraad zal ik uw Kamer hierover informeren.


X Noot
1

COM/2016/043

X Noot
4

De raadsformatie die wetgevende voorstellen behandelt komt tot een politiek akkoord met het Europees Parlement. Formele stemming ter afronding van een wetgevend voorstel kan in elke raadsformatie plaatsvinden zodra de juridisch-linguïstische aspecten afgerond zijn.

X Noot
6

A/RES/70/125

Naar boven