21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 549 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2015

In de regeling van werkzaamheden van 17 juni jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 97, rvw) is verzocht om een schriftelijke reactie van het kabinet op het tienpuntenplan van de ondernemersvereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN). Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, over het kabinetsstandpunt op het tienpuntenplan van TLN.

TLN heeft bij het Nederlandse kabinet aandacht gevraagd voor de verstekelingenproblematiek in Calais, Frankrijk. Nederlandse transportbedrijven ondervinden hinder als ze via Calais naar Engeland willen reizen. Er lijken ook voor Nederlandse vrachtwagenchauffeurs steeds gevaarlijker situaties te ontstaan. Om deze problematiek aan te pakken heeft TLN een tienpuntenplan opgesteld en dit plan op 9 juni jl. aangeboden aan het kabinet. Het tienpuntenplan is opgesteld op basis van een enquête en interviews onder TLN-leden. Het doel van deze voorstellen is een veilig transport van en naar het Verenigd Koninkrijk (VK), met name vanuit Calais.

De voorgestelde maatregelen uit het plan zien onder andere op het beveiligen en monitoren van de toegangswegen en de intensivering van de controle aan de maritieme buitengrens. Daarnaast wordt in het plan een aantal aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op de extra kosten die een transporteur op dit moment heeft als gevolg van de verstekelingenproblematiek bij het vervoer naar Engeland.

De verstekelingenproblematiek in Calais en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse transportsector hebben al enige tijd de nodige aandacht van het kabinet. Het kabinet heeft begrip voor de problemen die de chauffeurs in Calais ondervinden. Het kabinet heeft in de afgelopen periode dan ook geïnvesteerd in de samenwerking met de transportsector. In dit verband heeft het kabinet met TLN afgesproken om de problematiek gezamenlijk aan te pakken, onder andere door nauwere samenwerking met de Koninklijke Marechaussee (KMar).

Verder is afgesproken dat het kabinet deze problematiek in de (geëigende) Europese gremia onder de aandacht brengt. Daarom heeft het kabinet deze problematiek besproken in bilaterale overleggen met België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

Uiteraard heeft de transportbranche ook een eigen verantwoordelijkheid om de verstekelingenproblematiek tegen te gaan en het kabinet verwacht dat de branche hiertoe voldoende preventieve maatregelen neemt. Bij de implementatie van het tienpuntenplan ziet het kabinet nadrukkelijk ook een rol voor de transportsector zelf. De implementatie van de meeste voorstellen uit het plan van TLN ligt namelijk niet binnen de bevoegdheid van het Nederlands kabinet. Het kabinet is positief dat TLN reeds de nodige preventieve maatregelen heeft genomen.

De voorstellen van TLN om de situatie in Calais voor chauffeurs te verbeteren, vallen onder de verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten. Dat neemt niet weg dat het kabinet bereid is, daar waar mogelijk en wenselijk, om een bemiddelende rol te spelen. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft tijdens de Transportraad van 11 juni. reeds gesproken EU commissaris Bulc en met haar Franse en Engelse transport collega’s.

Daarnaast wordt een gezamenlijke gesprek van de Nederlandse overheid en TLN met de Franse autoriteiten gepland. Het doel van dit gesprek is om de voorstellen uit het plan die zien op een betere beveiliging en monitoring van de toegangswegen naar de Eurotunnel in Calais, onder de aandacht te brengen van de Franse autoriteiten. Uit de berichtgeving blijkt inmiddels dat de Franse overheid maatregelen zal nemen om de verstekelingenproblematiek in die regio tegen te gaan. Uiteraard is het kabinet er ook alert op dat de problematiek zich niet vervolgens verplaatst naar de Nederlandse havens.

Daarnaast zijn er operationele afspraken gemaakt om de samenwerking tussen TLN en de autoriteiten uit het VK te bevorderen, zodat een 100% controle in zeehavens met afvaarten richting Engeland niet nodig is. Een 100% controle aan een grensdoorlaatpost heeft negatieve economische gevolgen voor de transportsector (langere wachttijden). In het proces richting het VK heeft het kabinet een faciliterende rol en is het aan de transportsector zelf om de nodige preventieve maatregelen te nemen zodat voldaan wordt aan de «Code of Practice for vehicles» van het VK. Het kabinet is positief dat de transportsector zelf de nodige maatregelen heeft genomen om de situatie van chauffeurs te verbeteren, zoals de ontwikkeling van een specifieke toolkit en de inrichting van een helpdesk.

Een aantal aanbevelingen heeft betrekking op mogelijke extra kosten voor de transporteur voor het vervoer naar Engeland. Het gaat daarbij onder andere om het verdelen van deze extra kosten, prijsvorming en verzekering van lading en voertuig. Dit zijn geen onderwerpen die op het terrein van de overheid liggen. Het is aan de sector zelf om hier in onderling overleg afspraken over te maken.

Het kabinet heeft ook de nodige maatregelen in Nederland getroffen. Op basis van risicoanalyses worden de informatie gestuurde controles van de KMar op een aantal hotspot locaties geïntensiveerd. Het verstekelingenvraagstuk is een onderdeel van het complexe migratievraagstuk. Een pasklare oplossing voor deze vraagstukken is er op dit moment niet. Het kabinet probeert, samen met de transport branche en andere lidstaten, te doen wat binnen onze mogelijkheden ligt om deze problematiek aan te pakken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven