21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 250
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2009

Bijgaand komt u toe de geannoteerde agenda van de VTE-Raad over telecommunicatie, die op 18 december as. bijeenkomt in Brussel.

Onderwerp van bespreking is de opvolger van de digitale agenda i2010, de mededeling van de Commissie over het digitale dividend en de veiligheid van kritieke netwerken en informatie-infrastructuren. Tijdens de lunch zal op informele titel worden gesproken over het beleid van de lidstaten om de uitrol van snelle breedbandnetwerken te stimuleren en de rol die de EU daarin kan spelen.

Daarnaast treft een kort verslag van de afronding van de besluitvorming over de herziening van het regelgevend kader voor de elektronische communicatiesector.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

BIJLAGE GEANNOTEERDE AGENDA VTE-RAAD (TELECOM) D.D. 18 DECEMBER 2009

OnderwerpBehandeling
Follow up i2010Raadsconclusies en beleidsdebat
Digitaal dividendRaadconclusies
Netwerk- en informatieveiligheidRaadsresolutie

Herziening Europees regelgevend kader voor de elektronische commucicatiesector

Afronding besluitvorming

Begin november is overeenstemming bereikt tussen het Europees Parlement en de Raad van Ministers over het laatste discussiepunt in de besluitvorming over het regelgevend kader voor de telecomsector: de bescherming van gebruikers bij het afsluiten en het gebruik van internet. Het nieuwe artikel stelt dat overheidsmaatregelen met betrekking tot toegang en gebruik van internet moeten garanderen dat eindgebruikers goed worden beschermd. Dat betekent onder meer dat gebruikers alleen van internet moeten kunnen worden afgesloten op basis van een eerlijke en onafhankelijke procedure. Dit hoeft geen rechterlijke procedure te zijn. Verder blijft er ruimte voor het nemen van spoedmaatregelen, bijvoorbeeld als het gaat om ernstige strafbare feiten. In die gevallen volstaat een goede rechtsbescherming achteraf. De gedragscode notice-and-take-down, een initiatief van partijen die zich inzetten tegen de aanwezigheid van onrechtmatige en strafbare informatie op (het Nederlandse deel van) internet, is een vorm van zelfregulering en geen overheidsmaatregel en wordt daarom niet geraakt door de nieuwe bepaling.

Het laatste deel van het herzieningspakket is op 20 november goedgekeurd door de Raad van Ministers en op 24 november door het Europees Parlement. Nederland heeft zich van stemming onthouden. In een stemverklaring heeft Nederland aangegeven grote moeite te hebben met de centrale rol van de Europese Commissie bij de regulering van telecommunicatiemarkten. De nationale toezichthouders zouden meer ruimte moeten hebben om rekening te houden met specifieke marktomstandigheden en daarbij niet overstemd moeten kunnen worden door de Commissie.

De Commissie heeft een verklaring afgegeven over netneutraliteit. De Commissie zal de implementatie van de nieuwe bepalingen over netneutraliteit nauwlettend volgen en zo nodig specifieke richtsnoeren opstellen.

Verder heeft een aantal landen een verklaring afgelegd over de nieuwe bevoegdheid van de Commissie om besluiten van algemene strekking te nemen ten aanzien van de invulling van marktregulering door toezichthouders. Eerder kon de Commissie alleen aanbevelingen doen. Deze besluiten kunnen individuele besluiten van toezichthouders niet rechtstreeks verbieden, dat kan alleen met de vetobevoegdheden. De verklaring stelt dat de nieuwe richtlijn geen grondslag biedt voor algemene besluiten van de Commissie ten aanzien van het opleggen van verplichtingen door toezichthouders. Nederland heeft deze verklaring niet gesteund. De verklaring heeft slecht betrekking op één onderdeel van één van de bevoegdheden van de Commissie ten aanzien van marktregulering en was daarom voor Nederland te beperkt in reikwijdte. Nederland heeft moeite met de vergaande bevoegdheden van de Commissie ten aanzien van marktregulering in algemene zin (vetobevoegdheden ten aanzien van individuele besluiten van toezichthouders, vaststelling lijst van te reguleren markten, algemene besluiten ten aanzien van marktregulering) en heeft daarom gekozen voor een eigen verklaring op dit punt.

Een aantal landen heeft een verklaring afgelegd over cookies. Voorheen was in de richtlijn bepaald dat de gebruiker het recht geboden moest worden om cookies te weigeren. In de nieuwe richtlijn is bepaald dat het plaatsen van cookies alleen is toegestaan op voorwaarde dat de betrokken gebruiker toestemming heeft verleend na te zijn voorzien van duidelijke en volledige informatie ondermeer over het doel van het plaatsen van cookies. De verklaring stelt dat het nieuwe cookie-artikel niet bedoeld is om het bestaande vereiste te wijzigen, namelijk dat dergelijke instemming wordt uitgeoefend als een recht om het gebruik van cookies te weigeren. Hiermee wordt in feite beoogd de bestaande praktijk in stand te houden en het nieuwe artikel daarmee zijn werking te ontzeggen. Nederland heeft deze verklaring niet gesteund, omdat Nederland een verbetering van de huidige situatie belangrijk vindt gelet op het belang van een goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het gebruik van internet.

De aangepaste richtlijnen moeten uiterlijk in mei 2011 in nationale wetgeving geïmplementeerd zijn. Het nieuwe orgaan van Europese toezichthouders BEREC (Body of European Regulators of Electronic Communications) met ondersteunend bureau zal begin 2010 van start gaan.

Post i2010

Raadsconclusies en debat

De Raad zal conclusies aannemen en spreken over de opvolger van de Europese digitale agenda i2010. De Europese Commissie werkt dit najaar en volgend voorjaar aan de opvolger van i2010. De Commissie is voornemens de nieuwe strategie in april 2010 uit te brengen. Nederland heeft bijzondere belangstelling voor de nieuwe strategie omdat deze tijdens het World ICT Congress (WCIT) 2010 zal worden gelanceerd. Nederland is in 2010 het gastland van het WCIT.

De Commissie plaatst haar plannen voor een nieuwe digitale agenda in een context van een Europa waarin de betekenis van ICT voor de samenleving en economie almaar verder toeneemt. Tegelijkertijd moet Europa zijn voorsprong op ICT-terrein langzaam prijsgeven. Zo streeft Zuid-Korea Europa voorbij wat betreft de aanleg glasvezelnetwerken en de VS wat betreft het gebruik van sociale netwerken en blogs. De huidige ICT-strategie i2010 heeft de ICT-ontwikkeling in Europa naar een hoger plan getild, o.a. door in te zetten op vrije concurrentie op de telecommarkten en het bevorderen van een inclusieve informatiemaatschappij. De toekomstige beleidsuitdagingen zijn volgens de Commissie van andere aard. Zo is een eerste uitdaging om een nieuw en werkbaar evenwicht te zoeken tussen het gebruik van digitale content en bepalingen van auteursrecht. Een andere prioriteit is het bewerkstelligen van veilige en gebruiksvriendelijke Europese ruimte voor mobiele betalingen, het slechten van obstakels die e-commerce belemmeren en het optimaliseren van de ICT-inzet bij energiebesparing en CO2-reductie.

Nederlandse inzet

Nederland is het eens met de Commissie dat ICT-ontwikkeling een essentiële drijver voor economische groei en maatschappelijke groei is. Voor economische groei is ICT als productiefactor van belang bij het realiseren van doelstellingen voor duurzaamheid en groei van werkgelegenheid en productiviteit. Voor maatschappelijke vraagstukken biedt ICT unieke oplossingsmogelijkheden in de zorg, onderwijs, veiligheid en mobiliteit. Om de kansen en voordelen die ICT eenieder kan bieden te benutten, is een nieuwe en actuele strategie op de deelthema’s van het ICT-beleid onmisbaar. Nederland onderschrijft de keuze die de Commissie heeft gemaakt voor een achttal deelthema’s ter uitwerking van de nieuwe strategie. Nederland zal in het debat aangeven prioriteit toe te dichten aan de thema’s;

• Het krachtig stimuleren van open standaarden voor de benodigde interoperabiliteit van interactieve e-government diensten voor burgers en bedrijven in EU – dit ook conform het actieplan Nederland Open in Verbinding.

• Het ontwikkelen van een raamwerk voor de ICT industrie met als doel verhoging van de energie-efficiency en als partner op te treden voor een efficiënter gebruik van energie in de economische en maatschappelijke activiteiten.

• Het zoeken van een nieuwe balans tussen het grootschalig digitaal gebruik van content en de belangen van de makers van die content. De rechten van gebruikers moeten met de rechten van makers worden verenigd om de creativiteit van zowel gebruikers als makers te stimuleren en een interne online markt voor consumenten te realiseren.

• De verschuiving van operationele ICT vaardigheden naar strategische vaardigheden en zodat mensen in economische en maatschappelijke zin meer uit ICT halen.

Digitaal dividend

Raadsconclusies

De Raad zal naar verwachting conclusies aannemen over de mededeling van de Europese Commissie over de wijze waarop het digitale dividend in de UHF-band (470 – 862 MHz) kan worden ingezet om sociale voordelen en economische groei te realiseren. De mededeling dateert van 28 oktober jl.

Achtergrond

Door de Europese omschakeling van analoge televisie naar digitale televisie komt frequentiespectrum vrij, het zogenaamde digitale dividend. Momenteel gebruiken de meeste lidstaten, waaronder Nederland, dit spectrum voornamelijk voor omroep (in Nederland digitale ethertelevisie van KPN/Digitenne en de Publieke Omroep) en omroepondersteunende toepassingen. De Commissie wil dat alle lidstaten een deel van het digitaal dividend in de 800 MHz-band (het bovendeel van de UHF-band) onder gelijke technische condities beschikbaar maakt voor systemen voor (aardse) elektronische communicatie, waarbij zij met name kansen ziet voor mobiele breedbanddiensten. In haar mededeling schetst de Commissie welke maatregelen zij nodig acht om deze technische harmonisatie in het 800 MHz spectrum te bewerkstelligen.

De Commissie kondigt ten eerste een harmonisatiebeschikking aan die de technische randvoorwaarden vastlegt die lidstaten in acht moeten nemen indien zij besluiten na de omschakeling elektronische communicatiediensten toe te staan in de 800 MHz band. In dat verband is (nog) geen sprake van een verplichting voor de lidstaten om deze subband open te stellen voor andere nieuwe toepassingen dan voor omroepdoeleinden. Echter, wanneer een lidstaat hiertoe besluit, dient deze de gemeenschappelijke technische parameters te volgen.

Hoewel de toedeling van het spectrum niet is verplicht, stelt de Commissie in haar mededeling dat het van fundamenteel belang is dat de lidstaten geen maatregelen nemen die de toepassing van de voorgenomen technische harmoniseringmaatregelen belemmeren. Dit moet een consistent gebruik van het digitaal dividend in de 800 MHz band in de gehele EU ten goede komen. De Commissie kan een dergelijke harmonisatiebeschikking zelfstandig uitvaardigen, na betrokkenheid van de lidstaten via comitologie. De beschikking raakt zoals gezegd niet aan de politieke beslissing van een lidstaat over de toedeling van beschikbaar komend spectrum. Momenteel wordt een eerste voorstel in comitologie met de lidstaten gewisseld in het Radio Spectrum Comité (RSC). De Commissie denkt aan inwerkingtreding van deze beschikking eind voorjaar 2010.

Ten tweede wil de Commissie met de Raad en het Europees Parlement een roadmap opnemen met een gezamenlijk Europees standpunt ten aanzien van de invulling van het digitale dividend. Deze roadmap is onderdeel van het Meerjarenspectrum Beleidsplan, een nieuw instrument in het regelgevend kader voor de telecommunicatiesector. De Commissie overweegt in de roadmap ook een uiterste datum op te nemen waarop de lidstaten de 800 MHz sub-band geschikt moet worden gemaakt voor mobiele elektronische communicatiediensten. De roadmap is een besluit dat door de Raad en het Europees Parlement moet worden aangenomen. In de loop van 2010 wordt het eerste Meerjaren Spectrum Beleidsplan opgesteld.

Nederlandse inzet

Nederland heeft al eind 2006 de overstap gemaakt van analoge naar digitale ethertelevisie. De toen vrijgekomen frequentieruimte is destijds grotendeels toebedeeld aan KPN/Digitenne voor de verspreiding van digitale televisie via de ether. Een deel van de vrijgekomen frequentieruimte kan nog niet worden ingezet, omdat Nederlands gebruik van dat spectrum zal leiden tot storingen in buurlanden die nog niet zijn overgestapt van analoge op digitale televisie-uitzendingen. In 2012 zullen onze buurlanden niet langer een beroep doen op de hun bestaande beschermingsrechten en komt resterend spectrum (ook) voor Nederland beschikbaar.

Nederland staat in beginsel positief tegenover de gedachte om de 800 MHz-band beschikbaar te maken voor (aardse) elektronische communicatie, mede omdat dit aansluit bij het beleidsuitgangspunt van flexibilisering van het spectrumgebruik. Het voornemen om de technische randvoorwaarden van het 800 MHz spectrum geschikt te maken voor het gebruik van (aardse) elektronische communicatie (met name mobiele breedband) is in juni jl. bij de Nederlandse marktpartijen geconsulteerd. Die consultatie leverde naast positieve reacties ook een aantal potentiële knelpunten op. Het belangrijkste knelpunt voor Nederland vormt daarbij de mogelijke storing bij de kabeldistributie van televisieprogramma’s die worden verspreid met gebruikmaking van het 800 MHz spectrum in de kabel. Mensen gebruiken hun mobiele telefoons binnenhuis ook in de nabijheid van kabeltelevisie apparatuur. Geconsulteerde partijen spraken de zorg uit dat het binnenhuisgebruik van mobiele breedbanddiensten in de 800 MHz band onacceptabele storing kan veroorzaken op de kabeltelevisieapparatuur die eveneens gebruik maakt van het 800 MHz spectrum. Dit kan leiden tot verstoring van de televisieprogramma’s die via de kabel worden verspreid in dat spectrumdeel. Uit eerste indicatieve metingen van Agentschap Telecom blijkt dat de kans dat deze storing optreedt aanmerkelijk is, zelfs als de kabelkijker kwalitatief goede apparatuur (digitale televisie en bekabeling) gebruikt. Hoewel deze uitkomsten nog slechts eerste indicaties zijn en verder onderzoek nodig is, zijn de uitkomsten reden tot zorg. Ook buitenlands onderzoek bevestigt deze storingskans.

Bij het opstellen van de conclusies van de Raad over de mededeling en plannen van de Commissie, stelt Nederland zich daarom op het standpunt dat eerst meer zicht moet komen op de storingsproblematiek en mogelijke oplossingen voordat bindende Europese afspraken kunnen worden gemaakt. Zorgvuldigheid en een goede belangenafweging moeten voorop staan. Daarom vindt Nederland ook dat vooralsnog geen termijn moet worden vastgelegd voor het openstellen van de 800 MHz-band voor elektronische communicatie, zoals de Commissie overweegt te doen in het Meerjaren Spectrum Beleidsplan. In dat licht moet een lidstaat voldoende ruimte behouden om de geëigende beleidsafwegingen te kunnen maken met betrekking tot het gebruik van het 800 MHz spectrum.

De storingsproblematiek bij de kabel speelt in de meeste Europese lidstaten minder dan in Nederland. De reden daarvoor is dat Nederland voorop loopt voor wat betreft de intensiteit en omvang van het gebruik van de kabel. De Commissie erkent dat er wellicht sprake is van storingsproblemen bij de kabel en heeft laten weten mee te willen denken over oplossingen. De Commissie is er echter ook veel aan gelegen dat het proces ten aanzien van het openstellen van de 800 MHz-band voor systemen voor (aardse) elektronische telecommunicatie niet wordt vertraagd.

Een aantal Europese lidstaten, waaronder Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk heeft al een politiek besluit genomen om de 800 MHz-band in te zetten voor elektronische communicatie. Zij willen dan ook vaart in het proces houden. Andere lidstaten steunen Nederland in het standpunt dat maatregelen niet verplichtend moeten zijn.

Vervolg

Agentschap Telecom verwacht in de loop van het eerste kwartaal van 2010 de uitkomsten van het nadere onderzoek naar de storingsproblematiek bij de kabeldistributie te kunnen opleveren. Als de uitkomsten van dit onderzoek en de uitkomsten van onderzoek naar nog andere knelpunten (de positie van draadloze microfoongebruikers, het aanpassen van de huidige vergunningen van KPN/Digitenne en Publieke Omroep) beschikbaar zijn, zal ik uw Kamer informeren over mijn beleidsstandpunt ten aanzien van de Nederlandse invulling van het digitaal dividend. De verwachting is dat dit in de eerste helft van 2010 kan plaatsvinden.

Netwerk- en informatieveiligheid

Raadsresolutie

Het voorzitterschap is voornemens een resolutie aan te nemen over het Europese beleid inzake netwerk- en informatieveiligheid.

Elektronische communicatienetwerken en informatiesystemen vormen inmiddels het zenuwstelsel van onze informatiemaatschappij en de economie. Het zorgdragen voor de veiligheid van die netwerken en systemen en het vertrouwen daarin neemt daarom in belang toe, wat vraagt om een actieve overheidsrol. Gezien de wereldwijde verbondenheid van de moderne netwerken vindt de discussie hoe netwerkveiligheid te vergroten in belangrijke mate op internationale schaal plaats. In Europees verband wordt daarom gewerkt aan een brede benadering die gebruik maakt van en voortbouwt op nationale initiatieven.

In 2009 publiceerde de Commissie een mededeling met een actieplan voor de bescherming van vitale informatie-infrastructuren (zie ook Tweede Kamer 2008–2009, 21501-33, nr. 230). Het actieplan is met name gericht op paraatheid en preventie en moet de beveiliging en veerkracht van de vitale infrastructuren en de tactische en operationele samenwerking in Europa versterken. Publiek-private samenwerking is een belangrijk element in het werken aan netwerkveiligheid.

De private sector ziet deze samenwerking als een van de belangrijkste voorwaarden voor een breed gedragen verdere ontwikkeling van netwerk- en informatiebeveiliging.

Met de resolutie spreekt de Raad zich formeel uit over de mededeling en legt hij eigen accenten. De Raad roept onder meer op tot het tot stand brengen van internationale veiligheidsnormen, het publiceren van betrouwbare statistieken die de stand van de beveiliging inzichtelijk maken, een heldere taakafbakening tussen lidstaten, Commissie en ENISA en het instellen van nationale crisisteams voor computernoodgevallen.

Nederlandse inzet

Ook Nederland steunt de resolutie. Het werk op Europees niveau, mede uitgevoerd door het Europese agentschap voor netwerk – en informatiebeveiliging ENISA, richt zich op het opbouwen en uitwisselen van kennis en expertise tussen lidstaten en samenwerking met de betrokken partijen, waaronder het bedrijfsleven. ENISA werkt daarnaast aan voorlichting en bewustwording bij gebruikers, verbetering van risicomanagement, realiseren van computer crisisteams in de lidstaten en het borgen van een goede afstemming en samenwerking daarvan.

Deze acties sluiten aan bij het Nederlandse beleid. In Nederland lopen al langer bewustwordingsactiviteiten in programma’s als DigiVaardig en Mediawijsheid, de samenwerking met telecomaanbieders in het Nationaal Continuïteitsoverleg Telecommunicatie NCO-T, de intersectorale risicoanalyses binnen het programma Nationale Veiligheid en de oprichting in 2001 van GovCert, het nationale computer crisisteam van de Nederlandse overheid. Over deze activiteiten wordt met regelmaat aan uw Kamer gerapporteerd in o.a. de voortgangsrapportages over Nationale Veiligheid (TK, 2008–2009, 30 821, nr. 8), over de Vitale Infrastructuur (TK, 2008–2009, 29 668, nr. 26) en over de rijksbrede ICT-Agenda (TK, 2007–2008, 26 643, nr. 125).

Diversen – internet governance

Informatie van het voorzitterschap

De Europese Commissie zal informatie verschaffen over de stand van zaken van de dialoog met de VS en andere landen om tot nieuwe afspraken over het dagelijks beheer van kritische internethulpbronnen zoals domeinnamen en internetadressen (internet governance). Op basis van een mededeling van de Commissie van juni 2009 heeft de Raad van Ministers inmiddels richtlijnen vastgesteld ten behoeve van discussies van de EU met de VS en andere landen over de afloop van de overeenkomst waarbij de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) het beheer van het internet domeinnamen systeem onder zich had. Per 1 oktober 2009 is door ICANN en de VS die overeenkomst vervangen door een nieuwe overeenkomst geheten «Affirmation of Commitments». In overleg met de VS en andere landen bekijkt de Commissie of er een multilateraal verantwoordingsmechanisme kan worden ontwikkeld waardoor naast de VS ook andere landen (inclusief de EU) meer betrokken zijn bij het beheer van ICANN.

Naar boven