21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 427 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2013

Bijgaand doe ik u het verslag toekomen van de Telecomraad van 6 juni 2013.

In de Raad heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over de interne telecommarkt. Dit is mede in het kader van de voorbereiding van de Europese Raad op 24–25 oktober dit jaar die onder andere in het teken zal staan van de digitale interne markt.

Tevens heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over de Richtlijn netwerk en informatiebeveiliging.

Ook heeft het voorzitterschap het voortgangsrapport gepresenteerd over de Verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten. Verder heeft het voorzitterschap het voortgangsrapport over de Richtsnoeren voor Trans-Europese Telecommunicatienetwerken (de telecomuitwerking van de Connecting Europe Facility) gepresenteerd. Tijdens het Verzamel Algemeen Overleg Telecommunicatie van 28 mei jl. vroeg uw Kamer in dit verband naar de Trans-Europese digitale diensten. Daar wordt in deze brief op ingegaan.

Daarnaast heeft het voorzitterschap tijdens de raad het voortgangsrapport over de Verordening kostenreductie aanleg breedband en het voortgangsrapport over de Richtlijn webtoegankelijkheid overheidsdiensten gepresenteerd.

Het aankomend Litouws EU-voorzitterschap (juli-december 2013) heeft zijn werkprogramma op het terrein van telecom en ICT gepresenteerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

VERSLAG TELECOMRAAD 6 JUNI 2013

Digitale Agenda voor Europa- de rol van ICT en de Telecommunicatiesectoren

Mede met het oog op de Europese Raad op 24–25 oktober 2013, die onder andere in het teken zal staan van de versterking van de digitale interne markt, vond in deze Raad een oriënterend debat plaats over de interne telecommarkt. De Commissie heeft tijdens de Europese Raad in maart jl. aangekondigd een inventarisatie te maken van de belemmeringen op de digitale markt en met voorstellen te komen om de interne digitale markt te voltooien.

De Commissie, bij monde van Commissaris Kroes, benadrukte tijdens de Raad het belang van een verdere versterking van de digitale interne markt in deze tijd. Deze zal leiden tot meer economische groei en banen voor Europa. De Commissaris kondigde aan rond de zomer met voorstellen te komen ter versterking van de interne telecommarkt. De voorstellen zullen volgens de Commissaris een pragmatische insteek hebben en gericht zijn op innovatie en de toekomstige generaties.

De lidstaten discussieerden over de karakteristieken van de interne telecommarkt. Veel lidstaten, waaronder Nederland, gaven tijdens de Raad aan voorstander te zijn van een verdere versterking van de interne telecommarkt teneinde de economische groei te versterken en banen te creëren. Nederland gaf aan dat er daarbij ook oog moet zijn voor vereenvoudiging van regelgeving en vermindering van de regeldruk. Conform mijn toezegging aan uw Kamer heeft Nederland, gesteund door een andere lidstaat, mede op basis van uitlatingen van Commissaris Kroes in het Europees Parlement over EU-wetgeving op netneutraliteit, aangegeven EU-wetgeving op het terrein van netneutraliteit toe te juichen. Een Europese maatregel als deze is nodig om een open en vrij internet te garanderen en om innovatie op het internet de volle ruimte te geven. Veel lidstaten lieten zich in de Raad niet uit over netneutraliteit. Een aantal lidstaten wees er verder expliciet op dat de herziene verordening over roaming vorig jaar van kracht is geworden en dat aanpassing van regelgeving met het oog op de beleidszekerheid en de investeringen die telecomoperators hiervoor al hebben gedaan, niet wenselijk is.

Verschillende lidstaten gingen in op het radiospectrumbeleid. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat het van belang is dat onnodige barrières worden weggenomen ten aanzien van radiospectrum. Tegelijkertijd moet echter wel ruimte blijven voor lokale en regionale keuzes (vanwege verschillen in geografische omstandigheden, nationale praktijken en de aanwezigheid van alternatieven) in het spectrumbeleid, bijvoorbeeld om interferentie of leegstand van frequenties te voorkomen. De Commissie gaf overigens aan niet aan de nationale verantwoordelijkheden inzake spectrum van lidstaten te willen komen.

Richtlijn netwerk en informatiebeveiliging

In de Raad vond een oriënterend debat plaats over de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging. De minister van V&J is eerstverantwoordelijke voor dit dossier.

De Europese Commissie heeft het voorstel op 7 februari jl. gepresenteerd en de onderhandelingen in raadsverband zijn gestart. Het beveiligingsniveau verschilt momenteel per lidstaat. Dit leidt tot een sterk wisselend niveau van paraatheid bij incidenten en een ongelijk niveau van bescherming van consumenten en bedrijven. De Europese Commissie wil de beveiliging verbeteren door de lidstaten te verplichten hun paraatheid te verbeteren, beter met elkaar samen te werken en door vitale partijen (banken, energiebedrijven, vervoersbedrijven, gezondheidszorg, internetdiensten en overheid) te verplichten adequate maatregelen te nemen om beveiligingsniveaus te beheren en ernstige incidenten aan de nationale bevoegde autoriteiten te rapporteren. Het voorstel verplicht lidstaten te beschikken over een nationale netwerk en informatiebeveilingsstrategie, een samenwerkingsplan, een instantie belast met de coördinatie van netwerk en informatiebeveiligingszaken en een goed functionerend Computer Emergency Response Team (CERT).

Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven de doelstelling van de richtlijn om een hoog niveau van netwerk en informatiebeveiliging te borgen ten einde cyberaanvallen te voorkomen en informatiebeveiligingsincidenten tegen te gaan. De discussie in de Raad spitste zich toe op de vraag of er verplichte maatregelen, vrijwillige maatregelen of een combinatie van beiden genomen moet worden om aan de doelstellingen van de richtlijn tegemoet te komen. Nederland heeft daarbij, net als vele andere lidstaten, aangegeven voorstander te zijn van een gemengde aanpak. Nederland stelde dat voor een minimum beveiligingsniveau en eerlijk speelveld binnen de EU enkele verplichtingen noodzakelijk zijn: een goed functionerend CERT, een crisisplan en een coördinerende autoriteit. Nederland benadrukte echter ook te hechten aan sectorale bevoegdheden en dat zelfregulering en goede publiek-private samenwerking op EU-niveau mogelijk moeten zijn. Nederland onderschrijft het belang van de zorg- en meldplicht voor de vitale sectoren, maar dan via een gezamenlijk gedragen minimumlijst waarbij de overige aanwijzingen worden overgelaten aan de lidstaten zelf. Tevens is Nederland voorstander van de ontwikkeling van de standaarden en certificering voor informatiebeveiliging in nauwe samenwerking met de industrie. Enkele lidstaten vonden echter dat slechts met bindende, verplichtende maatregelen op EU-niveau de doelstelling van de richtlijn bereikt kan worden.

Verder wisselden de lidstaten van gedachten over de vraag of Europese ondernemingen of ondernemingen uit derde landen die actief zijn in de Europese Unie een hoger beveiligingsniveau moeten implementeren dan bedrijven uit andere delen van de wereld. De meeste lidstaten gaven aan voorstander te zijn van een hoog EU-beveiligingsniveau; zelfs als dit hoger is dan in landen buiten de Europese Unie.

Daarbij is het wel van belang dat er gelijktijdig met de ontwikkeling van beleid en standaarden een dialoog plaatsvindt met relevante actoren; ook die op mondiaal niveau. Nederland gaf aan dat een verschillende benadering door verschillende regio’s niet hoeft te leiden tot handelsbelemmeringen. Voor de digitale veiligheid is het van belang dat bedrijven tenminste aan de nationale opgelegde minimumeisen voldoen en dat hierover wederzijds inzicht komt.

In raadsverband zal onder Litouws voorzitterschap verder over de richtlijn onderhandeld worden. De rapporteur van het Europees Parlement is de Duitse Europarlementariër Schwab. Het Europees Parlement zal naar verwachting zijn positie begin volgend jaar bepalen.

Voortgangsrapportage Elektronische identificatie en vertrouwensdiensten

Het voorzitterschap presenteerde tijdens de Raad een voortgangsrapportage over het voorstel voor een Verordening over elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische acties in de interne markt. De Europese Commissie heeft dit voorstel op 4 juni 2012 gepubliceerd. Er is momenteel geen alomvattend EU-rechtskader voor elektronische identificatie en authenticatie en vertrouwensdiensten. De Europese Commissie gaf dan ook aan met het voorstel te streven naar één juridisch bindend kader. Het voorstel beoogt de elektronische interacties tussen bedrijven, burgers en overheidsorganen te vergemakkelijken door veilige en effectieve online diensten, e-business en elektronische dienstverlening in de Europese Unie. Het voorstel zal moeten bijdragen aan de voltooiing van de digitale interne markt en maakt ook deel uit van de Single Market Act I. De Europese Raad, die op 13 en 14 december 2012 plaatsvond, heeft ook opgeroepen om snelle voortgang met dit voorstel te maken.

Hoewel er geen discussie voorzien was, benadrukte Nederland dat zij naast toezicht op de zogeheten gekwalificeerde vertrouwensdiensten ook sterk hecht aan een vorm van toezicht op niet-gekwalificeerde vertrouwensdiensten. Nederland vroeg hiervoor aandacht in het licht van de ervaringen in Nederland met Diginotar. Zonder toezicht is het moeilijk om deze niet-gekwalificeerde diensten grensoverschrijdend te vertrouwen en kan niet ingegrepen worden als het mis gaat bij een niet-gekwalificeerde vertrouwensdienst, zoals dat bij de Diginotaraffaire aanvankelijk het geval was. Als het vertrouwen in een niet gekwalificeerde dienst wegvalt, staat bovendien de geloofwaardigheid van alle diensten van de betreffende aanbieder ter discussie. De Europese Commissie steunde het Nederlandse standpunt. In raadsverband zal hier verder over gediscussieerd worden. Andere lidstaten hebben het voortgangsverslag voor kennisgeving aangenomen.

De onderhandelingen in raadsverband zullen ten minste tot en met najaar 2013 duren. De rapporteur van het Europees Parlement is de Zweedse Europarlementariër mevrouw Ulvskog. Het Europees Parlement zal waarschijnlijk zijn eerste lezing afronden in december 2013.

Voortgangsrapportage Trans-Europese telecommunicatienetwerken

Het voorzitterschap presenteerde een voortgangsrapportage over het voorstel Richtsnoeren Trans-Europese telecommunicatienetwerken onder de Connecting Europe Facility (CEF). Er was geen discussie voorzien. De Raad heeft kennisgenomen van het voortgangsrapport.

De CEF verordening regelt de financiering voor een drietal Trans-Europese infrastructuren: transport, energie en ICT. Het voorstel over de Richtsnoeren Trans-Europese telecommunicatienetwerken onder de CEF is in 2011 gepresenteerd. Sinds die tijd is het diverse keren besproken in het Europees Parlement en in de Raad. Voor de laatste keer in de Telecomraad op 20 december 2012 (zie Kamerstuk 21 501–33, nr. 402). De Europese Raad van 8 februari jl. heeft echter het budget voor het ICT-deel van de CEF teruggebracht van 9,2 miljard euro naar 1 miljard euro. Het CEF-budget maakt onderdeel uit van de nog lopende onderhandelingen met het Europees Parlement over het Meerjarig Financieel Kader. Vanwege deze verlaging van het fonds heeft de Commissie een aangepast voorstel gepresenteerd. In het aangepaste voorstel worden de beschikbare middelen hoofdzakelijk gericht op de ondersteuning van Trans-Europese digitale diensten.

Tijdens het Verzamel Algemeen Overleg Telecommunicatie van 28 mei jl. heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de Trans-Europese digitale diensten. Deze zijn op te splitsen in twee categorieën: bouwstenen voor elektronische diensten die voor andere toepassingen (her)gebruikt kunnen worden, en overige elektronische diensten met een maatschappelijke en/of economische meerwaarde.

De bouwstenen voor elektronische diensten vormen de basis voor:

  • Grensoverschrijdend gebruik van elektronische identificatie of elektronische handtekeningen

  • Elektronische vertaling

  • Elektronische (beveiligde) uitwisseling van documenten

  • Kritieke ondersteuning van digitale infrastructuren gericht op veiligheid en continuïteit

  • Elektronisch factureren

De overige genoemde elektronische diensten zijn:

  • Elektronisch aanbesteden (e-procurement)

  • Elektronische gezondheidszorg (e-health)

  • Diensten gericht op interconnectie tussen de handelsregisters van de Europese Kamers van Koophandel

  • Toegang tot herbruikbare overheidsinformatie

  • Inzage in procedures om grensoverschrijdend zaken te doen

  • Het digitaal toegankelijk maken van Europees erfgoed (Europeana)

  • Infrastructuren voor veiligere internetdiensten.

  • Overige inter-operabele grensoverschrijdende diensten, zoals e-Justice

Voor een andere belangrijke doelstelling van het oorspronkelijke voorstel, de uitrol van high-speed breedband netwerken, zal naar verwachting een beperkt budget beschikbaar zijn. Dit beperkte budget moet de Europese Investeringsbank in staat stellen om financiële instrumenten aan te bieden voor de uitrol van high-speed breedband netwerken waarin met particuliere middelen en bijdragen uit andere bronnen kan worden geparticipeerd.

In raadsverband onder Litouws voorzitterschap zal over het aangepaste voorstel met betrekking tot de Trans-Europese telecommunicatienetwerken verder onderhandeld worden.

Voortgangsrapportage Verordening kostenreductie aanleg breedband

Het voorzitterschap presenteerde de voortgangsrapportage over de Verordening kostenreductie aanleg breedband. Er was geen discussie voorzien. De Raad heeft kennis genomen van de rapportage.

De onderhandelingen in raadsverband zullen onder Litouws voorzitterschap worden voortgezet. De rapporteur van het Europees Parlement is Hongaarse Europarlementariër mevrouw Herczog. Het is nog niet duidelijk wanneer het Europees Parlement zijn eerste lezing zal afronden.

Voortgangsrapportage Richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites

Het voorzitterschap presenteerde de voortgangsrapportage over de Verordening toegankelijkheid overheidswebsites. Er was geen discussie voorzien. De Raad heeft kennis genomen van de rapportage.

De onderhandelingen in raadsverband zullen onder Litouws voorzitterschap worden voorgezet. De rapporteur van het Europees Parlement is de Duitse Europarlementariër Chatzimarkakis. Het is nog niet duidelijk wanneer het Europees Parlement zijn eerste lezing zal afronden.

Werkprogramma Litouws voorzitterschap

De Litouwse delegatie heeft haar werkprogramma voor het aankomende Litouwse voorzitterschap (juli – december 2013) gepresenteerd. Het streven van het Litouws voorzitterschap is om de onderhandelingen met het Europees Parlement over de Richtsnoeren Telecommunicatie onder de Connecting Europe Facility af te ronden. Het Litouwse voorzitterschap zal zich verder richten op de nog te presenteren voorstellen van de Europese Commissie inzake de interne telecommarkt, mede gelet op de Europese Raad op 24/25 oktober 2013. Tevens zal het in raadsverband voortgang maken met de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging, de Verordening kostenreductie aanleg breedband, de Verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten en de Richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites.

Naar boven