21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 206
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 13 januari 2009

De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2 hebben op 19 november 2008 overleg gevoerd met staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken over:

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 27 juni 2008 over de hoge sms-tarieven binnen de EU (21 501–33, nr. 169);

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 26 juni 2008 inzake het verslag VTE-Raad van 12 juni 2008 over Telecom (21 501–33, nr. 168);

– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 1 juli 2008 inzake vijf fiches die zijn opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) (22 112, nr. 662);

– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 7 juli 2008 inzake Informatievoorziening over twee nieuwe fiches Commissievoorstellen (22 112, nr. 664);

– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 12 november 2008 inzake de Verordening inzake roaming openbare mobiele telefoonnetwerken (22 112, nr. 724);

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 12 november 2008 inzake de geannoteerde agenda VTE-Raad (telecom) d.d. 27 november 2008 (21 501–33, nr. 196);

– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 12 november 2008 met drie fiches interoperabiliteit voor Europese overheidsorganisaties (22 112, nr. 725);

– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 12 november 2008 met drie fiches toekomstige netwerken en internet (22 112, nr. 726).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

Voorzitter: Tichelaar Griffier: Van der Wiel

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Hessels (CDA): Voorzitter. Wij bespreken vandaag een groot aantal verschillende onderwerpen. Dat is inherent aan het onderwerp VTE-Raad.

De regering staat nogal twijfelachtig tegenover de herziening van het regulerend kader. De CDA-fractie steunt het regeringsstandpunt volledig, zeker wat betreft de vetobevoegdheid van de Europese Commissie. Die moet inderdaad niet worden uitgebreid, maar eerder worden ingeperkt. Wij hebben bijvoorbeeld in uitspraken over de kabelsector gezien dat de situatie in de Europese landen heel verschillend kan zijn. Nederland loopt in de kabelsector voorop, in Nederland is er een heel andere marktsituatie. De Europese Commissie kan dan soms geen weloverwogen besluit nemen. Een veto gaat dan wel heel erg ver.

Om dezelfde reden steunt de CDA-fractie de opvatting van de regering dat niet moet worden overgegaan tot de instelling van alweer een nieuw EU-agentschap. Meer invulling geven aan de European Regulators Group is een goed alternatief. Laten wij het dan verder maar zelf regelen. Er hoeft niet weer een agentschap te komen.

De CDA-fractie begrijpt dat harmonisatie van het spectrum voor een klein land als Nederland nadelen kan hebben. In grensgebieden moet echter een betere afstemming kunnen plaatsvinden, ook op het gebied van het spectrum. Moeten wij daarvoor echt verdergaan met de voorgestelde harmonisatie of kan de Radio Spectrum Policy Group daarbij een rol spelen? Welke rol kan die spelen om mogelijke problemen op te lossen?

De opmerkingen over de universele dienst, met name over de positie van breedband daarin, verbaasden ons. Er wordt van uitgegaan dat iets pas universele dienst is als het overal van toepassing en overal beschikbaar is. Dat beperkt natuurlijk wel de mogelijkheden om proactief te werken. Breedband zou onderdeel moeten zijn van de universele dienst, maar hoe kunnen wij dat bereiken? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat Europa daaraan meer proactief voorrang geeft en het met alle bevoegdheden «omlijst»?

Mijn complimenten over de acties van de Europese Unie op het gebied van roaming. Het blijkt inderdaad te werken als de EU een bepaalde maatregel afkondigt. Het is ook heel goed dat het sms- en het dataverkeer worden aangepakt. Het is een vooruitgang om het niet te laten ingaan per 1 september, maar per 1 juli; dus voor de zomervakanties.

Waarom kan het afrekenplafond bij data roaming pas in 2010 worden ingevoerd en niet in 2009? Is het nu werkelijk zoveel moeilijker om automatisch een sms’je te sturen als iemand boven een bepaald bedrag of aantal megabits zit dan om een prijs af te spreken? Wij vinden dat het afrekenplafond met dat sms’je in 2009 ingevoerd moet worden.

De CDA-fractie is het – na al deze lovende woorden – niet eens met de constatering dat het opheffen van de problemen met ongewenste roaming in grensgebieden geen EU-probleem is. Die bewijst slechts dat hoofd- en residentiesteden in Europa slechts uiterst zelden in de buurt van een grens liggen. Zojuist werd ik erop gewezen dat de enige uitzondering Bratislava, de hoofdstad van Slowakije, is. Luxemburg heeft natuurlijk alleen maar grenzen. Ik beveel de staatssecretaris aan om met deze twee landen een kongsi te sluiten.

Het zijn juist deze heel kleine grensergernissen die door de EU opgelost zouden moeten worden. Het is een technische kleinigheid – het voorbeeld komt van de bedrijven zelf – om de eerste mast over de grens mee te tellen als behorend bij het thuisnetwerk. Dan los je langs de gehele grens het probleem op. Europa heeft tenslotte ontzettend veel grenzen. De mensen begrijpen er helemaal niets van dat zij in een verenigd Europa in grote gebieden niet weten voor welke kosten zij precies bellen.

Hetzelfde geldt voor bellen tegen binnenlands tarief in bijvoorbeeld de Benelux. Hoe staat het daarmee? Is het expliciet toegestaan door de EU en onderneemt de staatssecretaris nog iets om dit te bevorderen?

De heer Aptroot (VVD): Voorzitter. Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik denk dat wij het aardig eens zijn met elkaar. Wij zijn het absoluut eens met het standpunt van de regering dat wij geen vetorecht moeten toekennen aan de Europese Commissie bij besluiten van nationale toezichthouders. Wij zien wat een ellende het geeft als wij iets met de kabel willen en Europa dan dwarsligt. Dus minder bemoeienis van de Europese Commissie met ons nationale beleid. Is het gevaar definitief geweken? Het Europees Parlement, de Raad en ook onze regering verzetten zich. Dan moet het toch goed komen.

Frankrijk wil amendement 138 schrappen en het doen op eigen houtje. «Three strikes, you’re out», maar dan op internet. Wij zijn niet enthousiast over dit soort maatregelen. Wij vinden het heel goed om allerlei criminele zaken aan te pakken. Wij vinden het overtrokken om als overheid/toezichthouder te controleren of iemand muziek heeft gedownload en vervolgens te zeggen dat iemand het internet niet meer op mag. Wij hopen dat onze regering zich daar fanaat tegen zal verzetten.

Het is goed wat de Europese Commissie doet op het gebied van roaming. Voor de zomer hebben wij een brief gekregen van de staatssecretaris, waar ik ook om had gevraagd. Hij heeft gesproken met de drie aanbieders van mobiele telefonie. Zij hebben in elk geval stappen gezet en hebben per 1 juli de tarieven verlaagd. De consument heeft daarvan dus geprofiteerd. De maximumtarieven die door de Europese Commissie worden vastgesteld per 1 juli volgend jaar, zijn aanmerkelijk lager dan de aanbieders nu hanteren. Dat is dus heel goed voor de consument. Helaas gebeurt het niet per 1 januari. Waarom niet? Zou het iets eerder kunnen?

Over het afrekenplafond hebben wij dezelfde vraag als de heer Hessels. Ik wil nog wel weten hoe het exact gaat werken.

Mijn volgende punt is de interoperabiliteit van de Europese overheidsorganisatie. Het is heel leuk, Europa betaalt het. Het is niet heel weinig geld om ervoor te zorgen dat overheden makkelijk informatie kunnen uitwisselen. Het gaat om 164 mln., waarvan Nederland 7,5 mln. bijdraagt. Dat is veel geld, maar het staat er zo simpel: de Europese Commissie trekt geld uit, wij regelen een paar dingetjes en al die overheden communiceren met elkaar. Nu weten wij hoe overheden en dit soort systemen in de praktijk werken bij ICT-operaties. Meestal gaat het niet zo goed als wij hadden gedacht. Het duurt een beetje of ontzettend veel langer en de kosten lopen uit de hand. Wij zijn elke keer toch bang voor ICT-drama’s. Zonder risico kun je echter niets ondernemen. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe dit geregeld is. Is er een redelijke zekerheid dat er een systeem komt, zonder dat het in de tijd of financieel uit de hand loopt, dat er inderdaad voor zorgt dat overheden informatie uitwisselen, als dat nodig is? Het kan wel. Belastingdiensten willen wel eens informatie bij elkaar opvragen of informatie bij banken opvragen, als mensen huizen niet opgeven. Voor justitie is het heel belangrijk dat er communicatie is. Wij vinden het een heel belangrijk project, maar het staat er als «appeltje, eitje, het is zo geregeld». Daar zetten wij onze vraagtekens bij.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Enkele punten waarover wij het vandaag hebben, zijn de torenhoge internationale sms-tarieven, de vergroening van de ICT-sector, de overgang naar een nieuw systeem voor IP-adressen en het fenomeen roaming.

De brief van de staatssecretaris over de sms-tarieven was erg duidelijk. Dank daarvoor. De inhoud verbaasde mij echter. In plaats van een daadwerkelijke verlaging van de tarieven voor sms’en in het buitenland kiezen aanbieders voor extra pakketjes en mogelijkheden om klanten aan zich te binden. Dat is heel slim van ze. Pas dan profiteren deze klanten van een lage prijs, die overigens nog steeds fors is. De staatssecretaris is dat gelukkig met ons eens. Laten wij de aanbieders eens bekijken. Bij T-Mobile moet je een gratis dienst activeren, dan daalt de prijs. Waarom moet je die dienst activeren? Ik vermoed dat de enige reden van T-Mobile hiervoor is dat het bedrijf hoopt dat mensen dit niet doen, waardoor zij alsnog te veel blijven betalen. Vodafone doet iets soortgelijks. Alleen klanten met Vodafone Passport krijgen korting. KPN maakt het ook bont en biedt tegen betaling kortingsbundels aan met goedkopere sms’jes. Tegen betaling kortingsbundels! Dit gaat voor de SP niet ver genoeg. De inzet was niet een hier en daar aanbieden van extra pakketjes door de telecomaanbieders. De inzet was een verlaging van de tarieven over de gehele linie. Dat moet voor ons de inzet van de staatssecretaris zijn. Is hij daartoe bereid? Op welke verlaging zet de staatssecretaris in? Wat vindt hij acceptabel? Wat vindt hij van de uitlatingen van telecomaanbieders, dat zij de tarieven voor binnenlandse sms’jes zullen verhogen wanneer de Commissie met een gedwongen verlaging komt? Is hij voornemens dat tegen te houden? Ik geloof niet zo in het gejeremieer van de telecomaanbieders dat wij ze met een gedwongen verlaging tot de bedelstaf veroordelen.

Iedereen steunt het streven naar een Europese koolstofarme energie-efficiënte economie. Het is goed dat ook naar de ICT-sector wordt gekeken. Wat vindt de staatssecretaris van de suggestie van een energielabel voor beeldschermen en pc’s, die mevrouw Gerkens eerder deed? Wat gebeurt er momenteel om groene service te promoten? Bij wie ligt eigenlijk de verantwoordelijkheid?

Voor de overgang naar IPv6 ondersteunt Nederland al een private taskforce, maar is dat genoeg? Wanneer stapt de Nederlandse overheid zelf over? Wat gaat zij eraan doen? Ik vrees dat de chaos niet te overzien is wanneer wij dit niet op tijd regelen. Over iets meer dan twee jaar is de huidige voorraad IP-adressen opgedroogd en moeten wij zijn overgestapt. Denkt de staatssecretaris dat wij dat halen? Aangezien dit mondiaal noodzakelijk is, zou het wel eens rendabel kunnen zijn om hierin vroeg te investeren. Het is goed dat men dit in Europa inziet. De kosten voor investeringen kunnen uiteraard terugverdiend worden via onze eventuele voortrekkersrol ten opzichte van de rest van de wereld.

Ik kom vervolgens op het onderwerp roaming. Er komt een verlenging van de verordening en de komende jaren zullen de kosten verder afnemen. Ik heb hier weinig anders aan toe te voegen dan dat het de goede kant op gaat. Over de problemen met roaming in de grensstreken schrijft de staatssecretaris dat hiervoor geen Europese regelgeving komt, maar dat men aan het meten is of het signaal niet te krachtig is. Stel dat dit zo is. Snijden wij onszelf dan niet in de vingers wanneer wij het aanpakken? Wordt de ontvangst voor mensen in de grensstreken dan niet een stuk slechter?

Ten slotte ben ik blij om te lezen dat er in Europa zo nu en dan alert wordt gereageerd op de continue expansiedrang van de Europese Commissie. Ik weet niet waarom, maar het inzicht dat zij zich bij haar kerntaken moet houden, lijkt maar niet door te dringen. Misschien is het een goed idee om in een zoektocht naar de volgende Commissie als voorwaarde voor een commissariaat te stellen, dat men weet wat de bevoegdheden van de verschillende instanties en lidstaten in Europa zijn. Veel succes ook met de poging om de vetobevoegdheid van de Commissie ten opzichte van de nationale toezichthouders in te perken. Hoe staat die ervoor? Zijn de andere lidstaten nog steeds voornemens om ons daarin te steunen?

De voorzitter: Goedemorgen, mijnheer Van Dam. Ik geef u gaarne het woord.

De heer Van Dam (PvdA): Voorzitter. Laat ik de excuses die NS niet aan mij heeft gemaakt, wel aan u overbrengen. Dat is een ander AO, zegt de heer Hessels. Maar die discussie moet hoog nodig eens gevoerd worden, zeker in het najaar.

Bij de VTE-Raad staat een aantal zaken op de agenda en, als ik het goed begrijp, ook de waarschijnlijke afronding van het gehele traject van de herziening van het EU-reguleringskader. Ik maak mij wel zorgen over de richting waarin die lijkt uit te pakken. Ik maak mij geen zorgen over het Nederlandse standpunt. Dat is al tijden goed. Ik maak mij wel zorgen over het standpunt van de meerderheid van de lidstaten. Dat is nog niet het standpunt van de Commissie en het Europees Parlement. Mevrouw Gesthuizen maakte daar ook een punt van. Het lijkt weer te gaan om de aloude Brusselse ziekte, waarbij Brussel over meer moet gaan en zich met meer moet bemoeien. Wij hebben de afgelopen jaren kunnen zien hoe dat heeft uitgepakt, vooral bij de regulering van onze kabelsector. De staatssecretaris schrijft dat hij op basis van onze eigen ervaringen eigenlijk weinig vertrouwen heeft in het vergroten van Brusselse bevoegdheden en zelfs niet in het handhaven van de bestaande Brusselse bevoegdheden. Ik steun hem daarin. Ik vind dat een verstandige lijn. Hij merkt echter op dat de meerderheid van de lidstaten in een andere richting beweegt. Ziet de staatssecretaris überhaupt nog mogelijkheden of wordt dit echt de afsluiting van het gehele traject en hebben wij het spel gewoon verloren?

De Nederlandse regering had ook liever de bestaande vetobevoegdheden ingeperkt. Gelet op onze ervaringen met de kabel lijkt mij dat terecht, maar zo te zien gaan wij het niet halen. Voor de uitbreiding van de vetobevoegdheden lijkt geen meerderheid van de lidstaten te zijn. Dat lijkt mij verstandig, evenals het feit dat de meerderheid van de lidstaten ook is gekant tegen de oprichting van een Europees agentschap.

De regering zet in op versterking van de European Regulators Group, maar die gaat wel gepaard met een uitbreiding van het apparaat. Er wordt ook gesproken over de vraag wie de kosten ervan moet dekken. Ik kon dit niet goed uit de brief halen. Misschien kan de staatssecretaris daarop ingaan.

De functionele scheiding is een interessante optie, die de heer Hessels en ik al eerder in een motie naar voren hebben gebracht. Daarbij ging het ook over de kabelnetwerken. Wij hebben aangegeven dat wij voorstander waren van een soort van functionele scheiding, waarbij consumenten alleen nog maar aan hun kabelmaatschappij vastzitten voor het betalen van een vast tarief, een vergoeding, voor de netwerkkosten en zelf kunnen kiezen van wie ze de diensten op het netwerk afnemen. Nu wordt aangegeven dat de maatregel van de functionele scheiding als een soort «last resort» zal worden ingevoerd. Ik hoor graag van de staatssecretaris of daar misschien een mogelijkheid ligt voor onze kabelsector. Het is altijd onhandig om dit in het openbaar te bespreken, maar kunnen in dit deel van het besluit misschien nog criteria worden opgenomen waardoor uiteindelijk dit deel gebruikt kan worden om onze kabelsector te reguleren? Als het criterium kan worden opgenomen dat de maatregel van functionele scheiding mag worden ingezet als bijvoorbeeld meer dan 75% van de consumenten in een bepaalde regio klant is bij een bepaald bedrijf, wat in onze kabelsector zo is, kan dat misschien een handvat zijn om onze kabelsector te reguleren.

Ik begrijp dat op dit moment de breedbandpenetratie in Europa nog niet zodanig is dat voor heel Europa gezegd kan worden dat breedband behoort tot de universele dienst. Zouden lidstaten dat niet zelf op basis van hun eigen situatie mogen afwegen? Ik vind dat er in Nederland zo langzamerhand wel iets voor te zeggen valt om breedband toe te voegen aan de universele dienst. Dat betekent dat overal in Nederland toegang tot breedband mogelijk moet zijn. Wij hebben daarover bij de totstandkoming van de telecomwetgeving, vijf jaar geleden, al gesproken. Toen was het nog niet aan de orde. Inmiddels is de breedbandpenetratie zodanig dat je je kunt afvragen of niet iedereen in Nederland toegang moet kunnen hebben tot breedbandinternet. Is het niet al zo ver dat dit ook realiseerbaar is, door het op te nemen in de universele dienst? Ik zou het goed vinden als wij de ruimte hebben om breedband toe te voegen aan de universele dienst.

Ik kom vervolgens op roaming en de gemeenschappelijke aanpak van roaming. Ik maak mij zorgen over het tweede punt in de brief van de staatssecretaris, dat gaat over een afrekening per seconde. Er staat dat direct een afrekening per seconde moet plaatsvinden als iemand wordt gebeld. De provider waarvan de Kamerleden gebruikmaken, hanteert een tarief per gesprek als zij gebeld worden in het buitenland. Ik vind dat bijzonder prettig. Ik wil ook dat die ruimte blijft bestaan voor aanbieders. Ik hoop niet dat wat hier staat, dat onmogelijk maakt. Dat lijkt mij niet verstandig.

Ik zie met tevredenheid dat er nu een concreet voorstel ligt om sms- en dataverkeer te reguleren. Dat lijkt mij hoogst noodzakelijk. Ik blijf wel bij het standpunt dat ik hier eerder naar voren heb gebracht. Ik vind dat roamingtarieven binnen de EU niet overeenkomen met het principe van de éénmarktbenadering van de EU. Als de Europese Unie één markt is, is het gek om ineens een ander tarief te moeten betalen als je binnen die ene markt over in markttermen niet bestaande grenzen loopt. Wij moeten dat principe blijven uitdragen. Ik vind het ook voor de consument al helemaal niet uit te leggen, als je aan deze kant van de grens met Vodafone belt, sms’t of internet, dat je aan de andere kant van de grens ineens meer moet betalen terwijl je dat nog steeds via dezelfde provider doet. Ik wil dat de staatssecretaris dit principe blijft verdedigen in Europa en probeert in te zetten op een misschien nog verdergaande maatregel dan het Franse voorzitterschap nu voorstelt.

De heer Aptroot (VVD): Dat klinkt wel leuk, maar het kan betekenen dat er binnen Europa grensoverschrijdend lagere tarieven komen en dat binnen de landsgrenzen alles uiteindelijk duurder wordt. Als de heer Van Dam op die manier in de economie en in het ondernemerschap van de maatschappijen wil ingrijpen, zou het voor heel veel Nederlanders wel eens aanmerkelijk duurder kunnen worden omdat een enkeling al bellend en sms’end continu de grens over wil. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. De maximumtarieven voor roaming waren nodig, want de consument werd het vel over de oren gehaald. Wat u wilt, kan echter betekenen dat het voor de consumenten, zeker in een klein land als Nederland, aanmerkelijk duurder wordt.

De heer Van Dam (PvdA): Voor een VVD’er heeft de heer Aptroot bijzonder weinig vertrouwen in de kracht van concurrentie. Op de binnenlandse markt is er meer dan voldoende concurrentie. Op basis daarvan kunnen consumenten een aansluiting of abonnement kiezen. Ik ben ervan overtuigd dat de tarieven, zolang die concurrentie blijft, ook naar het laagst mogelijke niveau neigen. Ik hoef de heer Aptroot toch niet uit te leggen wat de kracht van marktwerking is. Het probleem is alleen dat de markt niet werkt zodra men de grens overgaat. Er zijn namelijk maar heel weinig consumenten die een abonnement kiezen op basis van de tarieven die zij over de grens betalen. Dat is de reden dat wij indertijd hebben aangedrongen op ingrijpen door Europa. Wij hebben tweeënhalf jaar geleden tegelijkertijd hier vragen gesteld aan minister Brinkhorst en in het Europarlement aan de Eurocommissaris, voordat dit alles op gang kwam. Dat heeft uiteindelijk geleid tot regulering in Europees verband. Het was hard nodig dat dit zou gebeuren, maar het principe blijft overeind dat in het buitenland nog steeds te veel wordt betaald. Ook de heer Aptroot voert gesprekken met mobiele operators. Die zijn in het algemeen heel erg eerlijk hierover en geven toe dat zij het inderdaad als cash cow gebruiken. Zij verdienen er veel geld aan. Ik ben er niet van overtuigd dat zij het gaan verhalen op de binnenlandse markt, als zij op die grensoverschrijdende markt minder verdienen, omdat de binnenlandse markt namelijk wel concurrerend is. De grensoverschrijdende markt is dat niet, althans onvoldoende.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb dit onderwerp bij de staatssecretaris aangekaart, voordat de heer Van Dam er was. Ik zit wel een beetje op de lijn van de heer Aptroot. U gelooft dat de telecombedrijven zo eerlijk zijn, maar zij hebben ook al eerlijk gezegd dat het er inderdaad toe zou kunnen leiden dat zij de binnenlandse tarieven verhogen.

De heer Van Dam (PvdA): Dat de SP niet zoveel geloof hecht aan marktwerking, begrijp ik. Dat zij wel veel geloof hecht aan opmerkingen van lobbyisten die heel duidelijk de bedoeling hebben om de besluitvorming te beïnvloeden, verbaast mij weer van mevrouw Gesthuizen. Zij weet waarom die lobbyisten dat zeggen: zij willen voorkomen dat gereguleerd wordt. Dat is precies waarom wel gereguleerd moet worden.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik reageer hier toch maar op, omdat het een beetje persoonlijk wordt. Wij lezen uiteraard allemaal de kranten, het stond daar gewoon in. Het is mij niet letterlijk verteld door een lobbyist. Ik wilde even aangeven dat het ook mijn zorg is, omdat u er eerder nog niet was. Wij hebben die tegenover de staatssecretaris geuit.

De heer Van Dam (PvdA): Dat is duidelijk. Ik geloof echter dat de winstgevendheid van deze bedrijven voldoende ruimte laat voor meer regulering.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dat had u uit mijn mond kunnen horen als u op tijd was geweest.

De voorzitter: Ik dank de leden voor hun inbreng in eerste termijn. Vanaf nu gaan er ongetwijfeld wijze woorden gesproken worden door de staatssecretaris in zijn eerste termijn.

Antwoord van de staatssecretaris

Staatssecretaris Heemskerk: Voorzitter. Ik dank de fracties voor hun inbreng. En als je met het openbaar vervoer komt, moet je bij dergelijke vertragingen misschien wel een trein eerder nemen. Ik dank ook de voorzitter voor zijn vertrouwen dat ik wijze woorden ga spreken. Dat schept hoge verwachtingen. Ik zal eerst antwoorden over de veto’s en bevoegdheden, dan over de tarifering en ten slotte ingaan op de losse vragen.

Laat ik beginnen met een anekdote die betrekking heeft op de vorige informele lunch met mevrouw Reding. Zij wil meer bevoegdheden en een groot agentschap. De lidstaten of in elk geval Nederland wil de European Regulators Group versterken en het daarbij laten. Ik vertelde dat mijn kinderen altijd naar Sesamstraat, met Bert en Ernie, kijken. Daarin is Ernie eigenlijk veel leuker dan Bert, want Bert is chagrijnig en Ernie is vrolijk. Mevrouw Reding is voor haar BERT, de Body of European Regulators in Telecom. Ik heb gezegd dat Nederland voor Ernie is. En Ernie staat voor European regulators are national independent and efficient. Dat versjteerde het klimaat van de lunch! Het gevoel voor humor van mevrouw Reding is dus niet mijn gevoel voor humor.

De race is nog niet gelopen, zeg ik tegen de heren Van Dam en Hessels. De lidstaten willen de Commissievoorstellen afzwakken. Dat is ook het Raadsvoorstel. De Commissie heeft nu een eigen voorstel ingebracht. Dat maakt de besluitvorming donderdag aanstaande ingewikkelder, omdat er twee voorstellen voorliggen. Als een lidstaat het niet met het ene voorstel eens is, schuift de hele zaak naar achter. Op die manier kan de Commissie de besluitvorming uitstellen. Dat is niet gunstig, want op een aantal punten ging het de goede kant op. In elk geval kan de Kamer ervan verzekerd zijn dat mijn inzet is om de kabel, gezien de lessen en de aanvaringen die wij op het gebied van de kabel hebben gehad in het verleden, van tafel te krijgen. Men weet dat de OPTA een conceptbesluit heeft genomen om concurrentie op de kabel toe te staan. Stel dat iemand ontevreden is over Ziggo. Dat komt nu overigens met grote advertenties dat zijn beeldkwaliteit de beste is, maar het scherm ging in Noord-Holland nog wel 30 minuten op zwart tijdens de hockeyfinale van de Olympische Spelen. Als er heel veel klachten zijn en mensen weg willen bij Ziggo of UPC, kan dat nu niet. Ik vind dat dit wel moet kunnen. Ik ben dus ook heel blij met het conceptbesluit van de OPTA. Na de marktconsultatie wordt dat besluit gefinaliseerd. Ik zal er alles aan doen opdat de Commissie geen veto uitspreekt. Daarbij helpt het dat de Commissie ons nu nodig heeft. Wij zijn dus in een stevig onderhandelingsspel.

De heer Hessels (CDA): Dit alles klinkt flink. De staatssecretaris heeft ook gelijk dat er keuzevrijheid moet zijn. Maar ligt de uitval in het voorbeeld dat hij noemt, aan de kwaliteit van het netwerk, van de infrastructuur, of aan het programma-aanbod? Ik denk aan het eerste. En dan kun je niet overstappen naar een ander. Dan moet je overstappen op andere telecominfrastructuur of draadloos. De kabel blijft de kabel en als je in een Ziggogebied woont, blijf je bij Ziggo.

Staatssecretaris Heemskerk: Op het eerste punt hebt u gelijk. Ik geloof dat het inderdaad ging om een technische storing, waaraan Ziggo uiteindelijk niet zoveel kon doen. Veel consumenten zijn echter ontevreden over de dienstverlening van de kabelbedrijven, over de callcentra, de prijs en dergelijke. Dan helpt het als iemand kan zeggen dat hij er klaar mee is, dat hij iets anders wil zonder allerlei snoeren en kabels te moeten veranderen en zonder over te stappen op digitale televisie, omdat hij daarbij meer abonnementen moet afsluiten voor meer toestellen. Daarom ben ik blij met het conceptbesluit van de OPTA dat concurrentie op de kabel mogelijk maakt. Ik zal mij dus maximaal inzetten opdat de Commissie geen veto uitspreekt. De kabel in Nederland heeft nu eenmaal specifieke kenmerken en is niet vergelijkbaar met andere landen. Laat ik niet zeggen dat wij op ramkoers zitten, maar wij gaan voor constructief overleg. Iedere keer als ik mevrouw Reding of mevrouw Kroes tegenkom, denken zij: daar heb je hem weer en daar begint hij weer over de kabel, die in Nederland specifieke kenmerken heeft waardoor concurrentiemaatregelen nodig zijn en waarover geen veto zou moeten worden uitgesproken op basis van Europese bevoegdheden. Dat is dus onze opstelling. Ik ben blij met de volledige steun van de Kamer op dit punt.

Uiteindelijk, zeg ik als econoom en als lid van het kabinet, is het verkeerd als de overheid tariefmaatregelen neemt. Dat hebben wij ook over roaming gezegd. Bij de roamingtarieven was sprake van marktfalen, wij wilden met een tijdelijke klap de tarieven omlaag krijgen. Voor een goede prijs moet zijn voldaan aan drie voorwaarden. Ten eerste moet absoluut duidelijk zijn wat je koopt; er moet dus transparantie zijn op de markt. Ten tweede moet je kunnen overstappen als het uiteindelijk niet bevalt; er moeten dus niet te veel belemmeringen zijn. Ten derde moet er een heel streng mededingingstoezicht zijn; als sprake is van aanmerkelijke marktmacht moet je kunnen ingrijpen. Dat zijn de drie belangrijkste voorwaarden om in de marktsector – en telecom is in hoge mate een marktsector – een goede prijs en kwaliteit te krijgen. Alle tariefmaatregelen zijn noodoplossingen. Op basis daarvan wordt gelobbyd en gezegd dat een tariefmaatregel voor het ene wordt terugbetaald via het andere. In dat spel zitten wij nu. Bij roaming was sprake van marktfalen. Mensen hadden niet door wat ze kochten, de transparantie was onvoldoende. Daarom is een tijdelijke tariefmaatregel genomen. Die maatregel heeft gewerkt en wordt nog even verlengd.

Mensen hebben ook te maken met «bill shocks». Zij komen terug van vakantie en schrikken zich rot van de rekening voor het versturen van een paar foto’s of even internetten op hun mobieltje. Ook daar zet ik in op tariefregulering. Uiteindelijk moeten wij echter niet dat pad opgaan, want voordat je het weet, zet je de markt klem via tariefregulering. Dan verdienen de bedrijven het geld met twee vingers in de neus, dan zullen de bedrijven het maximumtarief hanteren omdat ze niet meer onderling concurreren. Dan is er voortdurend druk, kan je dan nog doorduwen en wat is dan redelijk in onderhandelingen en wetgeving? Uiteindelijk moeten wij niet het pad opgaan dat wij telecomtarieven in binnen- en buitenland reguleren. Het zijn tijdelijke maatregelen.

Ik kom thans bij een aantal specifieke vragen, allereerst die over roaming. De heer Aptroot vroeg of het niet sneller kan en waarom het pas per 1 juli 2009 gebeurt. Met het vaststellen van de roamingverordening is voor mobiel bellen naar een andere EU-lidstaat die stap al gezet. Het Europees Parlement moet echter nog zijn mening geven over de voorstellen. Het kan dus niet sneller vanwege het parlementaire proces.

Mevrouw Gesthuizen vroeg wat mijn inzet is bij de tariefverlaging. Het voorstel is een eurotarief voor sms’en via de wholesalekant. Reguleren moet je namelijk niet doen aan de retailkant, maar altijd aan de wholesalekant omdat dat de meeste impact heeft. Het is € 0,04 aan de wholesalekant. Aan de retailkant willen wij naar € 0,11.

De heer Hessels vroeg ook naar de bill shock en of de datum van 1 juli 2010 voor data roaming niet naar voren kan worden gehaald. Ik vind het ook laat. Wij hebben ons best gedaan om de datum naar voren te halen, maar wij hebben onvoldoende steun bij andere lidstaten. Zij brengen vooral technische haalbaarheid als belangrijkste argument in. Zij denken dat men de real time individuele verbruiksmeting niet snel genoeg op orde heeft. Een meerderheid van de lidstaten vindt het wenselijk om de mobiele operators voldoende tijd te geven om een dergelijk systeem te ontwikkelen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb ook gevraagd wat de staatssecretaris vindt van de drempeltjes die telecomaanbieders lijken te gaan opwerpen. Mensen moeten eerst een dienst activeren of een extra abonnementje afsluiten, dan komen zij in aanmerking voor het lagere tarief. Is dat zijn idee van waar wij uiteindelijk moeten uitkomen? Of vindt de staatssecretaris dat onwenselijk?

Staatssecretaris Heemskerk: Ik vind het een drempeltjé. Volgens mij is het gewoon een sms’je waarmee je een passport of een lager tarief krijgt, als je naar het buitenland gaat. Ook de consument heeft de verantwoordelijkheid om zich in zaken te verdiepen. Mensen hoeven geen ongelooflijke lijst papieren in te vullen om in aanmerking te komen voor het lagere tarief. Ik vind het dus een drempeltje.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind het niet netjes. De idee is dat telecomaanbieders zich houden aan wat wij met ze afspreken. Waarom zou je überhaupt accepteren dat er drempeltjes worden opgeworpen? Dat hoeft toch niet? U zegt dat mensen even een sms’je moeten sturen. Is dan één keer voldoende of moet dat iedere keer als je in de trein naar Milaan stapt? Hoe zit dat?

Staatssecretaris Heemskerk: Volgens mij hoef je je maar één keer aan te melden. Je ziet wel dat telecombedrijven hun klanten segmenteren. Sommige mensen vinden het belangrijk dat zij veel kunnen sms’en. Andere mensen vinden het belangrijk dat zij goedkoper uit zijn in het buitenland. Weer andere mensen kijken vooral naar de kosten van het dataverkeer. Er zijn allerlei typen consumenten. Men werkt met pakketten om de specifieke segmenten zo goed mogelijk te bedienen. Ik vind dat er geen hoge drempels moeten zijn. Het activeren van zo’n passport via een sms’je vind ik geen hoge drempel.

De heer Van Dam (PvdA): Volgens mij hebben wij dezelfde discussie ook gehad bij de vorige reguleringsstap, over bellen in het buitenland. Toen is geblokkeerd dat mensen zich daarvoor zouden moeten inschrijven. De providers wilden dat mensen zich moesten aanmelden om goedkoper te kunnen bellen in het buitenland. Volgens mij heeft Europa daar toen een stokje voor gestoken en is het niet doorgegaan, omdat dat niet de bedoeling kon zijn. Dat zou hier toch ook kunnen?

Staatssecretaris Heemskerk: Volgens mij ging het toen over iets anders, namelijk de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor specifieke pakketten van de provider. Dat was de vraag van mevrouw Gesthuizen. Die kun je met een sms’je activeren.

De heer Hessels (CDA): De staatssecretaris zegt dat de andere lidstaten beweren dat het afrekenplafond bij data roaming technisch niet mogelijk is. Dat is nonsens. Als ik gegevens wil over mijn data roaming gisterenavond, log ik in op internet en weet ik het. Het wordt tot op het uur bijgehouden, het is te vinden. Het is dus al mogelijk en het is heel simpel. Wil de staatssecretaris hierop terugkomen, hier hard op inzetten en zeggen dat degenen die daar aan tafel zitten, zich maar eens moeten verdiepen in de manier waarop het nu werkt?

Staatssecretaris Heemskerk: Dat zal ik doen. Ik zal het nog een keer naar voren brengen.

De heer Van Dam vroeg of afrekenen per seconde in plaats van één prijs per gesprek een recht of een plicht is. De ruimte voor de consument om bewust voor een ander systeem van afrekening te kiezen, blijft. De maatregel is bedoeld om de consument te beschermen. Als de consument iets anders wil en daarover met de provider afspraken maakt, kan dat. Het is slechts bedoeld als een keuze om afrekenen per seconde mogelijk te maken. Als de heer Van Dam per gesprek wil blijven afrekenen, kan dat.

De heer Van Dam heeft ook gevraagd of wij uiteindelijk naar één markt gaan. Dat is een andere vraag. De vraag is eigenlijk waarom Vodafone in Duitsland een ander tarief kent dan in Nederland. De vraag gaat over de verschillen tussen telecombedrijven. Die hebben te maken met een andere marktpositie die de bedrijven hebben, en daarmee met de mogelijkheid om volume af te nemen of scherpere prijzen te hanteren. Zij hebben ook te maken met de vergunning in die landen. Het zijn uiteindelijk toch verschillende bedrijven.

De heer Van Dam (PvdA): Dat was niet helemaal de vraag. Het is een interne markt, dat is ook de reden dat Europa mag reguleren. In een interne markt is het sowieso al gek dat ik een ander tarief moet betalen als ik de grens overga. Dat hoort niet als het één markt is. Het is helemaal gek als je ook klant bent bij Vodafone. Ik snap ook wel dat Vodafone Duitsland door een ander bedrijf gerund wordt dan Vodafone Nederland, maar het gaat erom hoe stevig het principe van één interne markt wordt gehanteerd. Als je één interne markt wilt, zou een klant van Vodafone die de grens overgaat, op het netwerk van Vodafone niet ineens meer moeten betalen dan in zijn eigen land op het netwerk van Vodafone.

De heer Hessels (CDA): Om het wat beeldend te maken, als ik vanuit Aken via het netwerk van Vodafone in Duitsland naar Dresden bel, is dat ongeveer tien keer goedkoper dan wanneer ik vanuit Aken naar Vaals bel, terwijl ik degene die ik bel aan de andere kant van de grens zie staan. Dat past niet in de Europese gedachte. Dat is ook wat de heer Van Dam betoogt.

Staatssecretaris Heemskerk: Laat ik proberen helderheid te creëren. Op een aantal punten is er Europese tariefregulering. Daardoor weet je in heel Europa waar je aan toe bent. Daarnaast zijn er bedrijven met een groter Europees of nationaal marktaandeel. Dat grotere Europese of nationale marktaandeel en de integratie van Europese systemen kunnen ertoe leiden dat een provider aantrekkelijker is. Vodafone speelt het spel van een mondiaal merk. Een aantal mensen dat veel reist, is daar heel gevoelig voor. Anderen willen een aanbieder die alleen in Nederland werkt en alleen in Nederland stunt met de nationale tarieven. Zo werkt de markt. Je kunt het daarmee wel oneens zijn, maar als je zegt dat de markt niet zo werkt, is het antwoord dat wij alles gaan reguleren. Dat lijkt mij een verkeerd antwoord.

De heer Hessels (CDA): Je kunt reguleren om iets af te dwingen, maar dan loop je de markt flink voor de voeten. Je kunt ook proberen om belemmeringen voor de markt om het op een meer grensoverschrijdende manier te doen, op te heffen. Is het in Europa toegestaan dat een bedrijf dat in meer landen actief is, voor heel Europa één tarief hanteert? Als dat niet zo is, is de staatssecretaris dan bereid om daar een lans voor te breken? De consument kan er dan voor kiezen om voor het binnenlands verkeer wat meer te betalen, maar hij belt dan wel voor hetzelfde tarief ook over de grens. Kan dat? Zou het vervolgens dan ook niet goed zijn als er Europese nummers komen, zodat je niet 0031 voor Nederland hoeft te kiezen? Zou het niet goed zijn als de Europese Unie een signaal geeft en zorgt voor een nieuw voorkiesnummer, bijvoorbeeld – en dan laten wij de Amerikanen nog één keer voorgaan – 002 voor Europa?

De heer Van Dam (PvdA): Ik heb het gevoel dat de staatssecretaris en ik een beetje langs elkaar heen praten. Het gaat niet om de vraag of er marktwerking is. Als je via Vodafone Duitsland naar het netwerk van Vodafone Nederland belt, zijn de kosten voor de interne afrekening lager dan wanneer je via Vodafone Nederland naar het netwerk van KPN Nederland belt. Die onderlinge afrekening kost meer, want het vergt ingewikkelder administratieve constructies. Toch is het eerste telefoontje duurder dan het tweede. Dat heeft niets met kosten te maken, maar alles met een niet functionerende markt. Principieel, als wij zeggen dat wij in Europa één markt hebben, behoren dergelijke roamingtarieven niet doorberekend te worden aan de consumenten. Wij weten allen waarom het gebeurt: de meeste consumenten selecteren daar niet op. Zij kiezen geen aanbieder waarmee zij in heel Europa voor één tarief kunnen bellen. Die zijn er namelijk wel. Zij kiezen gewoon op binnenlands tarief. Als zij de grens overgaan, wordt ze ineens geld uit de zak geklopt. Dat gebeurt. Ik vind dat dit niet moet gebeuren. Ik vind het een principieel punt. Hoe serieus menen wij dat Europa één interne markt is? Is het dat alleen voor de grote bedrijven of merken consumenten er ook nog iets van? In de bankensector hebben wij het wel geregeld.

Staatssecretaris Heemskerk: Op een aantal punten hebben wij gereguleerd. Die punten zijn u bekend. Daarnaast willen wij de marktwerking maximaal bevorderen. Die marktwerking houdt ook in, zeg ik tegen de heer Hessels, dat een telecombedrijf dat in heel Europa of in een aantal landen opereert, met één tarief kan komen. Zijn wens gaat dus al in vervulling. Er zijn abonnementen waarin dit geregeld is.

Voor zover ik weet komt er niet een Europees telefoonnummer. Ik vind het ook wel prettig om aan het cijfer 33 te zien dat iemand uit Frankrijk belt. Dat Europese telefoonnummer is er dus nog niet.

De heer Van Dam zei dat op sommige deelmarkten gewoon te veel winst zit. Nederland-Duitsland is voor Vodafone wellicht lucratiever dan Nederland-Nederland met een andere telecomprovider. Ik weet niet of ditzo is. Wij hebben echter gezegd dat wij op een aantal punten gaan reguleren, maar niet overal.

De heer Hessels heeft al eerder roaming in de grensstreek aan de orde gesteld. Ik heb dit ook naar aanleiding van het algemeen overleg van 5 juni onder de aandacht van de oprichters gebracht om te kijken of er een werkbare oplossing is. Een praktische oplossing is natuurlijk om de functie automatisch netwerk selecteren op je mobiel uit te zetten en handmatig de operator in Nederland te selecteren en niet iedere keer te switchen. Als je dan in het gebied van een andere zendmast komt, word je van het netwerk gegooid en moet je weer een netwerk kiezen. De Commissie heeft mij laten weten dat onbedoeld roamen binnen Europa een beperkt probleem is en dat dit geen nadere Europese regelgeving rechtvaardigt. Ik heb wel op basis van uw specifieke vragen aan het Agentschap Telecom gevraagd om het nog eens na te gaan. Het Agentschap Telecom verricht op dit moment metingen om te kijken of de afspraken over maximale veldsterkte, zodat klanten niet van elkaar worden afgepikt, worden nageleefd. Het heeft er aparte apparatuur voor aangekocht. Het onderzoek is binnen twee maanden afgerond. Ik zal de Kamer de uitkomsten ervan doen toekomen.

Breedband moet geen Europese universele dienst worden. Lidstaten kunnen hun universele dienst samenstellen. Wij willen in Nederland breedband niet toevoegen aan de universele dienst. Wij moeten ervoor zorgen dat consumenten op alle mogelijke manieren maximaal vanuit huis aan het dataverkeer kunnen deelnemen tegen zo laag mogelijke tarieven. In Nederland is er een behoorlijke concurrentie tussen de diverse infrastructuren. Binnenkort gaan wij extra frequenties uitgeven. Dat maakt extra capaciteit mogelijk en dus ook breedband in minder dichtbevolkte gebieden.

Evenals de meeste Europese landen ziet Nederland de migratie naar IPv6 als een zaak die de markt vanzelf moet oppakken. Nederland is vroeg begonnen met activiteiten om de transitie te stimuleren. Al in 2005 is met de marktpartijen een taskforce opgericht ten behoeve van bewustwording en kennisuitwisseling. Mijn departement zal in 2009 in samenwerking met de taskforce IPv6, met de ICTU en de uitvoeringsorganen die veel via internet communiceren en met burgers, andere departementen oproepen om de nieuwe adressen in te voeren en hun plannen daarvoor met elkaar af te stemmen. Wij zijn volop bezig met diverse rondetafelgesprekken. Wij hebben nog geen datum afgesproken, omdat het stapsgewijs wordt ingevoerd. Bij de semioverheidsorganisaties wordt al ervaring opgedaan met IPv6.

ICT leidt tot een grotere energievraag, maar ook tot de oplossing voor het energievraagstuk. Daarin kunnen energielabels een rol spelen. Ook binnen Europa speelt dit onderwerp, bijvoorbeeld via de mededeling Addressing the challenge of energy efficiency through ICT. Daarin staan drie prioriteiten: onderzoek, structurele wijziging in het industriële proces en de werkwijze en terugdringing van het eigen energiegebruik binnen de ICT-sector. Wij hebben bijvoorbeeld het datacentrum van Economische Zaken naar een groen datacentrum verplaatst. Binnen de EU bestaat al een energielabel voor pc’s, beeldschermen en faxen, namelijk Energy Star. Volgend jaar komt er een label voor groene servers bij. Dat label is vooral gericht op bedrijven, maar de Commissie bekijkt ook of er een label bij moet komen dat is gericht op consumenten. Ik houd de Kamer daarvan op de hoogte. Ik ben, eerlijk gezegd, ook voorstander van zo’n label. Dat kan alleen maar helpen.

Nadere gedachtewisseling

De voorzitter: Voor iedereen is er nog één minuut, indien men daar echt behoefte aan heeft.

De heer Hessels (CDA): Laat ik mij dan beperken tot grensoverschrijdende roaming. Die is wel degelijk een probleem, zoals ik in eerste termijn al heb gezegd. Als iemand dat zou moeten begrijpen, is het wel Commissaris Reding. Zij komt namelijk uit het land waar dat probleem het grootst is, uit Luxemburg. In Luxemburg kun je bijna nergens bellen op het Luxemburgse netwerk; de Franse, Duitse of Belgische netwerken drukken het altijd weg. Ik stel het zeer op prijs als de staatssecretaris mevrouw Reding hierop nog eens persoonlijk aanspreekt en bepleit dat er wel degelijk een EU-actie komt om dit probleem op te lossen.

De heer Aptroot (VVD): Voorzitter. De staatssecretaris heeft een verstandig en goed liberaal verhaal. Ik heb niets gehoord over de Europese interoperabiliteit. Daarover praten wij anders binnenkort wel verder, als de staatssecretaris het signaal maar oppikt. Ik hoop dat hij een net zo verstandig liberaal standpunt inneemt als overmorgen een besluit in de ministerraad wordt genomen over de postmarkt.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Mijn enige punt is het drempeltje waarover wij spraken. Ik heb het nog even snel opgezocht, om te illustreren dat het nu al chaos oplevert. Als je gebruikmaakt van Vodafone Passport, moet je wel je GPRS-connectie continu aanhouden. Als je even de metro ingaat, valt die uit en moet je daarna opnieuw het starttarief betalen. Die klachten zijn er nu al op internet. Ik hoor de heer Hessels zeggen dat het niet zo is, maar verschillende mensen hebben daarover geklaagd op internet. Er is dus veel onduidelijkheid, mensen komen met een passportje, er zijn allerlei regeltjes. Wij willen juist – dat hebben wij een tijdje geleden al met de wet oneerlijke handelspraktijken aangegeven – dat consumenten heel duidelijk worden geïnformeerd. Als er allerlei haken en ogen aan zitten, is het niet duidelijk. Voordat je het weet, krijgen mensen weer te maken met allerlei kosten waar zij van tevoren niet op hadden gerekend. Wil de staatssecretaris dit oppakken?

De heer Van Dam (PvdA): Voorzitter. Ik roep de staatssecretaris op om zijn pleidooi voor het verminderen van de vetobevoegdheid van de Europese Commissie vol te houden. Het is misschien vechten tegen de bierkaai, maar toch maar gewoon doorgaan!

Ik heb in eerste termijn gevraagd of de maatregel van de functionele scheiding een oplossing kan zijn. Er zal gediscussieerd worden over de criteria op grond waarvan dat instrument mag worden ingezet. Is het mogelijk om de discussie nog zodanig te beïnvloeden dat onze kabel eronder valt? Het zou mooi zijn als dat kan.

Op het punt van de roaming blijft de staatssecretaris een beetje om het principe heen draaien dat er één markt is. Laat ik een vergelijking met de bankensector maken. Als je in België, Frankrijk of Duitsland bij een bank pint, kost dat tegenwoordig niets extra terwijl je er vroeger extra voor moest betalen. Wij hebben dat Europees geregeld. Het is één markt, het zou absurd zijn om extra te moeten betalen als je bij een Belgische bank euro’s pint. Hetzelfde kunnen wij voor de telecommarkt doen. Ik vind dat het moet gebeuren, want ik zie geen verschil met de bankensector.

Staatssecretaris Heemskerk: Voorzitter. Over grensoverschrijdende roaming zegt ten eerste de Commissie dat het geen probleem is. Ten tweede is er een praktische oplossing door het netwerk in te stellen op je mobieltje. Ten derde heb ik het Agentschap Telecom gevraagd een onderzoek te doen naar de veldsterkte en na te gaan of bedrijven op die manier klanten van elkaar afpikken of tot hoge rekeningen komen. De Kamer krijgt daarover informatie.

In een volgende rapportage of in een verslag naar aanleiding van de VTE-Raad zal ik op het punt van de interoperabiliteit aangeven dat wij op de kosten letten. Dat was de specifieke vraag volgens mij.

Ik zeg mevrouw Gesthuizen toe dat het een drempeltjé zou moeten zijn. Het is niet de bedoeling dat er heel grote problemen zijn bij de activering. Ik zal hierover overleggen met de telecomsector en er schriftelijk op terugkomen. Als je in de metro zit, zou je niet daarna weer allerlei extra handelingen moeten uitvoeren. Volgens mij is dat ook niet zo. Laten wij het dus uitzoeken. De Kamer krijgt daarover dus schriftelijk uitsluitsel.

Ik dank de heer Van Dam voor zijn steun aan minder veto’s.

Ik had inderdaad niet geantwoord op de vraag over de functionele scheiding. Ik ben er voorstander van dat toezichthouders de mogelijkheid moeten hebben om het te doen, maar alleen als al het andere niet werkt. Wij zijn dus in Nederland voor de kabel bezig om alternatieven te creëren. OPTA is bezig, ik ben met de Commissie bezig. Laten wij dat nu eerst een kans geven.

Toezeggingen

– De Kamer zal schriftelijk nader geïnformeerd worden over de (werking van) drempels die gelden voor consumenten om in aanmerking te komen voor lagere sms/data tarieven.

– De Kamer ontvangt de resultaten van het onderzoek dat Agentschap Telecom uitvoert naar veldsterkte en (onbedoelde) roaming in onder meer grensstreken. Afronding van het onderzoek verwacht over twee maanden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Tichelaar

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Franke


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Hessels (CDA), ondervoorzitter, Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Vos (PvdA) en De Rouwe (CDA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Jan Jacob van Dijk (CDA), Sap (GroenLinks), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Blom (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Weekers (VVD), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Cramer (ChristenUnie), Atsma (CDA), De Krom (VVD), Madlener (PVV), Van Dam (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA) en Uitslag (CDA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).

Naar boven