21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 946 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2016

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die 10 oktober jl. plaatsvond in Luxemburg.

Daarnaast geef ik een aanvulling op de beantwoording van vragen van het lid Lodders (VVD) over de tuinwallen op Texel (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3310). Ook ga ik in op mijn besluit met betrekking tot voorschotten in kader van de directe betalingen GLB.

Onderwerpen Landbouw- en Visserijraad

Visvangstmogelijkheden Oostzee 2017

(politiek akkoord, ST13109/16)

De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de maximaal toegestane vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC’s) in de Oostzee voor 2017.

In lijn met het voorstel van de Europese Commissie en het advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) zijn de TAC’s voor haring verhoogd (behalve in de Golf van Riga), evenals die voor schol en zalm (behalve in de Golf van Finland). De ministers hebben besloten tot een kleinere toename van de TAC voor sprot dan voorgesteld door de Europese Commissie. Het akkoord bevat geen toename in de TAC voor zalm in de Golf van Finland.

De Raad was verdeeld over de voorgestelde vermindering van de TAC’s met 39% voor het oostelijke en 88% voor het westelijke kabeljauwbestand van de Oostzee. Verscheidene lidstaten waren bezorgd over de sociaaleconomische gevolgen van deze verlaging, terwijl andere lidstaten juist wezen op het belang van het bestandsbeheer. De TAC’s worden in het akkoord verlaagd met respectievelijk 25% en 56%.

Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Het kabinet hecht eraan dat het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren op duurzame wijze wordt gerealiseerd.

Ik ben dan ook tevreden over de bereikte afspraken voor de vangstmogelijkheden voor 2017 waar deze gebaseerd zijn op wetenschappelijke adviezen. Ik vind het positief dat de Europese Commissie de regionale adviesraad voor de Oostzee heeft geraadpleegd bij het opstellen van het voorstel.

De Europese Commissie verwelkomde het compromisvoorstel. De Europese Commissie acht het evenwichtig en passend binnen het meerjarenplan en de doelstellingen die de Europese Commissie heeft gesteld.

Vangstmogelijkheden Europese Unie en Noorwegen 2017

(gedachtewisseling, ST12589/16)

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de aanstaande jaarlijkse bilaterale onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen over de visserij-overeenkomst voor 2017. De overeenkomst betreft de vangstmogelijkheden voor de gezamenlijk beheerde visbestanden in de Noordzee en het Skagerrak en de ruil van vangstmogelijkheden tussen de EU en Noorwegen. De eerste ronde van onderhandelingen zal plaatsvinden van 8 tot en met 10 november a.s. en de tweede ronde van 28 november tot en met 2 december a.s. De Europese Commissie streeft ernaar de onderhandelingen vóór de Raad van december a.s. af te ronden, zodat de resultaten kunnen worden opgenomen in de EU-verordening met TAC’s en quota.

Tijdens de gedachtewisseling hebben zowel het Verenigd Koninkrijk als Nederland het belang van transparantie in de discussies met Noorwegen onderstreept.

Nederland heeft gewezen op de tegenstrijdigheid die bestaat rond het vaststellen van de toegestane vangsthoeveelheid voor schol. Indien wordt gekozen voor het ICES-advies zal de TAC fors lager worden vastgesteld dan wanneer wordt gekozen voor het volgen van het geldende beheerplan. Nederland heeft gepleit voor een compromisvoorstel waarbij dezelfde TAC als vorig jaar wordt aangehouden.

Verschillende lidstaten benadrukten dat er met betrekking tot de pelagische bestanden moet worden gezocht naar een goede balans tussen de verschillende belangen van lidstaten bij het uitwisselen van de vangstmogelijkheden tussen Noorwegen en de EU. Jaarlijks wordt een bepaalde hoeveelheid blauwe wijting door de EU aangeboden aan Noorwegen in ruil voor vangstrecht arctische kabeljauw. Nederland heeft gering belang bij arctische kabeljauw, maar wel een groot aandeel in het quotum van blauwe wijting. Nederland heeft aangegeven dat niet alleen het blauwe wijting-bestand maar ook andere bestanden in moeten worden gezet voor deze ruil, zodat de landen die profiteren van de arctische kabeljauw, ook de landen zijn die bijdragen aan die ruil.

