21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 755 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2013

De jaarvergadering van ICCAT (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas) zal dit jaar van 18 tot en met 25 november in Kaapstad plaatsvinden. Ik heb u eerder geïnformeerd over de belangrijkste punten die op de agenda staan van deze jaarvergadering. Daarnaast heb ik op 16 oktober jl. met uw Kamer van gedachten gewisseld over dit onderwerp en mijn inzet.

In deze brief informeer ik u over het wetenschappelijk advies van ICCAT, tevens licht ik de inzet van de Europese Commissie die over de hele linie in lijn is met het standpunt van Nederland.

De Europese Commissie heeft op 30 oktober haar voorlopige inzet bekend gemaakt, waarover eind vorige week overeenstemming is bereikt. Hierdoor was ik niet in staat de Kamer eerder te informeren over deze inzet.

Het wetenschappelijk comité van ICCAT

Het wetenschappelijk comité van ICCAT (SCRS), dat van 30 september t/m 4 oktober bijeenkwam, heeft in oktober haar biologische adviezen voor de verschillende tonijnbestanden gepubliceerd. Dit jaar heeft het comité een uitgebreide bestandbeoordeling uitgevoerd voor de Noord- en Zuid-Atlantische albacore (witte tonijn) en de Noord- en Zuid-Atlantische zwaardvis. Voor overige tonijn en tonijnachtige soorten, inclusief haaien, is naar de reeds beschikbare data gekeken maar zijn geen assessments verricht. Hoewel de adviezen gepaard gaan met grote onzekerheden, is de inzet van de Europese Commissie en Nederland gebaseerd op het best beschikbare wetenschappelijk advies van dit comité.

Blauwvintonijn

In 2012 is het meerjarig herstelplan voor de oostelijke blauwvintonijn herzien. Dit herstelplan loopt tot en met 2015 en bevat afspraken over een TAC-niveau van 13.400 ton gedurende de hele periode van het herstelplan. Nederland heeft het ICCAT herstelplan gesteund. Belangrijk is dat dit plan tot de volgende bestandbeoordeling in 2015 de tijd krijgt om z’n effect te kunnen hebben. Aanpassing van de vangstmogelijkheden kan wat Nederland betreft pas aan de orde zijn wanneer een volledig assessment naar de biologische toestand van het oostelijk blauwvintonijnbestand is uitgevoerd in 2015 en het daarop gebaseerde wetenschappelijk advies beschikbaar komt.

Omdat er dit jaar geen bestandbeoordeling was verricht voor het oostelijke en ook niet voor het westelijke bestand kon het wetenschappelijke comité geen advies geven over het verhogen van de huidige vangstniveaus. In overeenstemming met het advies van het wetenschappelijk comité, houdt de Europese Commissie overeenkomstig de inzet van Nederland vast aan het huidige herstelplan. Dat betekent dat de TAC voor oostelijke blauwvintonijn in 2014 gehandhaafd blijft op 13.400 ton. Nu voorstellen doen voor het instellen van een moratorium voor de blauwvintonijn, conform de aangehouden motie Ouwehand (TK 21 501-32, nr. 752), zou de discussie over het herstelplan openen en de weg openen voor een aantal zuidelijke lidstaten te pleiten voor een verhoging van de TAC voor de oostelijke blauwvintonijn en een herziening van de visserijperiodes met het argument om de visserijsector te belonen voor haar bijdrage aan het herstelplan. De Europese Commissie heeft reeds aangegeven hier geen voorstander van te zijn. Nederland wil nu ook geen nieuwe discussies over het herstelplan en de vangstniveaus voordat het bestand in 2015 beoordeeld wordt.

Voor de westelijke blauwvintonijn wordt wederom, conform het wetenschappelijk advies, ingezet op het behoud van het huidige vangstniveau van 1.750 ton.

Zwaardvis

Voor deze soort heeft de SCRS dit jaar een nieuwe beoordeling van de noordelijke en zuidelijke bestanden uitgevoerd, terwijl de beoordeling van het mediterrane bestand is bijgewerkt. Voor het mediterrane bestand onderstreept het advies een hoge mate van onzekerheid en de behoefte aan nieuwe managementmaatregelen. Het noordelijke zwaardvisbestand toont tekenen van herstel, tegelijkertijd is er sprake van overschrijding van het vastgestelde vangstniveau (TAC) door niet EU vissers. De Europese Commissie zet in op een roll-over van vangstniveaus van 13.700 ton voor de noordelijke en 15.000 ton voor de zuidelijke zwaardvis. Nederland wil dat het wetenschappelijk advies gevolgd wordt en steunt daarom een roll-over van de TAC.

Albacore (witte tonijn)

Ook voor dit visbestand is dit jaar een nieuwe beoordeling van de noordelijke en zuidelijke bestanden uitgevoerd. Voor het mediterrane bestand is de beoordeling bijgewerkt. Voor de mediterrane Albacore is er volgens het wetenschappelijke advies sprake van een hoge mate van onzekerheid en worden nieuwe beheermaatregelen aanbevolen.

De nieuwe bestandbeoordelingen voor de noordelijk en zuidelijke Albacore bestanden worden ook gedomineerd door een grote mate van onzekerheid. Met het huidige TAC-niveau voor het noordelijke bestand van 28.000 ton is er maar een kans van 53% dat het bestand zich in 2019 kan herstellen, terwijl een aantal lidstaten vraagt om een verhoging. De Europese Commissie is van plan om te onderhandelen voor TAC niveaus tot een maximum van 28.000 ton voor het noordelijk bestand en 24.000 ton voor het zuidelijke bestand. Tevens worden aanvullende maatregelen voorgesteld ten behoeve van het herstelplan voor de noordelijk atlantische Albacore.

Nederland zou graag een lagere TAC zien maar kan zich vinden in de positie van de Europese Commissie om niet verder te gaan dan een TAC van 28.000 ton en acht wel verdere beheermaatregelen nodig zoals de Europese Commissie voorstelt.

Tropische tonijn

De Europese Commissie zet, conform het wetenschappelijk advies, in op het behoud van huidige TAC niveaus: 85.000 ton voor grootoog – en 110.000 ton geelvintonijn.

De huidige status van het skipjack tonijn gaat gepaard met veel onzekerheden. Op basis van aanvullende gegevens in 2013 vermoedt het wetenschappelijk comité een toename in de vangsten boven het MSY niveau, dus overbevissing, en adviseert een nieuwe bestandbeoordeling te laten uitvoeren in 2014.

Dit wetenschappelijk advies geeft een goede basis voor het reeds ingediende verzoek van Nederland om de skipjack in 2014 te beoordelen. De Europese Commissie heeft naar aanleiding hiervan een aanbeveling ingediend bij de ICCAT voor het beoordelen en nemen van managementmaatregelen ten behoeve van de skipjack tonijn.

Haaien

Als een teken van haar vastberadenheid om haaien hoog op de ICCAT agenda te houden, is de Europese Commissie van plan in Kaapstad haar haaienvoorstellen van vorig jaar opnieuw in te dienen. Consensus hierover zal echter onwaarschijnlijk zijn. Het gaat om de volgende voorstellen.

  • Kortvin mako: het voorstel, conform het advies van het wetenschappelijke comité, stelt een preventieve aanpak voor om de visserijsterfte niet meer te laten verhogen tot meer betrouwbare bestandbeoordelingen van de noordelijke en zuidelijke bestanden beschikbaar zijn.

  • Porbeagle (haringhaai): het feit dat de porbeagle dit jaar is opgenomen in de lijst van de CITES-bijlage II zou grond zijn voor maatregelen in de ICCAT kader. De EU dient daarom haar voorstel van vorig jaar weer in voor een verbod op vangst, landing en verkoop van deze haaiensoort in alle visserijen.

  • Verbod op het ontvinnen van haaien: na de goedkeuring van de EU verordening op het ontvinnen van haaien zal de Europese Commissie het vorig jaar ingediend voorstel (VS, Belize, Brazilië) hierover steunen. Dit voorstel verbiedt het ontvinnen van haaien op zee en het vervolgens teruggooien van de karkassen in de zee.

Verder staat een nieuwe bestandbeoordeling voor de blauwe haai door het wetenschappelijk comité geagendeerd voor 2015. Nederland wil het assessment al in 2014 laten plaatsvinden. De Europese Commissie wijst op de grote werklast van de wetenschappers in 2014 maar zal dit Nederlands verzoek bij de voorzitter van het wetenschappelijk comité aankaarten.

Ik ben van oordeel dat tijdens de ICCAT vergadering adequate meerjarige afspraken, gericht op een duurzaam beheer van de tonijn bestanden, gemaakt moeten worden. Deze afspraken moeten gebaseerd zijn op de beschikbare wetenschappelijke adviezen.

De inzet van de EU moet daarnaast zijn om in ICCAT kader goede afspraken te maken over de bescherming en het beheer van haaien. De inzet van de Europese Commissie is in lijn met de Nederlandse opstelling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven