21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 547 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2015

Bijgaand stuur ik uw Kamer het verslag van de Energieraad die op 8 juni 2015 plaatsvond in Luxemburg.

De Raad wisselde van gedachten over de voortgang bij de implementatie van de Europese energievoorzieningszekerheidsstrategie. Het Letse voorzitterschap concludeerde dat het vervolmaken van de interne energiemarkt inclusief interconnectie, het stimuleren van binnenlandse productie inclusief hernieuwbare energie en energiebesparing veel potentie hebben voor het verbeteren van de voorzieningszekerheid.

De Raad nam conclusies aan over de implementatie van de Energie Unie.

De raadsconclusies concentreren zich op de levering van veilige, duurzame en betaalbare energie aan consumenten en aan het stimuleren van daartoe benodigde investeringen. De raadsconclusies benadrukken andermaal het belang van een volledig geïntegreerde energiemarkt en het belang van uitbreiding van interconnecties. Daarnaast onderstrepen de raadsconclusies, mede op verzoek van Nederland, het belang van regionale samenwerking bij de implementatie van de Energie Unie. De raadsconclusies vormen input voor de eerste «State of the Energy Union» die naar verwachting op de Europese Raad van december zal worden gepresenteerd.

Onder het punt diversen werd de Raad geïnformeerd over de internationale energierelaties, het «European Nuclear Energy Forum» dat op 26 en 27 mei plaatsvond in Praag en het werkprogramma van het aankomende Luxemburgse voorzitterschap tijdens de tweede helft van 2015.

Voorafgaand aan de Raad vond een ondertekeningsceremonie plaats rondom de politieke verklaringen van het pentalaterale energieforum en de zogenaamde «Baake-groep» gericht op verdere regionale samenwerking op het terrein van elektriciteitsmarkten. De bijeenkomst stond mede in het teken van de viering van het tienjarig bestaan van het pentalaterale energieforum waaraan wordt deelgenomen door Frankrijk, Duitsland, Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland. Speciale aandacht was er voor het meest recente succes van het forum, de start van het «flow based» marktkoppelingssysteem op 21 mei jl.

Via deze methode wordt efficiënter gebruik gemaakt van de beschikbare capaciteit op de netwerken hetgeen kan leiden tot een aanzienlijke welvaartswinst voor de Noordwest-Europese regio. Uit de eerste cijfers over de eerste acht dagen na invoering van het flow based marktkoppelingssysteem blijkt dat het aantal uren waarop elektriciteitsprijzen in de regio gelijk zijn is gestegen van 4% naar 39% ten opzichte van de acht dagen voorafgaande aan de invoering. Hierbij is tevens sprake van een daling van het prijsverschil tussen Nederland en Duitsland van € 15,85 naar € 4,66 per MWh. Het is nog te vroeg voor conclusies, maar naar verwachting zal het «flow based» marktkoppelingssysteem het prijsverschil tussen Nederland en Duitsland structureel verlagen. De politieke verklaring van het pentalaterale energieforum bevat een werkprogramma voor de komende jaren gericht op verdergaande samenwerking op het vlak van marktintegratie, het versterken van de leveringszekerheid en het vergroten van de flexibiliteit van het energiesysteem. Nederland heeft zich daarbij in het bijzonder hard gemaakt voor opname van samenwerking gericht op een flexibelere energiemarkt en de marktintegratie van hernieuwbare energie. In de politieke verklaring wordt onder meer gestreefd naar efficiëntere balanceringsmarkten, de ontwikkeling van vraagzijderespons en een kosteneffectieve integratie van hernieuwbare energie in de markt.

De politieke verklaring over regionale samenwerking tussen twaalf landen die tot stand is gekomen op initiatief van de Duitse Staatssecretaris Baake richt zich met name op leveringszekerheid en het vergroten van flexibiliteit in het energiesysteem. Deze verklaring is naast de landen van het pentalaterale energieforum ondertekend door Noorwegen, Zweden, Denemarken, Polen en Tsjechië. Hierin benadrukken deze landen het belang van regionale samenwerking als opstap naar verder Europese marktintegratie, alsmede het belang van grensoverschrijdende handel in elektriciteit en de marktintegratie van hernieuwbare energie. Vraagstukken rondom leveringszekerheid moeten in regionaal verband worden opgelost. De verklaring bevat een aantal no regret actiepunten zoals een gezamenlijke evaluatie van leveringszekerheid, het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijdende handel en het bevorderen van flexibiliteit door af te zien van prijsplafonds op de groothandelsmarkt.

De eerstvolgende informele Energieraad vindt plaats op 22 en 23 september 2015 te Luxemburg.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE: VERSLAG ENERGIERAAD 8 JUNI 2015

Energievoorzieningszekerheid

De Raad wisselde van gedachten over de voortgang bij de implementatie van de Europese energievoorzieningszekerheidsstrategie. De strategie bevat maatregelen die bedoeld zijn om de energievoorzieningszekerheid op de middellange en lange termijn te verbeteren.

De Commissie gaf aan dat de stresstesten die eerder zijn uitgevoerd een belangrijke stap waren om inzicht te krijgen in welke landen het meest kwetsbaar zijn. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende maatregelen in gang gezet. Er wordt gewerkt aan de diversificatie van bronnen en aanvoerroutes voor gas door de aanleg van nieuwe gaspijpen zoals de Southern gas corridor. Daarnaast gaf de Commissie aan recent contact te hebben gehad met een aantal landen, waaronder Algerije, Marokko, Turkije en Noorwegen, die belangrijk zijn voor de voorzieningszekerheid. De Commissie gaf daarbij aan dat Noorwegen de rol van Rusland heeft overgenomen als grootste gasleverancier voor Europa. Ook de introductie van reverse flows op verschillende plekken in Europa is van belang voor het verbeteren van de voorzieningszekerheid. Ten slotte kondigde de Commissie een aantal (wetgevende) voorstellen aan. Voor het einde van 2015 zal de Commissie met een wetgevend voorstel komen voor de herziening van de gasverordening die zich richt op crisispreventie en crisismanagement, alsmede met een strategie ten aanzien van gasopslag en LNG. Daarnaast gaf de Commissie aan voor het einde van het jaar met regelgeving te komen voor de herziening van het besluit over intergouvernementele akkoorden waarin een ex ante toetsing op Europese regelgeving wordt voorzien voor overeenkomsten tussen landen.

Bijna alle lidstaten onderstrepen het belang van het stimuleren van de binnenlandse energieproductie en de diversificatie van routes en bronnen bij het waarborgen van de energievoorzieningszekerheid. De herziening van de gasverordening, met name waar het gaat om verbeterde preventie en crisismanagement, werd daarbij breed ondersteund. Ten aanzien van de herziening van het besluit over intergouvernementele akkoorden gaf Polen aan een ex ante toetsing te kunnen steunen en te willen uitbreiden naar commerciële contracten. Duitsland gaf aan geen voorstander te zijn van een ex ante toets en onder andere Duitsland en het VK gaven aan uiterst kritisch te zijn over de uitbreiding naar commerciële contracten. Verschillende lidstaten gaven daarnaast aan dat de interne markt de beste manier is om voorzieningszekerheid te garanderen. Naast Nederland gaven onder meer ook Duitsland, het VK, Zweden, Denemarken en Tsjechië prioriteit aan een goed werkende interne markt en de implementatie van bestaande regelgeving. Polen en Griekenland daarentegen gaven aan voorstander te zijn van meer overheidsingrijpen op de energiemarkt op een aantal punten. Veel lidstaten, waaronder Spanje, Portugal, Slowakije, en de Baltische Staten, gingen daarnaast in op het belang van grensoverschrijdende interconnectie. In het kader van voorzieningszekerheid werd door veel landen, zoals Duitsland, Oostenrijk en Denemarken, gewezen op de belangrijke rol van energiebesparing. Ook was er een aantal lidstaten, waaronder Frankrijk, België en Denemarken, van mening dat de aandacht bij energievoorzieningszekerheid zich naast gas ook op elektriciteit moet richten. Ten slotte benadrukten verschillende lidstaten, waaronder Nederland, België, Frankrijk, het belang van regionale samenwerking bij het bereiken van de Europese energiedoelstellingen. Zij verwelkomden in dit kader de ondertekening van de politieke verklaring van het pentalaterale energieforum voorafgaand aan de Raad.

Nederland blikte in haar interventie terug op een succesvolle ministeriële conferentie van het Energie Handvest die afgelopen mei plaatsvond in Den Haag en ging daarbij in op het belang van goede relaties met derde landen voor de voorzieningszekerheid. Nederland gaf aan dat de vervolmaking van de interne markt de belangrijkste voorwaarde is voor een verbetering van de voorzieningszekerheid. Nederland benadrukte in dat kader dat marktintegratie leidt tot investeringszekerheid en daarmee tot meer infrastructuur en minder importafhankelijkheid van Europa. Implementatie van bestaande wetgeving is daarbij noodzakelijk. Ten slotte onderstreepte Nederland het belang van regionale samenwerking bij het bereiken van de doelen ten aanzien voorzieningszekerheid, de interne energiemarkt en de klimaat- en energiedoelen.

Het Letse voorzitterschap concludeerde dat de uitkomsten van het debat als input konden dienen voor de te verwachten herziening van de gasverordening. Het vervolmaken van de interne energiemarkt inclusief interconnectie, het stimuleren van binnenlandse productie inclusief hernieuwbare energie en energiebesparing hebben daarbij veel potentie voor het verbeteren van de voorzieningszekerheid. Ten slotte benadrukte het Letse voorzitterschap het belang van een holistische benadering waarin de verschillende dimensies van de Energie Unie en voorzieningszekerheid van zowel gas als elektriciteit in samenhang worden bezien.

Energie Unie

De Raad nam conclusies aan over de implementatie van de Energie Unie. De raadsconclusies concentreren zich op de levering van veilige, duurzame en betaalbare energie aan consumenten en op het stimuleren van investeringen op dit gebied. De raadsconclusies benadrukken andermaal het belang van een volledig geïntegreerde energiemarkt en het belang van uitbreiding van interconnecties en investeringen daarin middels de projecten van gemeenschappelijk belang en financiering uit de Connecting Europe Facility (CEF) en het Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Daarnaast onderstrepen de raadsconclusies, mede op verzoek van Nederland, het belang van regionale samenwerking bij de implementatie van de Energie Unie.

De Commissie gaf een korte toelichting op haar plannen voor de governance van de Energie Unie. Volgens vicevoorzitter Šefčovič van de Commissie moet het governance systeem drie doelen dienen. Ten eerste, implementatie van de 2030 doelen voor CO2-reductie, hernieuwbare energie en energiebesparing. Ten tweede, het behalen van de doelen ten aanzien van de interne markt, inclusief voldoende interconnectie en regionale samenwerking. Ten derde, zorgen voor voldoende zekerheid voor investeerders. Het governance systeem zou meer gestroomlijnd en meer geïntegreerd moeten zijn dan de huidige rapportageverplichtingen en moet gericht zijn op alle dimensies van de Energie Unie. De governance moet gebaseerd zijn op: stroomlijning van feiten met verbeterde data collectie, versimpelde rapportageverplichtingen, en hechte samenwerking tussen de lidstaten de Commissie, de Raad en het Europees parlement. De Commissie komt naar verwachting in het vierde kwartaal van 2015 met een mededeling over de governance.

Hoewel het Letse voorzitterschap niet voorzag in een discussie, namen enkele lidstaten toch het woord. Duitsland gaf aan tevreden te zijn met het belang dat de interne energiemarkt en energiebesparing krijgen in de raadsconclusies, alsmede regionale samenwerking zoals in het pentalaterale energieforum. Ook Denemarken benadrukte het belang van regionale samenwerking. Griekenland daarentegen vond dat de markt onzekere risico’s met zich meebrengt en gaf aan voorstander te zijn van meer overheidsingrijpen op de energiemarkt. Frankrijk benadrukte dat de Raad moet beslissen over de vormgeving van de governance en dat de governance eerder de vorm moet krijgen van het interne markt scoreboard dan van het Europese semester. Een aantal lidstaten, waaronder het VK, Polen en Slowakije, gaf aan dat het governance systeem niet mag ingrijpen op de nationale bevoegdheid ten aanzien van de energiemix en de keuze voor kernenergie. Het aankomende Luxemburgse voorzitterschap gaf aan op de Energieraad van november raadsconclusies te willen aannemen over de governance en verzocht de Commissie om schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen op basis van de besprekingen van de landenfiches met de lidstaten.

Het Letse voorzitterschap concludeerde dat de lidstaten in konden stemmen met voorliggende raadsconclusies. De raadsconclusies vormen input voor de eerste «State of the Energy Union» die naar verwachting op de Europese Raad van december zal worden gepresenteerd. Het ligt in de lijn der verwachting dat de Energieraad van 26 november zich hier eerst over zal buigen en vervolgens zal rapporteren aan de Europese Raad.

Diversenpunten

De Raad werd onder het punt diversen geïnformeerd over de internationale energierelaties, het «European Nuclear Energy Forum» dat op 26 en 27 mei plaatsvond in Praag en het werkprogramma van het aankomende Luxemburgse voorzitterschap tijdens de tweede helft van 2015.

De Commissie schetste de stand van zaken aangaande de trilaterale besprekingen tussen de EU, Rusland en de Oekraïne. De Commissie verwacht dat er snel een akkoord zal komen in opvolging van het winterpakket van oktober 2014. Een akkoord is essentieel voor een stabiele gasvoorziening naar de EU in afwachting van een uitspraak van de Stockholm Arbitrage Rechtbank medio 2016 over het geschil over de gasleveringscontracten tussen het Oekraïense Naftogaz en het Russische Gazprom.

Tsjechië gaf een terugkoppeling van het «European Nuclear Energy Forum» dat op 26 en 27 mei plaatsvond in Praag en waar gesproken werd over de rol die kernenergie kan spelen in de Energie Unie en de bijdrage die kernenergie kan leveren aan de klimaat- en energiedoelen van de EU. Er werd tijdens het forum ook gesproken over de rol van de EU als een wereldleider in nucleaire veiligheid.

Het aankomende Luxemburgse voorzitterschap presenteerde aan de Raad haar werkprogramma voor de tweede helft van 2015. Luxemburg wil op basis van de te verwachte Commissiemededeling aan de slag met de implementatie van de governance van de Energie Unie. Daarnaast zal Luxemburg een begin maken met de herziening van wetgeving aangaande energie labelling en voorzieningszekerheid gas. Ten slotte wil Luxemburg aan de slag met de mededelingen over marktdesign elektriciteit, LNG en energiebesparing in de warmte en koude voorziening.

Naar boven