21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 571 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2012

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 23 januari jl. plaatsvond in Brussel.

Het Deense voorzitterschap heeft een presentatie gegeven van haar werkprogramma voor het komende half jaar. Verder heeft de Raad gesproken over de wetgevingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2014–2020, in het bijzonder het markt- en prijsbeleid. Onder diversen heeft de Commissie een presentatie geven van haar mededeling inzake de EU-strategie voor dierenwelzijn. Daarnaast heeft Nederland een toelichting gegeven over de stand van zaken met betrekking tot het Schmallenbergvirus.

Werkprogramma Deens voorzitterschap(Presentatie door het voorzitterschap)

De Deense minister van Voedsel, Landbouw en Visserij, Mette Gjerskov, heeft het Deense voorzitterschapsprogramma voor het komende half jaar gepresenteerd. Getiteld «Europa aan het werk» bevat het Deense werkprogramma de volgende algemene prioriteiten: «een verantwoordelijk Europa, een dynamisch Europa, een groen Europa en een veilig Europa».

Op het vlak van landbouw en visserij heeft de Deense minister de volgende prioriteiten genoemd:

  • de hervorming van het GLB, waarbij het voorzitterschap in juni 2012 een voortgangsrapport wil vaststellen;

  • het wetgevingspakket voedselkwaliteit;

  • dierenwelzijn inclusief antibiotica-resistentie; en

  • de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB), en de onderhandelingen over visserijakkoorden met derde landen.

In zijn reactie op het Deense werkprogramma noemde Commissaris voor landbouw Cioloş de plannen van Denemarken op het vlak van het GLB ambitieus en noodzakelijk. Verder noemde Commissaris Cioloş de gelijkschakeling van wet- en regelgeving aan het Verdrag van Lissabon, het voedselkwaliteitspakket en overeenstemming met Canada en de Verenigde Staten inzake de opening van een tariefcontingent rundvlees als belangrijkste doelen voor het komende half jaar. Ook gaf de Commissaris aan dat de Commissie dit voorjaar haar mededeling promotiebeleid zal presenteren. Ten slotte heeft Commissaris Cioloş aangekondigd dat er een werkgroep op hoog niveau voor de wijnbouw zal worden ingesteld.

Wetgevingsvoorstellen GLB: markt- en prijsbeleid(Gedachtewisseling)

De Raad heeft gesproken over de voorstellen betreffende het markt- en prijsbeleid binnen de GLB-voorstellen van de Commissie. De nadruk van de discussie lag enerzijds op de maatregelen die door de Commissie zijn voorgesteld in het geval van crisis en marktverstoringen en anderzijds op maatregelen ter versterking van de voedselvoorzieningsketen.

Commissaris Cioloş gaf aan dat uiteenlopende omstandigheden aanleiding kunnen zijn voor crises en marktverstoringen in de landbouw, zoals klimatologische omstandigheden, marktvolatiliteit en voedselveiligheid. De voorgestelde maatregelen zijn volgens Commissaris Cioloş gericht op snel, efficiënt en effectief handelen. Het instellen van een vangnet en het crisisfonds zijn volgens Commissaris Cioloş van belang voor een effectief crisisbeheer in uitzonderlijke situaties. Volgens Cioloş is een goed georganiseerde primaire sector van groot belang voor een goed functionerende voedselvoorzieningsketen. Producentenorganisaties dienen in alle landbouwsectoren een plek te krijgen. De maatregelen binnen de GLB-voorstellen stimuleren dit volgens de Commissaris.

Tijdens de discussieronde is gebleken dat de lidstaten in grote lijnen kunnen instemmen met de Commissievoorstellen voor het toekomstige markt- en prijsbeleid in het GLB. Diverse landen gaven aan dat de voorstellen niet strijdig mogen zijn met de interne markt. Alle lidstaten waren het eens met een vangnet voor crisis en marktverstoringen, waarbij verschillende lidstaten benadrukten dat het moet gaan om buitengewone en goed gedefinieerde situaties waarin het vangnet in werking treedt. Diverse lidstaten gaven aan tegen plaatsing van het crisisfonds buiten het Meerjarig Financieel Kader te zijn. Voor de oprichting van een groep op hoog niveau voor wijnbouw bestaat veel steun. Wat betreft de suikerquota heeft een groot aantal landen aangegeven voorstander te zijn van verlenging van de suikerquota. Diverse landen hebben zich uitgesproken voor afschaffing van exportrestituties. Wat betreft het functioneren van de voedselvoorzieningsketen hebben alle lidstaten de versterking van producentenorganisaties gesteund. Een groot aantal lidstaten heeft evenwel aangegeven tegen verplichte erkenning van producentenorganisaties te zijn.

Ik heb aangegeven over het algemeen tevreden te zijn met de Commissievoorstellen ten aanzien van marktmaatregelen. De marktondersteuning wordt beperkt tot een vangnet. Dit is voor mij een adequaat en belangrijk instrument voor niet-verzekerbare risico’s, waaraan producenten geen schuld hebben of geen invloed op hebben. Ook heb ik het belang van snel en doeltreffend handelen in crisisgevallen benadrukt. Ik heb verder aangegeven positief te zijn over de maatregelen ter versterking van de marktmacht van primaire producenten (waaronder de voorstellen voor producentenorganisaties), zolang ze geen afbreuk doen aan de succesvolle coöperatieve producentenorganisaties zoals we die in Nederland kennen. Voorts heb ik gepleit voor afschaffing van de exportrestituties in 2013, ongeacht de voortgang van de WTO/Doha-onderhandelingen (ook conform motie Hachchi (TK 31 250, nr. 94). Ten aanzien van het voornemen van de Commissie om de suikerquota in 2015 af te schaffen heb ik aangegeven mij af te vragen niet aan de vroege kant is en of de Commissie niet met een genuanceerder voorstel zou moeten komen, waarvan verruiming van de quota in de aanloop naar afschaffing onderdeel uitmaakt. Dit in het licht van de herstructurering en transformatie die de sector onlangs heeft ondergaan en het Europese krachtenveld dat zich aftekent vóór verlenging van de suikerquotering.

Diversen

Mededeling EU-strategie Dierenwelzijn 2012–2015(Presentatie door de Commissie)

Commissaris Dalli heeft het voorstel van de Commissie voor een EU-strategie Dierenwelzijn aan de Raad gepresenteerd. De Commissaris gaf aan toe te willen werken naar een meer algemene, horizontale benadering van dierenwelzijn. Daarnaast benadrukt de Commissaris dat de bestaande wet- en regelgeving verbeterd en beter gehandhaafd moet worden. De Commissie heeft een aantal speerpunten geformuleerd. Het eerste speerpunt is een vereenvoudigd wetgevend kader inclusief het gebruik van wetenschappelijke indicatoren en de vermindering van administratieve lasten. Ten tweede dient de handhaving te verbeteren. Als derde noemde Commissaris Dalli de versterking van internationale samenwerking en het streven naar een gelijk speelveld op het vlak van dierenwelzijn. Het vierde speerpunt is de verbetering van informatievoorziening aan consumenten en de oprichting van een Europees netwerk van kenniscentra zodat technisch wetenschappelijk ondersteuning aan autoriteiten gegeven kan worden. Ten slotte noemde de Commissaris de synergie en coherentie met andere beleidsvelden in de landbouw.

Hoewel geen discussie was voorzien heeft een tiental lidstaten op de voorstellen gereageerd. Deze lidstaten waren positief over de voorstellen van de Commissie. Zij verwelkomden het gebruik van indicatoren, de oprichting van kenniscentra en de harmonisatie van handhaving. Verschillende lidstaten gaven aan harmonisatie van de uitvoering en handhaving belangrijk te vinden. Ook een internationaal gelijk speelveld en de concurrentiepositie ten opzichte van derde landen achtten zij van groot belang.

Nederland heeft aangegeven dat dierenwelzijn een zeer belangrijk terrein is dat een ambitieuze aanpak in EU-verband verdient. Nederland heeft benadrukt dat verbeteringen en aanscherpingen nodig zijn op het vlak van regelgeving voor diercategorieën waarvoor nog specifieke EU-regelgeving ontbreekt, het transport van dieren, bedwelmingsmethoden voor pluimvee en kweekvis, de huisvesting van varkens, bestaande veterinaire regels voor de handel in honden en diergerelateerde indicatoren voor vleeskuikens. Voorts heeft Nederland gepleit voor een meer actieve inzet door de Commissie voor wat betreft handhaving en het stimuleren van niet-wetgevingsactiviteiten, zoals de opzet van een EU-benchmarkingssysteem voor diervriendelijk geproduceerde producten en richtsnoeren voor interpretatie van regelgeving.

Schmallenbergvirus(Informatie van de Nederlandse delegatie)

Nederland heeft de Raad geïnformeerd over de situatie inzake het Schmallenbergvirus en aangegeven dat het Schmallenbergvirus een nieuw virus is, waardoor er nog veel vragen spelen rondom de aard, introductie en verspreiding van dit virus.

Nederland heeft in de Raad opgeroepen tot het instellen van een Europese notificatieplicht. Daarnaast wil Nederland binnen de EU samen optrekken bij onderzoek naar diagnostiek, vaccinontwikkeling, viruskarakterisering en epidemiologie. Voorts heeft Nederland aangegeven het van belang te vinden dat de crisisparaatheid op EU-niveau wordt versterkt. Ten slotte heeft Nederland verzocht dat financiële middelen worden geoormerkt voor het onderzoek naar en de aanpak van opkomende dierziekten. Nederland wil bij de ontwikkeling van de expertise waar nodig een voortrekkersrol vervullen.

Verschillende lidstaten gaven aan de Nederlandse zorgen te delen en hebben positief en instemmend gereageerd op de Nederlandse verzoeken tot een gezamenlijke aanpak, met name op het vlak van kennis en onderzoek. Over een verplichte meldingsplicht op EU-niveau bestonden verschillende standpunten. Enkele lidstaten gaven aan een nationale meldingsplicht op dit moment voldoende te vinden.

Commissaris Dalli dankte Nederland voor zijn snelle reactie. De Commissaris gaf aan dat proportionele maatregelen moeten worden genomen, afgepast op de ernst van de uitbraak en eventuele risico’s op marktverstoring. De Commissaris zal onderzoeken hoe (financiële) steun kan worden gegeven. Een verplichte meldingsplicht op EU-niveau vond de Commissaris in dit stadium niet nodig en risicovol voor de handel.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven