Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 21501-33 nr. 474 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 21501-33 nr. 474 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2014
Bijgaand doe ik u de geannoteerde agenda toekomen van de informele energieraad die op 15 en 16 mei plaatsvindt in Athene. Het Griekse voorzitterschap wil met deze bijeenkomst opvolging geven aan de tijdens de Europese Raad (20–21 maart) besproken thema’s op het gebied van energie. Het informele karakter van deze Raad impliceert een vrije gedachtewisseling zonder besluitvorming. Ten tijde van het opstellen van de geannoteerde agenda is nog niet bekend hoe het Griekse voorzitterschap de verschillende onderwerpen inhoudelijk vorm wil geven.
Op de eerste dag van de informele energieraad (15 mei) zal gesproken worden over voorzieningszekerheid. Gezien de ontwikkelingen in Oekraïne staat dit onderwerp momenteel hoog op de Europese politieke agenda. In de conclusies van de Europese Raad van 21 maart1 werd de Europese Commissie verzocht uiterlijk in juni een analyse van de EU voorzieningszekerheid te presenteren. Tevens dient er tegen die tijd een uitvoerig plan van de Europese Commissie op tafel te liggen om de energieafhankelijkheid van de EU te verminderen. De informele energieraad zal naar verwachting van gedachten wisselen over alternatieve aanvoerroutes en de vervolmaking van de interne energiemarkt teneinde de energieafhankelijkheid van de EU te verminderen.
Op de tweede dag van de informele energieraad (16 mei) zal worden gesproken over de financiering van energie-efficiëntie. Maatregelen ten behoeve van efficiënter gebruik van energie drukken de vraag en hebben zodoende een positief effect op de prijs en de voorzieningszekerheid door het verminderen van de importafhankelijkheid. Bovendien is energiebesparing in veel gevallen de meest kosteneffectieve manier om de CO2-uitstoot te reduceren. Soms zijn er echter praktische belemmeringen bij de financiering van energiebesparingsprojecten. Er zal van gedachten worden gewisseld over mogelijke oplossingen om dergelijke problemen het hoofd te bieden.
Tevens zal er op de tweede dag worden gesproken over de financiering van projecten van gemeenschappelijk belang (PCI’s). In april 2013 is de verordening trans-Europese energie-infrastructuur (het infrapakket) door het Europees Parlement en de Raad aangenomen. Het infrapakket heeft tot doel investeringen in Europese energie-infrastructuur te stimuleren. Infrastructuurprojecten met een Europese, grensoverschrijdende dimensie kunnen op grond van het infrapakket aangemerkt worden als PCI en kunnen dan bijvoorbeeld mogelijk in aanmerking komen voor financiering uit het Europese CEF (Connecting Europe Facility) fonds. Er zal naar verwachting van gedachten worden gewisseld over snelle inzet van deze middelen, waartoe de regeringsleiders tijdens de Europese Raad hebben opgeroepen.2
De informele energieraad sluit af met een werklunch over het governance systeem dat de Commissie voorstelt in haar mededeling betreffende het raamwerk voor het klimaat- en energiebeleid 2020 – 20303. Genoemd systeem zou er onder andere voor moeten zorgen dat het voorgestelde EU-doel voor hernieuwbare energie daadwerkelijk wordt gehaald. Uw Kamer is bij brief van 7 februari 2014 geïnformeerd over het Nederlandse standpunt aangaande het governance systeem.4
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Voorzieningszekerheid
De discussie over energievoorzieningszekerheid staat tegen de achtergrond van de Oekraïne-crisis weer hoog op de agenda. Net als in 2009, heeft Oekraïne inmiddels een forse betalingsachterstand voor door Rusland geleverd gas opgelopen. Escalatie van de reeds gespannen situatie in combinatie met de betalingsachterstanden zou eventueel gevolgen kunnen hebben voor gasleveranties die via Oekraïne naar Europa lopen. De Europese Raad heeft in haar conclusies van 21 maart de Europese Commissie opgeroepen de energieafhankelijkheid van de EU in beeld te brengen en acties te formuleren om die te verminderen. De discussie zal tijdens de informele Raad naar verwachting verder gaan dan de afhankelijkheid van Rusland alleen. Het Griekse voorzitterschap wil de importafhankelijkheid van de EU in zijn algemeenheid bespreken. De EU importeert zijn energie uit een groot aantal landen. Rusland is in alle gevallen (gas, olie, steenkool) een belangrijke leverancier, maar er zijn ook andere grote leveranciers. Het aandeel van bijvoorbeeld Noorwegen in de gasimport van de EU is met 28% bijna even groot als het Russische aandeel (30%).
Nederland onderschrijft het belang om, zeker in de context van de huidige crisis, te werken aan een vermindering van de Europese importafhankelijkheid. Gezien de beperkte eigen bronnen is het onontkoombaar dat de EU een deel van zijn energie importeert. Ook de importafhankelijkheid van Nederland zal in de toekomst toenemen. De afgelopen jaren is er al veel gebeurd: er wordt hard gewerkt aan de totstandkoming van de interne energiemarkt en de verbetering van de Europese energie-infrastructuur, inclusief investeringen in LNG-terminals, zodat Europa meer mogelijkheden heeft om een eventuele crises op te vangen. Energie komt via meer routes naar Europa, kan in Europa vrijer stromen en met een groter aantal LNG-terminals is Europa beter aangesloten op de wereldmarkt. Daarnaast wordt gestaag gewerkt aan de vergroting van het aandeel duurzame energie, in Nederland extra gestimuleerd door de afspraken in het Energieakkoord.
Nederland ziet met belangstelling uit naar de eerste inventarisatie en voorstellen van de Commissie om de importafhankelijkheid te verminderen. Tegelijkertijd moet duidelijk zijn dat die vermindering er één is van de langere termijn. Het is niettemin nodig om zekerheid te bieden aan de verschillende (markt)partijen.
Financiering van energie-efficiëntie
De Europese Raad heeft in haar conclusies van 21 maart nogmaals het belang van energiebesparing onderstreept. Het temperen van de vraag naar energie door energie-efficiëntiemaatregelen te nemen, wordt gezien als een eerste stap om de energieafhankelijkheid van de EU te verkleinen, welke tegelijkertijd bijdraagt aan andere energie- en klimaatdoelstellingen.
De Europese regeringsleiders roepen dan ook op tot spoedige implementatie van projecten die tot doel hebben de energie-efficiëntie te verbeteren.
Nederland kan haar ervaringen bij het vinden van financiering voor energie-efficiëntie delen. Nederland voert een actief beleid van financieringsondersteuning. Middels een overheidsbijdrage aan het revolverend fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving beoogt Nederland huiseigenaren-bewoners tot rendabele besparingsmaatregelen te bewegen.
Verder zet Nederland in op het faciliteren van private financiering van energie-efficiëntiemaatregelen. Bij de private financiering van dergelijke maatregelen doen zich soms belemmeringen voor. Dit is onder andere het geval bij kleinschalige projecten waarbij de kosten voor banken te hoog worden, bij onvoldoende inzicht in de technologie of bij onduidelijkheid over de business case. Nederland wil daarom bevorderen dat gelijksoortige projecten die op zichzelf rendabel kunnen zijn, worden gebundeld tot een groter financierbaar volume. Daarnaast moet bancaire en technische kennis over projecten worden samengebracht. Met dit doel heeft Nederland een onafhankelijk expertisecentrum opgezet, waarin zowel het bankwezen (Nederlandse Vereniging van Banken) als de Rijksoverheid (RVO) zijn vertegenwoordigd. Het expertisecentrum brengt knelpunten in beeld, doet aanbevelingen voor het verbeteren van business cases, en brengt deze bevindingen in de openbaarheid waardoor alle potentiële initiatiefnemers er kennis van kunnen nemen. Op die manier draagt het werk van het expertisecentrum bij aan de bereidheid van banken om energiebesparingsprojecten te financieren.
Projecten van gemeenschappelijk belang (PCI’s)
Op 17 april 2013 is de verordening trans-Europese energie-infrastructuur (het infrapakket) door het Europees Parlement en de Raad aangenomen. Het infrapakket beoogt investeringen in Europese energie-infrastructuur te stimuleren. Infrastructuurprojecten met een Europese, grensoverschrijdende dimensie, kunnen op grond van het infrapakket aangemerkt worden als project van gemeenschappelijk belang (PCI). Alleen projecten met deze status komen in aanmerking voor onder andere een versneld vergunningverleningstraject (reeds in lijn met de Nederlandse Rijkscoördinatieregeling), een kostenverdeling van infrastructuurprojecten over buurlanden, en de mogelijkheid om directe of indirecte financiële steun vanuit het CEF te ontvangen. De belangrijkste toewijzingscriteria voor financiering zijn de rijpheid van het project en de grootte van het effect volgens de maatschappelijke kosten-batenanalyse, de bijdrage aan het opheffen van energie-isolatie en het voltooien van de interne energiemarkt. De Europese Raad heeft in haar conclusies van 21 maart opgeroepen tot snellere implementatie van relevante PCI’s en een snelle inzet van CEF middelen.
Nederland onderschrijft het belang van de PCI’s en de bijdrage die deze projecten kunnen leveren aan de versterking van de Europese interne energiemarkt. Nederland vindt het belangrijk te benadrukken dat marktpartijen primair verantwoordelijk zijn voor investeringen in infrastructuur en de financiering daarvan.
Hiervoor is vereist dat de markt wordt voorzien van de juiste instrumenten: door middel van de implementatie van bestaande wetgeving (derde pakket), de stroomlijning van vergunningverleningsprocedures en een verbeterde kostenallocatie van grensoverschrijdende projecten wordt hierin voorzien.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-33-474.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.