21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 869 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2015

Met deze brief informeer ik u over de agenda van de informele Landbouwraad die 13 t/m 15 september aanstaande zal plaatsvinden in Luxemburg. Het thema van de informele Raad is «Towards Climate Smart Agriculture».

Het Luxemburgse voorzitterschap wil tijdens de bijeenkomst van gedachten wisselen over klimaatslimme landbouw. Het voorzitterschap heeft een document opgesteld waarin de relaties tussen landbouw en klimaat beschreven staan, als uitwerking van het Klimaat en Energiepakket, dat de Europese Unie benut als inbreng voor de COP21 later dit jaar in Parijs. Zo worden onder andere de broeikasgasemissies van de landbouw in beeld gebracht, maar ook de CO2 vastleggingsmogelijkheden en de rol van de bodem. Als uitgangspunt van de notitie zijn de cijfers van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) gebruikt.

Ik vind het opportuun dat het Luxemburgs voorzitterschap aandacht besteedt aan klimaatslimme landbouw. Ik vind het belangrijk dat alle sectoren een bijdrage leveren aan het verminderen van broeikasgasemissies, ook de landbouw. Niet in de laatste plaats omdat de landbouw zelf ook baat heeft bij het tegengaan van klimaatverandering.

Klimaatverandering is een van die grote uitdagingen, die vraagt om een aanpak van klimaat-slimme landbouw die gelijktijdig drie doelstellingen nastreeft;

  • 1) duurzame verhoging van de landbouwproductie;

  • 2) weerbaar maken van de landbouw tegen effecten van klimaatverandering; en

  • 3) terugdringen van de broeikasgasuitstoot van de landbouwsector.

De huidige internationale aanpak slaagt hier onvoldoende in. Om die reden heeft Nederland in samenwerking met de Wereldbank en de FAO drie succesvolle internationale conferenties over Landbouw, Voedselzekerheid en Klimaatverandering georganiseerd, waarmee deze aanpak nadrukkelijk op de internationale agenda is gezet. Inmiddels is er internationaal brede consensus over het belang van klimaat-slimme landbouw. Belangrijke onderdelen van deze aanpak, die uit de conferenties naar voren kwamen, zijn: a) de nadruk op klimaatslimme investeringen van de private sector in alle schakels van de voedselketen; b) het gebruik van een brede gebiedsbenadering met aandacht voor biodiversiteit bij het zoeken naar klimaat-slimme oplossingen; en c) het opzetten van privaat-publieke partnerschappen waarin de private sector de leiding neemt.

Om klimaatslimme landbouw verder in de praktijk te brengen heb ik samen met de Wereldbank en de FAO het initiatief genomen om met een «coalition of the working» de Alliance for Climate Smart Agriculture op te richten. Deze is vorig jaar tijdens de klimaattop in New York opgericht.

De Alliantie telt nu bijna 100 leden bestaande uit overheden, internationale organisaties, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.

Nederland heeft ook een sterk profiel in internationale en Europese (kennis)netwerken, zoals de Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases (GRA) en de Joint Working Group on Research for Agriculture, Food Security and Climate Change.

In de drie geagendeerde werkgroepen (over de rol van onderzoek, de rol van innovatie en kennisverspreiding en de rol van goede landbouw praktijken) zal worden nagedacht over een antwoord op de vraag welke bijdrage de Europese landbouw kan hebben bij het verminderen van broeikasgasemissies.

Hierbij wordt rekening gehouden met onder meer vergroening van voedsel- en biomassaproductie voor een bioeconomie. De workshops bieden een goede mogelijkheid om mijn inzet voor vergroening van het gewasbeschermingsmiddelen- en mestbeleid uit te dragen. Ik denk daarbij aan bevordering van dierlijke meststoffen boven kunstmeststoffen en inzet voor milieuvriendelijke biogewasbescherming, waardoor ook minder broeikasgasemissie plaatsvindt bij de productie van de gewasbeschermingsmiddelen. Ik wil dit onder de aandacht brengen door «best practices» te delen op het gebied van de reductie van broeikasgasemissie, zoals de productie van groen gas uit mest, en inzet van fossiele hulpbronnen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven