21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 446 MOTIE VAN DE LEDEN GRASHOFF EN JACOBI

Voorgesteld 16 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat Nederland jaarlijks 1 mld. ontvangt uit de Europese Unie uit pijler 1 en jaarlijks 45 mln. uit pijler 2;

overwegende, dat de tweede pijler voor Nederland erg klein is en niet in verhouding staat tot de gecompliceerde situatie in ons zeer dichtbevolkte land, waar een goede balans gevonden moet worden tussen landbouw, natuur, recreatie en verstedelijking;

overwegende, dat een versterking van de tweede pijler voor Nederland tot stand kan komen uit herschikking van middelen binnen het GLB-budget;

verzoekt de regering bij de verdere onderhandeling over het GLB, naast vergroening van de eerste pijler, tevens een kwantitatieve versterking van de tweede pijler te bepleiten en zich in de EU in te spannen, de maatstaven voor verdeling van het tweedepijlergeld over de lidstaten zodanig te laten vaststellen dat hierin de specifieke opgave voor het Nederlandse landelijk gebied een volwaardige plaats krijgt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Grashoff

Jacobi

Naar boven