21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2019

Hieronder treft uw Kamer naar aanleiding van het verzoek van het lid Dessing (FvD) informatie over de vaststelling en verdeling van quota in de visserij in Nederland, zoals toegezegd tijdens het kennismakingsgesprek met de Commissie EZK/LNV op 12 november 2019.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Informatie over de vaststelling en verdeling van quota in de visserij

Ieder jaar worden in december tijdens de Landbouw- en Visserijraad de vangstmogelijkheden voor het daaropvolgende jaar vastgesteld. Deze vangstmogelijkheden, ook wel Total Allowable Catch (TAC) genoemd, worden volgens een vaste verdeelsleutel verdeeld tussen de lidstaten. De hoeveelheid vangstmogelijkheden per lidstaat is het quotum. Deze vaste verdeelsleutel wordt ook wel de relatieve stabiliteit genoemd en is gebaseerd op historische vangstgegevens van de lidstaten. Zowel de TAC’s als de quota van alle belangrijke visbestanden worden jaarlijks vastgelegd in de TAC en Quota Verordening.

Hoe vervolgens wordt omgegaan met dit quotum is, behoudens enkele richtlijnen, aan de individuele lidstaat zelf. In Nederland kennen we een systeem van individueel overdraagbare vangstrechten (contingenten) voor de voor Nederland belangrijkste commerciële soorten: tong, schol, kabeljauw, wijting, haring, makreel, horsmakreel, blauwe wijting en grote zilversmelt. Op deze gecontingenteerde visbestanden mag slechts worden gevist als aan het vaartuig waarmee wordt gevist een contingent is toegekend. De contingent hoeveelheden worden jaarlijks vastgesteld op basis van het aan Nederland toegekende quotum in de Landbouw- en Visserijraad in december voor de betrokken vissoort.

Deze contingenten kunnen onder bepaalde voorwaarden overigens ook overgedragen worden aan een ander vaartuig of worden overgeschreven, gereserveerd of verhuurd.

Bijna alle vissers zijn lid van een groep of Producentenorganisatie (hierna: PO) en hebben in dat verband hun contingenten ingebracht in een groepscontingent dat wordt beheerd door de groep of PO waartoe ze behoren. Dit wordt het co-managementsysteem genoemd waarin overheid en sector gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het beheer van de quota. De overheid blijft ervoor verantwoordelijk dat de totale vangsten van de nationale quota niet worden overschreden. Hiertoe kunnen ook ruilen plaatsvinden met andere lidstaten.

De Nederlandse quota die niet gecontingenteerd zijn, bijvoorbeeld zeeduivel, worden nationaal beheerd en worden dus niet uitgedeeld aan individuele vissers of POs.

Naar boven