De Europese Commissie heeft tot slot toegezegd bij de vaststelling van de TAC’s rekening te houden met de aanlandplicht.

Jaarlijkse ICCAT-bijeenkomst

(gedachtewisseling, ST12591/16)

Van 14 tot en met 21 november a.s. vindt in Portugal de jaarvergadering van ICCAT (Internationale Commissie ter bescherming van Atlantische Tonijn) plaats. De Europese Commissie vertegenwoordigt de Europese Unie in deze vergadering.

Het wetenschappelijk comité van ICCAT dat de biologische adviezen opstelt, komt in de eerste week van oktober bijeen en publiceert haar advies over de bestandsbeoordelingen in de week erna. De inzet van de Europese Commissie wordt daarom pas vanaf de derde week van oktober verwacht.

De belangrijkste onderwerpen op de agenda van de ICCAT-jaarvergadering zijn de bestandsbeoordeling van de mediterrane zwaardvis en geelvintonijn en de actualisering van de bestandsbeoordeling voor de oostelijke blauwvintonijn. De volledige bestandsbeoordeling voor dit laatstgenoemde bestand vindt volgend jaar plaats.

De Europese Commissie gaf aan dat het dermate slecht gaat met de mediterrane zwaardvis, dat verder ingrijpen nodig is. De EU heeft een aandeel van 80% in deze visserij. De Europese Commissie gaf aan tijdens de jaarvergadering te willen oproepen een beheerplan voor zwaardvis op te stellen om de bestanden de kans te geven zich te herstellen. Ook moeten de vangsten voor zwaardvis volgens de Europese Commissie worden verlaagd.

Meerdere lidstaten onderschreven dat er maatregelen moeten worden genomen ter bescherming van de zwaardvis. Tegelijk waren er zorgen over vermindering van de vangstmogelijkheden, vooral voor kleinschalige visserij. Enkele lidstaten willen compensatie voor deze vermindering door verhoging van de vangstmogelijkheden op blauwvintonijn.

Nederland heeft aangegeven dat zij waarde hecht aan het advies van het wetenschappelijk comité van ICCAT over de zwaardvis, de geelvintonijn en de blauwvintonijn. Nederland gaat ervan uit dat dit advies de basis zal vormen van een non-paper dat de Europese Commissie hierover zal opstellen en vervolgens met lidstaten zal bespreken.

Omnibusverordening

(informatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling, ST12187/16 +ADD1 +ADD2)

In het kader van de Midterm Review van het Meerjarig Financieel Kader heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een nieuw Financieel Reglement. In deze Omnibusverordening wordt ook een aantal vereenvoudigingen voorgesteld van de basisverordeningen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De bespreking richtte zich met name op deze vereenvoudigingen. De Europese Commissie beoogt aanname van de verordening vóór 1 januari 2018.

De voorgestelde vereenvoudigingen werden over het algemeen verwelkomd. Zo werd door veel lidstaten positief gereageerd op het voorstel om de definitie van een actieve landbouwer facultatief te maken.

Veel lidstaten hadden echter kritiek op het voorstel om de rekening van openstaande vorderingen op begunstigden voor 100% bij de lidstaat te leggen. Men is voorstander van de huidige situatie, waarbij 50% voor rekening van de lidstaat en 50% voor rekening van de Europese Commissie komt (de zogenaamde 50/50-verrekening). Verder spraken enkele lidstaten zorgen uit over de mogelijkheid dat de begrotingsmarges van het GLB voor andere doeleinden dan voor het landbouwbeleid worden ingezet. Verschillende lidstaten wezen op aanvullende mogelijkheden voor vereenvoudiging van de basisverordeningen, die in 2015 door lidstaten bij de Europese Commissie zijn aangedragen. Veel lidstaten hebben ook schriftelijke inbreng geleverd op de voorstellen in de Omnibusverordening.

Ook ik heb mij kritisch uitgesproken over de 50/50-verrekening. Ik heb verder vraagtekens gezet bij het voorstel om gekoppelde steun tijdens crisisperioden te ontkoppelen van productie. De steun moet naar mijn mening uiteindelijk volledig van de productie worden ontkoppeld en gericht worden ingezet voor maatschappelijke doelen met een focus op innovatie. Tijdelijke ontkoppeling in tijden van crisis is een goed startpunt voor de fundamentele discussie over volledige afschaffing van gekoppelde betalingen. Ik heb verder mijn zorgen uitgesproken dat aanpassing van het inkomensstabilisatiemechanisme de marktwerking kan verhinderen, en dat het voorstel om de definitie actieve landbouwer facultatief te maken kan leiden tot het geven van steun aan bedrijven die niet gericht zijn op landbouw.

Tenslotte heb ik aangegeven dat besluiten over landbouwwetgeving die de bevoegdheden van de Landbouw- en Visserijraad zijn, ook daar moeten worden genomen, in coördinatie met de Raad Algemene Zaken die over het totaalpakket beslist.

De Europese Commissie gaf aan dat de voorstellen zijn gericht op vereenvoudiging van de wetgeving en geen inhoudelijke koerswijziging betekenen. In reactie op vragen van enkele lidstaten gaf de Europese Commissie aan te verwachten voor de zomer van 2017 met de eerste beleidsopties voor bespreking van de toekomst van het GLB te zullen komen. Het voorzitterschap stelde vast dat de Raad van mening is dat besluitvorming over de onderdelen van de Omnibusverordening die betrekking hebben op landbouwwetgeving in de Landbouw- en Visserijraad hoort. Het voorzitterschap zal zich beraden op verdere wijze van behandeling van de Omnibusverordening.

Diversen

Marktsituatie en steunmaatregelen

(informatie van het voorzitterschap, ST12746/16)

De Europese Commissie gaf een stand van zaken van de marktsituatie en van de implementatie van de marktmaatregelen. Eurocommissaris Hogan gaf aan dat er nog geen plannen van lidstaten zijn ontvangen voor de nationale enveloppes (350 miljoen euro) als onderdeel van het steunpakket van juli jl. Lidstaten hebben hiervoor nog de tijd tot 30 november a.s.

Zuivelsector

Informatie van het Melkmarktobservatorium toont aan dat het aanbod in de zuivelsector is gestabiliseerd en er sprake is van prijsstijging. De vraag naar zuivel groeit, vooral in China. De prijs van magere melkpoeder ligt ruim boven het interventieniveau en er vinden dan ook geen interventiebiedingen plaats. Er is veel belangstelling getoond voor de maatregel voor vrijwillige melkproductiebeperking. Van de 150 miljoen euro is circa 98,9% opgenomen door ongeveer 52.000 melkproducenten. De tweede ronde, voor de resterende 11.407 ton, sloot op 12 oktober.

Vleessectoren

Vanwege structurele problemen in de rundvleessector en de situatie op de zuivelmarkt ontstaan problemen op de rundvleesmarkt. De export ontwikkelt zich echter goed. Ook de grondstofprijzen zijn gunstig. Eurocommissaris Hogan heeft 15 miljoen euro vrijgemaakt voor de promotie van de consumptie van rund-, lams- en varkensvlees. Hij zal zich blijven inspannen voor het vinden van nieuwe exportmarkten.

De situatie op de varkensvleesmarkt is verbeterd. Er is sprake van meer export (37% meer volume, 34% meer waarde) dan in juli 2015. De afhankelijkheid van China houdt echter aan (48% van de export). De Europese Commissie acht diversificatie daarom nodig. Het julipakket bevat ook mogelijkheden tot ondersteuning van de varkens- en rundvleessector.

Granen en groente- en fruitsector

Het volume en de kwaliteit van de graanoogst vallen tegen. De grote hoeveelheden appels en peren in opslag drukken de prijzen, vooral in Polen en België. De prijzen voor perziken en nectarines zijn goed.

Gedachtewisseling

De Raad onderschreef dat het marktherstel nog pril is en dat verdere actie nodig zou kunnen zijn. Enkele lidstaten uitten zorgen over de rundvleessector en de graanoogst. Verschillende lidstaten gaven aan uit te kijken naar de resultaten van de Agricultural Markets Taskforce (AMTF).

In reactie op vragen van enkele lidstaten stelde de Europese Commissie dat het werk aan de mogelijke ophoging van de nationale plafonds voor de minimis binnenkort wordt afgerond.

Ik heb gewezen op de positieve ontwikkeling in de zuivel- en varkensvleesmarkt, mede dankzij het steunpakket van juli jl. De effecten van het melkreductiestelsel zullen pas na verloop van tijd zichtbaar worden. Ook heb ik aangegeven het te vroeg te vinden om aanvullende maatregelen te overwegen voor de rundvleessector, ook omdat het julipakket lidstaten de mogelijkheid biedt van buitengewone aanpassingssteun voor de veehouderij. Ik heb het belang van marktoriëntatie, gelijk speelveld en de interne markt onderstreept. Ook heb ik aangegeven dat structurele hervorming nodig is van sectoren, waaronder de varkenshouderij.

Toekomst van de suikersector

(informatie van de Poolse delegatie, ST12861/16)

Polen vroeg de Europese Commissie om marktvooruitzichten voor de suikersector en een overzicht van de beschikbare instrumenten om de marktsituatie te stabiliseren na het einde van het suikerquotumsysteem. Ook vroeg Polen naar de mogelijkheden om het suikerquotumsysteem te behouden.

Samen met enkele lidstaten heb ik kritisch gereageerd op de vraag om verlenging van de suikerquota. De suikersector is concurrerend en kan haar productie jaarlijks afstemmen op de marktsituatie. De wereldsuikerprijs is momenteel hoog. Ik heb daarom aangegeven het verzoek om het suikerquotumstelsel voort te zetten niet te kunnen steunen.

Enkele lidstaten uitten steun voor het verkennen van andere instrumenten voor marktstabilisatie en vroegen om een «soft landing». Ook was er brede steun voor monitoring van de suikermarktontwikkelingen.

De Europese Commissie stelde dat het besluit tot afschaffing van de suikerquota niet ter discussie staat. De Europese Commissie stelde dat de sector, mede door de hervorming van 2006, toekomstbestendig is geworden. Zij verwacht daarom slechts bescheiden effecten na afschaffing van het quotumstelsel. Eurocommissaris Hogan wees op de verschillende mogelijkheden die het GLB biedt om in te grijpen bij ernstige marktverstoring. De Europese Commissie verwacht echter niet dat de prijs zal instorten. De Europese Commissie en de expertgroep voor suikermarktontwikkelingen monitoren de ontwikkelingen.

Steunprogramma voor de Poolse varkensvleessector

(informatie van de Poolse delegatie, ST12870/16)

Polen heeft gevraagd om gebruik te maken van alle mogelijke vormen van Europese steunmaatregelen voor de varkenssector om de economische schade ten gevolge van de uitbraken van Afrikaanse varkenspest enigszins te compenseren. Er was algemene steun onder lidstaten voor het verzoek van Polen.

De Europese Commissie stelde dat Afrikaanse varkenspest een groot probleem is dat nog onvoldoende onder controle is. Na de uitbraken van augustus heeft de Europese Commissie snel maatregelen genomen. De Europese Commissie verwelkomde de voorstellen van Polen en gaf aan financiële en technische bijstand te zullen leveren om de ziekte uit te roeien.

Verklaring over het voorstel ter vereenvoudiging van de vergroening van het GLB

(informatie van achttien delegaties die de verklaring hebben ondertekend, ST12856/16)

Achttien lidstaten hebben de Europese Commissie opgeroepen drie voorgenomen maatregelen in het voorstel voor vereenvoudiging van de vergroening van het GLB in te trekken. Dit betreft het verbieden van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op ecologische aandachtsgebieden (EFA), introductie van een verplichte minimumperiode van tien weken voor de teelt van vanggewassen en de verlenging van de minimumperiode voor het braakleggen van grond tot negen maanden.

De Europese Commissie legde uit dat het voorstel over het algemeen tot vereenvoudiging leidt. De drie genoemde maatregelen hebben echter tot doel de milieuprestatie op bedrijfsniveau te verbeteren en daarmee de effectiviteit en geloofwaardigheid van de vergroening te vergroten. Boeren ontvangen immers steun voor ecologische aandachtsgebieden om de biodiversiteit te verbeteren, en deze verbetering is beperkt zolang er geen verbod is op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Verder wees de Europese Commissie er op dat sommige lidstaten al dergelijke regels hebben en dat eiwithoudende gewassen buiten de EFA kunnen worden geteeld met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De Europese Commissie gaf in reactie op de oproep van de achttien lidstaten aan bereid te zijn tot vier aanpassingen:

  • De inwerkingtreding wordt uitgesteld tot 1 januari 2018 (met mogelijkheid van eerdere inwerkingtreding voor lidstaten die dat willen).

  • De minimumduur van braaklegging blijft 6 maanden.

  • De verplichte minimumteeltperiode van tien weken voor vanggewassen wordt teruggebracht tot acht weken.

  • Het verbod op gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in EFA blijft gehandhaafd maar de Europese Commissie is bereid mogelijkheden te onderzoeken om de controlevoorschriften te versoepelen.

De Europese Commissie uitte zich ook bereid andere zorgpunten tegen het licht te houden.

Er vond geen gedachtewisseling plaats.

Internationale financiële instellingen en dierenwelzijn

(informatie van de Oostenrijkse delegatie, ST12323/16)

Oostenrijk vroeg tijdens de Raad aandacht voor de relatie tussen dierenwelzijn en investeringen met leningen die worden verstrekt door internationale financiële instellingen (IFI’s). Oostenrijk wees erop dat het vóórkomt dat IFI’s leningen verstrekken voor investeringen in productiesystemen in derde landen die in de EU inmiddels verboden zijn. Dit ondermijnt de doelstellingen van de EU op het gebied van dierenwelzijn en komt gelijkwaardige concurrentieverhoudingen niet ten goede. Oostenrijk wil dat de discussies op EU-niveau worden geïntensiveerd met het oog op het verplicht stellen van minimaal aan de EU gelijkwaardige, bindende dierenwelzijnsstandaarden als criterium bij investeringssteun door IFI’s en bij exportkredietverzekeringen.

Er was brede steun voor het voorstel van Oostenrijk. Veel lidstaten wezen op het belang van een gelijk speelveld. Ook vroegen enkele lidstaten om bespreking van dit onderwerp in het toekomstige EU-dierenwelzijnsplatform.

Het standpunt van Oostenrijk sluit goed aan bij de verklaring van Vught (Kamerstuk 21501–32, nr. 818). Ik heb erop gewezen dat Nederland al eerder de verwijzingen naar dierenwelzijnsstandaarden in de Goede Praktijken Notitie van de Internationale Financierings Coöperatie gesteund heeft. Verder is met steun van Nederland recent in de waarborgen van de Wereldbank een verwijzing naar deze Notitie opgenomen. Ik ondersteun de suggestie van lidstaten om dit onderwerp in het EU-dierenwelzijnsplatform te bespreken.

De Europese Commissie gaf aan dat sinds 2014, mede op haar verzoek, bij de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling moet worden voldaan aan EU-eisen voor dierenwelzijn en goede praktijken voor dieren, al naar gelang welke het meest strikt zijn. De Europese Commissie wees er wel op dat lidstaten zelf via kredietagentschappen meer invloed op IFI’s hebben dan de Europese Commissie. De Europese Commissie beaamde dat het platform voor dierenwelzijn er nu echt komt. Het platform zal gericht zijn op informatie-uitwisseling en het vinden van oplossingen.

Gevolgen van een arrest van het Hof

(informatie van de Europese Commissie, ST12884/16)

De referentiedrempels voor het vaststellen van de openbare interventieprijzen zijn vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure. Duitsland heeft hier beroep tegen aangetekend bij het Hof. Het Hof heeft recent uitspraak gedaan en Duitsland in het gelijk gesteld, omdat het vaststellen van referentiedrempels geen politieke keuze vergt. Het Hof vernietigt daarom de artikelen waarin de openbare interventieprijzen zijn vastgesteld. De gevolgen van de vernietigde bepalingen zijn voor een periode van zes maanden gehandhaafd, tot 7 februari 2017. Binnen die termijn moet de Europese Commissie gevolg geven aan de Hofuitspraak.

De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven op het voorstel voor aanpassing van de Raadsverordening dat zij op 6 oktober jl. heeft gedeeld met de lidstaten. Het vernietigde artikel wordt hierin overgeheveld naar de Raadsverordening. Er wordt geen inhoudelijke wijziging voorgesteld.

Enkele lidstaten gebruikten de gelegenheid om de Europese Commissie te vragen om ook de interventieniveaus voor particuliere opslag en openbare interventie te herzien. De Europese Commissie gaf echter aan het voorstel gezien de urgentie van de zaak te willen beperken tot alleen de noodzakelijke aanpassingen. Ik zal uw Kamer binnenkort een BNC-fiche over dit voorstel toesturen.

Conclusies van de 39e Betaalorganenconferentie

(informatie van de Nederlandse delegatie, ST12719/16)

Ik heb een terugkoppeling gegeven van de 39e Conferentie van de directeuren van EU-betaalorganen, die van 25 tot en met 27 mei jl. plaatsvond in Amsterdam. Het thema van de conferentie was: «Korte- en langetermijnoplossingen voor meer proportionele GLB-controles». Afgevaardigden van alle EU-lidstaten, Turkije, Macedonië, de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer namen deel aan de conferentie. Ik heb gewezen op de conclusies van de conferentie, waaronder het belang van het gebruik van satellietbeelden en het Single Audit Concept.

De Europese Commissie onderstreepte het belang van vermindering van de complexiteit voor zowel lidstaten als begunstigden, en het nut van het Single Audit Concept. Het voorzitterschap gaf aan dat de volgende Betaalorganenconferentie plaatsvindt van 12 tot 14 oktober 2016. Er zal worden gesproken over vereenvoudiging van het GLB na 2020/2017, samenwerking tegen fraude en controles ter plaatse.

Ministeriële conferentie over consumenteninformatie

(informatie van de Sloveense delegatie, ST12666/16)

Slovenië gaf een terugkoppeling van de conferentie «De consumenten hebben het recht te worden geïnformeerd». Deze conferentie vond op 19 augustus jl. plaats in Slovenië. Tijdens de bijeenkomst hebben 12 lidstaten een verklaring ondertekend over kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten en herkomstetikettering.

Veel lidstaten uitten steun voor de verklaring of voor het verstrekken van meer informatie aan consumenten. Meerdere lidstaten spraken hun zorgen uit over de gevolgen van verdergaande etikettering voor de interne markt, extra productiekosten en hogere consumentenprijzen. Consumenten lijken slechts beperkt bereid te betalen voor extra informatie. Enkele lidstaten vroegen om een evaluatie van de Franse pilot op gebied van (verplichte) herkomstetikettering. De meeste lidstaten stelden voorstander te zijn van vrijwillige herkomstetikettering.

De Europese Commissie gaf aan in 2017 een verordening te zullen presenteren waarin de regels voor herkomstetikettering worden geharmoniseerd.

Herkomstetikettering is al verplicht voor vlees van verschillende oorsprong en pluimvee. Daarnaast maakt de verordening het mogelijk verplichte etikettering in te voeren als dit gerechtvaardigd is en genotificeerd wordt. De Europese Commissie bracht de geografische aanduidingen nog eens onder de aandacht en riep lidstaten op hier gebruik van te maken.

Tuinwallen op Texel

Na beantwoording van vragen van het lid Lodders (VVD) over de tuinwallen op Texel (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3310) zijn er nieuwe ontwikkelingen geweest. De Europese Commissie heeft op verzoek van lidstaten een wijziging aangebracht in haar in juni gepresenteerde voorstel voor de vereenvoudiging van de vergroening van het GLB. De minimale breedte van onder andere akkerranden wordt nu in het voorstel teruggebracht van 2 meter naar 1 meter. Door deze wijziging kunnen de tuinwallen op Texel beschouwd worden als akkerrand en ingezet worden om te voldoen aan de verplichting om 5% van de oppervlakte bouwland in te richten als ecologisch aandachtsgebied. Voorwaarde is dat de tuinwallen grenzen aan bouwland en ten minste een meter breed zijn.

Geen voorschotbetaling 2016

Evenals in 2015 biedt de Europese Commissie lidstaten de mogelijkheid om een verhoogd voorschot op de directe betalingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) te verstrekken. De betaling van een voorschot vergroot het risico dat de eigenlijke betalingen vertraagd worden. Mijn inzet is om de motie Geurts uit te voeren zoals aangegeven in Kamerstuk 28 625, nr. 23 en te streven naar zo veel mogelijk betalingen vanaf december. Om die reden zal ik geen voorschotten verstrekken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven