21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 485 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2011

In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die sinds 20 april toegevoegd zijn aan de agenda van de Landbouwraad van 17 mei aanstaande in Brussel, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst.

Hiermee is deze brief een aanvulling op de geannoteerde agenda die ik eerder naar uw Kamer zond (TK 21 501–32 nr. 478) en die besproken is tijdens het Algemeen Overleg van 27 april jongstleden.

Kwaliteit van Landbouwproducten

Dit punt is van de agenda afgevoerd.

(mogelijk) Wettelijk bindende overeenkomst over bossen in Europa (Besluitvorming over onderhandelingsmandaat)

De Raad zal besluiten of zij al dan niet onderhandelingen wil openen over een wettelijk bindende overeenkomst voor bossen in de pan-Europese regio. Dit besluit valt in Pan-Europees verband tijdens een Conferentie van bewindslieden van de bij Forest Europe1 (FE) aangesloten landen, van 14 tot en met 16 juni 2011 in Oslo.

Ik ben om een aantal redenen geen voorstander van een wettelijk bindende overeenkomst voor bossen in de pan-Europese regio.

Ten eerste zal het beoogde verdrag nauwelijks toegevoegde waarde hebben, omdat er andere internationale instrumenten en afspraken met betrekking tot bossen bestaan (bijvoorbeeld het binnen VN-kader tot stand gebrachte Non Legally Binding Instrument on Sustainable Forest Management for all types of forest, codes of conduct van de VN-Voedsel- en landbouworganisatie, het Biodiversiteitsverdrag en voor de EU specifieke EU-regelgeving, EU). Ten tweede is het in dit stadium onduidelijk welke financiële verplichtingen uit een wettelijk bindend bossenverdrag kunnen voortvloeien en ten derde kan een dergelijk verdrag leiden tot aanvullende regelgeving en daarmee lastenverzwaring voor het bedrijfsleven worden.

Diversen

Rapport van de Commissie inzake de bescherming van dieren tijdens transport (Informatie van de Zweedse delegatie)

De Zweedse delegatie zal aandacht vragen voor een rapport van de Commissie inzake diertransporten. Het is nog niet bekend wat Zweden exact wil aankaarten, maar achtergrond is waarschijnlijk dat de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) in januari jongstleden een wetenschappelijke beoordeling over dit onderwerp heeft uitgebracht, op verzoek van de Commissie. Mede op basis van deze beoordeling zal de Commissie over een aantal maanden met een advies komen aan Raad en Europees Parlement. In de beoordeling van de EFSA worden onder meer aanbevelingen gedaan over transporttijden en rustperioden. Hierbij zijn relatief grote verschillen en differentiaties te zien in aanbevelingen voor verschillende soorten dieren, zoals paarden, varkens, rundvee, konijnen en pluimvee.

Ik vind het welzijn van dieren tijdens transport belangrijk. Ik zet in op verbetering van de omstandigheden voor dieren tijdens het transport. In het regeerakkoord is bovendien onder meer opgenomen dat het kabinet inzet op vermindering van transporten van slachtvee over lange afstand. Het streven is om deze vermindering in Europees verband te bereiken. Mijn concrete doel op dit vlak is om voor slachtvee een maximale transportduur van acht uur te bereiken.

Codex Alimentarius: voortgang en vooruitblik (Informatie van het Voorzitterschap)

Het Voorzitterschap zal de lidstaten in algemene zin informeren over de resultaten van de vergaderingen van Codex Alimentarius-comités die tijdens het voorzitterschap van Hongarije hebben plaatsgevonden of nog zullen plaatsvinden. De Codex Alimentarius stelt standaarden, richtlijnen en gedragscodes vast op het gebied van voedselveiligheid en voedselzekerheid. De Codex-normen zijn voor Nederland een belangrijk instrument bij de export van voedselproducten. Het is niet de intentie van het Voorzitterschap om over dit onderwerp discussie te voeren.

Conferentie «Transition towards sustainable food consumption and production in a resource constraint world», Budapest 4–5 mei (Informatie van het Hongaars Voorzitterschap)

Het Hongaars Voorzitterschap zal een terugkoppeling geven van de conferentie Transition towards sustainable food consumption and production in a resource constrained world die op 4–5 mei plaatsvond in Budapest. Waarschijnlijk zullen eind mei de uitkomsten van deze conferentie ook besproken worden in de Raad voor Concurrentievermogen.

Op de conferentie werden de resultaten besproken van het werk van de derde ronde toekomstverkenningen, uitgevoerd door het Permanent Comité voor Landbouwkundig Onderzoek en een groep deskundigen. Op de conferentie werd benadrukt dat onderzoek en innovatie gericht moeten zijn op het efficiënter van het gebruik van grondstoffen, het tegengaan van bodemdegradatie en het behoud van biodiversiteit. Opgeroepen werd om de verbindingen tussen onderzoek, markt, advies en de sector te versterken om sneller te kunnen innoveren. Ook werd het belang benadrukt van de betrokkenheid van het bedrijfsleven. Een Europees Innovatie Partnerschap op het terrein van duurzame landbouw zou dit proces kunnen ondersteunen.

Ik zal aangeven verheugd te zijn met deze terugkoppeling van de conferentie. Ik hecht veel belang aan onderzoek en innovatie, en de verbinding met de markt en de sector.

Verschillende kwaliteiten en samenstellingen van producten (Informatie van de Bulgaarse delegatie)

Bulgarije zal onder diversen de uiteenlopende kwaliteiten en samenstellingen van dezelfde producten in verschillende lidstaten agenderen. De inhoud van het Bulgaarse punt is op dit moment onbekend.

Conclusies van Uitgebreid Raadgevend Comité Varkensvlees (Informatie van de Europese Commissie)

De Europese Commissie zal verslag doen van de vier bijeenkomsten van het Uitgebreid Raadgevend Comité Varkensvlees van de afgelopen maanden.

De achtergrond van het Uitgebreid Raadgevend Comité Varkensvlees is de volgende: om mogelijke oplossingen te onderzoeken voor de over het algemeen verliesgevende situatie op de EU-varkensvleesmarkt heeft de Vlaamse Minister-president Kris Peeters (destijds Belgisch Voorzitterschap van de EU) begin december 2010 een zogenaamde reflectiedag voor deskundigen op het gebied van de varkensvleesmarkt uit de EU georganiseerd. Dit initiatief heeft een vervolg gekregen in de vorm van door de Europese Commissie georganiseerde bijeenkomsten van vertegenwoordigers van lidstaten en Europese overkoepelende organisaties op het gebied van varkensvlees: het zogenaamde Uitgebreid Raadgevend Comité Varkensvlees.

Ook in ons land heeft de Nationale Werkgroep Varkensketen zich over de problematiek op de varkensvleesmarkt gebogen. Het LEI is gevraagd onderzoek te doen naar verbeterpunten in de nationale varkensketen. Voor komende zomer worden de eerste resultaten van dit LEI-onderzoek verwacht.

Het Commissieverslag van de bijeenkomsten van het Uitgebreid Raadgevend Comité Varkensvlees bestaat slechts uit een feitelijke weergave van de aan de orde geweest zijnde onderwerpen en bevat geen conclusies. Een aantal organisaties, waaronder boerenkoepelorganisatie Copa-Cogeca en de Europese Handelsunie voor Vee- en Vlees (UECBV), presenteerde eigen conclusies, die niet allemaal gedeeld werden door alle organisaties en ook niet door alle lidstaten. Naar verwachting zal de Commissaris in de Landbouw- en Visserijraad van juni met conclusies komen.

Nederland heeft zich de afgelopen jaren steeds terughoudend opgesteld ten opzichte van marktmaatregelen zoals steun voor particuliere opslag (PO) en exportrestituties. De situatie op de varkensvleesmarkt was begin dit jaar echter zodanig ernstig dat een PO-maatregel gerechtvaardigd was. De door sommige lidstaten gevraagde herintroductie van exportrestituties voor vers en/of bevroren varkensvlees, werd, ook door de Commissie, geen optie geacht. Een dergelijke maatregel zou namelijk nauwelijks effect sorteren en bovendien zeer kostbaar zijn. Ook Nederland blijft deze mening toegedaan.

De ongunstige situatie op de varkensvleesmarkt is voornamelijk het gevolg van de sterk gestegen productiekosten als gevolg van de sterk gestegen prijzen van de veevoedergrondstoffen (onder andere granen, soja). Inmiddels is de situatie op de Europese varkensvleesmarkt overigens enigszins verbeterd, omdat de varkensvleesprijzen al eniger tijd een stijgende tendens vertonen en de voederkosten niet verder lijken te stijgen.

Interventieprijs granen (Informatie van de Poolse delegatie)

Polen zal een oproep doen om de interventieprijs voor granen te verhogen.

Ik ben tegen verhoging van de interventieprijs. Er is momenteel geen noodzaak de interventieprijs voor graan te verhogen naar 130 euro. De markt is volatiel, maar de prijzen zijn in vergelijking met voorgaande jaren juist zeer goed en relatief hoog. De prijs voor granen, in het bijzonder tarwe, ligt momenteel rond de 200 euro. Daarom zal de maatregel geen effect hebben: er zal geen graan worden aangeboden in interventie bij een interventieprijs van 130 euro met prijzen op de markt tussen 180 en 220 euro.

Bovendien lijkt een dergelijke discussie op dit moment niet gepast: in oktober 2011 komt de Commissie naar verwachting met voorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Een dergelijke discussie zou binnen dat verband gevoerd moeten worden.

Suikerproductiequota (Informatie van de Poolse delegatie)

Polen zal een oproep doen om de suikerquota te verruimen in alle lidstaten.

In het beheerscomité d.d. 28 april heeft de Europese Commissie aangegeven, naar aanleiding van opmerkingen van enkele lidstaten dat er voor suikerverwerkers een tekort op de Europese markt is, de markt te bestuderen en hier later in het beheerscomité op terug te komen.

De Commissie kan door middel van een Commissieverordening besluiten (na raadpleging van het onderzoekscomité) meer suiker op de markt beschikbaar te stellen door middel van het omzetten van buiten-quotumsuiker in quotumsuiker. Ook kan de invoer vanuit derde landen naar de EU bevorderd worden door eventuele schorsing van het invoertarief voor ruwe suiker. Markttechnisch bezien is de kans dat de invoer vanuit derde landen op dit moment toeneemt aannemelijk omdat er tussen de prijs voor suiker op de wereldmarkt en suikerprijs binnen de EU, volgens marktgegevens van de Commissie, momenteel 80 euro verschil zit.

Gezien het bovenstaande ben ik tegen verruiming van de suikerquotering. De situatie op de suikermarkt wordt door Nederland nog bestudeerd. Een maatregel zoals voorgesteld door Polen is dan ook voorbarig en een aanpassing van het quoteringsbeleid is vooralsnog niet nodig.

(mogelijk) G20-landbouwministers (Informatie van de Franse delegatie)

Frankrijk is tot november 2011 voorzitter van de groep van 20 grootste economieën ter wereld (G20). Mogelijk zal Frankrijk onder diversen de Raad informeren over de bijeenkomst van landbouwministers van de G20 in Parijs op 22–23 juni aanstaande. De inhoud van dit punt is op dit moment onbekend.

Overig

A-punten visserij

Ik heb uw Kamer eerder toegezegd u tijdig te informeren over ontwikkelingen ten aanzien van visserijpartnerschapsakkoorden. Op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 mei aanstaande, waar ik als minister van Internationale Handel aan zal deelnemen, is het nieuwe visserijpartnerschap tussen de EU en de Comoren een A-punt (hamerpunt). De onderhandelingen daarover zijn eind vorig jaar al afgerond, maar na het doorlopen van alle administratieve procedures en de goedkeuring door het Europees Parlement komt dit akkoord nu pas voor aanname in de Raad. Het akkoord is gebaseerd op de principes van duurzame visserij en bevat een clausule waarmee de EU in geval van mensenrechtenschendingen het partnerschap kan opschorten.

Op diezelfde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken staat als A-punt de toegang van een beperkt aantal Venezolaanse visserijvaartuigen tot de wateren van Frans-Guyana. Deze toegang wordt geregeld in een internationale overeenkomst, maar betreft niet een visserijpartnerschapsakkoord in de gebruikelijke zin van het woord. Het gaat hier om toedeling van vismachtigingen in een ultraperifeer gebied van de EU.

De lokale economie van Frans-Guyana profiteert van de afzet door de Venezolaanse vissers, die in de wateren van Frans-Guyana de regels van het Europese Visserijbeleid dienen te respecteren.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Forest Europe (FE) is een informeel, pan-Europees samenwerkingsverband ter ondersteuning van duurzaam bosbeheer in Europa. Het organiseert ministersconferenties waar niet-bindende resoluties met betrekking tot duurzaam bosbeheer worden aangenomen. Deelnemende landen zijn: alle 27 EU-lidstaten en Albanië, Andorra, Wit-Rusland, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Georgië, de Heilige Stoel, IJsland, Liechtenstein, Monaco, Montenegro, Noorwegen, Moldavië, Rusland, Servië, Zwitserland, Macedonië, Turkije, Oekraine.

Naar boven