21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 1020 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2023

Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda voor de formele Energieraad van 19 juni die in Brussel plaatsvindt. Namens het kabinet zal ik aanwezig zijn.

Ik ga in de brief tevens in op het verzoek om de stand van zaken te geven over de uittreding uit het Energy Charter Treaty (ECT).

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Geannoteerde Agenda formele Energieraad 19 juni

De agenda voor de formele Energieraad van 19 juni bestaat uit drie verschillende onderdelen. Ten eerste wordt gestreefd tot een algemene oriëntatie (AO) te komen op het voorstel omtrent de hervorming van de elektriciteitsmarkt (hierna: EMD). Ten tweede wordt er getracht tot een AO te komen op het Commissievoorstel betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (hierna: REMIT). Ten derde zal de Europese Commissie (hierna: Commissie) onder het kopje diversen informatie verstrekken over de recente ontwikkelingen op het gebied van externe energiebetrekkingen en de voorbereidingen voor komende winter. Tot slot verstrekt de Spaanse delegatie informatie over het werkprogramma tijdens hun voorzitterschap.

Ik zal in deze geannoteerde agenda tevens ingaan op uw verzoek om de stand van zaken te geven over de uittreding uit het Energy Charter Treaty (hierna: ECT).

Hervorming Elektriciteitsmarktontwerp

Op 14 maart publiceerde de Europese Commissie (hierna: de Commissie) een pakket aan voorstellen voor hervorming van de elektriciteitsmarkt. Wat betreft de hervorming van het elektriciteitsmarktontwerp bestaat het pakket uit een verordening tot wijziging van de elektriciteitsrichtlijn en de elektriciteitsverordening. De voorstellen zien toe op het versterken van de bescherming van de consument, het verbeteren van de werking van lange termijn markten en het stimuleren van investeringen in hernieuwbare energie en flexibiliteit. Het is de ambitie van het Zweedse voorzitterschap een Algemene Oriëntatie te bereiken op deze tijdens de Energieraad van 19 juni.

Over de kabinetspositie ten opzichte van de voorstellen is uw Kamer op 21 april jl. geïnformeerd via het BNC-fiche: Verordening ter verbetering van het EU elektriciteitsmarktontwerp (Kamerstuk 22 112, nr. 3665). In de afgelopen periode is het voorstel door lidstaten behandeld in de Raad, waarbij, op een aantal voor Nederland belangrijke punten, zoals rondom de virtual hubs, verbeteringen zijn aangebracht. Ook zijn er op enkele punten, zoals bij de bepalingen over noodleveranciers verduidelijkingen opgenomen waardoor het voorstel beter aansluit op de Nederlandse praktijk. De discussie in de raad richt zich vooral nog op de bepalingen rondom tweerichtingscontracten en het prijscrisismechanisme.

Zoals gesteld in het BNC-fiche wenst Nederland optioneel gebruik van tweerichtingscontracten wanneer lidstaten prijssteun geven voor hernieuwbare en nucleaire elektriciteitsproductie, wat nu in het voorstel niet het geval is. Nederland acht het van belang dat het voorstel geen negatieve gevolgen heeft voor de uitrol van hernieuwbare energie in Nederland, die Nederland onder andere stimuleert via de SDE++ en dat lidstaten de ruimte hebben om steuninstrumenten vorm te geven op een manier die integratie van hernieuwbare energie niet verstoort. Daarnaast is Nederland van mening dat lidstaten zelf moeten kunnen besluiten over de inzet van eventuele opbrengsten van tweerichtingscontracten.

Voor het voorstel voor prijsregulering ten tijde van een prijscrisis zal Nederland blijven inzetten op duidelijke en objectieve criteria voor het vaststellen van een prijscrisis, een tijdelijk karakter van een prijscrisis, het behoud van de prikkel voor energiebesparing en het gelijke speelveld tussen landen.

Op meerdere punten, waaronder de bepalingen over tweerichtingscontracten en energiedelen, zal Nederland aandacht vragen voor een voldoende lange implementatieperiode, zodat er ruimte is voor een grondig implementatieproces.

Meerdere lidstaten steunen de Nederlandse positie wat betreft optioneel gebruik tweerichtingscontracten. Echter, deze groep lijkt geen blokkerende minderheid te hebben. Met betrekking tot het gebruik van de inkomsten van tweerichtingscontracten lijkt een meerderheid van lidstaten positief te zijn over meer nationale flexibiliteit bij de inzet van eventuele opbrengsten. Rondom het prijscrisismechanisme pleiten vooral Zuid- en Oost-Europese landen voor meer ruimte bij prijsregulering.

Op het moment van schrijven is nog geen definitief compromisvoorstel verspreid. Ik verwacht hiermee te kunnen instemmen indien aan bovenstaande aandachtspunten in voldoende mate is voldaan.

REMIT

Een onderdeel van het op 14 maart 2023 gepubliceerde is een voorstel ter aanpassing van de «Regulation on Wholesale Energy Market Integrity en Transparency» (REMIT) verordening. De REMIT-verordening regelt het toezicht op de energiemarkten. Met de aanpassingen uit dit voorstel adresseert de Commissie op verschillende manieren de tekortkomingen van het huidige toezichtsraamwerk. Tijdens de raad is het voorzitterschap voornemens om tot een AO te komen.

Het kabinet waardeert het voorstel van de Commissie waarmee het toezicht op de energiegroothandelsmarkt verbeterd en toekomstbestendig wordt gemaakt. Groothandelsmarkten voor energie zijn essentieel voor het concurrentievermogen van het Europees bedrijfsleven en voor het welslagen van het Europese energiebeleid. Voor een stabiele en goede werking van de energiemarkten is betrouwbare prijsvorming op de groothandelsmarkten van groot belang. Het voorkomen en aanpakken van marktmanipulatie en handel in voorkennis is hiervoor belangrijk. Het kabinet is voorstander van een sterke Europese aanpak van het voorkomen van marktmanipulatie en handel in voorkennis. Bij de beoordeling van nieuwe regelgeving inzake de energiegroothandelsmarkt kijkt het kabinet naar de potentiële impact van de voorstellen op de concurrentiekracht van de EU en de energieleveringszekerheid.

Het kabinet steunt de maatregelen om samenwerking van toezichthouders bij het uitvoeren van nalevingsonderzoek te versterken en is positief over de versterking van de surveillance en de datakwaliteit van ACER. Tevens verwelkomt het kabinet het idee van de Commissie om ACER en NRA’s meer te laten samenwerken bij onderzoek naar bij grensoverschrijdende gevallen van marktmisbreuk onder REMIT. De voorgestelde eigenstandige onderzoeksbevoegdheden voor ACER verdienen volgens het kabinet nog aandacht. Nederland vindt dat eigenstandige bevoegdheden van ACER kunnen leiden tot knelpunten in de coördinatie, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid in de samenwerking met NRA’s. Het is daarom belangrijk dat rollen en verantwoordelijkheden tussen NRA’s en ACER bij onderzoeken goed worden afgebakend. Daarnaast worden marktdeelnemers uit niet-EU staten (derde landen) die in de EU actief zijn in het voorstel verplicht een «kantoor» (office) in de EU te «melden» (to declare). Het is hierbij belangrijk dat deze eis het toezicht op marktdeelnemers uit derde landen versterkt, maar geen barrière opwerpt die het minder aantrekkelijk maakt het bedrijf in de EU te vestigen.

Uit besprekingen op technisch niveau blijkt dat lidstaten de noodzaak voor de herziening onderschrijven. Echter er zijn nog een aantal openstaande discussiepunten. Een aantal lidstaten hebben nog moeite met de uitbreiding van de bevoegdheid van ACER. Een aantal andere lidstaten pleit daarentegen juist voor meer bevoegdheid voor ACER. Enkele lidstaten zijn kritisch over de harmonisatie van boetes op EU-niveau en de verplichting voor marktdeelnemers uit derde landen om een kantoor in de EU te melden. Er wordt verwacht dat een AO op dit voorstel bereikt kan worden.

Diversenpunten:

Recente ontwikkelingen op het gebied van externe energiebetrekkingen

De Commissie zal tijdens de Energieraad een presentatie geven over de recente ontwikkelingen omtrent externe energiebetrekkingen. Hierop wordt geen actieve Nederlandse inbreng verwacht.

Voorbereidingen komende winter

De Commissie zal tijdens de Energieraad informatie verschaffen over de voorbereidingen voor aankomende winter. Hierop wordt geen actieve Nederlandse inbreng verwacht.

Presentatie Spaans voorzitterschap

Als laatste zal het aankomend Spaans voorzitterschap kort haar prioriteiten presenteren. Hierop wordt geen actieve Nederlandse inbreng verwacht.

Stand van zaken uittreding uit de Energy Charter Treaty:

Conform de toezegging om een update te geven over de uittreding uit het ECT wil ik u voorafgaand aan het commissiedebat Energieraad op 19 juni informeren over de stand van zaken hieromtrent.

Op 31 maart heeft de ministerraad het voornemen tot opzegging van het Energiehandvestverdrag goedgekeurd. Het voornemen tot opzegging is vervolgens voorgelegd aan de Afdeling Advisering Raad van State. Het advies wordt eind juni verwacht. Bij blanco advies, zullen de goedkeuringstukken direct gereed worden gemaakt voor aanbieding aan het Kabinet van de Koning voor een machtiging tot overleggen bij de Staten-Generaal. Bij inhoudelijk advies, zal een inhoudelijk rapport opgesteld worden met, indien geadviseerd door de Raad van State, een aanpassing van de toelichtende nota.

Daarna zal het voornemen tot opzegging ter goedkeuring aan u worden voorgelegd. Na deze goedkeuring zal een brief naar de Energy Charter depositaris (Portugal) worden verstuurd met het verzoek om het Nederlands lidmaatschap te beëindigen. Vanaf dat moment treedt de opzegging een jaar later in werking. Afhankelijk hoe de procedure en termijnen worden doorlopen, is het de verwachting dat Nederlands lidmaatschap bij het ECT uiterlijk eind 2024 officieel beëindigd kan worden.

Tegelijkertijd worden in EU-verband inmiddels gesprekken gevoerd over de gecoördineerde uittreding van de EU en de EU-lidstaten uit het ECT die de komende maanden nog zullen worden voortgezet.

Naar boven