Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 21501-32 nr. 284 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 21501-32 nr. 284 |
Vastgesteld 20 mei 2008
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 en de vaste commissie voor Europese Zaken2 hebben op 9 april 2008 overleg gevoerd met minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over:
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. 26 maart 2008 met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 17 maart 2008 (21 501-32, nr. 273);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. 7 april 2008 met de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad op 14 april 2008;
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. van 25 maart 2008 met de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Ouwehand (PvdD) en Van Gent (GroenLinks) over donsplukken van levende ganzen (TK, Kamervragen en antwoord 2007/2008, nr. 1793);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. 25 maart 2008 over pacht en bedrijfstoeslagrechten (28 625, nr. 58);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. 26 maart 2008 over de herintroductie van dierlijke eiwitten in diervoeders (30 400, nr. 10);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit d.d. 16 oktober 2006 over het RDA-rapport over het gebruik van diermeel in diervoeder (24 688, nr. 100);
– eventuele nieuwe fiches.
Van dit overleg brengen de commissie bijgaand samenvattend verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Atsma (CDA) wijst erop dat het decontamineren van pluimveevlees met chloor in de EU is verboden, maar dat de Commissie de import van dit vlees uit de VS toch toe lijkt te gaan staan. Zal de minister tijdens de raad aangeven dat dit gezien de belangen van de Nederlandse pluimveesector ongewenst is?
– Verantwoord gebruik van diermeel moet worden toegestaan. Zijn er mogelijkheden voor de herintroductie van dit meel en, zo ja, wanneer zal dit dan gebeuren? Zal hierover op de raad worden gesproken?
– De staatssecretaris van Economische Zaken heeft met zijn uitlatingen over landbouw en de WTO-onderhandelingen onduidelijkheid gecreëerd. Kan de minister die wegnemen?
– De minister overweegt om artikel 69 op de agenda te zetten. Wat wil zij daarmee precies bereiken?
– De slachterij Friesland Vlees is onder verscherpt toezicht gesteld. Wanneer wordt de Kamer hierover nader ingelicht? Wat zijn de eerste bevindingen?
– Europa is sterk verdeeld over de aanpak van blauwtong en de vraag of er wel of niet gewerkt moet worden met importverboden. Wat is de inzet van de minister?
De heer Koppejan (CDA) vraagt welke sancties worden overwogen voor illegale en niet-gereguleerde visserij. De minister wil het sanctieregime voor illegale en niet-gereguleerde visserij beperken tot vaartuigen uit derde landen buiten de communautaire wateren. Steunt een meerderheid van de raad deze wens?
– Kan de minister meer zeggen over het aantal visserijdagen voor kabeljauw? Wordt hierbij rekening gehouden met de gevolgen van de klimaatverandering op de kabeljauwstand?
– De Commissie is van plan om de regelgeving van het gemeenschappelijk visserijbeleid te vereenvoudigen. Wordt daarbij alleen bestaande of ook nieuwe regelgeving betrokken?
De heer Polderman (SP) stelt dat terughoudend omgegaan moet worden met het gebruik van diermeel, aangezien er nog steeds besmettingen met Creutzfeldt Jacob worden geconstateerd. Is het met het oog hierop wel gepast dat de minister pleit voor versoepeling van de regels? Is zij verder met hem van mening dat diermeel alleen als restproduct acceptabel is en dat vismeel, gezien de bedreiging van de visstand, geen alternatief voor plantaardige eiwitten is?
– In Hongarije worden ganzen levend geplukt. Zal de minister Hongarije daarop aanspreken?
– De minister moet op de raad het signaal afgeven dat biobrandstof op geen enkele manier ten koste mag gaan van de voedselproductie. Is zij hiertoe bereid?
– De visserijbioloog Daniel Pauly stelt dat de visstanden door overbevissing ernstiger worden bedreigd dan tot nu toe werd aangenomen. Is het met het oog hierop niet tijd voor strenge maatregelen en handhaving? Waarom wordt bijvoorbeeld getolereerd dat Polen jarenlang zijn kabeljauwquotum heeft overschreden? Worden verder de mogelijkheden voor vissers uit de EU om in de territoriale wateren van Mauritanië te vissen wel of niet ingeperkt?
– Zal de minister pleiten voor harde maatregelen tegen illegale visserij?
– Is het niet beter om de verscherpte controle bij Friesland Vlees te vervangen door onaangekondigde controles?
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) zegt het oneens te zijn met de benadering van de minister van artikel 69. Plattelandsgelden moeten namelijk uitsluitend op en rond het boerenerf worden besteed. Wat is de bestemming en de verdeling van het geld van het Programma Ontwikkeling Platteland (verder: POP-gelden)? Welk deel van dit geld komt terecht bij de primaire sector?
– De rechter moet nog uitspraak doen over de pacht en toeslagrechten. Wat betekent dit voor de duur van de procedure?
– Ten onrechte wordt slechts en marge van de raad gesproken over diervoeder. Is de minister het met haar eens dat het een volwaardig agendapunt moet worden?
– De Nederlandse pluimveesector heeft fors geïnvesteerd in hygiëne. Dat de import van met chloor gedecontamineerd vlees wordt toegestaan, is dan ook een slag in het gezicht van de sector. Moet ook dit belangrijke onderwerp niet een volwaardig agendapunt worden?
– De minister heeft de Kamer een overzicht van de natuursubsidies toegestuurd. Zij gaat hierin echter niet in op de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (verder SAN-pakketten). Maakt de Belastingdienst hier nu wel of niet pas op de plaats?
Mevrouw Ouwehand (PvdD) noemt diermeel een uitwas van de bio-industrie. Het is immers volstrekt onethisch en onverantwoord dat dieren worden gevoerd met diermeel. Past diermeel wel bij duurzame veehouderij? Is de minister het met haar eens dat de ontbossing en het wereldvoedselvraagstuk tegengegaan moeten worden door de vleesconsumptie te matigen?
– Op de wereldvoedselconferentie van de FAO wordt gesproken over de gevolgen van het gebruik van biobrandstof voor de voedselzekerheid. Zal de minister op deze conferentie ook wijzen op de het belang dat het westerse voedselpakket voor een veel kleiner gedeelte uit dierlijke eiwitten moet gaan bestaan?
– De kabeljauwstand moet de kans krijgen om zich te herstellen. Welke maatregelen zal de minister hiervoor voorstellen?
– In Hongarije plukt men dons van levende ganzen. Consumenten kunnen de herkomst van dons echter niet op een etiket terugvinden. Is de minister bereid om de etikettering op dit punt in Europees verband aan te passen? Waarop baseert het LEI de stelling dat Nederland geen dons van levend geplukte ganzen importeert? Gaat het LEI hierbij uit van dons als grondstof of doelt het ook op eindproducten als donzen dekbedden?
Mevrouw Jacobi (PvdA) wijst erop dat het accent van de minister bij de WTO-onderhandelingen ligt bij de non-trade concerns. Is zij bereid om evenveel aandacht te besteden aan de belangen van de ontwikkelingslanden? Heeft de Commissie nu wel of niet een mandaat om over de non-trade concerns te onderhandelen?
– Op dit moment leven 1 miljard van de allerarmsten op het platteland. Wat betekent dit voor de rol die de FAO in de toekomst kan spelen? Hoe beoordeelt de minister het idee van een «global fund for agriculture»?
– Nederland neemt op 26 en 27 juni deel aan de regionale FAO-conferentie in Innsbruck. Is de minister bereid om over de agenda van deze conferentie en haar inzet een brief naar de Kamer te sturen?
– De administratieve controle op diervoederstromen is onvoldoende. Hoe gaat de minister hierin verandering brengen? Zal zij er bijvoorbeeld voor pleiten dat diermeel alleen maar wordt gebruikt voor het opwekken van duurzame energie?
– Er moet zo snel mogelijk worden overgeschakeld naar hectarepremies die variabel zijn naar plaats en functie. Kan de minister aangeven op welke termijn het gemeenschappelijk landbouwbeleid op dit punt wordt aangepast?
– Is de minister bereid om in de raad te pleiten voor een omgekeerde bewijslast in het geval van het vermoeden van illegale visvangst?
– Hoe kan worden geregeld dat de kabeljauwpopulatie in de toekomst wel duurzaam wordt beheerd?
De minister zegt dat de import van met chloor gedecontamineerd vlees het draagvlak voor de Europese regels voor hygiënisch slachten kan ondermijnen en het imago van de sector schade kan doen. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (verder: Efsa) merkt dan ook terecht op dat de voedselveiligheid in dit dossier leidend dient te zijn. De Efsa doet op dit moment onderzoek naar de milieugevolgen van decontaminatie met chloor. Als dit onderzoek is afgerond, zal de Commissie met een voorstel komen over het toelaten van met chloor behandeld vlees. De minister zegt dat zij niet op het onderzoek en het Commissievoorstel kan en wil vooruitlopen. Wel zal zij bij de verantwoordelijke commissaris informeren naar de stand van zaken.
– Met de herintroductie van diermeel in diervoeder moet heel zorgvuldig worden omgegaan. Er lijken echter geen overwegende bezwaren tegen te bestaan om diermeel stapsgewijs te herintroduceren. Zij benadrukt dat bij elke stap gegarandeerd moet zijn dat die niet nadelig is voor het beleid om BSE definitief uit te bannen. Als aan deze voorwaarde is voldaan en goede controle is gewaarborgd, is er binnen Europa waarschijnlijk draagvlak voor het toelaten van diermeel in diervoeder.
– Het kabinet huldigt het standpunt dat er bij de WTO-onderhandelingen een goede balans moet zijn tussen landbouw, diensten en non-agricultural market access. Daarnaar wordt dan ook gestreefd. Verder is het nadrukkelijk de bedoeling dat in het onderhandelingsresultaat recht wordt gedaan aan de belangen van ontwikkelingslanden. Dat is mogelijk, omdat beide aspecten niet met elkaar in strijd zijn. Nederland is van mening dat de teksten die in de WTO-onderhandelingen inmiddels zijn uitonderhandeld, onbevredigend zijn. De regering wijst daarop, zowel in de Landbouw- en Visserijraad als in de Raad algemene zaken en externe betrekkingen.
– De minister zegt dat zij met de staatssecretaris van Economische Zaken geen meningsverschil heeft over de toekomst van de WTO-onderhandelingen en de non-trade concerns. Het is overigens niet de verwachting dat hierover tijdens de lopende WTO-onderhandelingen overeenstemming wordt bereikt. Dat laat onverlet dat de regering zich hiervoor blijft inspannen. Waarschijnlijk zal hierover later dit jaar een ministeriële conferentie worden gehouden.
– Het is een goede zaak dat de FAO een conferentie over voedselzekerheid en biobrandstoffen organiseert. De laatste maanden is er immers sprake van voedselschaarste met onlusten als die onlangs in Haïti tot gevolg. De eerste generatie biobrandstoffen maakt gebruik van landbouwproducten als koolzaad en maïs. Dat is op zichzelf geen goede ontwikkeling, maar deze eerste generatie brandstoffen is wel nodig om de tweede generatie biobrandstof, geproduceerd met non-food landbouwproducten, te kunnen ontwikkelen. Dit probleem zal op de conferentie zeker aan de orde komen. Uitgangspunt van de regering is dat productie voor de mond nooit ten koste mag gaan van productie voor de motor. De minister zegt dat het haar voornemen is om persoonlijk aan de conferentie deel te nemen.
– De minister zet zich samen met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in voor een toegespitste en toekomstgerichte FAO. Dat de FAO een effectieve organisatie wordt, is belangrijk gezien de huidige problemen met voedselzekerheid. De externe evaluatie van de FAO is daarbij het uitgangspunt.
– De minister zegt toe dat zij de Kamer de agenda van de FAO-conferentie samen met het regeringsstandpunt voor de conferentie zal doen toekomen. Een en ander komt overigens ook aan de orde in de notitie die samen met de minister van Ontwikkelingszaken over landbouw en ontwikkelingssamenwerking wordt opgesteld.
– Toepassing van artikel 69 leidt niet tot extra geld voor het plattelandsbeleid, en ook wordt al het geld besteed op of rond het boerenerf. Inkomenssteun kan echter wel worden gebruikt voor de in het regeerakkoord overeengekomen vermaatschappelijking van de agrarische sector, bijvoorbeeld door bij te dragen aan landschaps-, natuur- en waterbeheer. Voorwaarde is dan wel dat de Commissie met voorstellen komt die een ruime interpretatie van artikel 69 mogelijk maakt.
– De POP-gelden bedragen 70 mln. per jaar en worden besteed volgens de systematiek uit het POP-2-document dat in juli 2007 is goedgekeurd. Zo mogelijk zal de Kamer nadere informatie over de verdeling en de besteding van dit geld worden toegestuurd.
– De Commissie heeft aangegeven dat de toeslagrechten persoonsgebonden zijn. Dat betekent dat de verpachter hierover geen zeggenschap heeft, ook niet als de pachtovereenkomst wordt beëindigd. Hiervan kan worden afgeweken door in de pachtovereenkomst concrete afspraken te maken. Het is niet bekend wanneer de rechter in tweede instantie uitspraak zal doen.
– De Belastingdienst geeft geen uitvoering aan de eerder voorgenomen fiscale vrijstelling van de subsidieregeling Natura 2000, voordat Natura 2000 door de Commissie is goedgekeurd. Na goedkeuring en toestemming om de vrijstelling met terugwerkende kracht in te voeren kan de Belastingdienst de subsidies afhandelen. Als een subsidienemer tegen deze beslissing bij de Belastingdienst bezwaar maakt, zal de Belastingdienst samen met hem naar een oplossing zoeken.
– De fiscale vrijstelling van de SAN-pakketten betreft alleen de subsidies voor landschapsbeheer.
– De AID controleert de aanvoer naar de slachterij Friesland Vlees. In het slachthuis ziet de Voedsel en Waren Autoriteit toe op de verdere gang van zaken. De verscherpte controle is pas twee dagen van kracht. Dat is te kort om een duidelijk beeld te kunnen krijgen van de gevolgen. Uiteraard voert de AID nog steeds onaangekondigde controles uit.
– Volgens het LEI is sinds 2003 geen dons uit Hongarije ingevoerd. De Commissie beschouwt het plukken van levende dieren in Hongarije als een inbreuk op het Europees recht en overweegt daarom een inbreukprocedure. De minister zegt dat zij niet zal laten onderzoek of en in welke eindproducten dons van levend geplukte ganzen wordt verwerkt.
– De regering is bereid om een deel van de kosten te dragen van het vaccin tegen blauwtong en van het inentingsprogramma. Het voorstel van de Commissie kwam echter onvoldoende tegemoet aan de gewekte verwachtingen. Nederland heeft dit punt daarom met steun van een aantal andere lidstaten opnieuw op de agenda geplaatst, hetgeen heeft geleid tot een substantiële verhoging van de Europese bijdrage.
– Verschillende lidstaten hebben in verband met de aanwezigheid van blauwtong een importverbod ingesteld voor besmette gebieden in Nederland. Het Permanent Comité voor de Voedselveiligheid en Diergezondheid van de Europese Unie heeft inmiddels de verordening gewijzigd om de verdeeldheid over de handelsregels met betrekking tot blauwtong te verminderen. De Commissie heeft in dat verband opgemerkt dat zij unilaterale maatregelen niet langer accepteert.
– In overleg met LTO Nederland en organisaties van dierenartsen is een inentingsstrategie voor blauwtong ontwikkeld. Deze kan op brede steun rekenen. De minister zegt dat zij zal nagaan hoe de Nederlandse inentingsstrategie in andere lidstaten wordt beoordeeld.
– Het huidige kabeljauwherstelplan heeft geleid tot verbetering van de kabeljauwstand. Deze verbetering is echter onvoldoende om alle zorgen van de regering en de Commissie weg te nemen. Dat de oorspronkelijke doelstelling niet geheel is gehaald, is mede het gevolg van de klimaatverandering, omdat kabeljauw voorkeur heeft voor koud water en daarom naar het noorden wegtrekt. Een positieve ontwikkeling is dat in het nieuwe kabeljauwbeheerplan aangesloten wordt bij het meerjarig beheerplan voor tong en schol. Dat maakt het namelijk mogelijk om meerjarige afspraken te maken over de vangst van kabeljauw. Deze afspraken zullen overigens ingrijpend zijn. Het nieuwe plan wordt op de visserijraad gepresenteerd. Daarna zal de sector hierover worden geconsulteerd. Verder zal ook de Regionale Adviesraad voor de Noordzee advies uitbrengen.
– Het visserij-inspanningregime wordt vereenvoudigd en dan met name op het punt van het aantal zeedagen.
– De Commissie stelt extra sancties en scherpere controle voor om illegale en ongereglementeerde visserij tegen te gaan. De minister zegt deze aandacht voor dit grote probleem op hoofdlijnen te begroeten. Kritiek is er echter nog wel op de administratieve lasten en de uitvoeringskosten. Verder moet worden voorkomen dat een nationaal en een Europees sanctieregime naast elkaar kunnen bestaan.
– Het is de vraag of invoering van omgekeerde bewijslast een effectief middel is om illegale visserij tegen te gaan. In de toekomst moet in de EU geïmporteerde vis voorzien zijn van een certificaat, waarin de vlaggenstaat verklaart dat de vis legaal is gevangen.
– Het is een goede zaak dat in het nieuwe akkoord met Mauritanië afspraken zijn gemaakt over duurzame visserij en duurzame ontwikkeling van de samenleving in Mauritanië.
– Nieuwe regelgeving moet zo eenvoudig en effectief mogelijk zijn. Zij zal echter vooral effectief moeten zijn, want beheer, controle en sancties zijn van het allergrootste belang om de visstand in de komende decennia afdoende te beschermen.
– De gerenommeerde visserijbioloog Daniel Pauly heeft een aantal behartigenswaardige opmerkingen gemaakt over de noodzaak om het visbestand beter te beschermen. De EU besteedt aan deze bescherming nu al terecht veel aandacht. Effectieve bescherming is echter alleen mogelijk als wereldwijd afspraken worden gemaakt over zorgzaam een duurzaam beheer.
– De bestedingsinzichten van de POP-gelden worden na ontvangst op het ministerie doorgezonden naar de Kamer.
– De agenda en de inzet voor de FAO-conferentie worden, zodra zij beschikbaar zijn, naar de Kamer gestuurd.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (ChristenUnie), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).
Samenstelling:
Leden: Atsma (CDA), Van Bommel (SP), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), voorzitter, Van Baalen (VVD), Ormel (CDA), Spies (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Jonker (CDA), Irrgang (SP), De Roon (PVV), Boekestijn (VVD), Pechtold (D66), Ten Broeke (VVD), Peters (GroenLinks), Gill’ard (PvdA), Jasper van Dijk (SP), Thieme (PvdD) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).
Plv. leden: Jager (CDA), De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), Vos (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Haverkamp (CDA), Van Gennip (CDA), Lempens (SP), Schermers (CDA), Knops (CDA), Jacobi (PvdA), Samsom (PvdA), Kuiken (PvdA), Teeven (VVD), Roemer (SP), Wilders (PVV), Nicolaï (VVD), Van der Ham (D66), Van der Burg (VVD), Duyvendak (GroenLinks), Van Leeuwen (SP), Ouwehand (PvdD) en Voordewind (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-32-284.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.