21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 962 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2017

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die 23 januari jl. plaatsvond in Brussel. Ook informeer ik u over het voorstel van de Europese Commissie voor een mandaat voor de onderhandelingen over een nieuw visserijprotocol met Ghana.

Onderwerpen Landbouw- en Visserijraad

Werkprogramma van het Maltese voorzitterschap

Informatie van het voorzitterschap

Het Maltese voorzitterschap heeft haar werkprogramma op het gebied van landbouw en visserij toegelicht. Het voorzitterschap zal de marktsituatie in de landbouwsector monitoren en lidstaten op de hoogte houden van ontwikkelingen op gebied van handelspolitiek. Ook zal het voorzitterschap de onderhandelingen over het voorstel tot herziening van de verordening inzake biologische productie en etikettering van biologische producten voortzetten, en discussies over de Toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) faciliteren. De landbouwgerelateerde voorstellen voor een nieuw Financieel Reglement (Omnibusverordening) worden naar verwachting geagendeerd voor de Landbouw- en Visserijraad van 3 en 4 april 2017. De Informele Landbouwraad van 21 tot en met 23 mei 2017 zal gaan over waterbeheer en aanpassing van de landbouwsector aan klimaatverandering.

Op gebied van visserij zal Malta de lopende wetgevingswerkzaamheden voortzetten, zoals die over de Verordening Technische Maatregelen en de Meerjarenplannen voor de Noordzee en Adriatische Zee. Op 29 en 30 maart 2017 zal in Valletta een ministerconferentie plaatsvinden over visserij in de Middellandse Zee.

Op gebied van bosbouw zal de 12e sessie van het VN-Bossenforum worden voorbereid, en zal bezien worden of er tot een wettelijk akkoord kan worden gekomen over bosbeheer in Europa. Op veterinair en fytosanitair vlak zal aandacht worden besteed aan de voorbereiding op veterinaire noodsituaties zoals vogelgriep. Ook zal een conferentie met derde landen plaatsvinden over de implementatie van diergezondheidsstandaarden. Verder worden de besprekingen over de verordeningen diergeneesmiddelen en gemedicineerd diervoeder voortgezet.

Eurocommissaris Hogan verwelkomde het werkprogramma en keek specifiek uit naar een akkoord over de verordening biologische landbouw. Hij kondigde ook aan dat er voor het einde van 2017 een mededeling zal verschijnen over modernisering en vereenvoudiging van het GLB. Op 2 februari 2017 zal een openbare consultatie over dit onderwerp van start gaan die 12 weken geopend zal zijn. Vervolgens zal deze zomer een stakeholderbijeenkomst plaatsvinden.

Eurocommissaris Hogan gaf verder aan dat de Europese Commissie momenteel een reactie opstelt op het rapport van de Agricultural Markets Task Force (AMTF), waarbij de reacties van de Raad en het Europees parlement zullen worden meegenomen. Ook verschijnt eind maart een evaluatierapport over de implementatie van Ecologische Aandachtsgebieden. Ten slotte onderstreepte Eurocommissaris Hogan het belang van duurzaam waterbeheer. Hij wees in dit kader op de taskforce voor water die de Europese Commissie heeft opgezet en de besprekingen over dit onderwerp in de recente bijeenkomsten van de G20-landbouwministers en het Global Forum for Food and Agriculture.

Internationale handel: Studie over de mogelijke cumulatieve effecten van concessies in handelsakkoorden op landbouwproducten

Gedachtewisseling (ST 5382/17 + ST 5385/17 + ST 5503/17)

De Raad heeft van gedachten gewisseld over internationale handel in landbouwproducten en de studie over de mogelijke cumulatieve impact van 12 handelsakkoorden op de Europese landbouwsector (ST 5382/17). Samen met dit agendapunt werd een diversenpunt behandeld van de Poolse delegatie over de mogelijke toekomstige onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland (ST 5385/17).

Eurocommissaris Hogan gaf aan dat de onderhandelingen over een handelsakkoord met Japan bijna zijn afgerond en dat de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership met de VS voorlopig stilliggen. Er worden momenteel verkenningen en effectbeoordelingen uitgevoerd voor mogelijke onderhandelingen met Australië en Nieuw-Zeeland. Verder zijn er ontwikkelingen in handelsbeleid en internationale fora die gevolgen hebben voor het GLB, zoals de uitkomst van de WTO-bijeenkomst in Nairobi in december 2015, het Klimaatakkoord van Parijs, de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling, de bijeenkomst in Addis Abeba over financiering voor ontwikkeling en de recente G20-bijeenkomst van landbouwministers.

Eurocommissaris Hogan wees vervolgens op de wereldwijde toename in protectionisme en de onzekerheid in veel handelsrelaties. Zo heeft de VS op 22 december jl. aangekondigd dat zij nieuwe handelssancties overweegt in het kader van het Europese invoerverbod op vlees van met hormonen behandelde runderen. Hogan benadrukte het belang van een eensgezind optreden van de EU-lidstaten richting de VS en wees daarbij op het feit dat de EU het Memorandum of Understanding, dat de VS en de EU hierover in 2009 zijn overeengekomen, toepast.

Ten slotte wees Eurocommissaris Hogan op de goede exportcijfers van de Europese agrifood-sector in 2016. In november 2016 lag de exportwaarde met 11,7 miljard euro zelfs 813 miljoen euro hoger dan in november 2015. Vooral de export naar de VS, China en Rusland is toegenomen. De grootste toenames in exportwaarde betroffen varkensvlees, sterke drank en wijn. Ook gaf de Eurocommissaris aan dat de Europese Commissie momenteel een studie voorbereidt over de gevolgen van bestaande handelsakkoorden met o.a. Zuid-Korea en Zwitserland op de Europese landbouwsector.

Vrijwel alle lidstaten verwelkomden de studie over de cumulatieve effecten van handelsakkoorden op de Europese landbouwsector. Er werd echter ook veel gewezen op de beperkingen van de studie, waaronder het weglaten van de effecten van veranderingen in non-tarifaire maatregelen, zoals sanitaire en fytosanitaire maatregelen, en betere bescherming van geografische aanduidingen. In een kort voor de Raad verspreid document (ST 5503/17) pleitten 13 lidstaten voor verdere uitwerking van de studie. Deze lidstaten wilden samen met de Europese Commissie de methodologische beperkingen van de studie verhelpen en een effectbeoordelingsinstrument ontwikkelen. Eurocommissaris Hogan gaf aan dat de ontwikkeling van een dergelijk instrument jaren zou duren en dat veel beperkingen van de studie niet geadresseerd zouden kunnen worden. Een dergelijk instrument zou bovendien de Europese onderhandelingspositie prijsgeven.

Meerdere lidstaten uitten steun voor de huidige strategie ten opzichte van derde landen en wezen op het belang van gebalanceerde handelsakkoorden met voldoende aandacht voor gevoelige sectoren. Enkele lidstaten pleitten daarnaast voor extra aandacht voor perifere en achtergestelde gebieden. Over het algemeen verwelkomden de lidstaten de voortgang in de onderhandelingen met Japan, maar uitten zij zorgen over de onderhandelingen met Mercosur. De Eurocommissaris gaf aan in deze onderhandelingen rekening te houden met de gevoeligheden. Hij gaf echter ook aan dat er voor gebalanceerde handelsakkoorden van beide kanten concessies nodig zijn. Veel lidstaten pleitten voor transparantie van de onderhandelingen. Eurocommissaris Hogan erkende het belang van transparantie.

Ik heb aangegeven dat de studie, ondanks de methodologische beperkingen, nuttige informatie biedt over de gevolgen van vrijere handel voor de landbouwsector. Handel kan de efficiëntie van voedselproductie vergroten en heeft, zoals de studie aantoont, voordelen voor de landbouwsector. Zo biedt buitenlandse vraag onze producenten belangrijke exportmogelijkheden. Voor sectoren die weinig of geen baat hebben bij bepaalde handelsakkoorden kan, op een case-by-case-basis, bescherming worden overwogen. Hierbij dient de EU rekening te houden met mogelijke tegenmaatregelen van haar handelspartners. Evenals meerdere andere lidstaten heb ik aangegeven dat we de EU-standaarden ter bescherming van mens, dier, plant en milieu moeten vasthouden en kunnen wijzigen. Eurocommissaris Hogan beaamde deze inzet. Ook heb ik het belang van een gelijk speelveld onderstreept en gewezen op de kansen die handelsakkoorden bieden voor samenwerking op kwesties zoals klimaatverandering en antibioticagebruik. Ik heb de relevantie van de huidige strategie ten opzichte van derde landen bevestigd en heb steun uitgesproken voor ambitieuze en gebalanceerde handelsakkoorden, waarbij beide handelspartners concessies doen.

De Poolse delegatie uitte zorgen over sterke concurrentie van de Nieuw-Zeelandse zuivelsector, mede gezien de recente Europese zuivelcrisis. Ook was Polen bezorgd dat de Europese Commissie deze onderhandelingen snel zou willen afronden. Polen pleitte daarom voor het uitsluiten van de zuivelsector van de onderhandelingen. Ook enkele andere lidstaten vroegen om aandacht voor de gevoeligheid van de zuivelsector in mogelijke toekomstige onderhandelingen. Eurocommissaris Hogan gaf aan bekend te zijn met de gevoeligheid van de zuivelsector, en stelde dat er in de onderhandelingen rekening mee zal worden gehouden.

Het voorzitterschap concludeerde dat lidstaten een dynamisch handelsbeleid beschouwen als vitaal voor de toekomst van de Europese landbouw. Het beleid moet gebalanceerd zijn en rekening houden met gevoeligheden en belangen in bepaalde sectoren, en moet worden bepaald per handelspartner. Lidstaten achten de studie van groot belang voor toekomstige onderhandelingen, waarbij echter rekening moet worden gehouden met de beperkingen van de studie. Ten slotte stelde het voorzitterschap dat toekomstige studies baat hebben bij betrokkenheid van lidstaten.

Verslag over de marktsituatie en het zuivelpakket

Informatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling (ST 5288/17)

Eurocommissaris Hogan deed verslag van de marktsituatie, het steunmaatregelenpakket van september 2016 en het zuivelpakket van 2012. Hij wees op het voorzichtige herstel op de landbouwmarkten. Zo is de melkprijs in de tweede helft van 2016 met 25% gestegen en is er veel boter en kaas geëxporteerd. Door de toename van het aantal melkkoeien dat wordt geslacht staat de prijs van rundvlees onder druk. De export van rundvlees ontwikkelt zich echter goed. Ook de varkenssector toont goede exportcijfers maar lijdt in de Baltische staten en Polen onder de gevolgen van Afrikaanse Varkenspest. In 14 lidstaten kampt de pluimveesector met vogelgriep. De prijzen in de granensector lijken zich te herstellen. De suikerprijzen lagen eind vorig jaar hoog. De Europese Commissie monitort deze markt extra goed vanwege het afschaffen van de suikerquota met ingang van 30 september 2017. Hiertoe is een expertgroep opgericht. Ook de prijzen in de groenten- en fruitsector zijn gunstig, met uitzondering van de appelmarkt die geen goed jaar heeft gehad.

Sinds het steunpakket van september 2016 is de melkproductie in drie lidstaten sterk verminderd. De notificaties volgen echter pas als de verminderingsperiode is afgelopen. 18 Lidstaten hebben gekozen om extra steun te geven ter hoogte van in totaal 211 miljoen euro. Dit brengt het totale steunbedrag op 561 miljoen euro. 76% Hiervan wordt ingezet voor de zuivelsector, 13% voor de varkenssector, 8% voor de rundvleessector en 3% voor schapen- en geitensector. De verkoop van de interventievoorraden mageremelkpoeder wordt voorzichtig aangepakt. In december jl. is 40 ton mageremelkpoeder verkocht. Bij de tenders in januari jl. waren de prijzen te laag en zijn alle biedingen verworpen.

Op 24 november jl. heeft de Europese Commissie het tweede verslag gepubliceerd over de werking van het zogenoemde zuivelpakket, een reeks maatregelen die in 2012 zijn genomen om de positie van de Europese zuivelproducenten in de toeleveringsketen te versterken. Eurocommissaris Hogan gaf aan dat zowel de zuivelsector als het Europees parlement al steun heeft uitgesproken voor verlenging van het zuivelpakket. Eurocommissaris Hogan onderstreepte de toegevoegde waarde en verdere potentie van het pakket. Zo vergroten producentenorganisaties de prijsstabiliteit. 16 Lidstaten hebben de oprichting van producentenorganisaties geprogrammeerd in hun plattelandsontwikkelingsprogramma (POP).

Over het algemeen beaamden lidstaten het marktherstel maar riepen zij op tot waakzaamheid. Ook ik heb het voorzichtige marktherstel verwelkomd maar aangegeven dat het te vroeg is om de effectiviteit van de steunmaatregelen te bepalen. Meerdere lidstaten benadrukten dat de situatie nog niet stabiel is, en onderstreepten daarom het belang van monitoring. Enkele lidstaten benadrukten specifiek het belang van monitoring in de suikersector en maatregelen om eventuele crises in deze sector te voorkomen. De Europese Commissie wees op de goede situatie op de suikermarkt en gaf aan medio 2017 de situatie te zullen evalueren en bezien of er maatregelen nodig zijn voor een zachte landing. Enkele lidstaten vroegen in het bijzonder aandacht voor bergachtige en perifere gebieden. Samen met enkele andere lidstaten heb ik gepleit voor opheldering van de ruimte voor collectieve onderhandelingen in het licht van de mededingingsregels. Ten slotte hebben enkele lidstaten gepleit voor een goede beoordeling van de effectiviteit van de maatregelen. Lidstaten verwelkomden de voorzichtige aanpak voor verkoop van mageremelkpoeder uit interventie.

De meeste lidstaten spraken steun uit voor het zuivelpakket. In veel landen, waaronder Nederland, is de zuivelsector echter al grotendeels coöperatief georganiseerd en was het pakket dan ook minder relevant. Ik heb aangegeven dat collectieve onderhandelingen de markttransparantie hebben vergroot en een betere positie voor zuivelboeren hebben verzekerd. Evenals andere lidstaten heb ik steun uitgesproken voor verlenging van het zuivelpakket. Hierbij heb ik aangegeven dat het pakket binnen de budgettaire kaders dient te blijven en gericht moet zijn op marktoriëntatie en duurzaamheid. Enkele andere lidstaten onderstreepten het belang van vrijwilligheid en het voorkomen van verhoging van de administratieve lasten.

Meerdere lidstaten vroegen de Europese Commissie naar haar plannen voor het aanpakken van oneerlijke handelspraktijken en onderstreepten het belang van het aanpakken van prijsvolatiliteit, bijvoorbeeld door risicobeheersinstrumenten, en verbetering van de markttransparantie. De Europese Commissie reageerde dat weerbaarheid van de markt een van de pijlers zal zijn van de mededeling over modernisering en vereenvoudiging van het GLB. Ook bevat het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2017 een verwijzing naar het verbeteren van de positie van de boer in de keten. Voorstellen over dit onderwerp verschijnen naar verwachting in de herfst.

Ten slotte gaf de Europese Commissie onder dit agendapunt informatie over een rapport van het EU-schapenvleesforum1. Het rapport bevat twee aanbevelingen: invoering van een milieupremie voor extensieve schapenhouderij in het GLB en gerichte fondsen voor promotie van schapenvlees op de interne markt. Eurocommissaris Hogan zal dit laatste verkennen maar wees op de bestaande EU-promotiemogelijkheden, zoals 15 miljoen euro voor het vergroten van het bewustzijn van de bijdrage van duurzame landbouw aan een goed milieu en aan het tegengaan van klimaatverandering. Verschillende lidstaten verwelkomden het rapport van het schapenvleesforum. Dit zal worden meegenomen in de discussies over het nieuwe GLB.

Diversen: Uitbraken van vogelgriep en de noodzaak van aanvullende maatregelen

Informatie van de Nederlandse delegatie (ST 5452/17)

Op mijn verzoek is gesproken over vogelgriep en de noodzaak van aanvullende beleidsopties (ST 5452/17). Ik heb aangegeven dat veel lidstaten, inclusief Nederland, de laatste maanden te maken hebben gehad met uitbraken van vogelgriep (H5N8). Dit heeft gevolgen voor de gezondheid van de vogels, het dierenwelzijn, de handel en de boeren die pluimvee houden. Vanwege de vogelgriepdreiging uit wilde watervogels geldt er sinds 9 november 2016 ter preventie van verdere uitbraken een ophokverplichting voor commercieel gehouden pluimvee in Nederland. Ik heb aangegeven dat ik, gezien de voortdurende dreiging van verdere uitbraken van vogelgriep, overweeg om de ophokplicht vooralsnog in stand te houden. Als de ophokplicht echter langer duurt dan 12 weken, mogen de eieren van deze hennen conform EU-verordening 589/2008 inzake de handelsnormen voor eieren niet meer verkocht worden als vrije-uitloopeieren. De eieren kunnen dan verkocht worden als scharrelei, tegen een lagere prijs dan eieren van vrije uitloop. Ik heb mijn collega’s en de Europese Commissie gewezen op de negatieve economische gevolgen die dit voor de commerciële pluimveebedrijven heeft, aangezien 80% van de vrije-uitloophennen in de EU momenteel worden opgehokt. Ik heb daarom de Europese Commissie gevraagd of een eenmalige derogatie van de verordening 589/2008 mogelijk is. Omdat het waarschijnlijk is dat vogelgriepuitbraken in de toekomst vaker en uitgebreider zullen voorkomen in Europa, heb ik de Europese Commissie gevraagd om ook met structurele oplossingen te komen.

Verscheidene lidstaten steunden mijn pleidooi, en spraken zich uit voor ofwel een eenmalige derogatie ofwel buitengewone marktsteunmaatregelen. De Europese Commissie erkende het belang van deze kwestie, maar stelde de huidige regelgeving een goed compromis te vinden tussen producenten- en consumentenbelangen. Eurocommissaris Hogan toonde zich echter bereid tot een analyse van mogelijke oplossingen, zoals ook particuliere verzekeringen, en stelde zich met Eurocommissaris Andriukaitis te zullen inzetten om oplossingen te vinden voor de urgente problemen.

Diversen: 40e conferentie van EU-betaalorganen

Informatie van de Slowaakse delegatie (ST 5098/17)

Slowakije gaf een terugkoppeling van de 40e conferentie van directeuren van EU-betaalorganen die plaatsvond van 12 tot en met 14 oktober jl. De conferentie was gericht op de vereenvoudiging van het GLB en op het tegengaan van fraude en onregelmatigheden. Afgevaardigden van alle 28 EU-lidstaten, Turkije, Macedonië, Servië en Kosovo, de Europese Commissie, de Europese Rekenkamer en het Europese Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) namen deel aan de conferentie. Nieuw was dat er daarnaast tijdens de gehele conferentie ook vertegenwoordigers waren van het Europees parlement, CEJA en COPA-COGECA. Tijdens de conferentie is onder meer geconcludeerd dat de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten over fraudeverdenking in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) kan worden vergroot. Tevens is de Europese Commissie geadviseerd maatregelen uit te werken naar aanleiding van voorstellen van lidstaten voor het vergroten van de efficiëntie van controles ter plaatse. De conclusies van de conferentie zullen verder worden uitgewerkt en vervolgens met de Europese Commissie en in het informele netwerk van lidstaten («Learning Network») worden besproken.

Eurocommissaris Hogan onderstreepte het belang van balans tussen vereenvoudiging van de regels en stabiliteit, en wees erop dat deze onderwerpen ook voorkomen in de Omnibusvoorstellen. De volgende betaalorganenconferentie vindt plaats van 17 tot 19 mei a.s. in Valletta.

Diversen: Beschermde Oorsprongsbenaming wijn

Informatie van de Sloveense delegatie (ST 5285/17)

Slovenië heeft zorgen geuit over het voornemen van de Europese Commissie om Kroatië toe te staan de naam van een wijndruivenras («Teran») te gebruiken op wijnetiketten terwijl deze naam al een Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) is van een Sloveense wijn. De algemene regel is dat de naam van een wijndruivenras dat een BOB omvat niet gebruikt mag worden op het etiket van een andere wijn. De EU-Verordening voor de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten (1308/2013) voorziet in de mogelijkheid tot uitzonderingen op deze regel, om rekening te houden met bestaande etiketteringspraktijken, zoals in geval van toetreding van nieuwe lidstaten. Volgens Slovenië is de interpretatie van de Europese Commissie over haar bevoegdheid om een uitzondering te maken voor het ras Teran echter te breed en in strijd met artikel 290 (gedelegeerde handelingen) van het Verdrag van de EU. Enkele lidstaten vroegen om een reactie van de Juridische Dienst van de Raad. Deze stelde dat hoewel er nog geen voorstel voorligt, de Europese Commissie op basis van artikel 103 van de integrale gemeenschappelijke marktordeningsverordening (1308/2013) bevoegd is om stappen te ondernemen. Hierbij dient de Europese Commissie wel rekening te houden met de geldende voorwaarden (het moet gaan om etiketteringspraktijken en de Europese Commissie moet een evenwicht vinden tussen de betrokken belangen).

EU-visserijpartnerschap met Ghana

De Europese Commissie heeft een concept-mandaat aan de Raad voorgelegd om de onderhandelingen met Ghana voor een visserijpartnerschapsovereenkomst en een protocol te kunnen starten. Er is momenteel geen visserijpartnerschap tussen de EU en Ghana van kracht. De EU-vloot vist echter al vanaf 2007, onder private overeenkomsten, in de EEZ (Exclusieve Economische Zone) van Ghana. De EU-vloot richt zich op tropische tonijn in de wateren van Ghana. Het partnerschapsakkoord met Ghana regelt voor de EU-tonijnvisserij enkel de toegang tot de wateren van Ghana. Op deze wijze kunnen de EU-vissersvaartuigen de migrerende tonijn volgen, ook als die zich in de wateren van Ghana bevindt of in een ander derde land waarmee de EU afspraken over toegang tot de wateren heeft.

In het kader van een EU-visserijpartnerschap dienen de EU-vaartuigen zich te houden aan de in de regionale visserijbeheerorganisatie ICCAT (International Commission for Conservation of Atlantic Tuna) overeengekomen vangstbeperkingen, en het geïntegreerd beheerplan voor de twee doelsoorten (grootoog- en geelvintonijn). Tevens is in het ontwerponderhandelingsmandaat opgenomen dat een nieuw protocol een (opschortings-)clausule over de mensenrechtensituatie en de democratische beginselen dient te bevatten.

Zoals bij de eerdere visserijpartnerschappen ben ik van mening dat visserij onder een partnerschap meer waarborgen bevat voor de duurzaamheid van visserij en het verbeteren van visserijbeheer in derde landen dan visserij onder private afspraken. Ik steun daarom het voornemen van de Europese Commissie om de onderhandelingen met Ghana te openen. Deze onderhandelingen zullen naar verwachting in het voorjaar van dit jaar starten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven