De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief
van 6 oktober 2023 de geannoteerde agenda informele Telecomraad 23-24 oktober 2023
(Kamerstuk 21 501-33, nr. 1034).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 oktober 2023 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 17 oktober 2023 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Valstar
De adjunct-griffier van de commissie, Muller
Vragen en opmerkingen vanuit de fractie en reactie van de bewindspersoon
Vraag:
«Ook hebben de leden van de SP-fractie een aantal vragen over de aanbevelingen in
de monitor Digitale Decennium 2030. De commissie Digitale Zaken heeft de Minister verzocht om de aanbevelingen voor Nederland
elk jaar met een appreciatie naar de Kamer te sturen. Wanneer kan de commissie deze
appreciatie verwachten?»
Antwoord:
Op 27 september jl. is het eerste verslag over de staat van het digitale decennium
door de Commissie gepresenteerd. Onderdeel hiervan is ook een landenrapport voor Nederland.
In dit rapport wordt beknopt weergegeven waar Nederland volgens de Commissie op het
gebied van digitalisering staat en waar aandachtspunten liggen.
De appreciatie van dit rapport en de resultaten voor wat betreft digitale infrastructuur,
ict-specialisten en digitalisering van het bedrijfsleven stuurt het kabinet in de
komende twee weken naar de Kamer bij de Kamerbrief over de voortgang van de strategie
digitale economie. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
rapporteert nog voor het einde van dit jaar aan uw Kamer over de voortgang omtrent
de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren. Hierbij zal de verbinding worden gelegd
met het landenrapport voor wat betreft digitale (basis)vaardigheden en digitalisering
van overheidsdiensten. Het kabinet ziet de aanbevelingen als een belangrijke aansporing
om structureel te blijven investeren in het realiseren van de doelstellingen van Digital
Decade in 2030 en daarmee Nederland zo goed mogelijk te laten profiteren van de digitale
transitie.
Vraag:
«Nederland wordt aanbevolen om de instroom van afgestudeerde ICT-specialisten en het
aantal vrouwelijke ICT-specialisten te verhogen. Zijn er plannen van het kabinet om hiermee aan de slag te gaan? Zo ja, wat zijn deze
plannen?»
Antwoord:
Nederland heeft een sterke positie om de kansen die de digitale transformatie bieden
te benutten, en draagt daarmee sterk bij aan de Europese digitale doelstellingen voor
2030. Alhoewel de vraag naar ICT-specialisten nog extreem hoog is presteert Nederland
boven het EU-gemiddelde. Dit is mede te danken aan de aanpak die overheid, bedrijfsleven
en onderwijsinstellingen separaat en gezamenlijk nemen die gericht zijn op het bevorderen
van ICT-specialisatie. Zo heeft de overheid een structurele samenwerking met het hoger
onderwijs met als doel de kennispositie van de overheid te versterken en de instroom
te vergroten. Ook worden ICT-traineeships ingezet voor het aantrekken en ontwikkelen
van jong ICT-talent.
Er is echter ruimte voor verbetering in de instroom van ICT-afgestudeerden. Nederland
werkt hier aan met het Actieplan Groene en Digitale Banen en de Human Capital Agenda
ICT, o.a. gericht op verhoging van de instroom in het bètatechnisch onderwijs.
Er is ook nog veel verbetering mogelijk om een meer evenwichtige genderverdeling onder
ICT-specialisten te bereiken. Daarom heb ik besloten de subsidie aan de Taskforce
Diversiteit & Inclusie (D&I)1 voort te zetten. De Europese samenwerking op het gebied van D&I stelt ons in staat
om te leren van succesvolle praktijken uit andere landen en samen te werken om bestaande
initiatieven uit te breiden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen.