21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2010

In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad op 17 mei in Brussel en de informele Landbouwraad op 31 mei–1 juni in Mérida (Spanje), alsmede over mijn inzet tijdens deze bijeenkomsten. Tevens informeer ik u over enkele toezeggingen over de herziening van de transportverordening, de doorvoer van IJslands walvisvlees en de Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases.

De Raad zal van gedachten wisselen over de internationale concurrentiekracht van het Europees agri-food model. Vervolgens zal het Spaans Voorzitterschap een presentatie verzorgen over gender-gelijkheid in plattelandsgebieden. Onder «diversen» staan twee onderwerpen op de agenda: bossen in relatie tot klimaatverandering en een terugblik op de 27e conferentie voor EU-betaalorganen.

Op de informele Landbouwraad zal gesproken worden over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ná 2013.

Internationale concurrentiekracht van het Europees agri-food model

(Presentatie van het Voorzitterschap, gedachtewisseling)

Het Voorzitterschap zal een presentatie geven over internationale concurrentiekracht van het Europees agri-food model. De inhoud van deze presentatie is op dit moment nog niet bekend. Naar verwachting houdt de agendering van dit onderwerp verband met een workshop over dit onderwerp, die 16 april jl. plaatsvond in Sevilla (Spanje) en werd georganiseerd door de Spaanse organisatie van voedselverwerkende industrieën. Er waren geen lidstaten uitgenodigd voor deze bijeenkomst.

Ik zal aangeven dat in de Nederlandse visie op de toekomst van het GLB de nadruk ligt op ondernemerschap, concurrentiekracht, innovatie en verduurzaming. Het nieuwe GLB moet de agrarische sector hierbij stimuleren teneinde een krachtige concurrentiepositie te bevorderen.

Gender-gelijkheidin plattelandsgebieden

(Presentatie van het Voorzitterschap, gedachtewisseling)

Het Voorzitterschap zal een presentatie geven naar aanleiding van een conferentie die op 26–29 april jl. in Cáceres (Spanje) plaatsvond over het onderwerp gender-gelijkheid in plattelandsgebieden. Tijdens deze informele conferentie, waaraan circa vijftien lidstaten waaronder Nederland deelnamen, zijn geen conclusies of aanbevelingen geformuleerd. Naar verwachting zal de Spaanse minister Espinoza tijdens de Raad aangeven waar Spanje in de toekomst graag de nadruk op zou leggen. Dit betreft o.a. wettelijke arrangementen om gelijkheid van vrouwen te bevorderen in de eigendomstitels van landbouwbedrijven, verbetering van kinderopvang op het platteland en voorkoming van leegloop van het platteland.

Ik zal mijn begrip uitspreken voor de Spaanse zorgen op dit terrein en tegelijk benadrukken dat elke lidstaat (ook) op dit terrein verschillend is en eventueel aanbevelingen voor de inrichting van het toekomstig plattelandsbeleid voor wat betreft dit onderwerp ruimte moet hebben voor maatwerk.

Diversen

Bosbescherming en klimaatverandering

(Informatie van het Voorzitterschap)

Het Spaans Voorzitterschap zal onder «diversen» informatie geven over de stand van zaken omtrent het Groenboek over bosbescherming en klimaatverandering. Dit Groenboek is op 1 maart 2010 door de Commissie gepubliceerd. Mogelijk zal het Voorzitterschap aangeven hoe zij voor de Milieuraad van 11 juni a.s. korte Raadsconclusies hieromtrent wil voorbereiden. Ik acht een goede discussie in het kader van het Groenboek van groot belang om de Europese visie hierop verder vorm te geven. Verder ben ik van mening dat de bewoording van de Raadsconclusies terughoudend moet zijn. Er loopt immers nog een publieke consultatie. Bovendien heeft het kabinet nog tot eind juli de mogelijkheid om haar standpunt vast te stellen.

27e conferentie van de EU-betaalorganen

(Informatie van het Voorzitterschap)

Onder «diversen» informeert het Spaans Voorzitterschap de Landbouwraad over de conclusies van de 27e Conferentie van directeuren van EU-betaalorganen, gehouden van 28 tot 30 april 2010 in Oviedo (Spanje). Op deze conferentie hebben de betaalorganen ideeën uitgewisseld over o.a. vereenvoudiging van regelgeving en verbetering van het beheer van de Brusselse landbouwfondsen. De conclusies van de conferentie komen kort voor de Landbouwraad beschikbaar.

Ik ben een groot voorstander van vereenvoudiging van het GLB.

In de Nederlandse visie op de toekomst van het GLB moet vereenvoudiging en vermindering van administratieve lasten een belangrijke rol hebben.

De ervaringen van de betaalorganen zijn daarbij erg waardevol. Mede om die reden, heeft de Raad op mijn initiatief eerder besloten om elke zes maanden expliciet stil te staan bij de conclusies van de bijeenkomst van directeuren van

de betaalorganen en mogelijke voorstellen voor vereenvoudiging te bespreken.

Ik heb in dit verband ook het initiatief genomen om op korte termijn een groep lidstaten op ambtelijk niveau bij elkaar te roepen om van gedachten te wisselen over vereenvoudigingen in het GLB van ná 2013. Denemarken leidt een vergelijkbare exercitie voor verdere vereenvoudigingen in de periode tot 2013.

Informele Landbouwraad, 31 mei–1 juni

Op 31 mei en 1 juni vindt in Mérida (Spanje) de halfjaarlijkse informele Landbouwraad plaats. Het thema van deze bijeenkomst is: «An overall reflection on the future of the CAP». Met de keuze voor dit onderwerp geeft het Spaans Voorzitterschap een vervolg aan de discussie over de toekomst van het GLB die begonnen is onder het Frans Voorzitterschap in Annecy, in 2008.

In november van dit jaar verwacht ik de Mededeling van de Europese Commissie over het GLB van ná 2013.

Het discussiedocument voor deze informele Landbouwraad is nog niet beschikbaar. Ik zal mij tijdens de bijeenkomst laten leiden door het kabinetsstandpunt «Houtskoolschets Europees Landbouwbeleid 2020» (TK 28 625, nr. 60).

Toezeggingen

Herziening diertransportverordening

Ik heb de Commissie recentelijk schriftelijk verzocht om een snelle herziening van de transportverordening. Zoals aangegeven in een Algemeen Overleg (AO) met uw Kamer zal ik en marge van de Landbouwraad Commissaris Dallí van Gezondheid en Consumentenbescherming vragen naar de stand van zaken.

De Commissie heeft overigens al laten weten dat een schriftelijk antwoord spoedig zal volgen. Ook is al bekend dat de Commissie waarschijnlijk begin volgend jaar een rapport zal uitbrengen met een evaluatie van de implementatie van de transportverordening. Op basis daarvan zal de Commissie eventueel met wetgevende voorstellen komen.

Doorvoer IJslands walvisvlees

Tijdens een AO met uw Kamer heb ik toegezegd de verontwaardiging en afkeuring van uw Kamer over te brengen inzake de doorvoer van IJslands walvisvlees via Nederland. Tijdens een gesprek van de nieuwe IJslandse ambassadeur met de secretaris-generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 27 april jl., is deze boodschap namens mij ook al nadrukkelijk overgebracht. Voorts heb ik op 4 mei jl. en marge van de Informele Visserijraad de Europese Commissie ingelicht over het voorval. Ook heb ik de mogelijkheden van onderzoek naar het tegenhouden van de doorvoer van walvisvlees over Europees grondgebied aan de orde gesteld.

Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases

Naar aanleiding van het AO Milieuraad van 11 maart jl. met minister Huizinga, is toegezegd om u nader te informeren over de Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases. Ik kan u hierover het volgende meedelen.

De Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases is een initiatief van Nieuw-Zeeland dat in december 2009, en marge van de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen, officieel werd gelanceerd.

Inmiddels hebben zich 28 landen, zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden, verbonden aan dit mondiale samenwerkingsverband.

De Global Research Alliance richt zich op het versterken van internationale samenwerking, het beter coördineren van onderzoek, uitwisseling van de resultaten en concrete toepassing daarvan in de landbouw, uitstootverminderende (mitigatie) maatregelen in de landbouw en het verhogen van investeringen in zowel publieke als private onderzoeksactiviteiten. Met als doel de uitstoot van broeikasgassen in de landbouwsector te reduceren en tegelijkertijd de landbouw productie te verhogen om aan de stijgende vraag naar meer en ander voedsel te kunnen voldoen in de komende jaren (negen miljard mensen in 2050). Binnen dit mondiale samenwerkingsverband is een aantal subsectoren gedefinieerd met hieraan gekoppelde Research Groups, waarvan Nederland samen met Nieuw-Zeeland een coördinerende rol op zich neemt ten aanzien van de Research Group  «veehouderij». Daarnaast zijn er Research Groups opgesteld voor «gewassen» en «rijstveldmanagement», gecoördineerd door de VS en Japan. De Research Groups vormen het hart van dit mondiale samenwerkingsverband. Ik ben vanaf het begin nauw betrokken geweest bij dit initiatief. Ook Wageningen UR participeert op mijn verzoek daarin. Dit mede als vervolg op de uitkomst van de 17e vergadering van de VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, waar ik voorzitter van was. Boodschap van die vergadering was dat landbouw een belangrijk onderdeel is van de oplossing voor de voedsel- en klimaatcrises. Landbouw zelf is wereldwijd verantwoordelijk voor 14% van de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen en door de ontbossing voor uitbreiding van het landbouwareaal wordt daar nog ongeveer 18% aan toegevoegd. Daarmee ligt een derde van de oplossing van het klimaatprobleem in handen van de landbouw.

In Wellington, Nieuw-Zeeland vond van 7–9 april jl. op hoog ambtelijk niveau de oprichtingsvergadering van de Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases plaats. Ongeveer 80 vertegenwoordigers, beleidsmakers en wetenschappers uit 31 landen waren bij deze oprichtingsvergadering aanwezig. De bijeenkomst was met name gericht op de governance-structuur, de vormgeving van de Alliance als geheel en een tijdspad. Overeengekomen is in de komende zes maanden een eerste inventarisatie van onderzoeksresultaten op te stellen, door het aanleveren van relevante gegevens aan de hand van een speciaal ontwikkeld sjabloon. Op basis daarvan zal worden gekeken naar synergie, lacunes en betere toepassingsmogelijkheden van wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Streven vanuit de Global Research Alliance is om in de komende 12 maanden een ministeriële bijeenkomst te beleggen voor officiële ondertekening van een Charter door de ministers van de aangesloten landen. Het intensiveren van voedselproductie en gelijktijdig reduceren van de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw sector zal ook hier centraal blijven staan.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven