21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 747 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2013

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 17 oktober a.s. in Luxemburg, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst. Op 30 september jl. heeft het Voorzitterschap haar voorlopige agenda van de Raad gepresenteerd. Op de agenda staan vangstmogelijkheden Oostzee 2014, de bilaterale onderhandelingen over vangstmogelijkheden tussen de EU en Noorwegen, en de voorbereiding van de ICCAT-jaarvergadering.

Daarnaast informeer ik u over het concept onderhandelingsmandaat voor het visserijakkoord met de Seychellen en mijn standpunt in deze.

Vangstmogelijkheden Oostzee 2014

Politiek akkoord

De Raad zal naar verwachting een politiek akkoord bereiken over de maximaal toegestane vangstmogelijkheden voor 2014 in de Oostzee. De Europese Commissie heeft hiertoe, op basis van biologische adviezen, een voorstel aan de Raad voorgelegd.

Dit voorstel behelst de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TACs) en zeedagen voor visserij op bestanden in de Oostzee. Over het algemeen gaat het goed met de bestanden in de Oostzee.

Van de vijf pelagische haring- en sprotbestanden hoeft alleen de TAC van het westelijke haringbestand gereduceerd te worden, waardoor het bestand al in 2014 op Maximum Sustainable Yield (MSY) niveau bevist wordt. De TACs voor de kabeljauwbestanden moeten in overeenstemming met het meerjarenplan naar beneden worden bijgesteld (respectievelijk met 15% en 7% voor het westelijk en oostelijk bestand). Rekening houdend met de herziening van de beoordeling van de bestanden door ICES, moet het aantal zeedagen voor kabeljauwbestanden eveneens worden verminderd (met 10% voor het westelijke bestand en met 8,5% voor het oostelijke bestand). Voor de TAC voor de schol volgt de Europese Commissie de nieuwe richtsnoeren van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) over de handelwijze betreffende gegevensarme soorten. Dit komt neer op een reductie van 10%. De Europese Commissie wil de TAC voor zalm verlagen, omdat de quota in het voorgaande jaar niet volledig zijn benut.

De Nederlandse sector heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Ik hecht er wel aan dat het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren op duurzame wijze wordt gerealiseerd. Ik sta positief tegenover dit voorstel, aangezien het op korte termijn moet leiden tot duurzame visbestanden overeenkomstig de voorgenomen doelstelling van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid. In dat kader zet ik erop in dat – waar mogelijk – MSY in 2015 bereikt moet zijn. In het voorstel van de Europese Commissie is verder rekening gehouden met wetenschappelijke adviezen en is de regionale adviesraad voor de Oostzee geraadpleegd. Het Commissievoorstel is bovendien gebaseerd op het meerjarenplan voor kabeljauw, de MSY benadering en de handelwijze met betrekking tot gegevensarme bestanden (op basis van het voorzorgprincipe).

De Europese Commissie stelt voor de TAC voor zalm te verlagen, omdat deze niet volledig benut is. Ik sta kritisch tegenover het verlagen van TACs indien deze niet volledig worden opgevist. Het kabinet vindt dat er ruimte moet zijn voor ondernemers om zelf te bepalen of zij gebruik willen maken van de vangstmogelijkheden, mits deze overeenkomstig wetenschappelijk advies over duurzame niveaus zijn vastgesteld.

Vangstmogelijkheden Europese Unie – Noorwegen 2014

Oriënterend debat

De Raad zal van gedachten wisselen over de aanstaande bilaterale onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen over de visserijovereenkomst voor 2014.

Jaarlijks wordt met Noorwegen onderhandeld over de TACs voor de gezamenlijk beheerde visbestanden, alsmede over de ruil van vangstmogelijkheden. De Commissie streeft ernaar de onderhandelingen vóór de Raad in december af te ronden, zodat de resultaten kunnen worden opgenomen in de communautaire verordening met TACs en quota.

Ik hecht groot belang aan een goede relatie met Noorwegen op visserijgebied, omdat het gezamenlijke beheer een aantal voor Nederland belangrijke visbestanden betreft. Het beheer van de gezamenlijk bestanden moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en principes van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Ik ben daarom van mening dat de TACs moeten worden vastgesteld volgens de regels van de meerjarenbeheerplannen en MSY. Een aantal plannen, waaronder die voor Noordzeeharing, behoeft aanpassing met het oog op de invoering van de gewenste tussenjaarlijkse flexibiliteit (de mogelijkheid om kleine hoeveelheden quota tussen jaren te schuiven). Ook zal gekeken worden of aanpassing noodzakelijk is met oog op het bereiken van de MSY doelstelling voor haring.

De toestand van de kabeljauw in de Noordzee is weliswaar beter dan enkele jaren geleden, maar nog altijd zorgelijk te noemen. Verscherpte maatregelen, zoals controle- en technische maatregelen om discards te voorkomen, zijn daarom noodzakelijk.

Ik ben voorstander van het continueren van het experiment in de Noordzee voor «fully documented fisheries», gericht op de monitoring van aanlandplicht en vangstquota voor kabeljauw, onder meer met camera’s aan boord. Ik ben tevens voorstander van het opstarten van een dergelijk experiment voor schol in 2014. Verder zal ik inzetten op tussenjaarlijkse flexibiliteit voor de TAC voor schol.

In de uitruil van visserijmogelijkheden tussen de EU en Noorwegen speelt een aantal voor Nederland relevante bestanden een rol. Het gaat hier om transfers van TACs voor blauwe wijting en tong in de Noordzee van de EU naar Noorwegen en transfers van TACs voor Noordzeeschol van Noorwegen naar de EU. Tot nu toe was blauwe wijting – voor de Nederlandse visserijsector van belang – het belangrijkste ruilmiddel om tot een acceptabele balans tussen de EU en Noorwegen te komen. Gezien de lage TAC voor dit bestand zal ook naar andere middelen gezocht moeten worden. Afwenteling naar andere pelagische bestanden is niet gewenst. Derhalve zal komend jaar naar mijn oordeel niet automatisch alle door Noorwegen aangeboden Arctische kabeljauw moeten worden afgenomen, indien dit zou leiden tot een grote transfer van TACs naar Noorwegen van voor de Nederlandse sector relevante bestanden.

Voorbereiding ICCAT (International Commission for the Conservation of Atlantic Tuna) jaarvergadering

Oriënterend debat

De Raad zal mogelijk van gedachten wisselen over de voorbereiding van de jaarvergadering van de International Commission for the Conservation of Atlantic Tunafish (ICCAT), welke van 18-25 november 2013 gehouden wordt in Zuid-Afrika. In de ICCAT jaarvergadering worden onder meer afspraken gemaakt over de toegestane vangstmogelijkheden en beheerplannen voor tonijn en andere tonijnachtige vissoorten.

Het wetenschappelijk comité van ICCAT is van 30 september t/m 4 oktober bijeen gekomen en de biologische adviezen voor de verschillende tonijnbestanden worden in de loop van oktober gepubliceerd.

Tijdens de jaarvergadering zal de ICCAT-Commissie zich richten op de visbestanden en beheermaatregelen van de Noord- en Zuid-Atlantische albacore, de Noord- en Zuid-Atlantische zwaardvis en de westelijke Atlantische blauwvintonijn. De bestaande instandhoudings- en beheermaatregelen voor de oostelijke Atlantische blauwvintonijn zijn geldig tot en met 2014. Desondanks wordt er, naar aanleiding van de eerste tekens van herstel van deze bestanden, een discussie verwacht over mogelijke aanpassing van deze maatregelen.

Andere belangrijke punten op de agenda zijn het beheer van haaien en het uitbreiden van de werkingsfeer van het ICCAT-verdrag ten behoeve van haaienbescherming.

Tijdens de jaarvergadering onderhandelt de Europese Commissie namens de lidstaten. Zij zet onder meer in op beheermaatregelen voor de visbestanden gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijk advies.

Ik zet bij de voorbereiding van de jaarvergadering in op een duurzaam meerjarig beheer van de tonijnbestanden. Het is daarbij van belang dat het wetenschappelijke advies gevolgd wordt. Ik ben geen voorstander van het aanpassen van de in 2012 aangenomen beheermaatregelen voor de oostelijke Atlantische Oceaan blauwvintonijn en wil het in 2014 geplande bestandsassessment afwachten.

Het streven van de Europese Commissie moet er verder op gericht zijn om in ICCAT-kader goede afspraken te maken over de bescherming en het beheer van haaien. Door het uitbreiden van de werkingsfeer van het ICCAT-verdrag is het mogelijk om passende maatregelen te treffen voor zowel de gerichte haaienvisserij als de bijvangst van haaien.

Overig; onderhandelingsmandaat Seychellen

De Europese Commissie heeft de Raad een concept onderhandelingsmandaat voorgelegd om te onderhandelen met de Seychellen over toegang van vaartuigen van de Seychellen tot de wateren van Mayotte. De onderhandelingen zijn nodig omdat de status van Mayotte per 1 januari 2014 verandert van LGO (land of gebied overzee) naar ultraperifeer gebied. Dit betekent dat de wateren van Mayotte onder jurisdictie van de EU komen.

Op dit moment hebben vaartuigen van de Seychellen al toegang tot wateren van Mayotte. De onderhandelingen moeten de continuïteit van de visserij waarborgen. Ik ben voornemens in te stemmen met het onderhandelingsmandaat.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven