21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 724 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2013

Hierbij informeer ik u over het Russische invoerverbod voor aardappelen en plantmateriaal. De Russische Federatie (RF) heeft op 1 juli jl. de grens gesloten voor consumptie- en pootaardappelen en plantmateriaal uit de EU, met uitzondering van producten uit regio’s waar Russische inspecteurs de kwekerijen hebben geïnspecteerd. Onder plantmateriaal wordt verstaan: alle planten bestemd voor opplant met uitzondering van bloembollen, zaaizaden en bloeiende kamerplanten. De RF heeft aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in het fytosanitaire systeem van de EU en eist meer garanties over de herkomst en traceerbaarheid van producten binnen de EU. De RF verwijst daarbij naar de intercepties van schadelijke organismen bij invoer van plantaardige producten uit verschillende lidstaten, waaronder ook uit Nederland. Eerder heb ik u bij brief van d.d. 19 maart jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 699) geïnformeerd over deze handelskwestie met de RF.

Context

De RF kondigde begin dit jaar aan per 1 april 2013 een tijdelijk invoerverbod in te zullen stellen voor pootaardappelen uit de EU. Als officiële reden gaf de RF aan om te voorkomen dat quarantaine ziekten en plagen uit besmette EU-gebieden de RF worden binnengebracht. De Russische autoriteiten vroegen de Europese Commissie informatie te leveren over «pest free production areas» (PFPA’s) of «pest free production sites» (PFPS) in lidstaten, omdat bepaalde producten alleen uit PFPA’s of PFPS naar de RF mogen worden geëxporteerd. Bovendien zou de traceerbaarheid van producten die eerst tussen EU-lidstaten wordt verhandeld en daarna naar de RF worden uitgevoerd, volgens de RF niet op orde zijn. Er is geen fytosanitair certificaat vereist voor handel tussen EU-lidstaten. Op de achtergrond speelt tevens de bestaande invoerverboden van de EU voor Siberische pijnbomen en aardappelen uit de RF. Deze invoerverboden zijn al decennia van kracht, en niet specifiek gericht op de RF. Ze zijn inderdaad niet volledig gebaseerd op risico analyses zoals tegenwoordig wordt vereist, waardoor het geven van een onderbouwing door de Europese Commissie ook lastig is.

Er is onder andere op mijn verzoek in de Landbouwraad d.d. 18 maart jl. een werkgroep ingesteld en heb ik de Europese Commissie gevraagd op korte termijn met oplossingen te komen voor beide kwesties. Daarnaast heb ik in april een brief met dezelfde strekking aan Commissaris Borg gestuurd. De technische werkgroep van experts is regelmatig bijeengekomen. Verder heeft Nederland in het kader van de bilaterale Landbouwwerkgroep al beschrijvende informatie over PFPA’s en PFPS aangeleverd en lijsten met telernummers toegezegd, mocht de RF daar expliciet om vragen. De RF heeft aangegeven te willen onderhandelen met de Europese Commissie, aangezien de Europese Commissie de competente autoriteit is op het punt van het verkrijgen van een derogatie voor markttoegang van Russische producten naar de EU.

De Europese Commissie (DG SANCO) heeft de afgelopen maanden hard getrokken aan deze handelskwestie met de RF. Samen met de lidstaten is onderzocht hoe informatie over PFPA´s en PFPS aan de RF kan worden verstrekt en hoe de traceerbaarheid middels een bestaand pre-export fytosanitair communicatie document (IPCD) bij de handel tussen lidstaten beter kan worden gegarandeerd. Tegelijkertijd zijn de mogelijkheden onderzocht voor het verlenen van een derogatie voor toegang tot de eerder genoemde Russische producten tot de EU. Daarvoor ligt thans een concreet voorstel bij de Russische Federatie.

De Europese Commissie kwam in juni nog met een aanbod aan voorstellen over PFPA’s en PFPS en de traceerbaarheid (IPCD) richting de RF om een oplossing te vinden voor het handelsconflict. Daarnaast verzocht de RF om een onderbouwing voor het mogelijk verlenen van een derogatie, waardoor de procedure voor verlening van markttoegang voor Russische producten zou kunnen starten. Dit alles mocht uiteindelijk niet baten en de RF besloot op 1 juli jl. de grens voor aardappelen en plantmateriaal afkomstig uit de EU te sluiten, met uitzondering van producten uit regio’s in de EU waar Russische inspecteurs de kwekerijen hebben geïnspecteerd.

Inzet van de Europese Commissie

De Europese Commissie heeft zich tot nu toe vooral gericht op het verlenen van een mogelijke derogatie van Russische producten voor de EU-markt en het geven van garanties rond de traceerbaarheid en pest vrije gebieden of locaties in de EU.

Derogatie

De Europese Commissie heeft samen met de lidstaten de mogelijkheden onderzocht voor het verlenen van een derogatie voor de genoemde Russische producten. De fytosanitaire risico’s (ringrot, PSTVd, dennennaaldaaltje, boktor, e.d.) bij invoer vanuit de RF zijn echter groot en voorkomen moet worden dat bij insleep van schadelijke organismen de Europese landbouw en natuur en op langere termijn de (Nederlandse) export worden geschaad. Lidstaten zijn over het algemeen dan ook terughoudend in het verlenen van een derogatie en willen tenminste dat de RF de juiste procedure volgt. Desalniettemin heeft de Europese Commissie alle bereidheid getoond en is met voorstellen gekomen. Voor het verlenen van een derogatie heeft de Europese Commissie aanvullende informatie over de peststatus en het fytosanitaire garantiesysteem van de RF gevraagd. De RF heeft deze informatie tot op heden niet geleverd.

Een ander gevoelig punt bij de RF is de voorwaarde van een audit door de Food and Veterinary Office (FVO), voorafgaand aan het verlenen van een mogelijke derogatie. Op basis van de in de EU geldende procedure moet de FVO namelijk vaststellen of de gestelde garanties voldoende betrouwbaar zijn. Pas daarna kan een invoerverbod worden opgeheven (derogatie). Opmerkelijk is dat de RF nu voor haar invoerverbod een uitzondering heeft gemaakt voor die regio’s c.q. kwekers in de EU waar de RF in het verleden op basis van een bilaterale overeenkomst een gezamenlijke fytosanitaire controle heeft uitgevoerd.

Traceerbaarheid

De RF richt zich in de onderhandelingen over de producten uit de EU met name op de traceerbaarheid bij handel van producten tussen EU-lidstaten en verwijzen hierbij naar verschillende voorbeelden en intercepties bij lidstaten (Nederland exporteert jaarlijks gemiddeld ruim 15.000 ton aardappelen naar de RF). In 2012 ontving Nederland geen notificaties van intercepties van de RF, echter in mei jl. ontving het 3 notificaties voor consumptieaardappelen. De RF maakt daarnaast melding van 2 notificaties in juni, maar de NVWA heeft beide notificaties tot op heden nog niet officieel ontvangen. Deze consumptieaardappelen zijn in Nederland geïnspecteerd en gecertificeerd. Daarnaast maken handelaren van plantmateriaal (vooral potplanten en boomkwekerijproducten) in de EU veel gebruik van de handelsroute via de Baltische Staten naar de Russische Federatie. Deze Nederlandse producten worden niet in ons land gecertificeerd voor export naar de RF omdat ze niet aan de Russische fytosanitaire eisen voldoen (o.a. vanwege trips). Deze producten mogen dan ook niet worden geëxporteerd naar de RF. In de Baltische Staten worden deze Nederlandse producten echter op hun weg naar de RF aangeboden om te certificeren. De autoriteiten kijken daarbij niet naar het land van oorsprong (in dit geval Nederland), maar inspecteren of de producten voldoen aan de Russische eisen. Op basis van hun inspectie geven zij de certificaten af. Bij herhaling hebben de Nederlandse autoriteiten de Baltische lidstaten en de Europese Commissie deze knelpunten aangegeven. Litouwen heeft echter in 2012 al tien notificaties van interceptie voor plantmateriaal (potplanten) ontvangen (jaarlijks exporteert Nederland voor ruim 50 miljoen euro aan plantmateriaal naar de RF).

De Europese Commissie heeft in de onderhandelingen voorgesteld om het reeds bestaande EU pre-export communicatie document (IPCD) vanaf 1 augustus bij intrahandel te gaan gebruiken. Het gebruik van het plantenpasoort wordt door de RF tot op heden niet geaccepteerd, omdat de afgifte ervan een relatie heeft met de private sector en het plantenpaspoort slechts voor een deel van de producten wordt gebruikt. Dit betekent in de praktijk dat een fytosanitair certificaat bij intrahandel alleen kan worden afgegeven, als daar ook een IPCD van het land van oorsprong bijzit. Op deze wijze worden handelaren en vervoerders gedwongen om van te voren een IPCD in het land van oorsprong (in Nederland bij de NVWA) aan te vragen, wat de traceerbaarheid en het imago van het fytosanitaire systeem van de EU ten goede komt. Nederland zal echter voor potplanten (trips) en boomkwekerijproducten (grond) in veel gevallen geen IPCD kunnen afgeven, omdat zoals eerder beschreven deze producten niet aan de Russische fytosanitaire eisen voldoen.

Pest vrije productiegebieden/locaties

De Europese Commissie heeft in haar laatste voorstel aangegeven dat lidstaten bereid zijn om vanaf 1 augustus voor aardappelen en bepaalde soorten plantmateriaal nummers van telers en kwekers uit een PFPA» of met een PFPS op hun website te plaatsen en deze te delen met de RF. De RF heeft vragen gesteld over de wijze waarop dit wordt gedaan.

Nederlandse inzet

Mede gezien de grote handelsbelangen van het Nederlandse bedrijfsleven zal ik op korte termijn bij de Europese Commissie aandringen op spoedige vervolgstappen om dit handelsprobleem op te lossen. Ik ben voornemens om en marge van de eerstvolgende Landbouwraad in juli 2013 hierover een gesprek aan te gaan met Commissaris Borg. Ik zal aandringen op spoedig vervolgoverleg tussen de Europese Commissie en de Russische autoriteiten om het eerder genoemde aanbod van voorstellen nader toe te lichten om misverstanden te voorkomen en om alsnog tot overeenstemming te komen. Van belang is dat de Europese Commissie en lidstaten in dit handelsdossier gezamenlijk optrekken.

Tevens zal ik bij de Commissaris de volgende punten onder de aandacht brengen:

  • Ook nu de RF de grens gesloten heeft zal Nederland de Europese Commissie blijven steunen in het verder voorbereiden en uitwerken van een derogatie, rekening houdend met de vereiste informatie van de RF en mogelijke fytosanitaire risico’s bij invoer van deze producten uit de RF.

  • Daarnaast is Nederland bereid het fytosanitaire systeem door de RF te laten auditen, om de RF vertrouwen te geven in het fytosanitair systeem. Het mag echter niet zo zijn dat Russische inspecteurs de Nederlandse inspectie bij telers en kwekerijen nog eens over doen.

  • Verder zal Nederland de Europese Commissie blijven steunen in haar voorstel een IPCD (traceerbaarheid) te gebruiken bij de handel tussen de lidstaten om daarmee fytosanitaire garanties binnen de EU bij plantmateriaal te verbeteren en de handelsconstructie via de Baltische Staten te bespreken.

Ik zal daarnaast op korte termijn het initiatief nemen om samen met het Nederlandse bedrijfsleven voor potplanten en boomkwekerijproducten te bezien of er nog verdere fytosanitaire garanties ingebouwd kunnen worden om tegemoet te komen aan de Russische wensen en deze vervolgens te delen met de Europese Commissie en daarna te bespreken met de Russische autoriteiten.

In dat kader zal ik de mogelijkheden om het systeem en de afgifte van het plantenpaspoort opnieuw bezien met het oog op betere fytosanitaire garanties en acceptatie door de RF.

Voorts zal een hoogambtelijke missie naar de RF worden voorbereid. Afhankelijk van de resultaten van de onderhandelingen en deze missie overweeg ik zelf een bezoek aan mijn Russische collega te brengen. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen op dit dossier.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven