21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 419 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2010

In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad die op 29 en 30 november plaatsvindt in Brussel, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst.

Op de agenda staan zowel landbouw- als visserijonderwerpen. Op landbouwgebied zal in de Raad gesproken worden over de Mededeling van de Commissie over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het mogelijk vragen van vergoedingen door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA), het minstbedeeldenprogramma, de bedrijfsadviesdiensten en (onder diversen) over een conferentie over het plantgezondheidsstelsel, een conferentie over onderwijs in dierenwelzijn en – op mijn verzoek – de Internationale Conferentie over Landbouw, Voedselzekerheid en Klimaatverandering, die onlangs plaatsvond in Den Haag. Op het vlak van de visserij zijn de volgende onderwerpen geagendeerd: de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2011 en 2012 ten aanzien van diepzeevisbestanden, de visserijonderhandelingen tussen de EU en Noorwegen over vangstmogelijkheden voor 2011 en (als onderwerp van gesprek tijdens de lunch) de samenwerking tussen visserijsector en wetenschap in het visserijonderzoek.

Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd.

Vangstmogelijkheden diepzeevisbestanden voor 2011 en 2012

(Politiek akkoord)

De Raad besluit eens per twee jaar over de vangstmogelijkheden voor de visserij op diepzeevisbestanden door EU-vaartuigen. Vanwege de kwetsbaarheid van de diepzeevissoorten en de onzekerheid over de toestand van deze bestanden zijn de vangstmogelijkheden sinds hun introductie in 2003 aanzienlijk verlaagd. Ook wordt deze visserij gereguleerd door beperking van de visserij-inspanning. De Commissie stelt voor om de maximaal toegestane vangsthoeveelheden (Total Allowable Catches, TACs) verder te reduceren.

Ik vind ten principale dat de visserijdruk op deze kwetsbare soorten zou moeten worden verminderd. Ik sta positief tegenover het voorstel, aangezien het op de middellange termijn moet leiden tot duurzaam beheerde diepzeevisbestanden.

Visserijonderhandelingen EU-Noorwegen voor 2011

(Informatie van de Commissie en gedachtewisseling)

Jaarlijks onderhandelt de Commissie namens de EU met Noorwegen over de vangsthoeveelheden voor de gezamenlijk beheerde visstanden, alsmede over de ruil van vangstmogelijkheden. Doel is om de onderhandelingen vóór de Landbouw- en Visserijraad van december 2010 af te ronden. Commissie en Raad zullen van gedachten wisselen over de uitkomsten van de eerste onderhandelingsronde met Noorwegen (15 – 19 november) en de voorbereiding op de tweede ronde (29 november – 3 december).

Zoals het zich nu laat aanzien, zullen bij de vaststelling van de TACs de beheerplannen en biologische adviezen gevolgd worden. Er zullen nog extra technische en controlemaatregelen voor de bescherming van kabeljauw aan de orde komen. Het gaat daarbij om gebruik van vangstquota en het tijdelijk sluiten van gebieden. Uit de eerste onderhandelingsronde blijkt wel dat het, net als in de afgelopen jaren, bijzonder moeilijk wordt om een evenwichtige balans in de uitruil van vangstmogelijkheden te krijgen. De EU kan Noorwegen onvoldoende aanbieden in ruil voor het aanbod aan de EU.

Mijn inzet is gericht op een evenwichtig akkoord met Noorwegen, dat de duurzaamheid van de visserij ten goede komt en waarin ook de belangen van de Nederlandse visserijsector tot hun recht komen.

Toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

(Presentatie door de Commissie en gedachtewisseling)

Op donderdag 18 november heeft Commissaris Ciolos de Mededeling van de Commissie over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gepresenteerd. De Commissie pleit daarin voor behoud van een sterk, maar wel hervormd, Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Volgens de Commissie liggen de belangrijkste uitdagingen waar het GLB voor staat op het vlak van voedselzekerheid (en het daartoe behouden van de landbouwproductiecapaciteit), het zowel verminderen van de belasting van milieu en klimaat als bijdragen aan oplossingen in dat kader en gebiedsontwikkeling (economisch en sociaal).

De Commissie ziet dan ook drie hoofddoelen voor het nieuwe GLB:

  • 1. Een economisch duurzame voedselproductie;

  • 2. Duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen;

  • 3. Evenwichtige gebiedsgerichte ontwikkeling.

Het GLB moet in de ogen van de Commissie worden hervormd om enerzijds te kunnen opereren in een globaliserende wereld met een grotere prijsvolatiliteit en anderzijds de agrarische productie te kunnen handhaven in de gehele EU. Tevens moet het GLB meer aandacht geven aan onder meer het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, water, biodiversiteit en bodem. Agrariërs moeten kunnen omgaan met klimaatveranderingen, hun aandeel daarin verminderen en waar mogelijk bijdragen aan de oplossing van klimaatgerelateerde problemen. Samengevat kan en moet de agrarische sector een sterke bijdrage leveren aan de Europa 2020-strategie door «groene groei».

De Commissie schetst drie opties voor de vormgeving van het nieuwe GLB:

  • 1. Handhaving status quo;

  • 2. Omvorming naar meer doelgerichte betalingen;

  • 3. Afschaffen van inkomenssteun en marktmaatregelen, introductie van beperkte doelgerichte betalingen.

Binnen elke optie geeft zij de bijbehorende consequenties voor de directe betalingen aan agrariërs, voor het markt- en prijsbeleid en voor het plattelandsbeleid. De eerste twee elementen vormen gezamenlijk de eerste pijler van het GLB, het plattelandsbeleid is de tweede pijler. Deze pijlerstructuur wil de Commissie handhaven. Hierbij voorziet de Commissie een herverdeling over de lidstaten van de directe betalingen aan agrariërs.

Zoals gebruikelijk ontvangt u zo spoedig mogelijk een kabinetsreactie ter zake.

Wenselijkheid en mogelijkheid van een wetgevingsvoorstel voor het vragen van vergoedingen door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit

(Presentatie door de Commissie)

De Commissie zal een onderzoeksrapport presenteren over de mogelijkheid en wenselijkheid van indiening van een wetgevingsvoorstel tot invoering van vergoedingen voor de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). De Commissie stelt daarin dat het, gezien de complexiteit van de invoering van een vergoedingensysteem op het gebied van de EU-voedingsmiddelenwetgeving, in deze fase niet mogelijk is om definitieve conclusies te trekken. Er zal nog een effectbeoordeling worden uitgevoerd.

Conform de Nederlandse visie op de EFSA (van november 2009) sta ik positief tegenover het rapport van de Commissie. Een dergelijk vergoedingensysteem kan ertoe bijdragen dat de EFSA zijn taken kostendekkend en op hoog wetenschappelijk niveau kan uitvoeren. Ik deel de mening van de Commissie dat een effectbeoordeling nodig is voordat definitieve conclusies kunnen worden getrokken.

Minstbedeeldenprogramma

(Politiek debat)

In de Landbouwraad van september jl. heeft de Commissie een nieuw voorstel voor het programma voor voedselhulp aan de minstbedeelden gepresenteerd. In de komende Raad zal een politiek debat daarover gevoerd worden. Het nieuwe voorstel komt in grote lijnen overeen met de oude regeling. De huidige minstbedeeldenregeling is ruim 20 jaar oud en maakt het mogelijk landbouwproducten uit interventievoorraden onder minstbedeelden te verdelen. Omdat interventievoorraden in omvang sterk zijn verminderd, heeft de Raad enkele jaren geleden ingestemd met de aankoop op de markt van landbouwproducten voor de minstbedeelden. De kosten van de huidige regeling vallen geheel onder de communautaire landbouwbegroting. De regeling is facultatief en zeven lidstaten, waaronder Nederland, maken hiervan geen gebruik.

In het nieuwe voorstel wordt een plafond voor de EU-bijdrage geïntroduceerd ter hoogte van 500 miljoen euro, worden de cofinancieringpercentages voor de lidstaten gewijzigd en tenslotte wordt het voorstel aangepast naar aanleiding van het Verdrag van Lissabon.

Ik ben geen voorstander van het Commissievoorstel. Ik vind dat eventuele voedselhulp aan minstbedeelden geen zaak voor de EU is, maar van de individuele lidstaten. Het betreft sociaal beleid, dat al dan niet in een lidstaat tot bepaalde specifieke maatregelen (en bijbehorende nationale financiering) leidt. Een dergelijk nationaal voedselhulpprogramma hoort naar mijn oordeel bovendien niet thuis in het gemoderniseerde GLB dat Nederland voor ogen heeft.

Commissierapport over de bedrijfsadviesdiensten (Farm Advisory System)

(Presentatie door de Commissie)

Sinds 2007 is het systeem van bedrijfsadviseringeen onderdeel van het plattelandsbeleid van de EU. Ondernemers kunnen via deze regeling advies aanvragen over bijvoorbeeld het voldoen aan de randvoorwaarden (cross compliance) van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De Commissie heeft geëvalueerd hoe het systeem in de lidstaten is geïmplementeerd en zal deze evaluatie presenteren aan de Raad.

Ik ben van mening dat het huidige systeem in Nederland naar behoren functioneert. Tegen die achtergrond zal ik mij kritisch uiten tegenover eventuele voorstellen voor uitbreiding of verzwaring van het systeem.

Lunch: verbeteren van de samenwerking tussen de visserijsector en de wetenschap in visserijonderzoek

Tijdens de lunch zullen mijn collega’s en ik van gedachten wisselen over de samenwerking tussen de visserijsector en het wetenschappelijk onderzoek. In Nederland is al een aantal jaren veel aandacht besteed aan de bevordering van de samenwerking in visserijonderzoek. Een betere samenwerking bevordert het draagvlak in de visserijsector voor de wetenschappelijke biologische adviezen ten behoeve van het bestandsbeheer en leidt tot een betere datavoorziening door de private sector aan de onderzoeksinstellingen.

Diversen

Internationale conferentie over het plantgezondheidsstelsel van de EU

(Informatie van het voorzitterschap)

Tijdens een conferentie op 28 september jl. heeft de Commissie het evaluatierapport van het Gemeenschappelijk Plantgezondheidsstelsel over de periode 1993–2009 aan lidstaten en stakeholders gepresenteerd. In 2011 zal de Commissie de uitkomsten van die evaluatie omzetten in een nieuwe strategie en voorstellen voor regelgeving. In het rapport concludeert de Commissie dat het fytosanitaire stelsel gemoderniseerd moet worden door aandacht voor preventie, een betere risicogebaseerde benadering en een meer gezamenlijke aanpak van risico’s die voor de hele EU van belang zijn.

Ik vind het goed dat het fytosanitaire stelsel in de EU geëvalueerd en herzien wordt en vind het evaluatierapport een prima basis voor de discussie daarover. Belangrijke aandachtspunten zijn voor mij de kosten van het nieuwe stelsel voor overheid en bedrijfsleven, alsmede de samenwerking en verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en bedrijfsleven in een slim en helder stelsel, waarin de beschikbare middelen worden ingezet op de grootste risico’s.

Internationale conferentie over onderwijs in dierenwelzijn

(Informatie van het voorzitterschap)

Op 1 en 2 oktober jl. hebben de Commissie en het Voorzitterschap een conferentie georganiseerd over onderwijs in dierenwelzijn. Onder het motto «Iedereen is verantwoordelijk» richtte de conferentie zich op het beter informeren van burgers over onderwijsprogramma’s op het gebied van dierenwelzijn en op het genereren van bewustwording over het belang van onderwijs aan burgers, boeren, transporteurs, verzorgers, handelaren, slachters en andere belanghebbenden over de omgang met dieren.

De Commissie vindt het huidige tijdsgewricht cruciaal voor dierenwelzijn: het Verdrag betreffende de werking van de EU erkent dieren als wezens met gevoel (sentient beings) en de Commissie zal in 2011 een nieuwe strategie lanceren die de EU-initiatieven op dit gebied zal definiëren voor de volgende vijf jaar.

Ik vind het positief dat er veel belangstelling bestaat voor dierenwelzijnsonderwijs en dat de Commissie en het Belgisch Voorzitterschap onderwijs in dierenwelzijn willen stimuleren.

Internationale conferentie over landbouw, voedselzekerheid en klimaatverandering

(Verzoek van de Nederlandse delegatie)

Ik zal de Raad informeren over het verloop en de uitkomsten van de Internationale conferentie over landbouw, voedselzekerheid en klimaatverandering, die van 31 oktober tot en met 5 november 2010 in Den Haag heeft plaatsgevonden.

De conferentie is door Nederland georganiseerd in samenwerking met Ethiopië, Noorwegen, Mexico, Nieuw-Zeeland, Vietnam, de Wereldbank en de FAO (Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties). Het doel was om verdere concrete stappen te initiëren naar een transitie naar een meer duurzame, klimaatbestendige landbouwsector, met name in ontwikkelingslanden.

Een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders – onder anderen ZKH de Prins van Oranje, HKH Prinses Maxima en Kofi Annan – hebben inleidingen verzorgd. In veel presentaties is benadrukt dat een geïntegreerde benadering van de problematiek noodzakelijk is. Naast klimaataspecten zijn zaken als hogere en efficiëntere landbouwproductie, waarborgen van voedselzekerheid, geïntegreerd waterbeheer, armoedebestrijding, bescherming van biodiversiteit en gerichte financiering (met name private investeringen), verruiming kredietverlening en verzekeringen naar voren gebracht.

De conferentie heeft als resultaat een actieplan opgeleverd (roadmap for action). Daarin is een lijst opgenomen met (beleids)acties en concrete projecten die door deelnemers naar voren zijn gebracht en inspirerend van aard zijn. Tijdens de ministeriële rondetafelbijeenkomst op de conferentie gaven ministers aan de samenhangende benadering van landbouwontwikkeling en klimaatverandering met enthousiasme in eigen land te willen oppakken en ook in internationale gremia verder na te streven. Agendering voor de Landbouw- en Visserijraad sluit daar uitstekend op aan.

Over de resultaten van de conferentie zend ik u een uitgebreide brief, inclusief het actieplan.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven