21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 550 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2015

Mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu bied ik u het verslag aan van de Transportraad van 11 juni 2015. De volgende Transportraad en informele Transportraad zal plaatsvinden op 7 en 8 oktober 2015 te Luxemburg.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Verslag Transportraad 11 juni 2015

Op 11 juni vond te Luxemburg de tweede Transportraad onder Lets voorzitterschap plaats. Namens het Nederlandse kabinet was de Minister van Infrastructuur en Milieu aanwezig. Eurocommissaris Bulc (Transport) was namens de Europese Commissie aanwezig.

Technische eisen binnenvaartschepen

Algemene Oriëntatie

Ten aanzien van de richtlijn voor technische eisen voor binnenvaartschepen is een algemene oriëntatie bereikt. Commisaris Bulc gaf tevreden aan dat er nu voor het eerst één reglement voor zowel de Rijn als de overige Europese wateren komt. De huidige systematiek brengt met zich mee, dat voor binnenvaartschepen in feite gelijktijdig twee technische reglementen van toepassing zijn, namelijk de genoemde richtlijn en het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). De Commissie en de CCR hebben gezamenlijk gewerkt aan een technische standaard die volledig geharmoniseerd is en daarvoor wordt een speciaal comité opgericht (CESNI). De Commissie stelde dat de nieuwe afspraken zullen helpen om te komen tot een verdere standaardisatie en het bewerkstelligen van een volledige interen markt. Nederland ondersteunde het voorstel dat bijdraagt aan de verlaging van de lastendruk voor de sector. Daarnaast benadrukte Nederland het belang van de binnenvaart voor Nederland en voor Europa als milieuvriendelijke manier van transport en werd gememoreerd aan het 200-jarig bestaan van de CCR dat op 4 juni jl. werd gevierd in Rotterdam en dat daags daarvoor vooraf gegaan werd met de oprichting van CESNI. Ook andere landen wezen op het belang van harmonisatie van de regelgeving voor binnenvaartschepen, omdat dit zal leiden tot meer rechtszekerheid en tot minder administratieve lasten voor de sector.

De Commissie verwees tot slot naar de onderhandelingen met het EP die nog moeten plaatsvinden en waarvan het verwacht dat het aankomende Luxemburgse Voorzitterschap deze tot een goed einde zal kunnen brengen.

Passagiersrechten Luchtvaart

Voortgangsrapportage

De verordening betreffende de passagiersrechten in de luchtvaart bevat regels voor compensatie, verzorging en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Het Letse voorzitterschap gaf een uiteenzetting van de voortgang in het dossier tijdens het voorzitterschap en benadrukte dat passagiersrechten luchtvaart een prioritair dossier voor de Letten was geweest. Commissaris Bulc toonde zich teleurgesteld dat ondanks de vele ambtelijke bijeenkomsten de gesprekken nog niet zijn afgerond. De Commissie deed een oproep aan de lidstaten om de tegenstellingen te overbruggen, in het belang van de sector en de reizigers.

Ten aanzien van het vraagstuk van compensatie bij vertraging bleken veel lidstaten te pleiten voor een regeling die de financiële impact fors verlaagd. De Nederlandse inzet is gericht op een compensatieregeling waarbij voor kortere vluchten al na 3 uur compensatie geldt, met gelijkblijvende financiële last als in het Commissievoorstel.

Ten aanzien van de rechten bij een gemiste overstap na vertraging zijn de lidstaten verdeeld. Voor Nederland is het van belang dat de regels zorgen voor snelle herroutering en verzorging in deze gevallen. Nederland acht de herziening van de verordening wenselijk en noodzakelijk en zal ook blijven uitdragen dat de herziening niet moet leiden tot extra financiële lasten. Voor Nederland is het van belang de effectiviteit, handhaafbaarheid en proportionaliteit van de verordening als geheel te verbeteren. De gesprekken over de verordening zullen spoedig worden voortgezet op hoogambtelijk niveau.

Namens het inkomende voorzitterschap Luxemburg gaf Minister Bausch aan het dossier voortvarend te willen voortzetten, maar temperde alvast te hoge verwachtingen vanwege de kwestie Gibraltar. Op hoog politiek niveau is een patstelling ontstaan tussen Spanje en het Verenigd Koninkrijk vanwege het dispuut over het territorium van Gibraltar. De algemene verwachting is dat pas na de parlementsverkiezingen in Spanje (december dit jaar) ruimte zal ontstaan om de patstelling te doorbreken.

Vierde Spoorpakket (marktpijler)

Voortgangsverslag

Het Lets voorzitterschap presenteerde een voortgangsverslag van de besprekingen over de twee voorstellen van de marktpijler van het vierde spoorpakket. Het voorzitterschap gaf aan dat er weliswaar vorderingen zijn gemaakt, maar dat meer tijd nodig bleek om de openstaande punten van beide voorstellen van de marktpijler op te lossen. De Commissie betreurde het dat er op deze Transportraad nog geen besluitvorming over de marktpijler kon plaatsvinden maar constateerde tegelijkertijd daadwerkelijke vooruitgang. Een akkoord over beide voorstellen van de marktpijler zou daarom op de komende Transportraad van oktober 2015 kunnen worden bereikt, aldus Bulc. Een akkoord zou volgens de Commissie in ieder geval strikte regels voor financiële transparantie moeten omvatten om kruissubsidiëring tussen infrastructuurbeheerder en vervoerder binnen een holding te voorkomen. Daarnaast zou een akkoord een uitzondering op de voorgestelde verplichte aanbesteding van vervoerconcessies kunnen omvatten. Daarbij gaf de Commissie aan dat de door een aantal kleine lidstaten voorgestelde uitzondering voor kleine spoormarkten (kleiner dan 1% van de totale EU-spoormarkt) niet acceptabel is, omdat deze uitzondering arbitrair is en niet zou leiden tot verbetering van kwaliteit en efficiency van het spoorvervoer in Europa. Daarentegen achtte de Commissie een uitzondering op basis van vervoerconcessies waarin prestatie-eisen zijn opgenomen, zoals Nederland bepleit, wel een benadering die bespreekbaar is. Verschillende kleinere lidstaten herhaalden dat zij voorstander zijn van een uitzonderingspositie voor kleine spoormarkten.

Diversen punten

Verslag over de tussentijdse evaluatie van het EU-beleidskader voor verkeersveiligheid

Commissaris Bulc informeerde de Raad over een tussentijds evaluatierapport over het EU beleidskader voor verkeersveiligheid. Het definitieve evaluatierapport zal eind 2015 worden opgeleverd. De voorzitter dankte de Commissie voor de mededeling en benadrukte het belang van het beleidskader om het aantal verkeersslachtoffers in de EU te doen verminderen.

TEN-T/CEF

Tijdens de Raad werd een advies over investeringen in infrastructuur gepresenteerd door de auteurs,

De heren Christophersen (voormalig Vice-Voorzitter van de Europese Commissie), Bodewig (TEN-T coördinator) en Secchi (eveneens TEN-T coördinator). Christophersen sprak de hoop uit dat de geformuleerde aanbevelingen een bijdrage zullen leveren aan de uitvoering van het Juncker Investeringsplan (EFSI). Hij lichtte toe dat het rapport met 12 aanbevelingen moet worden gezien als een actieplan, omdat er nu snel gehandeld zou moeten worden om transport optimaal te kunnen laten profiteren van de beschikbare innovatieve financiële instrumenten en private middelen.

De Commissie ging ook in op de stand van zaken omtrent de TEN-T/CEF subsidieoproep voor transportinfrastructuurprojecten die eerder dit jaar is gesloten. De Commissie heeft 680 voorstellen ontvangen. Er is voor ruim 36 miljard euro aan TEN-T subsidies aangevraagd, terwijl het beschikbare budget 12 miljard euro is. Voor de Commissie dragen de belangrijkste projecten bij aan het wegwerken van grensoverschrijdende knelpunten, het bevorderen van de interoperabiliteit en intermodaliteit. De Commissie gaf aan dat de evaluatie nog gaande is en dat aan het begin van de zomer de lijst met projecten die in aanmerking komen voor subsidie zal worden gepubliceerd.

Derde bijeenkomst van de Ministers van Vervoer van de ASEM (Riga, 29-30 april 2015)

De voorzitter meldde dat de bijeenkomst van Ministers van Vervoer van de ASEM, die zich met name richtte op de wijze van totstandkoming van multimodale vervoersverbindingen tussen Europa en Azië, een verklaring heeft opgeleverd. Deze «Verklaring van Riga» bevat een stevig commitment om de onderlinge infrastructuurverbindingen te verbeteren. Alle belangrijke stakeholders waren vertegenwoordigd, waaronder diverse bewindspersonen.

Shift2Rail

De Commissie vroeg steun van de lidstaten voor het proces om Shift2Rail verder te brengen en een masterplan op te stellen. De vacature voor de functie van uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming is opengesteld. Een aantal grote lidstaten spraken hun steun uit voor Shift2Rail. Frankrijk benadrukte dat Shift2Rail kansen biedt om dynamiek toe te voegen aan de spoorsector en dat er aan zijde van de sector grote verwachtingen bestaan.

Werkprogramma van het aantredende voorzitterschap

Het inkomend voorzitterschap Luxemburg, presenteerde in de Raad de prioriteiten voor de komende maanden. Kwaliteit van wetgeving staat daarbij voorop, met een bijzondere focus op de sociale dimensie van transport en duurzame mobiliteit. Als onderdeel van de aandacht van Luxemburg voor duurzame mobiliteit zal de Informele Ministeriële bijeenkomst op 7 oktober in Luxemburg geheel in het teken staan van fietsen.

Luxemburg zal proberen in de Transportraad van 8 oktober te komen tot een akkoord over de marktpijler van het vierde spoorpakket en vervolgens de onderhandelingen met het EP op te starten. Op het terrein van de binnenvaart zal Luxemburg er naar streven de onderhandelingen met het EP over de technische richtlijn af te ronden. Tijdens de Transportraad van 8 oktober zal er tevens een beleidsdebat plaatsvinden over het Witboek Transport van de Commissie. Tijdens de Transportraad van 10 december 2015 wil het inkomend voorzitterschap een beleidsdebat organiseren over de sociale dimensie van het wegvervoer.

Tot slot dankte Luxemburg het voorgaande voorzitterschap Letland en het opvolgende voorzitterschap Nederland, voor de goede samenwerking. Deze nauwe samenwerking garandeert volgens Luxemburg een goede overgang en zorgt voor continuïteit in de aanpak van dossiers.

Naar boven