21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 572 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2012

Hierbij stuur ik u mijn reactie op de suggestie van het lid Koopmans om aan het voorstel van de Europese Commissie over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2013 een toevoeging te doen in de Integrale Marktordening (Verordening EC  1234/2007). De suggestie is om aan de artikelen 106 en 114 van deze Verordening toe te voegen dat erkende producentenorganisaties recht hebben op faire en redelijke producentenprijzen met inbegrip van kosten door investeringen in duurzaamheid (gesteld tijdens het algemeen overleg van 18 januari 2012, onder nummer 1638).

Het voorstel van de Europese Commissie voor het landbouwbeleid na 2013 is om in de Integrale Marktordening de mogelijkheid op te nemen om in alle sectoren producentenorganisaties te kunnen oprichten. Ik sta positief tegenover dit voorstel, omdat ik van mening ben dat samenwerking tussen partijen kan leiden tot een betere marktpositie. Dit zou moeten resulteren in betere prijzen voor producenten. De wijze waarop dit moet geschieden, moet in het verdere traject worden bezien, waarbij recht moet worden gedaan aan de wijze waarop prijzen op de markt in de wisselwerking tussen vraag en aanbod tot stand komen.

Alle marktpartijen kunnen het verkrijgen van marktinformatie organiseren om zo tot eigen prijsstelling te komen. Voorbeelden zijn prijsnoteringen voor eieren, zuivel en aardappelen in Nederland. De verdeling van de marges in de keten is het resultaat van de werking van de markten.

In het voorstel van de Commissie zijn in artikel 106 van bovengenoemde Verordening met betrekking tot producentenorganisaties de volgende doestellingen opgenomen:

  • verzekeren dat de productie wordt gepland en op de vraag wordt afgestemd, met name omvang en kwaliteit;

  • het aanbod en de afzet van de producten van haar leden concentreren;

  • de productiekosten optimaliseren en de producentenprijzen stabiliseren;

  • onderzoek verrichten op het gebied van duurzame productiemethoden en marktontwikkelingen;

  • het gebruik van milieuvriendelijke teeltmethoden en productietechnieken bevorderen en daarvoor technische bijstand verstrekken;

  • bijproducten, en met name afval, beheren ter bescherming van de water-, bodem- en landschapskwaliteit, en de biodiversiteit in stand houden of verbeteren;

  • bijdragen tot het duurzame gebruik van de natuurlijke hulpbonnen en tot de matiging van de klimaatverandering.

Ik ben van mening dat dit al goede mogelijkheden biedt voor producentenorganisaties. Zowel het plannen van productie als het investeren in duurzaamheid door middel van onderzoek of via het gebruik van natuurlijke hulpbronnen wil de Europese Commissie mogelijk maken. In het verdere traject moet worden bezien hoe en op welke wijze versterking kan plaatsvinden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven