Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2019
Hieronder treft uw Kamer naar aanleiding van het verzoek van het lid Dessing (FvD)
informatie over de vaststelling en verdeling van quota in de visserij in Nederland,
zoals toegezegd tijdens het kennismakingsgesprek met de Commissie EZK/LNV op 12 november
2019.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Informatie over de vaststelling en verdeling van quota in de visserij
Ieder jaar worden in december tijdens de Landbouw- en Visserijraad de vangstmogelijkheden
voor het daaropvolgende jaar vastgesteld. Deze vangstmogelijkheden, ook wel Total
Allowable Catch (TAC) genoemd, worden volgens een vaste verdeelsleutel verdeeld tussen
de lidstaten. De hoeveelheid vangstmogelijkheden per lidstaat is het quotum. Deze
vaste verdeelsleutel wordt ook wel de relatieve stabiliteit genoemd en is gebaseerd
op historische vangstgegevens van de lidstaten. Zowel de TAC’s als de quota van alle
belangrijke visbestanden worden jaarlijks vastgelegd in de TAC en Quota Verordening.
Hoe vervolgens wordt omgegaan met dit quotum is, behoudens enkele richtlijnen, aan
de individuele lidstaat zelf. In Nederland kennen we een systeem van individueel overdraagbare
vangstrechten (contingenten) voor de voor Nederland belangrijkste commerciële soorten:
tong, schol, kabeljauw, wijting, haring, makreel, horsmakreel, blauwe wijting en grote
zilversmelt. Op deze gecontingenteerde visbestanden mag slechts worden gevist als
aan het vaartuig waarmee wordt gevist een contingent is toegekend. De contingent hoeveelheden
worden jaarlijks vastgesteld op basis van het aan Nederland toegekende quotum in de
Landbouw- en Visserijraad in december voor de betrokken vissoort.
Deze contingenten kunnen onder bepaalde voorwaarden overigens ook overgedragen worden
aan een ander vaartuig of worden overgeschreven, gereserveerd of verhuurd.
Bijna alle vissers zijn lid van een groep of Producentenorganisatie (hierna: PO) en
hebben in dat verband hun contingenten ingebracht in een groepscontingent dat wordt
beheerd door de groep of PO waartoe ze behoren. Dit wordt het co-managementsysteem
genoemd waarin overheid en sector gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het beheer
van de quota. De overheid blijft ervoor verantwoordelijk dat de totale vangsten van
de nationale quota niet worden overschreden. Hiertoe kunnen ook ruilen plaatsvinden
met andere lidstaten.
De Nederlandse quota die niet gecontingenteerd zijn, bijvoorbeeld zeeduivel, worden
nationaal beheerd en worden dus niet uitgedeeld aan individuele vissers of POs.