21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 526 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2015

Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de geannoteerde agenda van de Transportraad die op 13 maart 2015 in Brussel plaatsvindt. Deze geannoteerde agenda is gebaseerd op informatie van het Letse voorzitterschap en aanvullende informatie van de Permanente Vertegenwoordiging. De inhoud geeft de meest recente stand van zaken weer. Mocht de agenda van de Transportraad op belangrijke punten veranderen, dan zal ik u hierover informeren.

Tenslotte treft u in de bijlage een voortgangsoverzicht van actuele Europese wetgevinginitiatieven op het terrein van Infrastructuur en Milieu1.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Geannoteerde Agenda Transportraad 13 maart 2015

Samenvatting

Op 13 maart 2015 vergadert de Transportraad in Brussel. Het Letse voorzitterschap agendeert een debat over de marktpijler van het Vierde Spoorpakket. Daarnaast bespreekt de Raad de bijdrage van investeringen in transportinfrastructuur aan concurrentievermogen, groei en banen. Bovendien gaat het Letse voorzitterschap in op de uitkomsten van de high level bijeenkomst over drones en blikt het voorzitterschap vooruit naar de derde Asia Europe Meeting (ASEM bijeenkomst) voor Transportministers. Tenslotte zal de Commissie ingaan op de punten burgerluchtvaart over conflict gebieden en de energie unie.

Vierde Spoorpakket (markt pijler)

Politiek debat

Inhoud

De marktpijler van het vierde spoorpakket bestaat uit twee voorstellen bedoeld om de concurrentiekracht en de kwaliteit van het Europees spoorvervoer te verbeteren, COM (2013)28 en COM (2013)29. Eén voorstel gaat in op het beheer van de spoorinfrastructuur en open toegang tot de spoorinfrastructuur in de lidstaten. Dit voorstel moet de onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder waarborgen. Bestaande geïntegreerde ondernemingen waar de vervoerder en de infrastructuurbeheerder in één holding zijn ondergebracht kunnen blijven bestaan mits de onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder is verzekerd. Het voorstel voorziet ook in recht op toegang vanaf 2019 voor spoorwegondernemingen tot de spoorinfrastructuur in alle lidstaten.

Het andere voorstel gaat in op de opening van de binnenlandse markt voor personenvervoer per spoor en wijziging van de verordening over openbare dienstverplichtingen. Dit voorstel voorziet onder meer in de introductie van verplichte openbare aanbesteding van openbare dienstcontracten (vervoerconcessies) en de uitfasering van onderhands gegunde openbaar vervoerconcessies. Het debat zal over beide voorstellen van de marktpijler gaan.

Stand van Zaken

Het afgelopen Italiaans voorzitterschap is gestart met de eerste besprekingen van de voorstellen van de marktpijler van het Vierde Spoorpakket. Het Letse voorzitterschap heeft in januari jl. compromisteksten voor beide voorstellen van de marktpijler gepresenteerd. De bespreking van deze compromisteksten in de Raad is in februari jl. gestart. De bespreking van de compromisteksten verkeert momenteel nog in de beginfase. Het voorzitterschap agendeert deze Transportraad een politiek debat (geen besluitvorming) over de marktpijler van het Vierde Spoorpakket.

Nederlandse positie

Nederland onderschrijft de doelstellingen van de Europese Commissie om tot een efficiënt en kwalitatief beter spoorsysteem in Europa te komen maar wijst de door de Commissie voorgestelde oplossingsrichting over marktopening af. Volgens Nederland kunnen de doelstellingen van de Commissie ook bereikt worden zonder de introductie van verplichte openbare aanbesteding van vervoerconcessies. Nederland wil via scherpere sturing en regie de kwaliteit en efficiency van het spoorvervoer verhogen. In de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet zijn daarom concrete prestatie-indicatoren opgenomen. Ten aanzien van het beheer van de infrastructuur benadrukt Nederland het belang van de instandhouding van eerlijke concurrentieverhoudingen binnen Europa en het behoud van de mogelijkheid tot operationele samenwerking tussen infrastructuurbeheerder en vervoerder met het oog op de verbetering van de kwaliteit van het spoorsysteem.

De bijdrage van investeringen in Transport infrastructuur aan concurrentievermogen, groei en banen.

Politiek debat

Inhoud

Naar aanleiding van het investeringsplan Juncker, wil de Commissie met het Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) via gunstige leningen, garantstellingen en andere financiële instrumenten (met een zogeheten hefboomwerking), in het bijzonder private partijen stimuleren, om investeringen te doen in onder meer transportinfrastructuur. Op deze wijze dient een bijdrage geleverd te worden aan concurrentievermogen, groei en banen in Europa. Hiervoor is in januari 2015 een voorstel voor een verordening uitgebracht COM (2015)10 en heeft uw Kamer op 6 februari het BNC-fiche ontvangen (ks22 112, nr. 1941). Volgens het voorstel verloopt de voeding van dit fonds uit verschillende bestaande EU budgetten, waaronder 3,3 miljard uit de Faciliteit Europese Verbindingen (CEF). Hierdoor zullen er mogelijk minder middelen beschikbaar blijven voor «traditionele» ondersteuning van projecten via TEN-T subsidies. Eind 2014 werd in de Transportraad een overzicht gegeven van projecten die een bijdrage kunnen leveren aan groei en banen in Europa. Mogelijk komen deze ook in aanmerking voor ondersteuning vanuit het EFSI.

Stand van Zaken

Het Letse voorzitterschap agendeert een debat over de meest geschikte aanpak om vanuit de EU die projecten in de lidstaten te ondersteunen, van zowel publieke als private partijen, die het meest aan groei en banen bijdragen. Hierbij zullen naar verwachting een geactualiseerde rapportage van de corridor coördinatoren Bodewes en Secchi voorliggen, alsmede een studie van het Fraunhofer Institut en mogelijk ook de recent verschenen (maar nog door de lidstaten te accorderen) werkplannen van de negen corridor coördinatoren.

Nederlandse positie

Nederland staat positief tegenover het Europese investeringsplan, waarbij een onafhankelijke projectselectie belangrijk is. Nederland zet zich tevens in om voldoende middelen voor TEN-T subsidies beschikbaar te houden. De financiële instrumenten van het EFSI zijn gericht op volledig of gedeeltelijk private investeringen. Nederland ziet op dat gebied kansen, onder meer bij de toepassing van ITS, de aanleg van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en de vergroening van de scheepvaart.

Diversenpunten

Het Letse voorzitterschap zal een terugkoppeling geven van de high level conferentie over drones (Remotely Piloted Aircraft Systems RPAS) begin maart in Riga. Daarnaast zal het Letse voorzitterschap vooruitblikken op de derde Asia Europe Meeting (ASEM bijeenkomst) voor Transportministers eind april in Riga. Op verzoek van de Commissie zijn de punten burgerluchtvaart over conflictgebieden en de energie unie geagendeerd.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven