21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 693 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2013

Mede naar aanleiding van mijn inbreng in de Raad van 28 januari 2013 en conceptvoorstellen vanuit de Europese Commissie (EC) van eind januari jongstleden bericht ik u over de stand van zaken naar aanleiding van de EFSA herbeoordeling van 3 neonicotinoïden.

Landbouw- en Visserijraad 28 januari 2013

In de Raad van 28 januari heb ik aandacht gevraagd voor de herbeoordeling die de European Food Safety Authority (EFSA) heeft uitgevoerd op risico’s voor bijen van 3 neonicotinoïden. Ik heb mijn bezorgdheid uitgesproken over de risico’s voor bijen die de EFSA op een aantal toepassingen van neonicotinoïden heeft geïdentificeerd. Ik heb aangegeven dat uw Kamer heeft gevraagd om een moratorium op alle toepassingen van neonicotinoïden en fipronil, tenzij onomstotelijk is bewezen dat zij geen schadelijk effect hebben op de gezondheid van bijen. Ik heb opgeroepen om zo spoedig mogelijk communautair actie te ondernemen door het inperken of intrekken van de goedkeuring van betreffende stoffen en zeer spoedig een voorstel van de Europese Commissie te verwachten hieromtrent. Indien geen spoedige actie wordt ondernomen heb ik aangegeven dat ik het Ctgb (College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden) zal vragen om over te gaan tot nationale maatregelen. Ten slotte heb ik de Europese Commissie opgeroepen om met hoge prioriteit de EU-richtlijn te finaliseren zodat ontbrekende gegevens kunnen worden aangevuld en de risicobeoordeling kan worden afgerond.

Een groot aantal lidstaten heeft mijn oproep gesteund. Veel lidstaten hebben aangegeven voorstander te zijn van een geharmoniseerde aanpak in de EU. Verder noemden diverse lidstaten het belang van een solide wetenschappelijke basis, het zo spoedig mogelijk aanleveren van de informatie die nog ontbreekt om tot een gefinaliseerde risicobeoordeling te kunnen komen (data gaps) en het onderzoek naar alternatieven. Commissaris Borg bevestigde het belang van een communautaire aanpak en geharmoniseerde maatregelen. Tegelijkertijd gaf hij aan dat een volledig verbod op alle neonicotinoïden niet proportioneel zou zijn. De Commissaris gaf aan op zeer korte termijn ambitieuze en proportionele maatregelen met de lidstaten te gaan bespreken.

Ten slotte sprak Commissaris Borg de verwachting uit dat het definitieve EFSA richtsnoer ter beoordeling van risico’s voor bijen eind mei 2013 zal worden afgerond.

Conceptvoorstellen voor communautaire actie van de EC

De EC heeft de lidstaten eind januari een conceptvoorstel gedaan voor acties met een wettelijke basis naar aanleiding van het EFSA herbeoordelingsrapport. Het conceptvoorstel bevat 5 elementen die hieronder samenvattend worden omschreven:

  • 1. Aanpassen van de goedkeuringsbesluiten van de 3 herbeoordeelde neonicotinoïden met het doel om het gebruik van middelen met deze werkzame stoffen te beperken tot gewassen die niet-attractief zijn voor bijen.

  • 2. Verbieden van de verkoop en het gebruik van behandeld zaad met deze werkzame stoffen. Uitgezonderd zijn de gewassen die niet-aantrekkelijk voor bijen zijn.

  • 3. De maatregelen zoals genoemd onder 1. en 2. moeten uiterlijk per 1 juli 2013 ingaan.

  • 4. Een bepaling dat er een herziening komt na 2 jaar van beide genoemde maatregelen door de EC. Daarbij worden de relevante wetenschappelijke en technische ontwikkelingen in ogenschouw genomen, zoals innovaties ter voorkoming van stofdrift of informatie die veilig gebruik aantoont bij risico’s.

  • 5. Beperking van het gebruik voor de professionele toepasser.

De EC heeft lidstaten gevraagd om een spoedige reactie op haar conceptvoorstellen.

EU krachtenveld

Meerdere lidstaten, waaronder Duitsland, België en Frankrijk verwelkomen in principe communautaire maatregelen. Wel is er ook twijfel geuit of het conceptvoorstel van de EC, daar waar het bijvoorbeeld gaat om spuittoepassingen of niet-professioneel gebruik, voldoende wetenschappelijke basis heeft en niet buitenproportioneel is. Lidstaten vragen de EC verder om in te gaan op de impact voor lidstaten en het gebruik van mogelijke alternatieven. De EC wordt gevraagd ook te kijken naar de risico mitigerende maatregelen op lidstaatniveau.

Nederlandse reactie op de conceptvoorstellen

Over de conceptvoorstellen van de EC is advies gevraagd van het Ctgb.

De Nederlandse reactie op de conceptvoorstellen van de EC is uiteraard gestoeld op mijn inbreng in de Raad. Nederland heeft nogmaals haar bezorgdheid aangegeven, omdat wij bijen van cruciaal belang achten als onderdeel van onze leefomgeving. Ook is wederom gewezen op de aangenomen motie nr. 680, 21501–32 van lid Ouwehand c.s. Er is aangegeven dat Nederland urgente communautaire actie verwacht. Dank is uitgesproken richting EC voor de snelle conceptvoorstellen op communautair niveau.

Nederland heeft op basis van dat Ctgb-advies aan de EC laten weten de conceptvoorstellen in principe te kunnen steunen. Op een aantal punten is opheldering gevraagd. Zo is de EC gevraagd wat de wetenschappelijke onderbouwing is van het tevens beperken van de goedkeuring van de spuittoepassingen, die nog niet door EFSA herbeoordeeld zijn. Ook is gevraagd naar de concrete planning voor de publicatie van het definitieve EFSA richtsnoer en voor het proces om de data gaps te vullen. Daarnaast is opheldering gevraagd over de herzieningsperiode van 2 jaar met de vraag of het de bedoeling is dat -als partijen binnen die periode veilig gebruik kunnen aantonen- de restricties eerder opgeheven kunnen worden. Over het vijfde punt van het voorstel is een wetenschappelijke onderbouwing aan de EC gevraagd. Tenslotte heeft NL technische hulp aangeboden, bijvoorbeeld voor het definitief maken van de lijst van gewassen die attractief zijn voor bijen.

Verder proces

De EC zal op basis van de reacties van de lidstaten eind februari 2013 met een definitief voorstel komen voor de communautaire acties. Dit voorstel zal in het SCoFCAH1 op 14 en 15 maart 2013 worden besproken en naar verwachting wordt er dan ook gestemd over de voorstellen. Het standpunt dat Nederland daarbij zal innemen is uiteraard afhankelijk van de definitieve EC voorstellen.

Ik zal uw Kamer in de eerste helft van maart 2013 informeren over de definitieve voorstellen en mijn standpunt daarover.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Permant comité voor gewasbeschermingsmiddelen

Naar boven