21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 4 december 2003

Hierbij doe ik u toekomen de geannoteerde agenda van de Europese Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 15 december, ten behoeve van het Algemeen Overleg op 9 december.

De Raad zal alleen gewijd zijn aan het onderwerp energie. De Raad hoopt tot een politiek akkoord te komen over de richtlijn betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening en er zal een debat gevoerd worden over de richtlijn Eco-design. De Raad zal conclusies aannemen over het belang van de samenwerking op het gebied van infrastructuur en energiebeleid in de omringende landen.

Daarnaast zal het Voorzitterschap informatie verschaffen over de Euromediterrane ministeriële conferentie die op 1 en 2 december in Rome heeft plaats gevonden en over de Follow-up van de informele bijeenkomst van ministers van energie en milieu in Montecatini ( juli 2003)

Tot slot zal de Commissie informatie geven over o.a. een (dan mogelijk aangenomen) pakket voorstellen op het gebied van energie-infrastructuur en voorzieningszekerheid.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Agenda en besluitvorming van de VTE-Raad van 15 december 2003

Agenda OnderwerpBesluitvorming
Richtlijn Eco-designPolitiek debat
Richtlijn veiligstelling aardgasvoorzieningPolitiek akkoord
Energie-infrastructuur en energiebeleid in omringende landen ( wider europe)Raadsconclusies
Euromediterrane Conferentie in RomeInformatie voorzitterschap
Follow-up MontecatiniInformatie voorzitterschap
Energie-infrastructuur en voorzieningszekerheidPresentatie door de Commissie, tijdens lunch
Samenwerking waterstoftechnologieInformatie van de Commissie
EnergiehandvestInformatie van de Commissie
EU-Rusland dialoogInformatie van de Commissie
Regionale energiemarkt Zuidoost Europa; Ministeriële conferentie AtheneInformatie van de Commissie

Richtlijn Eco-design

Politiek debat

De ontwerp richtlijn beoogt om zo vroeg mogelijk in het productontwikkelingsproces milieuoverwegingen op te nemen. Het betreft hier alle relevante milieuaspecten en energie-efficiency.

Het doel van het voorstel is om een coherent wetgevingskader te creëren voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp van energiegebruikende producten (uitgezonderd voertuigen) teneinde:

• Het vrije verkeer van energieverbruikende producten binnen de EU te garanderen.

• De algemene milieuprestaties van deze producten te verbeteren.

• Bij te dragen aan de zekerheid van de energievoorziening.

• Concurrentievermogen van de EU-economie te vergroten.

• De belangen van zowel industrie als consument te behartigen.

Gekozen is voor een richtlijn met een algemeen karakter, een kaderrichtlijn. Dat betekent dat na vaststelling van de kaderrichtlijn uitvoeringsmaatregelen specifiek voor een product kunnen worden opgesteld. De uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld door de Commissie samen met een regelgevend comité van Lidstaten.

Nederland staat positief tegenover het idee achter deze kaderrichtlijn om tot een integrale afweging te komen van milieu en energie-efficiency prestaties.

In het debat zal Nederland de volgende punten naar voren brengen:

– De voorgestelde richtlijn voorziet in het maken van uitvoeringsmaatregelen of vrijwillige afspraken. Echter in het huidige voorstel is niet geheel duidelijk wat de rollen voor Commissie, het regelgevend comité van Lidstaten en bedrijven hierbij zijn.

– Nederland wil een duidelijk tijdspad afspreken wanneer bepaalde onderwerpen (zoals energiegebruik in stand-by situatie) via uitvoeringsmaatregelen aan de orde worden gesteld, zodat de kaderrichtlijn geen dode letter blijft.

– Nederland zal waken voor het gevaar van hoge administratieve lasten voor bedrijven. Het is onduidelijk of bedrijven gemakkelijk objectieve informatie kunnen verkrijgen om aan de eisen te kunnen voldoen.

– Verder is de verwachting dat de juridische implementatie van deze richtlijn complex zijn doordat de richtlijn zowel in de Wet Milieubeheer als in de Wet Energiebesparing Toestellen dient te worden omgezet.

– Het voorstel om te komen tot een elektronische informatie-uitwisseling tussen de handhavingsautoriteiten in de verschillende Lidstaten wordt door Nederland gesteund.

Richtlijn veiligstelling aardgasvoorziening

Politiek akkoord

De Raad zal het gewijzigde voorzitterschapvoorstel behandelen. In dit voorstel is het advies van het EP verwerkt. De Lidstaten zijn het grotendeels eens met de opgenomen bepalingen:

• de plicht van lidstaten een leverings- en voorzieningszekerheidbeleid te formuleren en implementeren waarbij vooral gezorgd moet worden voor de leveringszekerheid van huishoudens;

• aanvullende rapportageverplichtingen van lidstaten, naast de verplichtingen uit de Tweede Gasrichtlijn over de interne gasmarkt (m.n. op het gebied van lange termijncontracten, opslagcapaciteit en aanbodsituatie);

• oprichting van een Gascoördinatiegroep onder voorzitterschap van de Commissie, bestaande uit lidstaten, industrie en consumenten die in geval van majeure aanvoeronderbrekingen waar nuttig lidstaten zal bijstaan in het coördineren van de diverse nationale noodmaatregelen.

• de reeds op grond van het EU-verdrag bestaande bevoegdheid van de Commissie om passende maatregelen aan de Raad voor te stellen ingeval van een majeure aanvoeronderbreking (het crisisartikel 100), wordt in de richtlijn specifiek benoemd.

De Commissie houdt problemen met het voorzitterschapsvoorstel. Zij wenst ook zonder goedkeuring op politiek Raadsniveau – maar in de plaats daarvan met de goedkeuring van een Comité van Lidstaten – Lidstaten op te leggen specifieke maatregelen te nemen teneinde andere, door de situatie bijzonder getroffen Lidstaten bijstand te verlenen. De Commissie heeft ook problemen met de nu voorgestelde rechtsbasis (artikel 100, crisismaatregelen). De Commissie houdt vast aan haar oorspronkelijke voorstel voor artikel 95 (interne markt).

Voor Nederland staat in geval van crisissituaties solidariteit voorop. Daarbij is politieke besluitvorming op Raadsniveau van groot belang. Nederland zal zich verzetten tegen de mogelijkheid dat Gemeenschapsmaatregelen de soevereiniteit over nationale bodemschatten kunnen inperken. Aangezien het voorzitterschapvoorstel is geformuleerd langs deze lijnen, kan Nederland zich, net zoals de overige Lidstaten, vinden in dit compromisvoorstel.

Energie-infrastructuur en energiebeleid in de omringende landen (wider europe)

Raadsconclusies

In de Raadsconclusies wordt het belang van de samenwerking met de omliggende landen benadrukt. Specifieke aandacht gaat uit naar de EU-Rusland energiedialoog (o.a. het belang van lange termijn contracten), Euromediterrane samenwerking (zie volgend punt), Zuidoost Europa (initiatief van de Commissie om te komen tot een uitbreiding van de interne energiemarkt tot deze regio). Daarnaast wordt het belang onderstreept van een betere afstemming tussen de bestaande (en mogelijk te ontwikkelen) instrumenten van de Europese Gemeenschap, de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling (EBRD).

Nederland kan instemmen met deze Raadsconclusies

Euromediterrane Conferentie van ministers in Rome ( 1–2 december 2003)

Informatie van het Voorzitterschap

Het voorzitterschap zal verslag uitbrengen van de bijeenkomst in Rome. Daar is (samen met het bedrijfsleven) gesproken over:

• het ontwikkelen van instrumenten om om te gaan met crisissituaties;

• de benodigde toename van interconnectie capaciteit tussen de Gemeenschap en de partners;

• het bevorderen van het gebruik van duurzame energie;

• het tot stand komen van een (ad hoc) secretariaat om de samenwerking te ondersteunen.

Nederland zal kennisnemen van de informatie

Follow-up informele bijeenkomst van ministers van energie en milieu in Montecatini (juli 2003)

Informatie van het voorzitterschap

Over de bijeenkomst in Montecatini bent u geïnformeerd met de brieven van 23 september 2003 ( kamerstuk 2003–2004, 21 501-08 en 21 501-33 nr. 169) en van 22 oktober 2003 (kamerstuk 2003–2004, 21 501-33 nr. 39). Het Voorzitterschap zal het belang van een follow-up van de bijeenkomst benadrukken. Nederland zal aangeven tijdens het Nederlands Voorzitterschap van de EU aan de follow-up van Montecatini te zullen bijdragen. Een van onze prioriteiten zal zijn de voortgang inzake duurzame energie. Daarnaast zullen wij in een informele bijeenkomst van de VTE-raad aandacht schenken aan innovatie van netwerksectoren.

De internationale samenwerking om klimaatveranderingen tegen te gaan in de periode na 2012 zal hoog op de agenda staan.

Energie-infrastructuur en voorzieningszekerheid

Presentatie door de Commissie

Naar verwachting zal de Commissie op 3 december (mogelijk op 10 december) een pakket voorstellen aannemen gericht op energie-infrastructuur en voorzieningszekerheid. Het gaat om:

• een mededeling van de Commissie over energie-infrastructuur en voorzieningszekerheid;

• een richtlijn voor maatregelen ten behoeve van voorzieningszekerheid elektriciteit

• richtsnoeren ten aanzien Trans-Europese Energienetwerken;

• een verordening inzake voorwaarden voor toegang tot gas transmissie netwerken;

• een richtlijn voor de bevordering van energie-efficiëntie op het niveau van de eindgebruikers.

Als de Commissie het pakket heeft aangenomen zal een presentatie gegeven worden.

Nederland zal de Commissie aanhoren.

Overige informatie van de Commissie

Informatie van Commissie

De Commissie zal informatie geven over de samenwerking op het gebied van de waterstoftechnologie, de stand van zaken bij het Energiehandvest, de dialoog van EU/Rusland en de ministeriële conferentie in Athene over de regionale energiemarkt in Zuidoost europa (8 december 2003).

Nederland zal de informatie aanhoren.

Naar boven