21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2013

Bijgaand doe ik u de geannoteerde agenda toekomen voor de Telecomraad die in Luxemburg op 6 juni a.s. plaatsvindt. De agenda voor deze Raad is nog niet vastgesteld. Op basis van de conceptagenda informeer ik u over de Nederlandse inzet op de onderwerpen die op de agenda zijn voorzien.

In de Raad is een eerste gedachtewisseling voorzien over de Richtlijn netwerk en informatiebeveiliging. Tevens zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de Verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten en de Digitale agenda voor Europa en de rol van de telecommunicatie en ICT sectoren daarbij.

Op de Raad zal het voorzitterschap waarschijnlijk verslag doen van de gemaakte voortgang in de onderhandelingen over de richtsnoeren voor Trans-Europese telecommunicatienetwerken (de telecomuitwerking van de Connecting Europe Facility), de Richtlijn webtoegankelijkheid overheidsdiensten. Daarnaast zal de Europese Commissie een presentatie geven over de Verordening kostenreductie aanleg breedband en het voorzitterschap de voortgang over deze verordening presenteren.

Tevens zal het aankomend Litouwse voorzitterschap (juli-december 2013) zijn werkprogramma presenteren.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

GEANNOTEERDE AGENDA TELECOMRAAD 6 JUNI 2013

Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging

Gedachtewisseling

In de Telecomraad zal een eerste gedachtewisseling plaatsvinden over de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging. Deze richtlijn is begin februari jl. verschenen. Doel van de voorgestelde richtlijn is het waarborgen van een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging (NIB). Dit niveau verschilt momenteel per lidstaat. Dit leidt tot een sterk wisselend niveau van paraatheid bij incidenten en een ongelijk niveau van bescherming van consumenten en bedrijven. De Europese Commissie wil de beveiliging van het internet en de particuliere netwerken en informatiesystemen verbeteren door de lidstaten ertoe te verplichten hun paraatheid te verbeteren, beter met elkaar samen te werken en door vitale partijen (banken, energiebedrijven, vervoersbedrijven, gezondheidszorg, internetdiensten en overheden) te verplichten adequate maatregelen te nemen om beveiligingsrisico's te beheren en ernstige incidenten aan de nationale bevoegde autoriteiten te rapporteren. Het voorstel verplicht lidstaten te beschikken over een nationale NIB-strategie, een NIB-samenwerkingsplan, een instantie belast met de coördinatie van NIB-zaken en een goed functionerend Computer Emergency Response Team (CERT).

Ik zal tijdens de gedachtewisseling interveniëren conform het Nederlandse standpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche inzake de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging zoals deze op 15 maart jl. aan uw Kamer is gezonden. Nederland is het eens met de constatering van de Commissie dat op basis van vrijwillig aangegane verplichtingen veel is bereikt, maar dat er in de EU nog steeds lacunes zijn, met name op het gebied van nationale capaciteit, coördinatie bij grensoverschrijdende incidenten en de betrokkenheid en paraatheid van de private sector. Om te komen tot een level playing field is een Europese aanpak noodzakelijk en steunt Nederland in belangrijke mate de voorstellen. Daarbij hecht Nederland ook aan goede publiek-private samenwerking op EU-niveau.

Daarbij zal Nederland pleiten voor behoud van bestaande nationale structuren en duidelijk maken dat het hecht aan het vasthouden van sectorale bevoegdheden en verantwoordelijkheden (geen nieuwe toezichthouders/autoriteiten). Andere belangrijke punten zijn het beteugelen van de implementatiekosten en de vertrouwelijkheid van gegevens bij het uitwisselen hiervan.

De onderhandelingen van de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging vinden plaats in de Telecomraad. Conform de afspraak tussen de minister van V&J en uw Kamer tijdens het AO behandelvoorbehoud Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging op 24 april jl. zal u onder meer via de verslagen van de Telecomraad geïnformeerd worden over de voortgang van de onderhandelingen inzake de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging.

Verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten

Gedachtewisseling

In de Raad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de Verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten.

De verordening heeft als doel het grensoverschrijdend gebruik mogelijk te maken van elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten (elektronische handtekeningen, elektronische tijdstempels, elektronische zegels, elektronische bezorgdiensten en certificaten die de echtheid van websites moeten garanderen) waarmee het elektronisch berichtenverkeer kan worden beveiligd. Dit is een belangrijk punt uit zowel de Europese, als de nationale Digitale Agenda.

Burgers en bedrijven moeten bij digitale communicatie onderling en met de overheid gebruik kunnen maken van betrouwbare identiteitsoplossingen en diensten die de veiligheid vergroten. Nederland doet al mee aan pilots om grensoverschrijdend gebruik van elektronische identiteiten op termijn mogelijk te maken.

De inzet van Nederland spitst zich toe op vier speerpunten:

  • Aansprakelijkheid; Nederland wil dat de partij die feitelijk handelt hiervoor verantwoordelijk en aansprakelijk is.

  • Toezicht; Nederland wil stevig toezicht op vertrouwensdiensten in de verordening.

  • Veiligheid; Nederland wil kunnen vertrouwen op buitenlandse elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten.

  • Uitvoerbaarheid; Nederland wil dat de verordening voor de partijen die ermee moeten werken ook praktisch uitvoerbaar is.

Naast deze speerpunten zijn de kosten, notificatieprocedure en de wijze waarop interoperabiliteit wordt geregeld, belangrijke onderwerpen die tot nu toe zijn besproken.

Nederland is positief over het doel van de verordening, maar kritisch over de wijze waarop enkele punten zijn uitgewerkt. Mede door inzet van Nederland is de aansprakelijkheidsverdeling momenteel conform de Nederlandse inzet geregeld. Nederland heeft zorgen over de wijze waarop de discussie over toezicht zich ontwikkelt. De meeste lidstaten willen het toezicht tot de zogeheten gekwalificeerde vertrouwensdiensten beperken. De reden hiervan is dat zowel bedrijven als de toezichthouders met aanvullende administratieve lasten te maken zouden krijgen en de meeste niet-gekwalificeerde dienstverleners onbekend zouden zijn bij de toezichthouder. Nederland wil, vooral vanwege zijn ervaring met DigiNotar, stevig toezicht op alle vertrouwensdiensten in de verordening en de mogelijkheid om in te grijpen als het mis gaat. Alternatieven op dit vlak worden besproken, zoals een vorm van licht toezicht waarbij de toezichthouder toch kan ingrijpen bij aanbieders van niet-gekwalificeerde diensten bij (dreigende) problemen. Daarnaast wordt overwogen het toezicht te beperken tot vertrouwensdiensten die tegen betaling worden verricht.

Een ander aandachtspunt is dat een groot aantal lidstaten wil dat elektronische identiteiten uit andere lidstaten alleen moeten worden erkend als deze een voldoende hoog veiligheidsniveau hebben. Deze ontwikkeling sluit aan bij de Nederlandse trend om naar hogere betrouwbaarheidsniveaus te gaan. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze niveaus in Nederland nog niet breed zijn uitgerold.

Voor een goede uitvoering is tenslotte een realistische implementatietermijn vereist.

De onderhandelingen in Raadsverband zullen ten minste tot in het najaar van 2013 duren. Het Europees Parlement zal waarschijnlijk haar eerste lezing afronden in december 2013.

Richtsnoeren Trans-Europese telecommunicatienetwerken

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

Tijdens de Raad zal de voortgang op het voorstel voor de richtsnoeren Trans-Europese telecommunicatienetwerken onder de Connecting Europe Facility (CEF) worden besproken aan de hand van een voortgangsrapport van de Europese Commissie. De CEF verordening regelt financiering voor een drietal Trans-Europese infrastructuren: transport, energie en ICT.

De Europese Raad van 8 februari 2013 heeft het budget voor het Fonds teruggebracht van 50 miljard euro naar ruim 29 miljard euro, waarvan 10 miljard euro voor transport uit het cohesiefonds. Het budget voor ICT daalt van 9,2 miljard euro naar 1 miljard euro. Het CEF-budget maakt onderdeel uit van de nog lopende onderhandelingen met het Europees Parlement over het Meerjarig Financieel Kader. Vanwege deze verlaging bezint de Europese Commissie zich momenteel op de vraag of de beschikbare middelen voor ICT enkel moeten worden besteed aan de ontwikkeling van grensoverschrijdende elektronische diensten en niet meer aan de uitrol van breedband infrastructuur. Veel lidstaten, waaronder Nederland, zouden zich hierin kunnen vinden omdat het beperkte budget te weinig is om een significante impuls te geven aan de uitrol van breedband infrastructuur.

Verordening kostenreductie aanleg breedband

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

Tijdens de Raad zal de Commissie een presentatie geven en zal het voorzitterschap de voortgang van de onderhandelingen over de verordening kostenreductie aanleg breedband in Raadsverband presenteren. Deze verordening is 26 maart jl. door de Commissie gepubliceerd. De Europese Commissie beoogt met de verordening de uitrol van breedband in Europa te bespoedigen om de doelstelling uit de Digitale Agenda (100% huishoudens toegang tot 30 Mbps en 50% tot 100 Mbps in 2020) te kunnen behalen. Daartoe regelt de verordening de volgende zaken: de mogelijkheid tot medegebruik van infrastructuren door telecombedrijven; transparantie over onder andere locatie en aard van bestaande infrastructuren; coördinatie van civiele werken om kosten voor bijvoorbeeld graven te kunnen delen; versnelling en facilitering van vergunningsprocedure en tenslotte de uitrusting van nieuwe en gerenoveerde gebouwen met een infrastructuur die geschikt is voor de aanleg van breedband (zoals buizen waardoor later glasvezel kan worden gelegd).

Nederland hecht grote waarde aan de beschikbaarheid van breedband in heel Europa en ondersteunt de ambitie van de Europese Commissie om de aanlegkosten van breedband te reduceren.

Bij het huidige voorstel heeft het kabinet een negatief proportionaliteitsoordeel gegeven, zoals in het BNC-fiche dat 3 mei jl. naar uw kamer is gezonden ook is aangegeven. Het is vooral de vraag of de voorgestelde maatregelen in de juiste verhouding staan tot de te bereiken doelen (o.a. gezien de voorziene kosten van degenen die toegang tot hun infrastructuur moeten verlenen). Ik ben van mening dat dit niet het geval is. Nederland moet namelijk ten gevolge van de verordening kosten maken door aanpassing van goed werkende bestaande praktijken, terwijl deze aanpassingen de uitrol van breedbandinfrastructuur in Nederland niet goedkoper maken. Ik zet in op een aanpassing van het voorstel zodat kosten en baten van de voorgestelde maatregelen beter in balans komen. Enkele andere lidstaten hebben overigens ook proportionaliteitsbezwaren geuit bij deze verordening.

Richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

Tijdens de Raad zal het voorzitterschap de voortgangsrapportage presenteren over de Richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites in Raadskader.

Het voorstel, dat op 3 december 2012 door de Europese Commissie gepubliceerd is, betreft de verplichting om websites van de overheid vóór 2016 te laten voldoen aan een geharmoniseerde standaard voor webtoegankelijkheid ten behoeve van mensen met een functionele beperking.

Het kabinet heeft maatregelen (voor)genomen om ervoor te zorgen dat de ‘Webrichtlijnen’, van het internationale forum World Wide Web Consortium (W3C). tijdig geïmplementeerd worden. Het internationale forum ontwikkelt webstandaarden voor het ‘world wide web’. De ‘Webrichtlijnen’ voldoen aan de door de Commissie voorgestelde standaard.

Het kabinet heeft in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1544) aangegeven over subsidiariteit negatief te oordelen. Het kabinet ziet geen noodzaak tot het door de Europese Unie vaststellen van de toegankelijkheidseisen en de daarop gebaseerde conformiteitnormen voor websites van overheden ter bevordering van de werking van de interne markt.

Het is volgens het kabinet onwenselijk dat de Europese Unie in plaats van de lidstaten bepaalt op welke wijze de lidstaten aan de internationale vereisten en normen voor webtoegankelijkheid dienen te voldoen en op welke wijze het toezicht op de naleving daarvan vorm dient te worden gegeven.

De Nederlandse inzet in de onderhandelingen is er op gericht het toepassingsbereik van de normen voor webtoegankelijkheid uitvoerbaar te houden.

Digitale Agenda voor Europa- de rol van de telecommunicatie en ICT sectoren

Gedachtewisseling

In de Raad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de Europese digitale agenda en de rol van telecommunicatie en ICT sectoren hierbij. De Europese Commissie zal hier vooruitblikken op de Europese Raad van oktober 2013 waar regeringsleiders naar verwachting conclusies zullen aannemen over de Interne Markt voor de telecomsector. In essentie wil de Europese Commissie de nodige piketpalen slaan om de telecommarkt in Europa aantrekkelijk te maken voor jonge innovatieve ondernemers en ruimte te maken voor een meer prominente rol van Europese bedrijven op derde markten. Het is nog onduidelijk welke maatregelen de Europese Commissie precies voor ogen heeft, maar het lijkt erop dat zij in elk geval een meer geharmoniseerde uitvoering van marktregulering en het spectrumbeheer wil nastreven. Nederland ziet de plannen met belangstelling tegemoet en steunt het voornemen om onnodige barrières in de markt weg te nemen.

Werkprogramma Litouwse voorzitterschap

Presentatie

Het aankomend Litouwse voorzitterschap zal zijn werkprogramma (juli-december 2013) op het beleidsterrein van telecom en informatiemaatschappij presenteren. Het werkprogramma is thans nog niet gepubliceerd.

Tenslotte

Op 25 maart jl. hebben de Raad en het Europees Parlement in de trilogen een compromis hebben bereikt over de wijziging van de Richtlijn hergebruik van overheidsinformatie. De stemming in het Europees Parlement over dit compromis zal plaatsvinden op 11 juni a.s. Implementatie van deze richtlijn vindt voornamelijk plaats in de Wet openbaarheid van bestuur. Daarvoor zijn mijn collega’s van Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk.

In triloog is tevens een compromis bereikt over de Verordening Europees Agentschap voor netwerk en informatiebeveiliging (ENISA). Het Europees Parlement is in de plenaire stemming van 16 april 2013 akkoord gegaan met het door het Ierse voorzitterschap bereikte compromis over de nieuwe verordening ENISA.

Naar boven