21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 1038 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 oktober 2023

De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 6 oktober 2023 de geannoteerde agenda informele Telecomraad 23-24 oktober 2023 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1034).

De vragen en opmerkingen zijn op 13 oktober 2023 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 17 oktober 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Valstar

De adjunct-griffier van de commissie, Muller

Vragen en opmerkingen vanuit de fractie en reactie van de bewindspersoon

Vraag:

«Ook hebben de leden van de SP-fractie een aantal vragen over de aanbevelingen in de monitor Digitale Decennium 2030. De commissie Digitale Zaken heeft de Minister verzocht om de aanbevelingen voor Nederland elk jaar met een appreciatie naar de Kamer te sturen. Wanneer kan de commissie deze appreciatie verwachten

Antwoord:

Op 27 september jl. is het eerste verslag over de staat van het digitale decennium door de Commissie gepresenteerd. Onderdeel hiervan is ook een landenrapport voor Nederland. In dit rapport wordt beknopt weergegeven waar Nederland volgens de Commissie op het gebied van digitalisering staat en waar aandachtspunten liggen.

De appreciatie van dit rapport en de resultaten voor wat betreft digitale infrastructuur, ict-specialisten en digitalisering van het bedrijfsleven stuurt het kabinet in de komende twee weken naar de Kamer bij de Kamerbrief over de voortgang van de strategie digitale economie. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rapporteert nog voor het einde van dit jaar aan uw Kamer over de voortgang omtrent de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren. Hierbij zal de verbinding worden gelegd met het landenrapport voor wat betreft digitale (basis)vaardigheden en digitalisering van overheidsdiensten. Het kabinet ziet de aanbevelingen als een belangrijke aansporing om structureel te blijven investeren in het realiseren van de doelstellingen van Digital Decade in 2030 en daarmee Nederland zo goed mogelijk te laten profiteren van de digitale transitie.

Vraag:

«Nederland wordt aanbevolen om de instroom van afgestudeerde ICT-specialisten en het aantal vrouwelijke ICT-specialisten te verhogen. Zijn er plannen van het kabinet om hiermee aan de slag te gaan? Zo ja, wat zijn deze plannen

Antwoord:

Nederland heeft een sterke positie om de kansen die de digitale transformatie bieden te benutten, en draagt daarmee sterk bij aan de Europese digitale doelstellingen voor 2030. Alhoewel de vraag naar ICT-specialisten nog extreem hoog is presteert Nederland boven het EU-gemiddelde. Dit is mede te danken aan de aanpak die overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen separaat en gezamenlijk nemen die gericht zijn op het bevorderen van ICT-specialisatie. Zo heeft de overheid een structurele samenwerking met het hoger onderwijs met als doel de kennispositie van de overheid te versterken en de instroom te vergroten. Ook worden ICT-traineeships ingezet voor het aantrekken en ontwikkelen van jong ICT-talent.

Er is echter ruimte voor verbetering in de instroom van ICT-afgestudeerden. Nederland werkt hier aan met het Actieplan Groene en Digitale Banen en de Human Capital Agenda ICT, o.a. gericht op verhoging van de instroom in het bètatechnisch onderwijs.

Er is ook nog veel verbetering mogelijk om een meer evenwichtige genderverdeling onder ICT-specialisten te bereiken. Daarom heb ik besloten de subsidie aan de Taskforce Diversiteit & Inclusie (D&I)1 voort te zetten. De Europese samenwerking op het gebied van D&I stelt ons in staat om te leren van succesvolle praktijken uit andere landen en samen te werken om bestaande initiatieven uit te breiden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen.

Naar boven