21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 397 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2010

Zoals toegezegd in het Voortgezet Schriftelijk Overleg op 12 mei jl. informeer ik u over de Nederlandse inzet in Europa gericht op de totstandkoming van een nieuw EU Actieplan voor dierenwelzijn.

Het huidige Europese beleid voor dierenwelzijn is vastgelegd in het Europese Actieplan voor dierenwelzijn (2006–2010). In dit Actieplan geeft de Commissie een overzicht van de doelstellingen en actiegebieden voor de jaren 2006–2010.

Momenteel voert de Commissie een evaluatie uit van het Europese beleid voor dierenwelzijn. De uitkomsten van deze evaluatie worden eind dit jaar verwacht en zullen de opmaat zijn voor een nieuw Actieplan voor dierenwelzijn.

Naar verwachting zal de Commissie medio 2011 haar nieuwe Actieplan opleveren en als mededeling aanbieden aan de lidstaten en het Europees Parlement.

Nederland zal een actieve rol vervullen bij de totstandkoming en vaststelling van dit nieuwe Actieplan voor dierenwelzijn. Nederland zal daarom reeds in de voorfase haar wensen en ideeën kenbaar maken richting relevante partijen. Zo zal Nederland informatie aanleveren aan de onderzoeksinstellingen die de evaluatie van het Europese dierenwelzijnsbeleid voor de Commissie uitvoeren. Uiteraard zal Nederland ook regelmatig overleg voeren met de Commissie en gelijkgezinde lidstaten.

De Nederlandse inzet voor het verbeteren van dierenwelzijn in Europees verband, zoals beschreven in de Nota Dierenwelzijn, blijft onverminderd van kracht. Daarbij gelden onder andere de volgende prioriteiten:

  • uitfasering van de legbatterijen uiterlijk per 1 januari 2012,

  • verdoven en stoppen met castratie van biggen,

  • herziening Transportverordening en Varkensrichtlijn,

  • verbod op het gebruik van de huidige waterbadmethode voor het bedwelmen van pluimvee.

Op deze onderwerpen (en vele andere) heeft Nederland voortgang geboekt zoals beschreven in de jaarlijkse Voortgangsrapportage van de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid. Maar omdat deze onderwerpen nog niet zijn afgerond, wil Nederland dat deze voldoende worden verankerd in het nieuwe EU Actieplan.

Daarnaast bepleit Nederland dat de Commissie initiatief neemt voor regelgeving voor het welzijn van melkvee, (opfok)vleeskuikenouderdieren, kalkoenen, nertsen en konijnen. De aanbevelingen van de Raad van Europa voor het welzijn van diverse diersoorten kunnen daarbij het uitgangspunt zijn.

Tevens heb ik eind vorig jaar in een brief aan de Commissaris aandacht gevraagd voor een verbod op het dwangmatig voederen van ganzen voor de productie van foie gras, een verbod op het houden van vossen en chinchilla’s voor bontproductie en een importverbod op de veren van levend geplukte ganzen.

Tevens pleit Nederland, zodra de Europese uitfasering van de legbatterijen heeft plaatsgevonden, voor een aanscherping van de Europese eisen voor de verrijkte kooi tot het niveau van de Nederlandse eisen voor de koloniehuisvesting.

Naast het initiëren en herzien van regelgeving is het van belang dat bestaande regelgeving voldoende wordt nageleefd op Europees niveau. Nederland zal hiertoe concrete suggesties doen die hun beslag kunnen krijgen in het Actieplan. Voorbeelden zijn het meer gebruik maken van comitologie om problemen in de implementatie te bespreken en het opstellen van Europese richtsnoeren voor de uitvoering van regelgeving.

Eind vorig jaar is het Europese onderzoeksproject Welfare Quality afgerond. Welfare Quality heeft voor runderen, pluimvee en varkens een meetprotocol opgeleverd, waarmee het dierenwelzijn op het primaire bedrijf kan worden gemeten. Hiermee is het mogelijk om een goede inschatting te maken van het welzijnsniveau op het primaire bedrijf. Dit werk is waardevol en heeft in potentie diverse toepassingsmogelijkheden. Nederland zal suggesties aanreiken hoe Welfare Quality kan worden ingepast in het Europese dierenwelzijnsbeleid.

De Commissie heeft in oktober 2009 een rapport uitgebracht over etikettering van dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren. Het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 980) beschrijft dat Nederland het initiatief van de Commissie over beide onderwerpen steunt. Nederland wil graag dat dit er adequate follow-up komt van dit rapport, hetgeen moet resulteren in concrete resultaten. Nederland heeft deze wens reeds twee maal geuit in de Landbouw- en Visserijraad. Het Actieplan dient te voorzien in meer concretisering op dit vlak.

Ik vind het belangrijk om op te merken dat de totstandkoming van het Europese Actieplan voor Dierenwelzijn een dynamisch proces is. Het is dan ook niet uit te sluiten dat Nederland gaandeweg ook ideeën en wensen zal inbrengen, die niet zijn beschreven in deze brief. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren over het Actieplan zodra deze wordt uitgebracht.

Op 3 februari jl. heeft de Vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht een reactie te geven op het rapport van het Europees Parlement betreffende de evaluatie en beoordeling van het huidige Europese Actieplan voor dierenwelzijn (2010Z01882/2010D05975). Dit rapport is op 5 mei jl. aangenomen. Het Europees Parlement concludeert in haar rapport dat verreweg de meeste acties die zijn benoemd in het Actieplan op adequate wijze zijn uitgevoerd en dat het Actieplan heeft bijgedragen aan een verbetering van het welzijn van dieren. Ik deel deze mening, hoewel de ambities van Nederland verder gaan dan de doelstellingen in dit Actieplan.

Het Europees Parlement roept de Commissie op om te werken aan een nieuw Europees Actieplan voor dierenwelzijn voor de periode 2011–2015. Verder verzoekt het Europees Parlement de Commissie om niet later dan 2014 een algemene Europese wetgeving voor dierenwelzijn voor te bereiden. Deze wetgeving dient gebaseerd te zijn op artikel 13 van het verdrag van Lissabon en moet richtsnoeren bevatten voor het verantwoord houden van dieren. Naar mijn mening kan de Commissie een dergelijke wetgeving het beste realiseren middels een herziening van richtlijn 98/58/EC inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren. Nederland is voorstander van het opnemen van een bredere reikwijdte en meer ambitieuze doelstellingen in deze richtlijn.

Het Europees Parlement verzoekt de Commissie tevens om actie te ondernemen op de volgende onderwerpen: handhaving van de bestaande welzijnsregelgeving, herziening van de Transportverordening, etikettering van dierenwelzijn, een netwerk van nationale referentiecentra voor dierenwelzijn, werken met diergerichte indicatoren van Welfare Quality en adresseren van handelszorgen over dierenwelzijn. Deze verzoeken komen grotendeels overeen met de Nederlandse inzet, zoals beschreven in deze brief. Wat betreft de zorgen over dierenwelzijn in de internationale handel, verwijs ik u naar de kabinetsvisie «Non-trade concerns en handelsbeleid: verduurzaming van productiemethoden en -processen wereldwijd» (Tweede Kamer, 2008–2009, 26 485, nr. 68), van mei 2009.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven