21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 1070 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2024

Bijgevoegd vindt u de Geannoteerde Agenda voor de formele Energieraad van 30 mei a.s.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Geannoteerde Agenda formele Energieraad 30 mei

Op 30 mei a.s. vindt in Brussel de formele Energieraad plaats onder het Belgische EU-voorzitterschap. Tijdens de Raad zullen naar verwachting Raadsconclusies over elektriciteitsinfrastructuur worden aangenomen. Tevens zullen twee beleidsdebatten plaatsvinden over de Green Deal en het over RepowerEU pakket. Op het moment van schrijven is de exacte strekking van deze twee agendapunten nog niet bekend. Tot slot staan nog een aantal diversenpunten op de agenda waar geen beleidsdiscussie wordt voorzien, namelijk een update vanuit de Europese Commissie (hierna: Commissie) over de Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen (hierna: INEK’s), een update vanuit de Commissie over capaciteitsmechanismen en een toelichting van de Hongaarse delegatie over de prioriteiten voor hun inkomende EU-voorzitterschap (tweede helft van dit kalenderjaar). Op het moment van schrijven is de exacte invulling van deze diversenpunten nog niet bekend. Op basis van de huidige informatie wordt verwacht dat Nederland deze punten kan aanhoren.

Raadsconclusies elektriciteitsinfrastructuur

Tijdens de informele Energieraad van 15-16 april jl. heeft een beleidsdebat plaatsgevonden ter voorbereiding op de Raadsconclusies over elektriciteitsinfrastructuur, die op basis van unanimiteit moeten worden vastgesteld1. Het is goed om te benadrukken dat Raadsconclusies geen (nieuwe) wetgevende verplichtingen met zich meebrengen, maar kunnen worden beschouwd als een niet-bindende oproep naar de EU-instellingen, met aandachtspunten en prioriteiten voor de beleidsagenda. In deze Geannoteerde Agenda zet ik uiteen wat de prioriteiten voor Nederland zijn voor deze Raadsconclusies. Deze zijn al eerder met uw Kamer gecommuniceerd middels de Geannoteerde Agenda van de informele Energieraad van 15 en 16 april jl. en in de non-papers die ik met het verslag van de Energieraad van 4 maart jl. heb meegestuurd2.

De concept Raadsconclusies over elektriciteitsinfrastructuur benoemen het belang van een sterker gecoördineerde lange-termijn planning van het Europese elektriciteitsnetwerk. Ook wordt er aandacht besteed aan de benodigde investeringen, de veiligheid en weerbaarheid en het versnellen van de uitrol van energie-infrastructuur. Nederland kan zich goed vinden in de lijn van de concept conclusies. In het algemeen beschouwt het kabinet deze Raadsconclusies als een oproep tot een uitvoeringsagenda voor de energietransitie en de bijbehorende uitrol van elektriciteitsinfrastructuur, conform motie Erkens3.

Nederland pleit in de nog lopende onderhandelingen over de Raadsconclusies voor een oproep aan de Commissie om de mogelijkheid van versnelde (vergunning)procedures nader te onderzoeken, bovenop de stappen die reeds gezet zijn. Hierbij is het noodzakelijk te onderzoeken hoe vergunningsprocedures voor energie-infrastructuur meer gestroomlijnd kunnen worden, maar ook hoe daarbij voldoende rekening kan worden gehouden met natuur- en milieuregelgeving. Daarnaast wil ik de Raadsconclusies benutten om een oproep aan de Commissie te doen om andere belemmeringen voor de energietransitie weg te nemen, onder andere door met een aanpak voor netcongestie te komen. Dit is nu in Nederland al een groot probleem en heeft ook de potentie om in andere lidstaten problematisch te worden in het elektriciteitsnetwerk. Het is daarbij van belang dat er voldoende opties en prikkels voor flexibel gebruik van het net zijn. Ook blijft het voor Nederland van belang dat er voldoende prijssignalen voor elektriciteit zijn en dat een gelijk speelveld in de energiemarkt behouden blijft.

De Raadsconclusies zullen toegespitst zijn op elektriciteitsinfrastructuur. Daarnaast blijft Nederland oproepen tot de bevordering van een meer geïntegreerde planning voor het energiesysteem. Dit is nodig om de transitie zo efficiënt en georganiseerd mogelijk in te richten. Ik zal tevens blijven benadrukken dat grensoverschrijdende infrastructuur en opslag van waterstof en groen gas eveneens belangrijk zijn voor de energietransitie. Ook zal Nederland bewaken dat de Europese energie-infrastructuur weerbaar is tegen externe dreigingen en dat dit ook landt in de Raadsconclusies.

Nederland hecht met name aan een eerlijke transitie waarin kosten voor energie-infrastructuur naar enige mate van evenredigheid worden verdeeld. Daarom pleit ik voor de ontwikkeling van een mechanisme binnen de huidige beleidskaders waarmee de kosten tussen lidstaten voor de aanleg van grootschalige infrastructuur op zee op objectieve wijze verdeeld kunnen worden. Ook pleit Nederland voor meer duidelijkheid over offshore gebiedzones binnen het huidige marktkader. Daarnaast roep ik op om te onderzoeken hoe de systematiek in netwerktarieven kan worden verbeterd. Bij het verslag van de formele Energieraad van 4 maart jl. heb ik een non-paper met uw Kamer gedeeld over verdere harmonisatie van nettarieven4. Hierin roept Nederland op tot meer sturing van de Commissie en ACER om netwerktarieven meer te harmoniseren om zo een gelijker speelveld te creëren tussen lidstaten.

Beleidsdebatten Green Deal en RepowerEU

Op het moment van schrijven is de strekking van beide beleidsdebatten over de Green Deal en RepowerEU nog niet bekend. Naar verwachting zal de Commissie terugblikken op wat de afgelopen twee jaar allemaal is bereikt binnen deze twee pakketten en wat eventueel nodig is qua implementatie. In dit verband heeft de Commissie reeds twee informerende mededelingen gedeeld. Nederland steunt de doelen en inhoud van deze beleidsagenda’s en heeft daarom ook de wetgeving uit het Fit-for-55-pakket gesteund dat dient ter invulling van de Green Deal en RepowerEU. Nederland werkt nu aan de nationale implementatie van dit pakket, waarover uw Kamer separaat is geïnformeerd.

Sinds de lancering van de Europese Green Deal in december 2019 heeft u reeds verschillende appreciaties ontvangen over de doelstellingen en beleidsinitiatieven die helpen met de groene transitie, met als einddoel klimaatneutraliteit uiterlijk in 2050. Onder andere het Fit for 55-pakket, de EU biodiversiteitsstrategie en het «Zero Pollution» Actieplan zijn hier onderdeel van. De afgelopen jaren heeft het kabinet zich ingezet voor een brede en ambitieuze aanpak van de Green Deal. Nu een groot deel van de wetgeving onder de Green Deal is aangenomen, zou de discussie zich moeten richten op implementatie, waarbij een conflicterende uitwerking tussen verschillende wetten voorkomen dient te worden. Eventuele Europese acties op het gebied van biodiversiteit, natuur en milieu zouden voldoende in goede samenhang moeten zijn met de energietransitie, bijvoorbeeld bij de uitrol van nieuwe energie-infrastructuur en energie-opwek, en de verduurzaming van de industrie.

Na de publicatie van de mededeling rondom RepowerEU heeft u reeds een appreciatie ontvangen waarin Nederland steun uitsprak voor de doelstellingen, zoals versnelling van de energietransitie, diversificatie van energiebronnen en -import, en vergroten van de risicoparaatheid voor mogelijke verstoringen in de energievoorziening. Inmiddels zijn de doelstellingen van RePowerEU geïntegreerd in nieuwe Europese regelgeving5. Zo zijn op Europees niveau akkoorden bereikt op de herziening van de hernieuwbare energierichtlijn (RED) en de Energie-Efficiëntierichtlijn (EED). Ook heeft de EU in 2022 meerdere noodverordeningen aangenomen om de schokken ten gevolge van de Russische inval in Oekraïne in de energievoorziening op te vangen. Verder zijn er grote stappen gezet op verdere ontwikkeling van de energiemarkt met onder andere het gas- en decarbonisatiepakket (ten behoeve van leveringszekerheid en marktordening voor gas en waterstof) en de hervorming van de elektriciteitsmarkt (onder andere om hernieuwbare energie beter te integreren in het elektriciteitsnet). De EU heeft ook aanvullende actie ondernemen richting derde landen in het kader van diversificatie van energiebronnen en import. De Nederlandse strategie ten aanzien van energiediplomatie op het vlak van leveringszekerheid en diversificatie is beschreven in de Kamerbrief Energiediplomatie van 8 mei jl.6

De doelen uit de Green Deal en RepowerEU zijn onderdeel geworden van de geldende Europese regelgeving en vormen daarmee de kern van het Nederlandse beleid voor de transitie. Echter, het blijft van groot belang om aandacht te hebben voor het wegnemen van belemmeringen voor de uitvoering van de transitie, zoals hierboven reeds beschreven. Door middel van de Raadsconclusies over elektriciteits-infrastructuur wordt de Commissie opgeroepen om hiermee aan de slag te gaan. Nederland zal zich blijven inzetten om aandacht te hebben voor de uitvoering en de Commissie oproepen om de lidstaten hierin te ondersteunen. Tijdens de Energieraad zal ik oproepen om gezamenlijk te werken aan een uitvoeringsagenda voor de energietransitie om de gezamenlijke doelen van de Green Deal en RepowerEU te bereiken, conform de eerder met uw Kamer gecommuniceerde prioriteiten.

Diversenpunten

Tijdens de Energieraad zal de Europese Commissie een stand van zaken rondom de Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen geven. Momenteel werkt het kabinet aan de update van de INEK die eind juni bij de Europese Commissie ingediend moet worden. Hier wordt uw Kamer op korte termijn nader over geïnformeerd.

Tevens zal de Commissie informatie verstrekken over het vaststellen van mechanismen voor capaciteitsvergoeding. In lijn met de Kamerbrief van 11 maart 2024 over leveringszekerheid elektriciteit7 zal ik met belangstelling kennis nemen van de update van de Commissie op dit thema. Ik acht de inzet van een capaciteitsmechanisme of het anderszins ingrijpen in de markt ter borging van de leveringszekerheid op dit moment niet nodig, en daarom niet gewenst. Voor de (middel)lange termijn zie ik wel het belang van het nader en grondig verkennen en bezien van instrumenten die kunnen bijdragen aan de borging van de leveringszekerheid. Ik zal de Kamer uiterlijk eind 2024 verder informeren over de mogelijkheden om de leveringszekerheid na 2030 te versterken.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-33, nr. 1066.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-33, nr. 1061; Kamerstuk 21 501-33, nr. 1066.

X Noot
3

Kamerstuk 31 793, nr. 257.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-33, nr. 1060.

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nr. 3438.

X Noot
6

Kamerbrief 29 023, nr. 512.

X Noot
7

Kamerstuk 29 023, nr. 487.

Naar boven