21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 527 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verzocht 12 oktober jl. om een reactie op het bericht «Nearly € 6 billion in subsidies fuel Spain’s ravenous fleet». Dit bericht is op 2 oktober jl. geplaatst op de site www.iwatchnews.org. Met deze brief zend ik uw Kamer mijn reactie toe. Tevens verwijs ik naar mijn antwoorden op schriftelijke vragen van lid mw. Gerbrands die zijn gesteld naar aanleiding van een vergelijkbaar artikel in dagblad Trouw.

ICIJ

De publicatie op de website gaat in op een studie die is uitgevoerd door the International Consortium of Investigative Journalists, het ICIJ, een internationaal consortium van onderzoeksjournalisten. Het ICIJ heeft een onderzoek uitgevoerd naar de publieke steun die in de periode 2000–2010 aan de Spaanse visserijsector is toegekend. Steun zowel op communautair, nationaal als regionaal niveau.

Het ICIJ heeft als werkwijze dat het de bevindingen van onderzoeksinspanningen van de aangesloten journalisten publiceert op een website of in andere media, zoals kranten. Het ICIJ publiceert echter niet de onderliggende onderzoeken waarin de cijfermatige onderbouwingen zijn terug te vinden waarop de berichtgeving is gebaseerd. In ieder geval geldt dit voor de journalistieke rapportage over de subsidies aan de Spaanse visserijsector.

Ik kan derhalve geen uitspraken doen over de opgevoerde financiële steun aan de Spaanse visserijsector, anders dan over de financiële middelen die in het kader van het communautaire visserijbeleid voor Spanje beschikbaar zijn. Het betreft hier publieke informatie die verderop in deze brief is opgesomd.

Wat de toekenning van nationale of regionale steun aan de Spaanse visserij betreft, is het de Europese Commissie die erop toeziet dat dit conform de geldende regels voor staatssteun, waaronder de deminimissteun, geschiedt. Over de omvang van deze nationale en regionale steun kan ik geen uitspraken doen.

Onderzoeksmethodiek

De onderzoeksjournalisten van het ICIJ zijn uitgegaan van de in WTO- kader gehanteerde definitie van subsidies. Deze houdt in «een financiële directe of indirecte bijdrage door de publieke sector die een baat oplevert voor de private sector». Dit betekent dat ook fiscale vrijstellingen/regelingen in het onderzoek zijn betrokken.

Voor wat betreft de visserijfondsen is het de Europese Commissie zelf, die de uitgaven publiek maakt. Het ICIJ heeft deze gegevens van de Commissie tot aan 2007 gebruikt. Voor de jaren 2007–2010 heeft het ICIJ zich gebaseerd op bronnen van het Spaanse ministerie. Ook de regionale regeringen van bijv. Galicia, Andalusië en de Canarische Eilanden hebben data verstrekt.

Wat betreft de nationale steun heeft het ICIJ de «records» bestudeerd die verschijnen in het Spaanse official bulletin (BOE). Ook subsidies die zijn verstrekt door het Ministerie voor infrastructuur voor veiligheid van de vloot, zijn betrokken.

Wat betreft de middelen die gemoeid zijn met partnerschapsakkoorden met derde landen maakte ICIJ gebruik van informatie van de Europese Commissie en het Institute for European Environmental Policy. Voor cijfers over de omvang van de belastingvrijstelling op brandstof, geregeld in richtlijn 2003/96, maakte ICIJ gebruik van gegevens tot aan 2008 van het Spaanse Belasting Agentschap.

EU-steun voor Spaanse visserij

In het artikel op de website wordt concreet melding gemaakt van steun voor sanering, modernisering/nieuwbouw, promotie, veiligheid, visserijakkoorden met derde landen en de btw-vrijstelling voor energie m.n. brandstof.

Voor de eerste 4 genoemde maatregelen kon voor de periode 2000–2006 een beroep worden gedaan op het Financierings Instrument voor de Ontwikkeling van de Visserij (FIOV). Voor de periode 2007–2013 betreft dit het Europees Visserij Fonds (EVF). Voor bijdragen in het kader van partnerschapsakkoorden met derde landen zijn eveneens Europese middelen beschikbaar, terwijl de BTW-vrijstelling uit nationale middelen wordt gefinancierd.

  • Voor de periode 2000–2006 bedroeg de communautaire steun onder het FIOV voor de hele EU € 4 mld., waarvan € 1,7 mld. voor Spanje.

  • Voor de huidige EVF-periode (2007–2013) bedraagt de communautaire steun voor de gehele EU € 4,3 mld., waarvan € 1,1 mld. voor Spanje.

  • Spanje ontvangt relatief veel steun uit het visserijfonds gelet op de omvang van haar visserijsector. Daar komt bij dat Spanje in het kader van de structuurfondsen als convergentiegebied is aangemerkt.

  • Aan nationale middelen voor de cofinanciering van het EVF heeft Spanje een bedrag van € 955 mln. gereserveerd.

  • Jaarlijks is voor alle EU-lidstaten een bedrag beschikbaar voor het participeren in visserijakkoorden met derde landen. In een mededeling van de Europese Commissie deze zomer wordt becijferd dat de kosten voor de EU voor de partnerschapsakkoorden met 3e landen jaarlijks € 156 mln. bedragen. Spanje is een van de landen die, gelet op historische activiteiten, actief is in veel van de partnerschapsakkoorden.

De Europese Commissie ziet toe op de besteding van de middelen in het kader van het Europees Visserij Fonds. In de in 2009 door de Raad aangenomen controleverordening is voorzien in de mogelijkheid dat de Europese Commissie de EVF steun kan schorsen of intrekken, indien een lidstaat de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid niet naleeft.

In het artikel staan passages die refereren aan individuele personen of bedrijven in Spanje. Voor een aantal geldt dat de Europese Commissie vermeende onregelmatigheden van deze personen of bedrijven aanhangig heeft gemaakt bij het Europese Hof. Het spreekt voor zich dat Nederland niet in deze zaken treedt.

In de onderhandelingen over het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft de naleving van de gezamenlijk overeengekomen regels voor mij een zeer hoge prioriteit. Publicaties als deze op genoemde website onderstrepen het belang daarvan en dragen eraan bij dat ik mij in EU-verband blijf inzetten voor een «level playing field» in het gemeenschappelijk visserijbeleid .

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven